Voeding en gezondheid

10 mg isoflavonen per dag via voeding verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies die zich richten op de relatie tussen de inname van isoflavonen via voeding en het risico op het krijgen van borstkanker leiden nog steeds tot inconsistente conclusies en daarom werd dit overzichtsartkel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies en 17 patiënt-controle studies met in totaal 902438 vrouwen.

De studies waren goedopgezet met een gemiddelde NOS score van 7.6.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage inname, dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kan op het krijgen van borstkanker significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.62 tot 0.81, I2 = 82.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.50 tot 0.76] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [OR = 0.94, 95% BI = 0.86 tot 1.02].

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder Aziaten significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.52 tot 0.74] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden onder niet-Aziaten [OR = 0.97, 95% BI = 0.88 tot 1.06].

De onderzoekers vonden dat een inname van minimaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.53 tot 0.75] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor maximaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding [OR = 1.01, 95% BI = 0.94 tot 1.08].

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen, met name onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Isoflavone Consumption and Risk of Breast Cancer: An Updated Systematic Review with Meta-Analysis of Observational Studies by Yang J, Shen H,  […], Qin Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10224089/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over isoflavonen en borstkanker.

Een hoog gehalte aan linolzuur in het lichaam verlaagt prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen over de associatie tussen zowel de inname van linolzuur via voeding als de weefselbiomarkers van linolzuur en het risico op het krijgen van prostaatkanker zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartkel uitgevoerd.

Verlaagt zowel het hebben van een hoog weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam als het eten van veel linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker bij mannen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies met in totaal 11622 deelnemers.

Tijdens de follow-up duur van 5 tot 21 jaar werden 39993 mensen met prosttaatkanker, 5929 mensen met gevorderde prostaatkanker en 1661 mensen met fatale prostaatkanker gediagnosticeerd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoger weefselgehalte aan linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.77 tot 0.96] verlaagde.
Ecther, dit significante, verlaagde risico werd niet teruggevonden bij een hoge consumptie van linolzuur via voeding.

De onderzoekers vonden in een dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 5% in het weefselgehalte aan linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 14% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een hoog weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam, de kans op het krijgen van prostaatkanker bij mannen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake and biomarkers of linoleic acid and risk of prostate cancer in men: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Yousefi M, Eshaghian N, […], Sadeghi O.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37077161/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over linollzuur en prostaatkanker.

Het weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel linolzuur bevatten en/of linolzuursupplementen te slikken.

Zonnebloemolie, maïsolie, sojaolie, rijstzemelenolie, koolzaadolie bevatten veel linolzuur.

 

Peulvruchten verlagen mogelijk een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel peulvruchten mortaliteit (zoals, doodgaan aan alle oorzaken, kanker of hart- en vaatziekten)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 cohort studies met in totaal 1141793 deelnemers, waarvan 93373 doden aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit).

De bewijslast van de studies was zwak tot matig.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [HR = 0.94, 95% BI = 0.91 tot 0.98, n = 27] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 9% [HR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, n = 5] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 50 gram peulvruchten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [HR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99, n = 19] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel peulvruchten, minimaal 50 gram per dag, de kans op zowel doodgaan aan alle oorzaken als de kans op het krijgen van een beroerte mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies zwak tot matig was.

Oorspronkelijke titel:
Legume Consumption and Risk of All-Cause and Cause-Specific Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Studies by Zargarzadeh N, Mousavi SM, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36811595/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, peulvruchten en beroerte.

Veel vitamine B6 via voeding verlaagt dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen zowel een hoge inname van vitamine B6 via voeding als een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies en 8 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 20% [gepoolde OR = 80, 95% BI = 0.68 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 46% [gepoolde OR = 0.54, 95% BI = 0.35 tot 0.84] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.65 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 59% [OR = 0.41, 95% BI = 0.30 tot 0.57] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van colonkanker onder zowel vrouwen als mannen significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.64 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van colonkanker onder zowel vrouwen als mannen significant met 44% [OR = 0.56, 95% BI = 0.42 tot 0.73] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van vitamine B6 via voeding als een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker, met name colonkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Vitamin B6 and the Risk of Colorectal Cancer: A Meta-analysis of Observational Studies by Lai J, Guo M, […], Li J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36961108/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine B6 en dikke darmkanker.

Het vitamine B6 gehalte in het bloed kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine B6 bevatten en/of vitamine B6 supplementen te slikken.

 

Veel choline via voeding verlaagt mogelijk borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge inname van choline via voeding de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies en 10 patiënt-controle studies. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge inname van choline via voeding,  de kans op het krijgen van borstkanker significant met 62% [OR = 0.38, 95% BI = 0.16 tot 0.86] verlaagde.
Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [HR = 1.01, 95% BI = 0.92 tot 1.12].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van choline via voeding,  de kans op het krijgen van borstkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet teruggevonden werd in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
The association between dietary intakes of methionine, choline and betaine and breast cancer risk: A systematic review and meta-analysis by Van Puyvelde H, Dimou N, […], De Bacquer D.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36701983/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort studies/significant, choline en borstkanker.

Dagelijks 200 gram zuivelproducten verhogen ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De huidige bevindingen over de differentiële effecten van de verschillende dierlijke eiwittenbronnen in voeding op het risico op het krijgen van neurodegeneratieve ziekten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Wat is de relatie tussen het eten van de verschillende dierlijke eiwittenbronnen, zoals zuivel, vlees, gevogelte en vis en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer, dementie of de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 33 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van Alzheimer significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.57 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van dementie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.75 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op cognitieve achteruitgang significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.81 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel (totale) zuivelproducten de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 49% [RR = 1.49, 95% BI = 1.06 tot 2.10] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel melk de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.13 tot 1.73] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel (totale) zuivelproducten de kans op cognitieve achteruitgang significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.80 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel (totaal) vlees de kans op cognitieve achteruitgang significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.57 tot 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel gevogelte de kans op cognitieve achteruitgang significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.68 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram (totale) zuivelproducten per dag, de kans op cognitieve achteruitgang significant met 12% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram (totale) zuivelproducten per dag, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 11% verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis zowel de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer, dementie als cognitieve achteruitgang verlaagde, terwijl zuivelproducten, met name melk de ziekte van Parkinson verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between animal protein sources and risk of neurodegenerative diseases: a systematic review and dose-response meta-analysis by Talebi S, Asoudeh F, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36647769/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, zuivelproducten, vis, vlees en dementie.

 

Tomaten verlagen causaal tumornecrosefactor-alfa gehalte bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Ontsteking is een belangrijke oorzaak van chronische ziekten. Verschillende studies hebben de effecten van het eten van tomaten op de inflammatoire biomarkers (C-reactieve proteïne (CRP), interleukine 6 (IL-6) en tumornecrosefactor-α (TNF-α) onderzocht maar de resultaten zijn dubbelzinnig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van tomaten causaal de kans op het krijgen van ontstekingen bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met in totaal 465 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) bij volwassenen significant verlaagde [Hedges' g = -0.45, 95% BI = -0.76 tot -0.13, p = 0.005, I2 = 0.0%].
Echter, het had geen effect op het CRP en IL-6 gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van tomaten het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) bij volwassenen causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of tomato consumption on inflammatory markers in health and disease status: A systematic review and meta-analysis of clinical trials by Widjaja G, Doewes RI, […], Aravindhan S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35871957/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over tomaten en chronische ziekten.

Tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) is een inflammatoir cytokine dat verhoogd is bij hartfalen.

Groente en fruit verlagen baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente of fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker (baarmoederhalskanker)?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 patiënt-controle studies en 6 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 24% [gepoolde odds ratio [OR], relatieve risico [RR], hazard ratio [HR] = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.91] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers vonden dat het eten van kruisbloemige groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 19% [gepoolde OR = 0.81, 95% BI = 0.70 tot 0.94] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers vonden dat het eten van donkergroene en geel-oranje groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 36% [gepoolde OR = 0.64, 95% BI = 0.42 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 19% [gepoolde OR = 0.81, 95% BI = 0.70 tot 0.92] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel groente (met name kruisbloemige, donkergroene en geel-oranje groente) als fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker (baarmoederhalskanker) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The influence of dietary vegetables and fruits on endometrial cancer risk: a meta-analysis of observational studies by Lu YT, Gunathilake M and Kim J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36151331/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, kanker en groenten en fruit consumptie.

 

Hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte verlaagt dikke darmkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte of een hoge alfa-linoleenzuur inname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cohort studies met 12239 mensen met dikke darmkanker onder 861725 deelnemers.
De gemiddelde follow-up duur was 9.3 jaar.
Er was geen publicatie bias.
13 van de 15 studies hadden een NOS waarde van 8. Anders gezegd, 13 studies waren goed opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.69 tot 0.99, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het alfa-linoleenzuur bloedgehalte met 0.1%, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 0.99, I2 = 38.6%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Dietary Intake and Biomarker of α-Linolenic Acid With Incident Colorectal Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Dai ZB, Ren XL, […], Xu L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9301188/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, alfa-linoleenzuur en dikke darmkanker.

Vind hier welke producten veel alfa-linoleenzuur bevatten.

Een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte kan verkregen worden door producten te eten die veel alfa-linoleenzuur bevatten en/of alfa-linoleenzuur supplementen te slikken.

 

Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben COPD patiënten baat bij het slikken van vitamine C supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 487 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het percentage geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1%) bij COPD patiënten verbeterde [SMD = 1.08, 95% BI = 0.03 tot 2.12, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, de FEV1/FVC verhouding bij COPD patiënten verbeterde [WMD = 0.66, 95% BI = 0.26 tot 1.06, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum vitamine C gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 0.63, 95% BI = 0.02 tot 1.24, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum GSH gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 2.47, 95% BI = 1.06 tot 3.89, p = 0.0006].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum gehalte aan antioxidanten, met name vitamine C en GSH verhoogde en de longfunctie, met name FEV1% en FEV1/FVC verbeterde van COPD patiënten.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of Vitamin C Supplementation on Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD): A Systematic Review and Meta-Analysis by Lei T, Lu T, […], Liu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9473551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over COPD en vitamine C.

Geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) of de éénsecondewaarde (ESW) is de maximale hoeveelheid lucht die u na een volledige inademing snel en geforceerd kunt uitademen in één seconde. Het is belangrijk om die FEV1 waarde te vergelijken met de “normale” waarde van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.

FVC of de geforceerde vitale capaciteit is de totale hoeveelheid lucht die na een volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd.

Tiffeneau index of FEV1/FVC verhouding zegt iets over hoe open de luchtwegen staan. Normaal gesproken moet deze waarde groter dan 0.7 zijn. Bij een waarde onder 0.7 is er sprake van vernauwde luchtwegen.

 

Vitamine E-supplementen verbeteren kwaliteit van leven van mensen met reumatoïde artritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met reumatoïde artritis (chronische gewrichtsreuma) baat bij het slikken van vitamine E supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 39845 patiënten. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gevoelige gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -1.66, 95% BI = -6.32 tot -2.99, I2 = 93%, p 0.00001].

De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gezwollen gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -0.46, 95% BI = -1.98 tot -1.07, I2 = 56%,p = 0.08].

De onderzoekers concludeerden dat het vermogen van vitamine E om de darmbarrière te herstellen en het maagdarmkanaal te verbeteren, kan verband houden met de preventie en behandeling van reumatoïde artritis. Vitamine E-supplementen die regelmatig worden gebruikt, kunnen mensen met reumatoïde artritis helpen gewrichtspijn, oedeem en stijfheid te verminderen en hun algehele kwaliteit van leven te verbeteren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation in rheumatoid arthritis: a systematic review and meta-analysis by Kou H, Qing Z, […], Ma J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35468933/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over reuma, significant/RCT’s en vitamine E.

 

Veel foliumzuur via voeding verlaagt dikke darmkanker onder Europeanen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge folaatinname (foliumzuurinname) via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 cohort studies met in totaal 6165894 deelnemers, waarvan 37280 mensen met dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker signficant met 12% [gepoolede relatieve risico = 0.88, 95% BI = 0.83 tot 0.92, p = 0.0004] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd alleen teruggevonden onder mensen die in de VS wonen en onder Europeanen.

De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen die matig alcohol drinken, signficant met 3% [relatieve risico = 0.97, 95% BI = 0.96 tot 0.99 p = 0.008] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen die veel alcohol drinken, signficant met 5% [relatieve risico = 0.95, 95% BI = 0.92 tot 0.98, p = 0.003] verlaagde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 0.92 tot 0.98 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen die geen alcohol drinken, niet verlaagde [relatieve risico = 1.00, 95% BI = 0.98 tot 1.02, p = 0.827].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van colonkanker significant met 14% [relatieve risico = 0.86, 95% BI = 0.81 tot 0.92, p = 0.0004] verlaagde.
Dit verlaagde risico was echter niet significant voor rectaalkanker RR = 0.92, 95% BI = 0.84 tot 1.02, p = 0.112].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.112 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker (met name colonkanker) onder mensen (met een matige of hoge alcoholconsumptie) die in de VS wonen en onder Europeanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake and risk of colorectal cancer: a systematic review and up-to-date meta-analysis of prospective studies by Fu H, He J, […], Chang H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35579178/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, folaatinname of foliumzuurinname in de volksmond en dikke darmkanker.

Colonkanker en rectaalkanker vormen samen dikke darmkanker.

Veel witvlees en vis verlagen leverkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen vleesconsumptie en het risico op het krijgen van hepatocellulair carcinoom is nog steeds onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van veel vlees de kans op het krijgen van hepatocellulair carcinoom (leverkanker)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 observationele studies met in totaal 2915680 deelnemers, waarvan 4953 mensen met leverkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel roodvlees en het krijgen van leverkanker [relatieve risico = 1.04, 95% BI = 0.91 tot 1.18, I2 = 50.50%, p = 0.033].
Geen verband omdat relatieve risico van 1 in de 95% BI van 0.91 tot 1.18 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel (totaal) vlees en het krijgen van leverkanker [relatieve risico = 1.01, 95% BI = 0.90 tot 1.13, I2 = 15.50%, p = 0.0316].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel bewerkt vlees de kans op het krijgen van leverkanker significant met 20% [relatieve risico = 1.20, 95% BI = 1.02 tot 1.41, I2 = 26.30%, p = 0.228] verhoogde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.41 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel witvlees de kans op het krijgen van leverkanker significant met 24% [relatieve risico = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.92, I2 = 68.30%, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van leverkanker significant met 9% [relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.86 tot 0.96, I2 = 40.90%, p = 0.095] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel bewerkt vlees de kans op het krijgen van leverkanker verhoogde, terwijl veel witvlees en vis de kans op het krijgen van leverkanker juist verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Meat Intake and the Risk of Hepatocellular Carcinoma: A Meta-Analysis of Observational Studies by Yu J, Liu Z, […], Chen W.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35583453/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, vlees- en visconsumptie en kanker.

Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoge inname (consumptie) van eiwitten via voeding de kans op het krijgen van niestenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.
Volgens het NutriGrade puntensysteem was de bewijslast van de studies laag.
Er was pubicatie bias voor dierlijke eiwitten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van dierlijke eiwitten (niet afkomstig van zuivelproducten) via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.03 tot 1.20, I2 = 0%, n = 4] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vlees en vleesproducten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 22% [RR = 1.22, 95% BI = 1.09 tot 1.38, I2 = 13%, n = 3] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 1.38 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van verwerkt vlees via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.10 tot 1.51, I2 = 0%, n = 2] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0%, n = 4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram roodvlees, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 39% [RR = 1.39, 95% BI = 1.13 tot 1.71] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat hoge inname van vlees en vleesproducten de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verhoogde, terwijl een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies laag was en er was sprake van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
Associations of Total Protein or Animal Protein Intake and Animal Protein Sources with Risk of Kidney Stones: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis by Asoudeh F, Talebi S, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35179185/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en eiwitten.

Wanneer in het overzichtsartikel de bewijslast van de studies laag is en er is sprake van publicatie bias, dan zijn de gevonden resultaten niet erg betrouwbaar.

 

Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoge inname (consumptie) van eiwitten via voeding de kans op het krijgen van niestenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.
Volgens het NutriGrade puntensysteem was de bewijslast van de studies laag.
Er was pubicatie bias voor dierlijke eiwitten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van dierlijke eiwitten (niet afkomstig van zuivelproducten) via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.03 tot 1.20, I2 = 0%, n = 4] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vlees en vleesproducten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 22% [RR = 1.22, 95% BI = 1.09 tot 1.38, I2 = 13%, n = 3] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 1.38 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van verwerkt vlees via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.10 tot 1.51, I2 = 0%, n = 2] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0%, n = 4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram roodvlees, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 39% [RR = 1.39, 95% BI = 1.13 tot 1.71] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat hoge inname van vlees en vleesproducten de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verhoogde, terwijl een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies laag was en er was sprake van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
Associations of Total Protein or Animal Protein Intake and Animal Protein Sources with Risk of Kidney Stones: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis by Asoudeh F, Talebi S, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35179185/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en eiwitten.

Wanneer in het overzichtsartikel de bewijslast van de studies laag is en er is sprake van publicatie bias, dan zijn de gevonden resultaten niet erg betrouwbaar.

 

Matig alcoholconsumptie verlaagt mogelijk nierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verlagend of verhoogd effect tussen het eten van de verschillende producten (zoals groenten, alcohol) en de kans op he krijgen van nierkanker?

Studieopzet:
Dit paraplu-overzichtsartikel bevatte 22 meta-analyses met in totaal 502 individuele studies (59% cohort studies (n = 298), 39% patiënt-controle studies (n = 196) en 2% gepoolde studies (n = 8)) en 64 gepoolde hazard ratios (gepoolde HR).
Geen enkele meta-analyse (overzichtsartikel) had een hoge methodologische kwaliteit.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat het eten van groente de kans op het krijgen van nierkanker significant met 26% [gepoolde HR = 0.74, 95% BI = 0.63 tot 0.86, suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat vitamine C inname via voeding de kans op het krijgen van nierkanker significant met 23% [gepoolde HR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.90, suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat een matige alcoholconsumptie de kans op het krijgen van nierkanker onder zowel Europeanen als Noord-Amerkianen significant met 23% [gepoolde HR = 0.77, 95% BI = 0.70 tot 0.84, overtuigend bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat het eten van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van nierkanker onder Noord-Amerkianen significant met 22% [gepoolde HR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.86, zeer suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat groente en vitamine C inname via voeding de kans op het krijgen van nierkanker mogelijk verlaagden. Verder, verlaagde het matig drinken mogelijk de kans op het krijgen van nierkanker onder zowel Europeanen als Noord-Amerikanen en het eten van kruisbloemige groenten mogelijk de kans op het krijgen van nierkanker onder Noord-Amerikanen. Mogelijk omdat geen enkele meta-analyse (overzichtsartikel) een hoge methodologische kwaliteit had.

Oorspronkelijke titel:
The role of diet in renal cell carcinoma incidence: an umbrella review of meta-analyses of observational studies by Liao Z, Fang Z, […], Luo Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8812002/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, vitamine C, groente en kanker.

Een paraplu overzichtsartikel is een wetenschappelijk artikel met alleen maar overzichtsartikelen over een bepaald onderwerp (zoals nierkanker). De conclusie in een paraplu overzichtsartikel is nog betrouwbaarder dan in een afzondelijk overzichtsartikel.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Niercelcarcinoom is de medische term voor nierkanker.

Een hoge vitamine A en B inname via voeding verlagen glaucoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is momenteel een gebrek aan kwalitatief hoogstaand onderzoek naar de beste voedingsaanbevelingen voor patiënten met vroeg glaucoom of met een verhoog risico op glaucoom. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine inname via voeding de kans op het krijgen van glaucoom (groene staar)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies met in totaal 262189 patiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine A inname via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.53 tot 0.76, p 001, I2 = 49%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B inname (een combinatie van B1, B2, B3, B6 en B12) via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.64 tot 0.80, p 0.001, I2 = 29%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine C inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.69, 95% BI = 0.48 tot 1.01].

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine D inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.90, 95% BI = 0.45 tot 1.83].
Geen verlaagd effect omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.45 tot 1.83 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico/effect.

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine E inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.91, 95% BI = 0.71 tot 1.16].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine A inname en een hoge vitamine B (een combinatie van B1, B2, B3, B6 en B12) inname via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin intake and glaucoma risk: A systematic review and meta-analysis by Han FF and Fu XX.         

Link:
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0181551222000419?via%3Dihub

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, glaucoom en vitamine A en B.

Hoge consumptie van olijfolie verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge consumptie van olijfolie (via voeding) de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 37 patiënt-controle studies met 17369 kankergevallen en 28294 mensen zonder kanker (de controles) en 8 cohort studies met 12461 kankergevallen onder 929771 deelnemers.

Significante publicatie bias werd gedetecteerd via de Egger-test in de analyse van (elke type) kanker [p 0.001], borstkanker [p = 0.013] en gastro-intestinale kanker [p = 0.048].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van (elke type) kanker significant met 31% [RR = 0.69, 95% BI = 0.62 tot 0.77] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies [RR = 0.90, 95% BI = 0.77 tot 1.05] oftewel dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.
Maar dit verlaagde risico was wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.72, 95% BI = 0.65 tot 0.81] en hoogwaardige studies [RR = 0.72, 95% BI = 0.64 tot 0.81].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van borstkanker significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.52 tot 0.86] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.52 tot 0.86 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van gastro-intestinale kanker significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.89] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies maar wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.90] en hoogwaardige studies [RR = 0.73, 95% BI = 0.62 tot 0.86].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van bovenste aerodigestieve kanker significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.60 tot 0.91] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies maar wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.75, 95% BI = 0.66 tot 0.86] en hoogwaardige studies [RR = 0.68, 95% BI = 0.52 tot 0.89].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van alleen maar patiënt-controle studies dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van urinewegkanker significant met 54% [RR = 0.46, 95% BI = 0.29 tot 0.72] verlaagde.
Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses ook significant in de multivariate analyses [RR = 0.28, 95% BI = 0.20 tot 0.42] en hoogwaardige studies [RR = 0.46, 95% BI = 0.32 tot 0.66].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van olijfolie via voeding de kans op het krijgen van kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil intake and cancer risk: A systematic review and meta-analysis by Markellos C, Ourailidou ME, […], Psaltopoulout T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8751986/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, olijfolie en kanker.

De conclusies in wetenschappelijke studies zijn nog betrouwbaarder wanneer ze ook teruggevonden worden in de cohort studies, de multivariate analyses (studies waarbij gecorrigeerd werd voor meerdere verstorende factoren) en hoogwaardige studies.


 

Veel antioxidanten via voeding verlaagt ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge antioxianten (zoals vitamine C en E, luteïne, beta-caroteen, anthocyaninen en zink) inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies, 2 geneste patiënt-controle studies (448737 deelnemers waarvan 4654 mensen met de ziekte van Parkinson) en 6 patiënt-controle studies (1948 mensen zonder de ziekte van Parkinson en 1273 mensen met de ziekte van Parkinson).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat een hoge vitamine E inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 16% [gepoode RR = 0.84, 95% BI = 0.71 tot 0.99] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat een hoge anthocyaninen inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 24% [gepoode RR = 0.76, 95% BI = 0.61 tot 0.96] verlaagde.
Significant omdat gepoolde RR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.96 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 3 patiënt-controle studies dat een hoge luteïne inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 86% [gepoode RR = 1.86, 95% BI = 1.20 tot 2.88] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.88 tot 0.99, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 mg vitamine E per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.70 tot 0.99, n = 7] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 2 mg beta-caroteen per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 mg zink per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 35% [OR = 0.65, 95% BI = 0.49 tot 0.86, n = 1] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge antioxianten (zoals vitamine C en E, luteïne, beta-caroteen, anthocyaninen en zink) inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Antioxidants and Risk of Parkinson's Disease: A Systematic Review and Dose-response Meta-analysis of Observational Studies by Talebi S, Ghoreishy SM, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35030236/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en antioxidaten.

Koffie of cafeïne na de operatie verlaagt causaal postoperatieve ileus

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, causaal de kans op het krijgen van postoperatieve ileus bij patiënten die electieve colorectale chirurgie ondergingen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s met in totaal 312 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, de tijd tot de eerste stoelgang significant verkortte [MD = -10.36 uur, 95% BI = - 14.61 tot -6.11].

De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, het ziekenhuisverblijf signifcant verkortte [MD = -0.95 dagen, 95% BI = -1.57 tot -0.34]. 

De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, het gebruik van laxeermiddelen na de operatie significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.44 tot 0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie de stoelgang causaal verbeterde en het verminderde causaal de duur van het ziekenhuisverblijf bij patiënten die electieve colorectale chirurgie ondergingen. Deze methode is veilig en kan postoperatieve ileus (POI) voorkomen of behandelen.
 

Oorspronkelijke titel:
The effect of coffee/caffeine on postoperative ileus following elective colorectal surgery: a meta-analysis of randomized controlled trials by Yang TW, Wang CT, […], Tsai MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34993568/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koffie, kanker en dikke darmkanker.

Electieve chirurgie is een chirurgische ingreep waar iemand bewust voor kiest, in tegenstelling tot noodzakelijke chirurgie en spoedoperaties.

Postoperatieve ileus is een veelvoorkomende complicatie na abdominale chirurgie. Een ileus is een plotselinge verstoring in de passage van voedsel door de darmen. Een ileus wordt ook wel een darmafsluiting genoemd.
Abdominale chirurgie omvat de operaties aan de verschillende organen in en rond de buik, zoals bijvoorbeeld blinde darm, galblaas, liesbreuk, buikwandbreuk.

Colorectale chirurgie zijn operaties aan de dikke- en/of endeldarm.

 

600 mg/d vitamine E suppletie verbetert chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie is een veel voorkomend symptoom, maar profylactische (preventieve) maatregelen kunnen nog steeds niet effectief worden uitgevoerd. Bovendien is de werkzaamheid van vitamine E bij het voorkomen van perifere neurotoxiciteit veroorzaakt door chemotherapie niet overtuigend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt vitamine E suppletie de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 488 kankerpatiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met 600 mg vitamine E per dag, de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie signifcant met 69% [risk ratio = 0.31, 95% BI = 0.14 tot 0.65, p = 0.002, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie bij kankerpatiënten die cisplatine kregen signifcant met 72% [risk ratio = 0.28, 95% BI = 0.14 tot 0.54, p = 0.0001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit signficante verlaagde risico werd niet teruggevonden bij kankerpatiënten die oxaliplatine kregen [risk ratio = 1.08, 95% BI = 0.95 tot 1.22, p = 0.24, I2 = 34%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de surale sensorische amplitude na 3 chemokuren significant verlaagde [MD = -2.66, 95% BI = -5.09 tot -0.24, p = 0.03, I2 = 0%].
Echter, dit significante verlaagde effect werd niet teruggevonden na 6 chemokuren [MD = -1.28, 95% BI = -3.11 tot 0.54, p = 0.17, I2 = 40%].

De onderzoekers vonden dat kankerpatiënten die vitamine E kregen, hadden een grotere verbetering van de neurotoxiciteitsscore en een lagere incidentie van reflexen en distale paresthesieën (paresthesieën = het tintelend, jeukend en/of brandend gevoel of de gevoelloosheid in de ledematen dat ontstaat door een druk op een zenuw) dan de controlegroep (groep zonder vitamine E suppletie).

De onderzoekers concludeerden dat 600 mg vitamine E suppletie per dag tot een bescheiden verbetering leidde in de preventie (het voorkomen) van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie, met name bij kankerpatiënten die cisplatine kregen.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effects of Vitamin E on Chemotherapy-Induced Peripheral Neuropathy: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Miao H, Li R [...], Wen Z.

Link:
https://www.karger.com/Article/FullText/515620

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en kanker.

Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Cytostatica zijn stoffen die de kankercellen doden of afremmen en zich via het bloed verspreiden.

Cisplatine behoort tot een groep geneesmiddelen die cytostatica genoemd worden en die gebruikt worden voor de behandeling van kanker.

 

Dagelijks 0.8-10 mg foliumzuursupplementen verlagen CRP gehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Foliumzuursuppletie verlagen ontstekingen. Echter, de bewezen effecten op de ontstekingsmarkers zijn onduidelijk omdat klinische studies over dit onderwerp inconsistente resultaten laten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.  

Verlaagt het slikken van foliumzuursupplementen het gehalte van de ontstekingsmarkers, zoals het CRP en IL-6 en TNF-α gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 1392 deelnemers.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 24.2 en 68.1 jaar.

De studiegrootte varieerde tussen 19 en 530 deelnemers.
De suppletieduur (duur van de studie) varieerde tussen 2 en 52 weken.

De dagelijkse dosering van foliumzuursupplementen varieerde tussen 0.8 mg en 10 mg.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuursupplementen het CRP gehalte significant verlaagde [WMD = -0.59 mg/L, 95% BI = -0.85 tot -0.33, p 0.001, I2 = 91.3%, p 0.001, n = 1279 deelnemers].
Dit significante verlaagde effect werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyes en de sensitiviteitsanalyses. 

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuursupplementen en het verlagende effect op het IL-6 [WMD = -0.12, 95% BI = -0.95 tot 0.72 pg/mL, p = 0.780] en TNF-α gehalte [WMD = -0.18, 95% BI = -0.86 tot 0.49 pg/mL, p = 0.594].  
Geen verband omdat de gevonden p-waarde van 0.594 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.8-10 mg foliumzuursupplementen per dag het CRP gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Folic Acid Supplementation on Inflammatory Markers: A Grade-Assessed Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Asbaghi O, Ashtary-Larky D, […], Naeini AA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8308638/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, foliumzuur en CRP.

 

Borstvoeding verlaagt eierstokkanker onder vrouwen met BRCA-1 of BRCA-2 genmutatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 4 patiënt-controle studies met in totaal 14601 vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 23.3% [gepoolde OR = 0.767, 95% BI = 0.688 tot 0.856, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie niet significant met 18.3% [gepoolde OR = 0.817, 95% BI = 0.650 to 1.028, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 21.3% [OR = 0.787, 95% BI = 0.682 to 0.907, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie significant met 43.3% [OR = 0.567, 95% CI = 0.400 tot 0.802, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder zowel vrouwen met een BRCA1 als BRCA2 genmutatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The preventive effect of breastfeeding against ovarian cancer in BRCA1 and BRCA2 mutation carriers: A systematic review and meta-analysis by Eoh KJ, Park EY, […], Lim MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34304906/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstvoeding en kanker.


 

Vitamine D supplementen verlagen astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen het serum 25-hydroxyvitamine D 25(OH)D gehalte (vitamine D gehalte in het bloed) en het optreden van astma bij kinderen is controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.  

Verhoogt een laag vitamine D gehalte (gemeten als 25(OH)D gehalte) in het bloed de kans op het krijgen van astma bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 35 studies met in totaal 5711 kinderen met astma en 21561 kinderen zonder astma (de controles).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine D gehalte van kinderen met astma significant lager was dan van kinderen zonder astma [21.7 ng/mL versus 26.5 ng/mL, SMD = -1.36, 95% BI = -2.40 tot -0.32, p = 0.010].

De onderzoekers vonden dat de behandeling met vitamine D supplementen de kans op terugval bij kinderen met astma significant met 65% [RR = 0.35, 95% BI = 0.35 tot 0.79, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een laag vitamine D gehalte in het bloed de kans op het krijgen van astma verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D and asthma occurrence in children: A systematic review and meta-analysis by Wang Q, Ying Q, [...], Chen J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34366195/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, vitamine D en astma.

 

Vitamine D tekort verhoogt acné

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vitamine D-tekort wordt vaak in verband gebracht met de verschillende medische aandoeningen. Echter, een uitgebreide meta-analyse die het verband tussen het vitamine D-gehalte en acné beoordeelt, ontbreekt en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.  

Verhoogt een laag vitamine D gehalte (gemeten als 25(OH)D gehalte) de kans op het krijgen van acné?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies met in totaal 1362 patiënten met acné en 1081 mensen zonder acné (de controles).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine D gehalte in het bloed van patiënten met acné significant lager was dan van patiënten zonder acné [gepoolde MD = -9.02 ng/mL, 95% BI = -13.22 tot -4.81, p 0.0001].

De onderzoekers vonden dat een vitamine D tekort de kans op het krijgen van acné met 197% [gepoolde OR = 2.97, 95% BI = 1.68 tot 5.23, I2 = 72%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het vitamine D gehalte in het bloed negatief correleerde met de  ernst van acné.

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D tekort zowel de kans op het krijgen van acné als de ernst van acné verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between Vitamin D Level and Acne, and Correlation with Disease Severity: A Meta-Analysis by Hasamoh Y, Thadanipon K, […], Juntongjin P.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34348293/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, vitamine D en chronische ziektes.