Voeding en gezondheid

Geen verband tussen wortelconsumptie en blaaskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van wortels en het krijgen van blaaskanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in een meta-analyse van 3 cohort studies geen verband tussen het eten van wortels en het krijgen van blaaskanker [gepoolde HR = 1.02, 95% BI = 0.95 tot 1.10 I2 = 0.0%, p = 0.859].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van wortels en het krijgen van blaaskanker.

Oorspronkelijke titel:
Association of Dietary Carrot Intake With Bladder Cancer Risk in a Prospective Cohort of 99,650 Individuals With 12.5 Years of Follow-Up by Xu X, Zhu Y, […], Xia D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8349976/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over wortels en kanker.

Dagelijks 600 mg omega-3 vetzurensupplementen verlagen mogelijk chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met kanker baat bij het slikken van omega-3 vetzurensupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 RCTs.
De dosering van de omega-3 vetzurensupplementen was 600 mg per dag of hoger gedurende minimaal 3 weken.
De meeste RCTs werd bestempeld als "onduidelijk" of "hoog" risico op bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzurensupplementen de kans op het krijgen van door chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie bij patiënten met kanker significant met 80% [OR = 0.20, 95% BI = 0.10 tot 0.40, p 0.001, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minimaal 600 mg omega-3 vetzurensupplementen per dag gedurende minimaal 3 weken, de kans op het krijgen van door chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie bij patiënten met kanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de meeste RCTs als "onduidelijk" of "hoog" risico op bias werd bestempeld.

Oorspronkelijke titel:
The effect of oral omega-3 polyunsaturated fatty acid supplementation on muscle maintenance and quality of life in patients with cancer: A systematic review and meta-analysis by Lam CN, Watt AE, [...], van der Meij BS.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34130028/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over omega-3 vetzuren en kanker.

Chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) is een van de meest gevreesde dosis beperkende bijwerkingen van de behandeling met chemokuren bij kanker.
Chemotherapie geinduceerde perifere neuropathie is de beschadiging van de zenuwvezels in de armen of benen door toedoen van chemotherapie.

Kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten verlagen mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Gepersonaliseerde voeding en beschermende diëten en levensstijlen vormen een belangrijke prioriteit binnen de kankeronderzoek. De associatie tussen consumptie van specifieke voedingscomponenten en het ontstaan van dikke darmkanker is geëvalueerd in een aantal populatiegebaseerde studies, die vastgesteld hebben dat bepaalde voedingsmiddelen potentiële bescherming hebben. Echter, de bevindingen waren inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (zoals, tomaten, kruisbloemige groenten, citrusvruchten en noten) en het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 studies (cohort en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.85 tot 0.95, p = 0.00, I2= 31.02%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van citrusvruchten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.96, p = 0.00, I2 = 21.65%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% verlaagde [OR = 0.83, 95% BI = 0.76 tot 0.91, p = 0.00, I2 = 32.64%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 11% verlaagde [OR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95, p = 0.00, I2 = 0%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van noten de kans op het krijgen van dikke darmkanker in cohort studies significant met 26% verlaagde [OR = 0.74, 95% BI = 0.58 tot 0.94, p = 0.01, I2 = 35.48%].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet terug werd gevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Phytochemically rich dietary components and the risk of colorectal cancer: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Borgas P, Gonzalez G, […], Reza Mirnezami R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8223713/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenten en fruit, noten, knoflook en dikke darmkanker.

Calcium via voeding verlaagt colorectale adenomen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt calcium via voeding of voedingssupplementen de kans op het krijgen van colorectale adenomen (kwaadaardige poliepen in de dikke darm)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 37 relevante klinische studies en observationele studies met in totaal 10964 mensen met (geavanceerde) colorectale adenomen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat calciumconsumptie de kans op het krijgen van colorectale adenomen significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.89 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat calciumconsumptie via (totale) voeding de kans op het krijgen van colorectale adenomen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.72 tot 0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat calciumconsumptie via zuivelproducten de kans op het krijgen van colorectale adenomen significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.78 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van calciumsupplementen en de kans op het krijgen van colorectale adenomen [RR = 0.97, 95% BI = 0.89 tot 1.05].

De onderzoekers vonden dat totale calciumconsumptie de kans op het krijgen van geavanceerde colorectale adenomen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.73 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat totale calciumconsumptie de kans op het terugkeren van colorectale adenomen significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.84 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat calcium via voeding zowel de kans op het krijgen als het terugkeren van colorectale adenomen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Calcium and dairy products in the chemoprevention of colorectal adenomas: a systematic review and meta-analysis by Emami MH, Salehi M, […], Maghool F.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33951958/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, zuivelproducten en dikke darmkanker.

Een poliep in de dikke darm is een woekering van het slijmvlies van de dikke darm.

Poliepen in de dikke darm komen vrij vaak voor. Naar schatting heeft ongeveer 5 à 25% van alle mensen boven de 50 jaar darmpoliepen. Dit aantal stijgt van 15 à 30% op 50-60 jaar, tot 35 à 50% op de leeftijd van 80 jaar.

Darmpoliepen kunnen goedaardig of kwaadaardig zijn. Kwaadaardige darmpoliepen worden ook wel darm adenomen of adenomateuze poliepen genoemd. Slechts 5 procent van deze kwaadaardige darmpoliepen groeit uit tot darmkanker. Kwaadaardige dikke darmpoliepen (ook wel colorectale adenomen) kunnen uitgroeien tot dikke darmkanker.

Kanker van de dikke darm heet ook colorectale kanker of colorectaal (adeno)carcinoom.
 

Veel transvet verhoogt prostaatkanker en dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Afgezien van herkauwers, wordt transvet ook geproduceerd tijdens de gedeeltelijke hydrogenering van plantaardige oliën (bijvoorbeeld bij de productie van ultrabewerkte voedingsmiddelen). Schadelijke cardiovasculaire (betrekking hebbend op hart- en bloedvaten) effecten van transvet zijn al bewezen, maar het verband met het risico op het krijgen van kanker is nog niet samengevat in een overzichtsartikel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verhoogt het eten van veel transvet de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies (cohort en patiënt-controle studies) naar de relatie tussen transvet en borstkanker, 11 studies (cohort en patiënt-controle studies) naar de relatie tussen transvet en prostaatkanker en 9 studies (cohort en patiënt-controle studies) naar de relatie tussen transvet en dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel totaal transvet de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 49% [OR = 1.49, 95% BI = 1.13 tot 1.95] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel totaal transvet de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 26% [OR = 1.26, 95% BI = 1.08 tot 1.46] verhoogde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 1.08 tot 1.46 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel totaal transvet en de kans op het krijgen van borstkanker [OR = 1.12, 95% BI = 0.99 tot 1.26].
Geen verband omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.99 tot 1.26 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel totaal transvet de kans op het krijgen van zowel prostaatkanker als dikke darmkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary trans-fatty acid intake in relation to cancer risk: a systematic review and meta-analysis by Michels N, Specht IO and Huybrechts I.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34104953/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over transvet, prostaatkanker, dikke darmkanker en borstkanker.

Een dieet met veel transvet is een dieet met meer dan 1 En% transvet.
1 En% transvet wil zeggen dat het aantal gram transvet 1% bijdraagt aan het totale caloriegehalte (kcal) van het desbetreffende dieet. Dus als een dieet 2000 kcal bevat, draagt 2.2 gram transvet 1% bij aan 2000 kcal. 2.2 gram transvet levert 20 kcal want 1 gram transvet levert 9 cal. 20 kcal draagt 1% bij aan een dieet van 2000 kcal.

Transvet komt van nature voor in melk en vlees van herkauwers. Verder kan transvet zitten in harde margarines, frituur-, bak- en braadvetten en in gebak, koek en snacks.

Herkauwers (onderorde Ruminantia) zijn herbivoren (dieren die plantaardig voedsel eten) die hun eten nadat het in de maag geweest is nogmaals in de mond kauwen. Herkauwers zijn giraffen, bizons, schapen en koeien. Het woord "herkauwer" komt van het Latijnse woord “ruminare”, wat "opnieuw kauwen" betekent.

Herkauwers hebben vier magen: de pens, de netmaag, de boekmaag en de lebmaag. De eerste 3 magen zijn de voormagen, de lebmaag is de echte maag. Een herkauwer kauwt het eten eerst oppervlakkig, waarna het eten in de netmaag en de pens terechtkomt. Dit vertraagt de passage van het voedsel door het maag-darmkanaal, waardoor het voedsel in de netmaag/pens de tijd krijgt om langer voor te verteren.

Na 20 tot 45 minuten gaan de grofvezelige materialen als spijsbrokken terug naar de mond van de herkauwer waar ze fijngemalen en vermengd wordt met speeksel. Bij de terugkeer in de magen gaan de fijndelige materialen via de netmaag naar de boekmaag. In de boegmaag wordt de vloeistof uit de spijsbrok geperst. De vloeistof en daarna de spijsbrok gaat vervolgens van de boegmaag naar de lebmaag voor de verdere vertering door de maagsappen.

Boeren en winden/scheten van herkauwers zijn rijk aan methaangas; het gas wordt gevormd door de bacteriën in de voormagen, tijdens het verteren van het voedsel.

Dagelijks 100 mg coënzym Q10 supplementen verlaagt ontstekingen bij mensen met borstkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van coënzym Q10 supplementen ontstekingen bij mensen met borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van vasculaire endotheliale groeifactoren (VEGF) van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -1.88, 95% BI = -2. 62 tot -1.13, I2 = 93.1%, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van IL-8 van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -2.24, 95% BI = -2.68 tot -1.8, I2 = 79.6%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van matrix metalloproteïnase 2 (MMP-2) van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -1.49, 95% BI = -1.85 tot -1.14, I2 = 76.3%, p = 0.005].

De onderzoekers vonden dat slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van matrix metalloproteïnase 9 (MMP-9) van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -1.58, 95% BI = -1.97 tot -1.19, I2 = 79.6%, p = 0.002].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, zowel ontstekingen als het gehalte van matrix metalloproteïnasen bij mensen met borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of coenzyme Q10 supplementation on inflammation, angiogenesis, and oxidative stress in breast cancer patients: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Alimohammadi M, Rahimi A, […], Rafiei A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34008150/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over coënzym Q10 en borstkanker.

Vasculaire endotheliale groeifactor is een signaaleiwit dat door de lichaamscellen wordt geproduceerd en de vorming van bloedvaten stimuleert. Vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF)-expressie neemt toe met de progressie van kanker.

Interleukine-8 (IL-8) is een ontstekingsbevorderende chemokine die door verschillende celtypen wordt geproduceerd. Overexpressie (overexpressie houdt in dat een gen te actief is en teveel van het eiwit produceert waarvoor het codeert) van IL-8 en/of zijn receptoren CXCR1 en CXCR2 wordt vaak waargenomen bij kanker waaronder borstkanker, baarmoederhalskanker, melanoom en prostaatkanker.

Matrix metalloproteïnasen (MMP's) zijn zinkafhankelijke endopeptidasen die betrokken zijn bij kankerinvasie en metastase (uitzaaiing van een kwaadaardige tumor ergens anders in het lichaam).
 

Overgewicht verhoogt leverkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt overgewicht (BMI>25) of obestias (BMI>30) de kans op het krijgen van primaire leverkanker en doodgaan aan leverkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 prospectieve cohort studies met in totaal 8135906 deelnemers, waarvan 6059561 mensen met primaire leverkanker en 2077425 mensen gestorven aan leverkanker.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een verhoging van de BMI de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 69% [HR = 1.69, 95% BI = 1.50 tot 1.90, I2 = 56%] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een BMI hoger dan 25 (overgewicht) de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 36% [HR = 1.36, 95% BI = 1.02 tot 1.81] verhoogde.
Significant omdat HR van 1 niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.81 zat. HR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een BMI hoger dan 30 (obesitas) de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 77% [HR = 1.77, 95% BI = 1.56 tot 2.01] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een BMI hoger dan 30 de kans op het krijgen van primaire leverkanker werkelijk met 77% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een BMI hoger dan 35 (morbide obesitas) de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 208% [HR = 3.08, 95% BI = 1.21 tot 7.86] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een verhoging van de BMI de kans op doodgaan aan leverkanker significant met 61% [HR = 1.61, 95% BI = 1.14 tot 2.27, I2 = 80%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat overgewicht (BMI>25) en obestias (BMI>30) de kans op het krijgen van primaire leverkanker en doodgaan aan leverkanker verhogen.

Oorspronkelijke titel:
Obesity and the risk of primary liver cancer: A systematic review and meta-analysis by Sohn W, Lee S, [...], Yoon SK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7820201/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en overgewicht.

Er zijn 2 soorten leverkanker. Primaire leverkanker is een vorm van kanker die in de lever of galwegen ontstaat. Secundaire leverkanker is ergens anders in het lichaam ontstaan en uitgezaaid naar de lever.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijkse gegeten producten geschikt zijn voor u wanneer u overgewicht hebt.

 

Veel verzadigd vet verhoogt leverkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van veel verzadigd vet of cholesterol de kans op het krijgen van leverkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies met in totaal 15890 mensen met leverkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 34% [relatieve risico = 1.34, 95% BI = 1.06 tot 1.69, I2 = 16.9%, n = 5] verhoogde.
De resultaten bleven gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 En% verzadigd vet, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 4% [relatieve risico = 1.04, 95% BI = 1.01 tot 1.07, I2 = 16.8%, n = 5] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het ratio enkelvoudig onverzadigd vet:verzadigd vet met 0.1 punt, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 9% [relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.86 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het ratio onverzadigd vet:verzadigd vet met 0.1 punt, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 6% [relatieve risico = 0.94, 95% BI = 0.90 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg cholesterol via voeding per dag, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 16% [relatieve risico = 1.16, 95% BI = 1.05 tot 1.28, I2 = 0%, n = 2] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum cholestergehalte, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 58% [relatieve risico = 0.42, 95% BI = 0.33 tot 0.54, I2 = 90.7%, n = 7] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum cholestergehalte, de kans op het krijgen van leverkanker onder mannen significant met 61% [relatieve risico = 0.39, 95% BI = 0.27 tot 0.57] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum cholestergehalte, de kans op het krijgen van leverkanker onder vrouwen significant met 69% [relatieve risico = 0.31, 95% BI = 0.26 tot 0.38] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mmol/L in het serum cholesterolgehalte, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 28% [relatieve risico = 0.72, 95% BI = 0.69 tot 0.75, I2 = 75.3%, n = 7] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mmol/L in het serum HDL-cholesterolgehalte, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 58% [relatieve risico = 0.42, 95% BI = 0.27 tot 0.64, I2 = 0%, n = 2] verlaagde.
De resultaten bleven gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet, de kans op het krijgen van leverkanker verhoogde. Terwijl een hoog serum cholesterolgehalte en een hoog HDL-cholesterolgehalte, de kans op het krijgen van leverkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fats, Serum Cholesterol and Liver Cancer Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Studies by Zhao L, Deng C, [...], Zhang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8037522/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, verzadigd vet en kanker.

Een dieet met veel verzadigd vet (ongezond vet) is een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet.
De makkelijkste manier om een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden die ook meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet. 
Meer dan 10 En% verzadigd vet wil zeggen dat het aantal gram vet meer dan 10% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van het desbetreffende dieet. Dus een 2000 kcal-dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet bevat dus meer dan 22 gram verzadigd vet. 22 gram verzadigd vet levert 22x9 kcal = 198 kcal. 198 kcal is 10% van 2000 kcal.

Echter, producten met meer dan 10 En% verzadigd vet zijn ongezonde producten.


 

Thee en koffie verlagen hersentumor

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van zowel thee als koffie, de kans op het krijgen van glioom (hersentumor)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 studies (cohort en patiënt-controle studies) met in totaal 1960731 deelnemers, waarvan 2987 mensen met glioom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van glioom significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.71 tot 0.98, p = 0.030, I2 = 16.42%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van veel koffie, de kans op het krijgen van glioom significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.72 tot 1.00, p = 0.046, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van glioom significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.70 tot 0.93, p = 0.004, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op het krijgen van glioom significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.94 tot 0.99, p = 0.016] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 1 kopje thee per dag, de kans op het krijgen van glioom significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.94 tot 1.00, p = 0.048] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat de associatie tussen het drinken van koffie en het krijgen van glioom verminderd werd door roken [p = 0.029].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van zowel thee (minimaal 1 kopje per dag) als koffie (minimaal 1 kopje per dag), de kans op het krijgen van glioom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee and tea consumption and the risk of glioma: a systematic review and dose-response meta-analysis by Pranata R, Feraldho A, […], July J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33750490/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee- en koffieconsumptie en kanker.

Onze hersenen zijn opgebouwd uit zenuwweefsel, steunweefsel en bloedvaten. Het steunweefsel voedt, beschermt, isoleert en houdt het zenuwweefsel op haar plek. Het steunweefsel van de hersenen bestaat uit gliacellen. Een glioom is een hersentumor die ontstaat door de ongeremde celdeling van deze gliacellen. Kanker ontstaat omdat bepaalde lichaamscellen ongeremd delen.
 

Veel paddenstoelen verlagen kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van paddenstoelen de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies en 6 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met weinig, dat het eten van veel paddenstoelen, de kans op het krijgen van (totale) kanker significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.55 tot 0.78, n = 17] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met weinig, dat het eten van veel paddenstoelen, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 35% [gepoolde RR = 0.65, 95% BI = 0.52 tot 0.81, n = 10] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met weinig, dat het eten van veel paddenstoelen, de kans op het krijgen van niet-borstkanker (alle andere kankersoorten behalve borstkanker) significant met 20% [gepoolde RR = 0.80, 95% BI = 0.66 tot 0.97, n = 13] verlaagde.

De onderzoekers vonden een significant non-lineair dosisafhankelijk verband tussen het eten van paddenstoelen en de kans op het krijgen van (totale) kanker [p-non-lineair = 0.001, n = 7].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel paddenstoelen, de kans op het krijgen van kanker, met name borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Higher Mushroom Consumption Is Associated with Lower Risk of Cancer: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Ba DM, Ssentongo P, […], Richie JP.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33724299/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenteconsumptie en borstkanker.

Dagelijks 1 kopje groene thee verlaagt slokdarmkanker onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Controversiële resultaten werden gevonden in een eerdere meta-analyse naar het verband tussen het drinken van groene thee en het risico op het krijgen van slokdarmkanker en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van groene thee de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met in totaal 493332 deelnemers, waarvan 5057 mensen met slokdarmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, geen verband tussen elke verhoging met 1 kopje groene thee per dag en het krijgen van slokdarmkanker [gepoolde OR = 1.00, 95% BI = 0.95 tot 1.04, I2 = 77%].  
Geen verband omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.95 tot 1.04 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses, dat elke verhoging met 1 kopje groene thee per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker onder vrouwen significant met 21% [gepoolde OR = 0.79, 95% BI = 0.68 tot 0.91, I2 = 0%] verlaagde.   
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor mannen [gepoolde OR = 1.03, 95% BI = 0.95 tot 1.11, I2 = 67%]
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.68 tot 0.91 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks drinken van groene thee (minimaal 1 kopje per dag), de kans op het krijgen van slokdarmkanker onder vrouwen verlaagde.   

Oorspronkelijke titel:
Green tea consumption and risk for esophageal cancer: A systematic review and dose-response meta-analysis by Zhao H, Mei K, […], Lixia Xie L.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33744644/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groene thee en kanker.


 

Aardappelen verhogen niet kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van aardappelen de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met in totaal 785348 deelnemers, waarvan 19882 mensen met kanker en 36 patiënt-controle studies met in totaal 21822 mensen met kanker en 66502 mensen zonder kanker (de controles).

De bewijslast was laag voor totale kanker, colorectale kanker, colon-, rectum-, nier-, pancreas-, borst-, prostaat- en longkanker en zeer laag voor maag- en blaaskanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten veel (totale) aardappelen (wit en gele) vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker niet verhoogde [RR = 1.04, 95% BI = 0.96 tot 1.11, tau2 = 0.005, n = 18].
Dit resultaat bleef gelijk in alle subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel aardappelen (wit en gele), de kans op het krijgen van kanker niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Potato Consumption and Risk of Site-Specific Cancers in Adults: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Observational Studies by Mofrad MD, Mozaffari H, […], Azadbakht L.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33861304/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over aardappelen en kanker.

Dagelijks 60 tot 80 gram citrusvruchten verlaagt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van citrusvruchten de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van veel citrusvruchten vergeleken met weinig, de kans op het krijjgen van longkanker significant met 9% [OR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.98] verlaagde.
Dit verlaagde risico werd teruggevonden voor 60 tot 80 gram citrusvruchten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat 60 tot 80 gram citrusvruchten per dag, de kans op het krijgen van longkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Citrus fruit intake and lung cancer risk: A meta-analysis of observational studies by Wang J, Gao J, [...], Qian BY.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33529754/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over citrusvruchten en kanker.
Citrusvruchten zijn sinaasappel, citroen, limoen, grapefruit en mandarijn.


 

Een laag seleniumgehalte verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag seleniumgehalte de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 patiënt-controle studies met 3374 vrouwen met borstkanker en 3582 gezonde vrouwen zonder borstkanker (de controle groep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een significante verlaging van het seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.53 μg/L, 95% BI = -0.72 tot -0.34, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het serum seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-1.14 μg/L, 95% BI = -1.70 tot -0.58, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het plasma seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.21 μg/L, 95% BI = -0.37 tot -0.04, p 0.014].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het seleniumgehalte in de teennagels in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.21 μg/L, 95% BI = -0.38 tot -0.03, p 0.021].

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Relationship Between Selenium in Human Tissues and Breast Cancer: a Meta-analysis Based on Case-Control Studies by Zhu X, Pan D, […], Sun G.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33420696/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en borstkanker.

Het seleniumgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door voeding te eten die veel selenium bevat en/of door seleniumsupplementen te slikken.

Veel gevogelte verhoogt alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de verschillende epidemiologische studies het verband tussen de consumptie van gevogelte en vis en het risico op het krijgen van pancreaskanker (alvleesklierkanker) onderzocht hebben, waren deze bevindingen inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd

Verhoogt het eten veel gevolgelte of vis de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 studies (cohort studies en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 14% verhoogde [gepoolde RR = 1.14, 95% BI = 1.02 tot 1.26].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.26 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel vis en de kans op het krijgen van alvleesklierkanker [gepoolde RR = 1.00, 95% BI = 0.93 tot 1.07].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.93 tot 1.07 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel gevogelte de kans op het krijgen van alvleesklierkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Poultry and Fish Intake and Pancreatic Cancer Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis by Gao Y, Ma Y, […], Wang X.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33432844/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over gevogelte- en visconsumptie en kanker.

Geen verband tussen acrylamide en borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker en eierstokkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van acrylamide het risico op het krijgen van zowel borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker als eierstokkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van borstkanker [RR = 0.95, 95% BI = 0.90 tot 1.01].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.90 tot 1.01 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband.
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van baarmoederslijmvlieskanker [RR = 1.03, 95% BI = 0.89 tot 1.19].
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van eierstokkanker [RR = 1.02, 95% BI = 0.84 tot 1.24].
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van zowel borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker als eierstokkanker.

Oorspronkelijke titel:
Dietary acrylamide intake and risk of women's cancers: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Benisi-Kohansal S, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33413725/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker.

Acrylamide is een stof die kan ontstaan als zetmeelrijke producten worden verhit boven 120 °C. Producten waarin acrylamide voorkomt, zijn gefrituurde aardappelproducten (zoals friet en chips), koffie, ontbijtkoek, ontbijtgranen, brood (vooral geroosterd), biscuits en crackers.

Wanneer aardappelen onder de 8°C bewaard worden, neemt het suikergehalte van de aardappelen sterk toe. Een hoog suikergehalte zorgt ervoor dat acrylamide eerder ontstaat tijdens het bakken of frituren van de aardappelen.


 

10 mg isoflavonen per dag via voeding verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies die zich richten op de relatie tussen de inname van isoflavonen via voeding en het risico op het krijgen van borstkanker leiden nog steeds tot inconsistente conclusies en daarom werd dit overzichtsartkel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies en 17 patiënt-controle studies met in totaal 902438 vrouwen.

De studies waren goedopgezet met een gemiddelde NOS score van 7.6.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage inname, dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kan op het krijgen van borstkanker significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.62 tot 0.81, I2 = 82.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.50 tot 0.76] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [OR = 0.94, 95% BI = 0.86 tot 1.02].

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder Aziaten significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.52 tot 0.74] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden onder niet-Aziaten [OR = 0.97, 95% BI = 0.88 tot 1.06].

De onderzoekers vonden dat een inname van minimaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.53 tot 0.75] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor maximaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding [OR = 1.01, 95% BI = 0.94 tot 1.08].

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen, met name onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Isoflavone Consumption and Risk of Breast Cancer: An Updated Systematic Review with Meta-Analysis of Observational Studies by Yang J, Shen H,  […], Qin Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10224089/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over isoflavonen en borstkanker.

Een hoog gehalte aan linolzuur in het lichaam verlaagt prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen over de associatie tussen zowel de inname van linolzuur via voeding als de weefselbiomarkers van linolzuur en het risico op het krijgen van prostaatkanker zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartkel uitgevoerd.

Verlaagt zowel het hebben van een hoog weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam als het eten van veel linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker bij mannen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies met in totaal 11622 deelnemers.

Tijdens de follow-up duur van 5 tot 21 jaar werden 39993 mensen met prosttaatkanker, 5929 mensen met gevorderde prostaatkanker en 1661 mensen met fatale prostaatkanker gediagnosticeerd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoger weefselgehalte aan linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.77 tot 0.96] verlaagde.
Ecther, dit significante, verlaagde risico werd niet teruggevonden bij een hoge consumptie van linolzuur via voeding.

De onderzoekers vonden in een dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 5% in het weefselgehalte aan linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 14% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een hoog weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam, de kans op het krijgen van prostaatkanker bij mannen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake and biomarkers of linoleic acid and risk of prostate cancer in men: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Yousefi M, Eshaghian N, […], Sadeghi O.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37077161/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over linollzuur en prostaatkanker.

Het weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel linolzuur bevatten en/of linolzuursupplementen te slikken.

Zonnebloemolie, maïsolie, sojaolie, rijstzemelenolie, koolzaadolie bevatten veel linolzuur.

 

Veel vitamine B6 via voeding verlaagt dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen zowel een hoge inname van vitamine B6 via voeding als een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies en 8 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 20% [gepoolde OR = 80, 95% BI = 0.68 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 46% [gepoolde OR = 0.54, 95% BI = 0.35 tot 0.84] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.65 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 59% [OR = 0.41, 95% BI = 0.30 tot 0.57] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van colonkanker onder zowel vrouwen als mannen significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.64 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van colonkanker onder zowel vrouwen als mannen significant met 44% [OR = 0.56, 95% BI = 0.42 tot 0.73] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van vitamine B6 via voeding als een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker, met name colonkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Vitamin B6 and the Risk of Colorectal Cancer: A Meta-analysis of Observational Studies by Lai J, Guo M, […], Li J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36961108/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine B6 en dikke darmkanker.

Het vitamine B6 gehalte in het bloed kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine B6 bevatten en/of vitamine B6 supplementen te slikken.

 

Veel choline via voeding verlaagt mogelijk borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge inname van choline via voeding de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies en 10 patiënt-controle studies. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge inname van choline via voeding,  de kans op het krijgen van borstkanker significant met 62% [OR = 0.38, 95% BI = 0.16 tot 0.86] verlaagde.
Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [HR = 1.01, 95% BI = 0.92 tot 1.12].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van choline via voeding,  de kans op het krijgen van borstkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet teruggevonden werd in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
The association between dietary intakes of methionine, choline and betaine and breast cancer risk: A systematic review and meta-analysis by Van Puyvelde H, Dimou N, […], De Bacquer D.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36701983/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort studies/significant, choline en borstkanker.

600 mg/d vitamine E suppletie verbetert chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie is een veel voorkomend symptoom, maar profylactische (preventieve) maatregelen kunnen nog steeds niet effectief worden uitgevoerd. Bovendien is de werkzaamheid van vitamine E bij het voorkomen van perifere neurotoxiciteit veroorzaakt door chemotherapie niet overtuigend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt vitamine E suppletie de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 488 kankerpatiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met 600 mg vitamine E per dag, de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie signifcant met 69% [risk ratio = 0.31, 95% BI = 0.14 tot 0.65, p = 0.002, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie bij kankerpatiënten die cisplatine kregen signifcant met 72% [risk ratio = 0.28, 95% BI = 0.14 tot 0.54, p = 0.0001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit signficante verlaagde risico werd niet teruggevonden bij kankerpatiënten die oxaliplatine kregen [risk ratio = 1.08, 95% BI = 0.95 tot 1.22, p = 0.24, I2 = 34%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de surale sensorische amplitude na 3 chemokuren significant verlaagde [MD = -2.66, 95% BI = -5.09 tot -0.24, p = 0.03, I2 = 0%].
Echter, dit significante verlaagde effect werd niet teruggevonden na 6 chemokuren [MD = -1.28, 95% BI = -3.11 tot 0.54, p = 0.17, I2 = 40%].

De onderzoekers vonden dat kankerpatiënten die vitamine E kregen, hadden een grotere verbetering van de neurotoxiciteitsscore en een lagere incidentie van reflexen en distale paresthesieën (paresthesieën = het tintelend, jeukend en/of brandend gevoel of de gevoelloosheid in de ledematen dat ontstaat door een druk op een zenuw) dan de controlegroep (groep zonder vitamine E suppletie).

De onderzoekers concludeerden dat 600 mg vitamine E suppletie per dag tot een bescheiden verbetering leidde in de preventie (het voorkomen) van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie, met name bij kankerpatiënten die cisplatine kregen.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effects of Vitamin E on Chemotherapy-Induced Peripheral Neuropathy: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Miao H, Li R [...], Wen Z.

Link:
https://www.karger.com/Article/FullText/515620

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en kanker.

Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Cytostatica zijn stoffen die de kankercellen doden of afremmen en zich via het bloed verspreiden.

Cisplatine behoort tot een groep geneesmiddelen die cytostatica genoemd worden en die gebruikt worden voor de behandeling van kanker.

 

Borstvoeding verlaagt eierstokkanker onder vrouwen met BRCA-1 of BRCA-2 genmutatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 4 patiënt-controle studies met in totaal 14601 vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 23.3% [gepoolde OR = 0.767, 95% BI = 0.688 tot 0.856, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie niet significant met 18.3% [gepoolde OR = 0.817, 95% BI = 0.650 to 1.028, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 21.3% [OR = 0.787, 95% BI = 0.682 to 0.907, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie significant met 43.3% [OR = 0.567, 95% CI = 0.400 tot 0.802, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder zowel vrouwen met een BRCA1 als BRCA2 genmutatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The preventive effect of breastfeeding against ovarian cancer in BRCA1 and BRCA2 mutation carriers: A systematic review and meta-analysis by Eoh KJ, Park EY, […], Lim MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34304906/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstvoeding en kanker.