Voeding en gezondheid

Vitamine D-tekort verhoogt blindheid bij mensen met suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is aangetoond dat vitamine D bloedgehaltes geassocieerd zijn met diabetische retinopathie, maar tot op heden is er geen onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen vitamine D en zichtsbedreigende diabetische retinopathie en niet-zichtbedreigende diabetische retinopathie. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een vitamine D tekkort (gedefinieerd als 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cross-sectionele studies en 1 patiënt-controle studie met in total 9057 deelnemers.
De studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een vitamine D tekort (25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van zichtsbedreigende diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte significant met 80% [OR = 1.80, 95% BI = 1.40 tot 2.30, p ≤ 0.001, I2 = 39.39%] verhooogde.
Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden voor niet-zichtbedreigende  diabetische retinopathie [OR = 1.10, 95% BI = 0.90 tot 1.27, p = 0.48, I2 = 30.2%].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D tekort (gedefinieerd als 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van zichtsbedreigende diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte verhoogde en daarom is het belangrijk dat een vitamine D-tekort adequaat en tijdig wordt behandeld om het risico op blindheid bij mensen met suikerziekte te verminderen.

Oorspronkelijke titel:
Associations between vitamin D status and sight threatening and non-sight threatening diabetic retinopathy: a systematic review and meta-analysis by Trott M, Driscoll R, […], Pardhan S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9167360/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en suikerziekte.

Netvliesafwijkingen (diabetische retinopathie, DRP) is een ziekte van de kleine bloedvaten in het netvlies waarbij vaatwandlekkage en nieuwvorming van vaten de functie van het oog en daarmee het gezichtsvermogen bedreigen.

Het is opvallend dat het 5-20 jaar kan duren voordat iemand met diabetes klinische netvliesafwijkingen ontwikkelt. Hoe langer de diabetes bestaat, des te groter de kans op netvliesafwijkingen. De kans op netvliesafwijkingen neemt tevens toe naarmate de diabetes slecht gereguleerd is.

Patiënten met diabetes type 1 (suikerziekte type 1)

  • gedurende de eerste 5 jaar komt bij patiënten zelden netvliesafwijkingen voor.
  • na 5 jaar  heeft 25% van de patiënten een retinopathie.
  • na 10 jaar heeft 60% van de patiënten een retinopathie.
  • na 15 jaar heeft ongeveer 80% van de patiënten een retinopathie.
  • na 20 jaar heeft ongeveer 95% van de patiënten een retinopathie.

Patiënten met diabetes type 2 (suikerziekte type 2)

  • bij het stellen van de diagnose suikerziekte blijkt 20-38% al diabetische retinopathie te hebben.
  • binnen 5 jaar  na het stellen van de diagnose heeft 24% (patiënten zonder insulinetherapie) tot 40% (patiënten met insulinetherapie) een retinopathie.
  • bij 22% van de patiënten zonder diabetische retinopathie bij het stellen van de diagnose bleek er na 6 jaar diabetische retinopathie te  zijn ontstaan.
  • na 20 jaar heeft zo’n 85% van de patiënten een retinopathie.

De meest betrouwbare manier om een vitamine D-tekort vast te stellen is door het vitamine D gehlate in het bloed via de huisarts te laten meten.


 

Vitamine D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L verlaagt bloeddruk bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het hebben van een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertenstie (een hoge bloeddruk) bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 66757 deelnemers en 59 cross-sectionele studies met in totaal 260944 deelnemers.

De NOS scores onder cohort studies varieerde tussen 6 en 9.
De NOS scores onder cross-sectionele studies varieerde tussen 4 en 10.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies (n = 66757 deelnemers) dat een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertensie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73 to 0.96, I2 = 64%, p = 0.001] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses van cohort studies dat elke verhoging van het vitamine D gehalte met 25 nmol/L, het risico op het krijgen van hypertensie significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.90 to 1.00] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect werd gevonden bij een vitamne D gehalte tussen 45 en 70 nmol/L.

De onderzoekers vonden ook een significant nonlinear verband tussen het vitamine D gehalte en het risico op het krijgen van hypertensie in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cross-sectionele studies (n = 248657 deelnemers) dat een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertensie significant met 16% [OR = 0.84, 95% BI = 0.79 to 0.90, I2 = 67.5%, p 0.001] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses van cross-sectionele studies dat elke verhoging van het vitamine D gehalte met 25 nmol/L, het risico op het krijgen van hypertensie significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 to 0.99] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect werd gevonden bij een vitamne D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L.

De onderzoekers vonden ook een significant nonlinear verband tussen het vitamine D gehalte en het risico op het krijgen van hypertensie in cross-sectionele studies.

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L het risico op het krijgen van hypertenste (een hoge bloeddruk) bij volwassenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Vitamin D Levels in Relation to Hypertension and Pre-hypertension in Adults: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Epidemiologic Studies by Mokhtari E, Hajhashemy Z and Saneei P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8961407/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en het voorkomen van een hoge bloeddruk.

Dagelijks 50 mg amandelen verlagen causaal slecht cholesterol bij mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van amandelen causaal de risicofactoren (cholesterolgehalte, nuchter insulin- en suikergehalte, CRP-gehalte, BMI en bloeddruk) van hart- en vaatziekten bij mensen met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een causaal verband tussen het eten van amandelen en het verlagen van het LDL-cholesterolgehalte [WMD = -5.28 mg/dL, 95% BI = -9.92 tot -0.64, p = 0.026] bij mensen met suikerziekte type 2.
Dit significant verlaagde effect werd vooral teruggevonden bij een consumptie van minimaal 50 mg amandelen per dag en bij een baseline LDL-cholesterolgehalte tot 130 mg/dL.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 50 mg amandelen per dag het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) bij mensen met suikerziekte type 2 met een LDL-cholesterolgehalte tot 130 mg/dL, causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of almond on cardiometabolic outcomes in patients with type 2 diabetes: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Moosavian SP, Rahimlou M, […], Jalili C.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35443097/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het choleterolgehalte, suikerziekte, het eten van noten en hart- en vaatziekten.

Een causaal (oorzakelijk) verband kan gevonden in RCT’s.

 

Dagelijks 50 mg flavanonen via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies geven aan dat een hogere inname van flavonoïden geassocieerd is met een verminderd risico op het krijgen van een beroerte, maar welke subtypes van flavonoïden een belangrijke rol spelen bij de bescherming tegen een beroerte, blijft onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subtypes (flavanonen, flavanolen) van flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 387076 deelnemers waarvan 9564 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavanonen via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.78 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 mg flavanonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.75 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel 50 mg flavanonen als 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of prospective cohort studies of flavonoid subclasses and stroke risk by Li XQ, Wang C, […], Guo XF.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35023220/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van flavonoïden en het voorkomen van een beroerte.

Haver verlaagt mogelijk causaal hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt haversuppletie in de vorm van haver, bèta-glucaanrijke haverextracten of avenanthramides (fenolische alkaloïden in haver) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 74 RCTs met in totaal 4937 overwegend hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen.

De meerderheid van de RCT's (81.1%) had enige bezorgdheid over het risico op bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het cholesterolgehalte van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.42 mmol/L, 95% BI = -0.61 tot -0.22].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.29 mmol/L, 95% BI = -0.37 tot -0.20].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het nuchter glucosegehalte van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.25 mmol/L, 95% BI = -0.36 tot -0.14].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het BMI van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.13 kg/m2, 95% BI = -0.26 tot -0.01].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het gewicht van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.94 kg, 95% BI = -1.84 tot -0.05].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie de buikomtrek van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -1.06 cm, 95% BI = -1.85 tot -0.27].

De onderzoekers concludeerden dat haversuppletie in de vorm van haver, bèta-glucaanrijke haverextracten of avenanthramides (fenolische alkaloïden in haver) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de meerderheid van de RCT's enige bezorgdheid over het risico op bias had of anders gezegd, de RCT’s waren niet goed opgezet en waren daarom gevoelig voor het trekken van de verkeerde conclusies.

Oorspronkelijke titel:
Effect of oat supplementation interventions on cardiovascular disease risk markers: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Llanaj E, Dejanovic GM, […], Muka T.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34977959/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van haver en hart- en vaatziekten.

Wanneer de RCT’s niet goed opgezet zijn, zijn de gevonden resultaten niet echt betrouwbaar.

Een causaal verband kan worden aangetoond in RCT’s.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met hart- en vaatziekten.

 


 

Gembersupplementen verlagen nuchter bloedsuikergehalte van patiënten met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is enig bewijs voor de positieve effecten van gembersupplementen op het metabole profiel van patiënten met type 2 diabetes. Echter, ze zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert het slikken van gembersupplementen het metabole profiel (nuchter bloedsuiker-, HbA1c-, triglyceriden- en cholesterolgehalte, de bloedruk) van patiënten met type 2 diabetes?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen het nuchter bloedsuikergehalte van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -18.81, 95% BI = -28.70 tot -8.92, I2 = 77.4%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen het HbA1c gehalte van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -0.57, 95% BI = -0.93 tot -0.20, I2 = 88.6%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen de bovendruk (systolische bloeddruk) van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -4.20, 95% BI = -7.64 tot -0.77, I2 = 97%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen de onderdruk (diastolische bloeddruk) van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -1.61, 95% BI = -3.04 tot -0.18, I2 = 93.2%].

De onderzoekers concludeerden dat gembersupplementen het nuchter bloedsuikergehalte, het HbA1c gehalte en de bloeddruk van patiënten met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of ginger supplementation on metabolic profiles in patients with type 2 diabetes mellitus: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Ebrahimzadeh A, Ebrahimzadeh A, […], Milajerdi A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35031435/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk en suikerziekte.

 

Bessen verlagen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
De associaties tussen de inname van anthocyaninen en anthocyanine-rijke bessen en het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten moeten nog worden vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt zowel het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen als het eten van anthocyanine-rijke bessen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 44 RCT’s met in totaal 2353 deelnemers en 15 prospectieve cohort studies met in totaal 554638 deelnemers.
The gemiddelde interventieduur van de RCT’s was 8 weken. 22 van de 44 RCT’s waren van hoge kwaliteit.
De gemiddeld follow-up duur van de 15 cohort studies was 12 jaar. 12 van deze 15 studies waren van hoge kwaliteit.

Er was geen publicatie bias, behalve bij het effect van gezuiverde anthocyaninensupplementen op het HDL cholesterolgehalte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [WMD = -5.43 mg/dL, 95% BI = -8.96 tot -1.90 mg/dL, p = 0.003].
 

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het triglyceridengehalte significant verlaagde [WMD = -6.18 mg/dL, 95% CI = -11.67 tot -0.69 mg/dL, p = 0.027, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het HDL cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant verhoogde [WMD = 2.76 mg/dL, 95% CI = 1.34 tot 4.18 mg/dL, p 0.001, I2 = 43.5%].
Dit verhoogde effect werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte significant verlaagde [WMD = -1.62 pg/mL, 95% BI = -2.76 tot -0.48 pg/mL, p = 0.005, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.028 mg/dL, 95% BI = -0.050 tot -0.005 mg/dL, p = 0.014, I2 = 26%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat suppletie van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [WMD = -4.48 mg/dL, 95% BI = -8.94 tot -0.02 mg/dL, p = 0.049].  

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat suppletie van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.046 mg/dL, 95% BI = -0.070 tot -0.022 mg/dL, p 0.001, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op het krijgen van coronaire hatziekte significant met 17% [relatieve risico = 0.83, 95% BI = 0.72 tot 0.95, p = 0.009, I2 = 51.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 27% [relatieve risico = 0.73, 95% BI = 0.55 tot 0.97, p = 0.03, I2 = 76.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 9% [relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.87 tot 0.96, p 0.001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd in de subgroepenanalyses alleen teruggevonden bij vrouwen maar niet bij mannen.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen gedurende 8 weken als het eten van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) de kans op het krijgen van en doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden. 

Oorspronkelijke titel:
Anthocyanins, Anthocyanin-Rich Berries, and Cardiovascular Risks: Systematic Review and Meta-Analysis of 44 Randomized Controlled Trials and 15 Prospective Cohort Studies by Xu L, Tian Z, […], Yang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8714924/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over bessen, anthocyaninen, het verlagen van het cholesterolgehalte en het verlagen van hart- en vaatziekten.

HDL cholesterolgehalte tot 2.05 mmol/L verlaagt doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Eerdere studies hebben de relatie tussen HDL-cholesterol en de overlijdensrisico's door alle oorzaken en door hart- en vaatziekten niet volledig beschreven. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 prospectieve cohort studies met in totaal 369904 deelnemers, waarvan 33473 doden (9426 doden aan hart- en vaatziekten).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog HDL-cholesterolgehalte (goed colesterol) de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73 to 0.93] verlaagde.
Dit verlaagde risico was het hoogste bij 1.34 mmol/L HDL-cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden dat een hoog HDL-cholesterolgehalte de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.46 to 0.89] verlaagde.
Dit verlaagde risico was het hoogste bij 1.55 mmol/L HDL-cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het HDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.79 to 0.92] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.
 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het HDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.69 to 0.87] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het HDL cholesterolgehalte tot 2.05 mmol/L de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde, terwijl het HDL cholesterolgehalte tot 2.33 mmol/L de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagde. 

Oorspronkelijke titel:
A dose-response meta-analysis to evaluate the relationship between high-density lipoprotein cholesterol and all-cause and cardiovascular disease mortality by Liu L, Han M, […], Hong F.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34676492/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, het verlagen van het cholesterolgehalte en het verlagen van hart- en vaatziekten.

Koolhydraten verhogen metabool syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associaties tussen de koolhydratenconsumptie en diverse gezondheidsresultaten blijven controversieel en verwarrend. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Wat is het verband tussen de koolhydratenconsumptie (het eten van koolhydraten) en de diverse gezondheidsresultaten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 meta-analyses van observationele studies met 23 gezondheidsresultaten, waaronder kanker (n = 26), mortaliteit (n = 4), stofwisselingsziekten (n = 4), het spijsverteringsstelsel (n = 3) en andere uitkomsten [coronaire hartziekte (n = 2), beroerte (n = 1), ziekte van Parkinson (n = 1) en botbreuk (n = 2)].
Dit overkoepelende overzichtsartikel bevatten 281 individuele studies met in totaal 13164365 deelnemers.

33.3% van de studies werd als hoge kwaliteit en 66.7% als matige kwaliteit beschouwd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 25% [adjusted OR = 1.25, 95% BI = 1.15 tot 1.37, zeer suggestief bewijs] verhoogde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 19% [adjusted HR = 1.19, 95% BI = 1.09 tot 1.30, suggestief bewijs] verhoogde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 43% [adjusted HR = 0.57, 95% BI = 0.42 tot 0.78, suggestief bewijs] verlaagde.  

De onderzoekers concludeerden dat er geen overtuigend bewijs was voor een duidelijke rol van de inname van koolhydraten. Echter, zeer suggestief bewijs liet zien dat de inname van koolhydraten de kans op het krijgen van het metabool syndroom verhoogde. Daarnaast, liet suggestief bewijs zien dat de inname van koolhydraten het risico op doodgaan aan alle oorzaken verhoogde terwijl het risico op het krijgen van slokdarmkanker juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Carbohydrate and Diverse Health Outcomes: Umbrella Review of 30 Systematic Reviews and Meta-Analyses of 281 Observational Studies by Liu YS, Wu QJ […], Zhao YH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8116488/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en het metabole syndroom.

Kalium verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Is er een dosisafhankeljijk verband tussen het eten van natrium en kalium, gemeten in meerdere 24-uurs urine, en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 10709 gezonde volwassenen (54.2% vrouwen), waarvan 571 mensen met hart- en vaatziekten.
De gemiddelde leeftijd was 51.5±12.6 jaar.
De gemiddelde follow-up duur was 8.8 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 1000 mg natrium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [hazard ratio = 1.18, 95% BI = 1.08 tot 1.29] verhoogde.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 1000 mg kalium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [hazard ratio = 0.82, 95% BI = 0.72 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hogere natrium- en lagere kaliumconsumptie, zoals gemeten in de meerdere 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhoogde. Deze verhoogde risico was dosisafhankelijk.

Oorspronkelijke titel:
24-Hour Urinary Sodium and Potassium Excretion and Cardiovascular Risk by Ma Y, He FJ, […], Hu FB.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34767706/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, zout- en kaliumconsumptie en het verlagen van hart- en vaatziekten.

De 24-uurs urine is de hoeveelheid urine die verzameld is gedurende 1 dag. Het bepalen van het natriumgehalte in de 24-uurs urine is een betrouwbare manier om de zoutiname via voeding bij een (proef)persoon gedurende 1 dag vast te stellen. Een hogere zoutinname leidt tot een hogere natriumgehalte in de 24-uurs urine. Zout bestaat uit natrium en chloride en verlaat het lichaam via de urine.

1 gram zout oftewel natriumchoride levert 400 mg natrium en 600 mg chloride. Dus 1000 mg natrium in de 24-uurs urine komt overeen met 2.5 (1000 mg/400 mg) gram zout.

Veel carotenoïden via voeding verlagen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere meta-analyses hebben een beschermend effect aangetoond tussen sommige carotenoïden en het risico op het krijgen van het metabole syndroom, hart- en vaatziekten, kanker en doodgaan aan alle oorzaken. Echter, de resultaten voor de associaties tussen carotenoïden en het krijgen van diabetes type 2 (suikerziekte type 2) blijven inconsistent en er is geen systematische review (een overzichtsartikel) over dit onderwerp uitgevoerd. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het eten van veel carotenoïden of het hebben van een hoog carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.87, I2 = 13.7%, n = 6] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het eten van veel (totale) carotenoïden, alfa-caroteen en luteïne/zeaxanthine.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteengehalte de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 40% [gepoolde RR = 0.60, 95% BI = 0.46 tot 0.78, I2 = 56.2%, n = 7] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het hoge (totale) carotenoïden-, lycopeen- en luteïnegehalte.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, een non-lineair verband tussen het gehalte van alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne en het totale carotenoïden en het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel veel (totale) carotenoïden als het hebben van een hoog (totale) carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Intake and Circulating Concentrations of Carotenoids and Risk of Type 2 Diabetes: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Observational Studies by Jiang YW, Sun ZH, [...], Pan A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33979433/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over carotenoïden en suikerziekte.

Een hoog beta-caroteengehalte in het lichaam kan verkregen worden door voeding te eten die veel beta-carotten bevat en/of beta-caroteensupplementen te slikken.

 

4000 mg inositolsupplementen verlagen bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
De mogelijke effecten van het slikken van inositolsupplementen op de bloeddruk zijn onderzocht in de verschillende interventiestudies. Toch zijn de bevindingen in deze context controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van inositolsupplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van inositolsupplementen de systolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -5.69 mmHg, 95% BI = -7.35 tot -4.02, p 0.001].
Dit signifcante verlagende effect werd in de subgroepenanalyses met name teruggevonden bij mensen met het metabole syndroom, bij het slikken van minimaal 8 weken inositolsupplementen en bij 4000 mg inositolsupplementen.

De onderzoekers vonden dat het slikken van inositolsupplementen de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -7.12 mmHg, 95% BI = -10.18 tot -4.05, p 0.001].
Dit signifcante verlagende effect werd in de subgroepenanalyses met name teruggevonden bij mensen met het metabole syndroom, bij het slikken van minimaal 8 weken inositolsupplementen en bij 4000 mg inositolsupplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 4000 mg inositolsupplementen gedurende minimaal 8 weken de bloeddruk, met name bij mensen met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of inositol supplementation on blood pressure: A systematic review and meta-analysis of randomized-controlled trials by Tari SH, Sohouli MH, […], Rahideh ST.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34330516/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, inositol en het verlagen van de bloeddruk.

Een RCT is een interventiestudie.
 

Dagelijks 50 mg anthocyaninen of 100 mg proanthocyanidinen via voeding verlagen coronaire hartziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Epidemiologische studies hebben aangetoond dat een hogere inname van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte verlaagt. Echter, welke subklassen van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte zou kunnen verminderen, is controversieel gebleven en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subklassen (zoals anthocyaninen, flavonolen, isoflanonen) van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 onafhankelijke prospectieve cohort studies met in totaal  894471 deelnemers, waarvan 34707 mensen met een coronaire hartziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van anthocyaninen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd (gelijk) in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van proanthocyanidinen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.65 tot 0.94] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavonolen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van isoflanonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 50 mg anthocyaninen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 100 mg proanthocyanidinen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 25 mg flavonolen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 5 mg flavonen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 0.5 mg isoflavonen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 50 mg anthocyaninen, 100 mg proanthocyanidinen, 25 mg flavonolen, 5 mg flavonen of 0.5 mg isoflavonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Flavonoid subclasses and coronary heart disease risk: a meta-analysis of prospective cohort studies by Fan ZK, Wang C, [...], Li D.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34470681/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, flavonoïden en hart- en vaatzieke.