Voeding en gezondheid

Dagelijks 10 gram alcohol verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 10 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.49-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.45-0.73] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder mannen significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder vrouwen significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (minimaal 10 gram alcohol per dag) de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of gallstone disease: a meta-analysis by Wang J, Duan X, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27926662

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol.
 

Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine D het triglyceriden- en cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het serum triglyceridengehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 3.74 mg/dL [95% BI = -7.13 tot -0.34, p = 0.031] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 2.55 mg/dL [95% BI = -4.83 tot -0.26, p = 0.029] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 0.72 mg/dL (95% BI = -1.27 tot -0.17, p = 0.010] verlaagde. Echter, deze verlaging was verwaarloosbaar.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het effect van vitamine D op zowel het triglyceriden- als cholesterolgehalte afhankelijk was van de dosering, de duur van de studies en het vitamine D-gehalte van de deelnemers aan het begin van de studie.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D het triglyceriden- en het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin D on serum lipid profile in patients with type 2 diabetes: A meta-analysis of randomized controlled trials by Jafari T, Fallah AA and Barani A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27020528

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over vitamine D, het verlagen van het cholesterolgehalte en suikerziekte.

Mensen met overgewicht hebben vaak zowel een hoog triglyceriden als LDL-cholesterogehalte. Overgewicht verhoogt de kans op het krijgen suikerziekte type 2, hart- en vaatzieken en kanker.

 

Mensen met atopisch eczeem hebben baat bij vitamine D-supplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopisch eczeem baat bij het slikken van vitamine D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  observationele studies (906 patiënten met atopisch eczeem en 657 patiënten zonder atopisch eczeem) en 4 RCT’s (104 patiënten met atopisch eczeem en 90 patiënten zonder atopisch eczeem).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte van patiënten met atopisch eczeem in alle leeftijdsgroepen significant lager was dan van mensen zonder atopisch eczeem [SMD = -2.03 ng/mL, 95% BI = -2.52 tot -0.78, I2 = 98%]. Dan met name in de pediatrische patiënten [SMD = -3.03 ng/mL, 95% BI = -4.76 tot -1.29].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen de SCORAD index en de EASI score van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -5.85, 95% BI = -7.66 tot -4.05, I2 50%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine D-supplementen de SCORAD index van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -7.43, 95% BI = -9.70 tot -5.16, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine D-supplementen de EASI score van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -3.14, 95% BI = -6.12 to -0.15, I2 = 0%]. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het vitamine D-gehalte van patiënten met atopisch eczeem in alle leeftijdsgroepen lager was dan van mensen zonder atopisch eczeem. Verder hadden mensen met atopisch eczeem baat bij het slikken van vitamine D.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Status and Efficacy of Vitamin D Supplementation in Atopic Dermatitis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Kim MJ, Kim SN, […], Ahn KJ.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/789/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

De gewenste vitamine D-bloedwaarden zijn 75-80 nmol/L (30-32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D per dag.
Elke 100 IE vitamine D3 kan na 2 tot 3 maanden slikken de bloedwaarde van 25(OH)D met 1 ng/mL verhogen. Het vitamine D-gehalte in het bloed wordt uitgedrukt in 25(OH)D.
De veiligste, goedkoopste en snelste manier om vitamine D binnen te krijgen is via voedingssupplementen. Kies voor (10-30 microgram) vitamine D3. Vitamine D3-supplementen van het goedkoopste en het duurste merk werken even goed. Via zonlicht en zonnebbank krijgt het lichaam ook vitamine D binnen maar teveel zonlicht en zonnebank kunnen de kans op het krijgen van huidkanker verhogen.

Constitutioneel eczeem (atopisch eczeem of dauwworm) is een chronische huidaandoening, die vooral wordt bepaald door genetische factoren (de aanwezigheid van mutaties (FLG R501X- and 2282del4) in het epidermale barrière eiwit filaggrine (in het epidermale differentiatie complex 1q21)).

Atopisch eczeem begint meestal voor de leeftijd van 6 maanden. Bij 60-70% van de kinderen gaat het eczeem in remissie voor de leeftijd van 15 jaar, waarna het bij een deel later weer opvlamt.

In de Westerse landen heeft 15-20% van de kinderen constitutioneel eczeem, waarvan ongeveer 80% een licht eczeem, 15% matig en 5% ernstig constitutioneel eczeem heeft.

Factoren die geassocieerd zijn met ernstig constitutioneel eczeem zijn het begin van het eczeem op jonge leeftijd (meestal 6 maanden), allergische rhinitis en astma.

De ernst van constitutioneel eczeem wordt bepaald door de Three-Item-Severity (TIS)-score (roodheid, oedeem/papels, krabeffecten):
afwezig = 0, mild = 1, matig = 2, ernstig = 3 (maximale score = 9). TIS-score 3: mild eczeem, TIS-score 3-5: matig eczeem, TIS-score ≥ 6: ernstig eczeem.

 

Vitamine D-tekort verhoogt COPD

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een vitamine D-tekort de kans op het krijgen van COPD?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies, 5 cohort studies en 1 cross-sectionele studie met in totaal 4818 mensen met COPD en 7175 mensen zonder COPD.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 13 studies met in totaal 1981 mensen met COPD en 1283 mensen zonder COPD, dat mensen met COPD een lager serum vitamine D-gehalte hadden dan mensen zonder COPD [SMD = -0.69, 95% BI = -1.00 tot -0.38, p 0.001, I2 = 94.0%].

De onderzoekers vonden in 12 studies met in totaal 3224 mensen met COPD en 6699 mensen zonder COPD, dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van COPD significant met 77% [OR = 1.77, 95% BI = 1.18 tot 2.64, p = 0.006] verhoogde.

De onderzoekers vonden een verband tussen een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) en de ernst van COPD [OR = 2.83, 95% BI = 2.00 tot 4.00, p 0.001].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) en de exacerbaties van COPD [OR = 1.17, 95% BI = 0.86 tot 1.59, p = 0.326].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van COPD verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The association between vitamin D and COPD risk, severity, and exacerbation: an updated systematic review and meta-analysis by Zhu M, Wang T, […], Ji Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5079694/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en chronische ziekten.

De snelste en goedkoopste manier om een vitamine D-tekort op te lossen, is door vitamine D-suplementen te slikken.

De gewenste bloedwaarden van vitamine D zijn 75-80 nmol/L (30-32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D per dag gedurende 3 maanden.

 

Suikerziekte verhoogt het vallen bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 14685 deelnemers. De studies waren gecorrigeerd voor de leeftijd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen significant met 64% [risk ratio = 1.64, 95% BI = 1.27-2.11] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij mannelijke ouderen significant met 81% [risk ratio = 1.81, 95% BI = 1.19-2.76] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij vrouwelijke ouderen significant met 52% [risk ratio = 1.52, 95% BI = 1.04-2.21] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen die behandeld waren met insuline significant met 94% [risk ratio = 1.94, 95% BI = 1.42-2.63] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen die niet behandeld waren met insuline significant met 27% [risk ratio = 1.27, 95% BI = 1.06-1.52] verhoogde. 

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen, met name bij een behandeling met insuline verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Diabetes mellitus and risk of falls in older adults: a systematic review and meta-analysis by Yang Y, Hu X, [...], Zou R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27515679

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en ouderdom.

 

 

10 gram tafelsuiker per dag verhoogt colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van koolhydraten of eiwitten de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 patiënt-controle studies en 4 prospectieve cohort studies met in totaal 975 mensen met colitis ulcerosa en 239352 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram koolhydraten per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.005, 95% BI = 0.991-1.019, I2 = 31.5%, n = 5].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.001, 95% BI = 0.971-1.032, I2 = 0.0%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram eiwit per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.010, 95% BI = 0.975-1.047, I2 = 12.4%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram tafelsuiker per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 9.8% verhoogde [RR = 1.098, 95% BI = 1.024-1.177, I2 = 0.0%, n = 3].

De onderzoekers concludeerden dat 10 gram tafelsuiker per dag de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Carbohydrate and protein intake and risk of ulcerative colitis: Systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Feng J, [...], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27776925

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.  

10 gram tafelsuiker op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 2 energieprocent (En%) want 1 gram tafelsuiker levert 4 kcal. Dus 10 gram tafelsuiker levert 40 kcal en 40 kcal is 2% van 2000 kcal.
Welke producten uit de supermarkt maximaal 2 En% suikers bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Flavanolen uit cacao verlagen hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert de inname van flavanolen uit cacao de cardio-metabole biomerkers onder volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 RCT’s met in totaal 1131 deelnemers. Het flavanolengehalte uit cacao varieerde tusssen 166 en 2110 mg per dag en de interventieduur varieerde tussen 2 en 52 weken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het triglyceridengehalte significant met 0.10 mmol/L [95% BI = -0.16 tot -0.04 mmol/L] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.06 mmol/L [95% BI = 0.02 tot 0.09 mmol/L] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het nuchter insulinegehalte significant met 2.33 μIU/mL [95% BI = -3.47 tot -1.19 μIU/mL] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het C-reactieve proteïnegehalte significant met 0.83 mg/dL [95% BI = -0.88 tot -0.77 mg/dL] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao de HOMA-IR waarde significant met -0.93 punt [95% BI = -1.31 tot -0.55] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het oplosbaar vasculair cel adhesie molecuul-1 (sVCAM-1)-gehalte significant met 85.6 ng/mL [95% BI = 16.0 tot 155 ng/mL] verhoogde. 

De onderzoekers concludeerden dat de inname van flavanolen uit cacao de cardio-metabole biomerkers onder volwassenen verbeterde. Ongunstige cardio-metabole biomerkers verhogen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2.

Oorspronkelijke titel:
Cocoa Flavanol Intake and Biomarkers for Cardiometabolic Health: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Lin X, Zhang I, […], Liu S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27683874

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte, hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2 en flavonoïden.

Om te zien of iemand een verhoogde kans heeft op het krijgen van hart- en vaatziekten worden de biomerkers van die persoon gemeten. Deze biomerkers worden cardio-metabole biomerkers genoemd. De cardio-metabole biomerkers zijn onder andere het cholesterolgehalte, het triglyceridengehalte, de ontstekingsbiomerkers, zoals het C-reactieve proteïnegehalte.

Chocolade wordt gemaakt van cacao. 100 gram pure chocolade levert 53.49 mg flavonolen en 100 gram melkchocolade levert 13.35 mg flavonolen.

 

Suikerziekte type 2 verhoogt mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cohort studies met in totaal 28999 deelnemers, waarvan 6798 mensen met dikke darmkanker.

Er was mogelijk sprake van publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 52% [RR = 1.52, 95% BI = 1.29-1.80, I2  =  65.6%, p  0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat suikerpatiënten type 2 een significante verhoogde kans van 56% [RR = 1.56, 95% BI = 1.16-2.08] hadden op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in retrospectieve cohort studies dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 57% [RR = 1.57, 95% BI = 1.30-1.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele populatie-gebaseerde studies dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 46% [RR = 1.46, 95% BI = 1.21-1.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden in prospectieve cohort studies geen verband tussen suikerziekte type 2 en de kans op het krijgen van dikke darmkanker [RR = 1.27, 95% BI = 0.77-2.10].

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat het verband niet gevonden werd in prospectieve cohort studies en publicatie bias niet uitgesloten kon worden.

Oorspronkelijke titel:
Type 2 diabetes mellitus and risk of colorectal adenoma: a meta-analysis of observational studies by Yu F, Guo Y, […], He J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4989384/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en dikke darmkanker.
 

Dagelijks 60 gram fructose of meer verhoogt jicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van fructose de kans op het krijgen van jicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 prospectieve cohort studies met in totaal 125299 deelnemers, waarvan 1533 mensen (755 mannen en 778 vrouwen) met jicht. De gemiddelde follow-up duur was 17 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de consumptie van veel fructose (>11.9 En%) de kans op het krijgen van jicht significant met 62% [RR = 1.62, 95% BI = 1.28 tot 2.03, p 0.0001, I2 = 0%, p = 0.33]  verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel fructose (60 gram fructose of meer per dag) de kans op het krijgen van jicht verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Fructose intake and risk of gout and hyperuricemia: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Jamnik J, Rehman S, […], Sievenpiper JL.

Link:
http://bmjopen.bmj.com/content/6/10/e013191.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.   

60 gram fructose op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 12 energieprocent (En%) want 1 gram fructose levert 4 kcal. Dus 60 gram fructose levert 240 kcal en 240 kcal is 12% van 2000 kcal.
 

Dagelijks 260 mg co-enzym Q10 supplementen verlagen het nuchter glucosegehalte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van co-enzym Q10 de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met in totaal 920 deelnemers. De gemiddelde dosering was 260 mg co-enzym Q10 per dag. De gemiddelde follow-up duur was 11 weken.

De subgroepenanalyses konden de heterogeniteit tussen de studies niet wegnemen.  
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van co-enzym Q10 het nuchter glucosegehalte significant [SMD = -0.20 mg/dL, 95% BI = -0.38 tot -0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van co-enzym Q10 en het HbAc-gehalte [SMD = -0.05%, 95% BI = -0.22 tot 0.12] en het nuchter insulinegehalte [SMD = 0.12 pmol/L, 95% BI = -0.21 tot 0.44].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 260 mg co-enzym Q10 per dag gedurende 11 weken het nuchter glucosegehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Coenzyme Q10 Supplementation on Diabetes Biomarkers: a Systematic Review and Meta-analysis of Randomized Controlled Clinical Trials by Moradi M, Haghighatdoost F, […], Azadbakht L.

Link:
http://www.ams.ac.ir/AIM/NEWPUB/16/19/8/0012.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en co-enzym Q10.

Resistent zetmeel verbebert de darmwerking van gezonde volwassenen

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van resistent zetmeel de darmwerking van gezonde volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het fecale natte gewicht (nat stoelgangsgewicht) significant met 35.51 gram per dag [95% BI = 1.21-69.82] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het butyraatgehalte (butyraat is een vetzuur met een beschermende werking tegen dikkedarm kanker) significant met 0.61 [95% BI = 0.32-0.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de fecale pH-test significant met 0.19 [95% BI = -0.35 tot -0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de defecatiefrequentie (stoelgangsfrequentie) niet significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van resistent zetmeel de darmflora van gezonde volwassenen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Positive effects of resistant starch supplementation on bowel function in healthy adults: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Shen D, Bai H, […], Chen L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27593182

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over pre- en probiotica. 

Er zijn een aantal manieren om de werking van de darmen te meten. Deze zijn het fecale natte gewicht, het butyraatgehalte, de fecale pH-test en de defecatiefrequentie.

Resistent zetmeel (RS, van het Engelse, Resistant Starch) wordt zo genoemd, omdat het niet wordt afgebroken in de dunne darm maar in de dikke darm van het lichaam. Het is een voedingsvezel van het onoplosbare type. Resistent zetmeel dient dus vooral als voeding voor de bacteriën in de dikke darm. Er zijn 3 soorten resistent zetmeel:

  1. RS1: door de celwand ingesloten en ontoegankelijk zetmeel in o.a. zaden, bonen en volkorenproducten
  2. RS2: resistente zetmeelgranules. Deze komen voor in onrijpe bananen en rauwe aardappelen. Rijping of koken kan het zetmeel toegankelijk maken.
  3. RS3: zogenaamd geretrogradeerd zetmeel. Deze komt voor in verwerkte producten omdat het ontstaat door verhitten of afkoelen, bijvoorbeeld in afgekoelde, gekookte aardappelen of pasta, oudbakken brood of cornflakes.

Dagelijks rijst eten verhoogt chronische ziekten onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van rijst en het krijgen van chronische ziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van chronische ziekten niet significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 0.96-1.29, I1 = 70.3%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van chronische ziekten onder vrouwen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.13-1.73] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel rijst en de kans op het krijgen van chronische ziekten onder mannen [RR = 0.95, 95% BI = 0.72-1.24].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel rijst en de mortaliteit onder vrouwen [RR = 1.08, 95% BI = 0.97-1.19].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de mortaliteit onder mannen significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel rijst de kans op het krijgen van chronische ziekten onder vrouwen maar niet onder mannen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Rice consumption, incidence of chronic diseases and risk of mortality: meta-analysis of cohort studies by Saneei P, Larijani B and Esmaillzadeh A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27577106

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chonische ziekten.

 

Een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van eiwitten en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 505624 deelnemers, waarvan 37918 mensen met suikerziekte type 2. De follow-up duur varieerde tussen 5 en 24 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [gepoolde RR = 1.09, 95% BI = 1.06-1.13] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel dierlijke eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 19% [gepoolde RR = 1.19, 95% BI = 1.11-1.28] verhoogde. Dit significante verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel plantaardige eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet significant met 5% [gepoolde RR = 0.95, 95% BI = 0.89-1.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel plantaardige eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder vrouwen significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.85-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel plantaardige eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder Amerikanen significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel dierlijke eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde, terwijl veel plantaardige eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder vrouwen en Amerikanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary protein intake and risk of type 2 diabetes: results from the Melbourne Collaborative Cohort Study and a meta-analysis of prospective studies by Shang X, Scott D, […], Sanders KM.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27629053

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en eiwitten.

Deze maaltijden bevatten plantaardige eiwitten.

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.
Op grond van het hier bovenstaande overzichtsartikel kan geconcludeed worden dat een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde.
Een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten is een voedingspatroon met 25-35 En% dierlijke eiwit. Een voedingspatroon met 25-35 En% dierlijke eiwit bestaat voornameljik uit producten met 25-35 En% dierlijke eiwit of het gemiddelde van de dagelijks gegeten producten bevatten 25-35 En% dierlijke eiwit. Welke producten uit de supermarkt 25-35 En% (dierlijke/plantaardige) eiwit bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een hoog leptinegehalte verhoogt astma

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het leptinegehalte of adiponectinegehalte en de kans op het krijgen van astma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies met in totaal 3642 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = 0.867, 95% BI  = 0.416-1.318, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = -0.371, 95% BI = -0.728 tot -0.014, p = 0.042].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen [SDM = 1.374, 95% BI = 0.621 tot 2.126, p 0.001] als kinderen [SDM = 0.302, 95% BI = 0.010 tot 0.594, p = 0.042] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen [p = 0.05] maar niet bij kinderen [p = 0.509] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen als kinderen verhoogde, terwijl een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen maar niet bij kinderen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association of asthma diagnosis with leptin and adiponectin: a systematic review and meta-analysis by Zhang L, Yin Y, [...], Zhang J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27473714

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Leptine is een peptidehormoon, hetgene betekent dat leptine niet door de celmembranen van de lichaamscellen heen kan, maar het bindt aan de receptoren van de celmembranen. Leptine wordt door het vetweefsel geproduceerd wanneer de vetvoorraad toeneemt. Leptine wordt aan het bloed afgegeven en bindt aan de receptoren van het verzadigingscentrum in de hersenstam. Wanneer het verzadigingscentrum wordt geprikkeld, wordt er een signaal afgegeven dat de vetvoorraden groot genoeg zijn en dat er niet meer gegeten hoeft te worden. Het hongergevoel neemt dus af. Daarnaast vergroot leptine het energiegebruik, waardoor het lichaam meer calorieën gaat verbruiken.

Adiponectine is een eiwit dat vrijwel uitsluitend wordt geproduceerd in de vetcellen. Bij de mensen met overgewicht (BMI>25) is de adiponectine-concentratie in het bloed lager dan bij de mensen met een normaal gewicht. Een lage adiponectine-concentratie wordt geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Suikerpatiënten hebben een verminderde insulinegevoeligheid.

Minimaal 17 gram bessen per dag verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van anthocyaninen of bessen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies over de inname van anthocyaninen met in totaal 200894 deelnemers waarvan 12611 mensen met suikerziekte type 2 en 5 cohort studies over de consumptie van bessen met in totaal 194019 deelnemers waarvan 13013 mensen met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van anthocyaninen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.80-0.91, I2 = 14.5%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bessen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.89, I2 = 48.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 7.5 mg anthocyaninen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.93-0.98, I2 = 0.00%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 17 gram  bessen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-0.99, I2 = 0.00%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel anthocyaninen (minimaal 7.5 mg anthocyaninen per dag) en veel bessen (minimaal 17 gram  bessen per dag) de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Associations of dietary intakes of anthocyanins and berry fruits with risk of type 2 diabetes mellitus: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Guo X, Yang B, [...], Li D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27530472

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en fruitconsumptie.

Levensmiddelen 

Hoeveelheden anthocyaninen in mg per
100 gram levensmiddel

Aardbeien

15-35

Appelbessen

200-1000

Aubergine 

750

Bosbessen

25-497

Braambessen

83-326

Frambozen

10-60

Kersen

350-400

Radijs

11-60

Rode bessen

80-420

Rode druiven

30-750

Rode uien

7-21

Rode wijn

24-35

Sinaasappel

~200

Veenbessen

60-200

Vlierbessen

450

Zwarte bessen

130-400

 

30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken verlaagt ontstekingen in obese mensen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van lijnzaad ontstekingen (uitgedrukt in het CRP-gehalte) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 RCT’s met in totaal 1213 deelnemers. De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 25.6 en 65 jaar. De dosering van de lijnzaad was gemiddeld 30 gram per dag. De gemiddelde follow-up duur was 12 weken.

Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random effect model dat lijnzaad het CRP-gehalte niet significant met 0.13 mg/L [95% BI = −0.44 tot 0.19, p = 0.428, I2 = 63.8%, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat lijnzaad het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger significant met 0.83 mg/L [95% BI = -1.34 tot -0.31, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Flaxseed Intervention on Inflammatory Marker C-Reactive Protein: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ren GY, Chen CY, […], Chen LH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4808865/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht.

Mensen met overgewicht (BMI>25) hebben vaak veel ontstekingen in het lichaam oftewel een verhoogd CRP-gehalte.

Of u overgewicht hebt, kunt u hier berekenen.
 

Soja-eiwitten verlagen nuchter glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 en mensen met het metabole syndroom baat bij de suppletie van soja-eiwitten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met in totaal 203 mensen in de soja-eiwitten groep en 207 mensen in de niet soja-eiwitten groep (de zogenaamde placebo-groep). De suppletie-duur varieerde tussen 8 weken tot 4 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met soja-eiwitten:
-het nuchter plasma glucosegehalte significant verlaagde [WMD = -0.207, 95% BI = -0.374 tot -0.040, p = 0.015];
-het nuchter serum insulinegehalte significant verlaagde [WMD = -0.292, 95% BI = -0.496 tot -0.088, p = 0.005];
-de HOMA-IR waarde significant verlaagde [WMD = -0.346, 95% BI = -0.570 tot -0.123, p = 0.002];
-de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -0.230, 95% BI = -0.441 tot -0.019, p = 0.033];
-het LDL-cholesterolgehalte significant verlaagde [WMD = -0.304, 95% BI = -0.461 tot -0.148, p = 0.000];
-het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [WMD = -0.386, 95% BI = -0.548 tot -0.225, p = 0.000];
-het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.510, 95% BI = -0.722 tot -0.299, p = 0.000] in mensen met suikerziekte type 2 en mensen met het metabole syndroom.

De onderzoekers vonden dat suppletie met soja-eiwitten gedurende minimaal 6 maanden het nuchter plasma glucosegehalte, het LDL-cholesterolgehalte en het CRP-gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met soja-eiwitten gedurende maximaal 6 maanden het nuchter serum insulinegehalte en de HOMA-IR waarde significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 en mensen met het metabole syndroom baat hadden bij de suppletie van soja-eiwitten omdat soja-eiwitten de risicofactoren van hart- en vaatziekten verbeterden.

Oorspronkelijke titel:
Soy Protein Supplementation Reduces Clinical Indices in Type 2 Diabetes and Metabolic Syndrome by Zhang XM, Zhang YB and Chi MH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4800359/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2, hart- en vaatziekten, het verlagen van het cholesterolgehalte en de sojaconsumptie.

Deze maaltijden bevatten veel soja-eiwitten.

Probiotica verlaagt luchtweginfecties bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 RCT’s met in totaal 6269 kinderen. De leeftijd varieerde tussen 0 en 18 jaar.

De duur van het slikken van probiotica varieerde tussen 5 dagen en 12 maanden. 7 RCT’s gebruikten de Lactobacillus stammen, 5 RCT’s gebruikten de Bifidobacterium stammen, 1 RCT gebruikte de Lactobacillus fermentum stammen en 11 RCT’s een mengsel van probiotica stammen.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 17 RCT’s met in totaal 4513 kinderen dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van minstens 1 episode met luchtweginfecties significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.96, p = 0.004, I2  =  82%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 6 RCT’s met in totaal 2067 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen met luchtweginfecties significant verlaagde [MD = -0.16, 95% BI = -0.29 to 0.02, p  =  0.03, I2  = 0%].

De onderzoekers vonden in 8 RCT’s met in totaal 1499 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen afwezig op opvang/school (door toedoen van luchtweginfecties) significant verlaagde [MD = -0.94, 95% BI = -1.72 tot -0.15, p =  0.02, I2  =  87%].

De onderzoekers vonden in 9 RCT’s met in totaal 2817 kinderen geen significant verschil tussen de probiotica-groep en de placebo-groep voor de ziekte-episode [MD = -0.60, 95% BI   -1.49 tot 0.30, p =  0.19, I2  =  88%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Probiotics for prevention and treatment of respiratory tract infections in children: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Wang Y, Li X, [...], Zhang T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4979858/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Een ziekte-episode is in een zorgregistratie de periode tussen het moment dat de huisarts op de hoogte is van een gezondheidsprobleem van een patiënt (de diagnose is gesteld) en het moment dat de ziekte is genezen of de patiënt is overleden.

Minimaal 8 weken probiotica verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 baat bij de suppletie van probiotica?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat probiotica-inname het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 15.92 mg/dL [95% BI = -29.75 tot -2.09] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat probiotica-inname het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 0.54% [95% BI = -0.82 tot -0.25] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat probiotica-inname, bestaande uit verschillende stammen het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 35.41 mg/dL [95% BI = -51.98 tot -18.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat probiotica-inname gedurende minimaal 8 weken het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 20.34 mg/dL [95% BI = -35.92 tot -4.76] verlaagde.
Echter, de verlaging van het nuchter plasma glucosegehalte was niet significant bij probiotica-inname tot 8 weken.

De onderzoekers vonden dat probiotica-inname de HOMA-IR waarde van mensen met suikerziekte type 2 significant met 1.08 punten [95% BI = -1.88 tot -0.28] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat probiotica-inname het nuchter insulinegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 1.35 mIU/L, 95% BI = -2.38 tot -0.31] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 baat hadden bij het slikken van probiotica van verschillende stammen gedurende minimaal 8 weken.

Oorspronkelijke titel:
Effect of probiotics on glucose metabolism in patients with type 2 diabetes mellitus: A meta-analysis of randomized controlled trials by Zhang Q, Wu Y and Fei X.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26987497

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en probiotica.
 

Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 studies met in totaal 2689 deelnemers.

Resultaten en conclusies:  
De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het CRP-gehalte significant met 0.55 mg/L [95% BI = -0.78 tot -0.32, I2  = 94.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het IL6-gehalte niet significant met 0.25 ng/L [95% BI = -0.56 tot 0.06, I2  = 74%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het sICAM-gehalte niet significant met 25.07 ng/mL [95% BI = -52.32 tot 2.17, I2  = 93.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het volgen van een vegetarisch dieet en het  TNF-ɑ, resistine-, adiponectine- en leptine-gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een vegetarisch dieet het CRP-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of plant-based diets on obesity-related inflammatory profiles: a systematic review and meta-analysis of intervention trials by Eichelmann F, Schwingshackl L, […], Aleksandrova K.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27405372

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over het volgen van een vegetarisch dieet.

Overgewicht zorgt voor een chronische ontsteking in het lichaam. Chronische ontsteking in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de ontstekingsbiomarkers, zoals het CRP-, IL6- en sICAM-gehalte.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden zijn vegetarisch.

 

Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het uitvoeren van lichamelijke activiteiten of gewichtsverlies tot een daling in het CRP-gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 83 studies (RCT’s en niet-gerandomiseerde, gecontroleerde studies) met in totaal 3769 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte significant deed dalen [ES = 0.26, 95% BI = 0.18 tot 0.34, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten in combinatie met een daling van het BMI het CRP-gehalte sterker deed dalen dan lichamelijke activeiten alleen [ES = 0.38, 95% BI = 0.26 tot 0.50]. 

De onderzoekers vonden dat een daling van het BMI het CRP-gehalte significant met 11.1% deed dalen [β = 1.20, SE = 0.25, p 0.0001].

De onderzoekers vonden dat een daling van het vetgehalte het CRP-gehalte significant met 6.6% deed dalen [β = 0.76, SE = 0.21, p = 0.0002].

De onderzoekers concludeerden dat zowel lichamelijke activiteiten als een daling van het BMI en het vetgehalte het CRP-gehalte deed dalen. Echter, een sterkere daling werd bereikt met lichamelijke activiteiten in combinatie met een daling van het BMI.

Oorspronkelijke titel:
Effect of exercise training on C-reactive protein: a systematic review and meta-analysis of randomised and non-randomised controlled trials by Fedewa MV, Hathaway ED and Ward-Ritacco CL.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27445361

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lichamelijke activiteiten.

CRP en IL-6 zijn 2 ontstekingsbiomerkers in het lichaam. Door het meten van ontstekingsbiomerkers kunnen ontstekingen in het lichaam opgespoord worden.

Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/l. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/l.

Suikerziekte type 2, hart- en vaatziekten en kanker zijn ontstekingsziekten. Antioxidanten zoals, vitamine C, E, selenium en zink via voeding kunnen de kans op het krijgen van ontstekingen verlagen.

 

Een hoog ijzergehalte in het bloed verhoogt de ziekte van Parkinson

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met de ziekte van Parkinson een verhoogd serum ijzergehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies (cohort en patiënt-controle studies) met 829 mensen met de ziekte van Parkinson en 1219 mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum ijzergehalte van patiënten met de ziekte van Parkinson significant hoger was dan van patiënten zonder de ziekte van Parkinson [SMD = 0.27, 95% BI = 0.18-0.37, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te verkrijgen) dat het serum ijzergehalte van patiënten met de ziekte van Parkinson significant hoger was onder Aziaten en Europeanen. Dit signficante verschil werd ook teruggevonden in cohort en patiënt-controle studies.

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met de ziekte van Parkinson een verhoogd serum ijzergehalte hadden.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of the association between serum iron levels and Parkinson's disease: Evidence from 11 publications by Jiao J, Guo H, […], Hu W.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27372885

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ijzer.

Dagelijks 1 portie suikergezoete dranken verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het drinken van suikergezoete dranken en fruitdranken de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cohort studies met 38253 mensen met overgewicht en 10126754 personenjaren.

Er was sprake van publicatie bias en residual confounding voor dranken gezoet met zoetstoffen en voor fruitdranken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden nadat gecorrigeerd te hebben voor vetlijvigheid dat elke verhoging met 1 portie suikergezoete dranken per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% [95% BI = 1.06-1.21, I2 = 79%] verhoogde. Zonder correctie voor vetlijvigheid was het verhoogde risico 18% [95% BI = 1.09-1.28, I2 = 89%].

De onderzoekers vonden nadat gecorrigeerd te hebben voor vetlijvigheid dat elke verhoging met 1 portie dranken gezoet met zoetstoffen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 8% [95% BI = 1.02-1.15, I2 = 64%] verhoogde. Zonder correctie voor vetlijvigheid was het verhoogde risico 25% [95% BI = 1.18-1.33, I2 = 70%].

De onderzoekers vonden nadat gecorrigeerd te hebben voor vetlijvigheid dat elke verhoging met 1 portie fruitdranken per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 7% [95% BI = 1.01-1.14, I2 = 51%] verhoogde. Zonder correctie voor vetlijvigheid was het verhoogde risico echter niet significant [5%, 95% BI = 0.99-1.11, I2 = 58%].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van suikergezoete dranken (minimaal 1 portie per dag) de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde. Het drinken van dranken gezoet met zoetstoffen en fruitdranken verhoogde mogelijk de kans op het krijgen van suikerziekte type 2. Mogelijk omdat in deze studies sprake was van publicatie bias en residual confounding.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of sugar sweetened beverages, artificially sweetened beverages, and fruit juice and incidence of type 2 diabetes: systematic review, meta-analysis, and estimation of population attributable fraction by Imamura F, O'Connor L, […], Forouhi NG.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4853528/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en koolhydraten.

1 portie drank in dit overzichtsartikel komt overeen met 250 ml.

 

Mensen met allergische rhinitis hebben baat bij het slikken van probiotica

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met allergische rhinitis baat bij het slikken van probiotica?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in alle 5 studies naar het effect van de Lactobacillus paracasei (LP) stammen op allergische rhinitis, dat deze stammen clinische significante verbeteringen ten opzichte van de placebo lieten zien.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica een significante verbetering van de nasale [SMD = -1.23, p 0.001] en oculaire symptomen [SMD = -1.84, p 0.001] van seizoensgebonden allergische rhinitis gaf.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van een verstopte neus, rinorree en een jeukende neus significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de TH1 en TH2 verhouding in de probioticagroep significant lager was ten opzichte van de placebogroep [SMD = -0.78, p = 0.045]. 

De onderzoekers concludeerden dat mensen met (met name seizoensgebonden) allergische rhinitis baat hadden bij het slikken van probiotica, met name met Lactobacillus paracasei (LP) stammen.

Oorspronkelijke titel:
Do probiotics have a role in the treatment of allergic rhinitis?: A comprehensive systematic review and meta analysis by Guvenc IA, Muluk NB, […], Cingi C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27442711

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Hooikoorts of allergische rhinitis kan verkoudheidachtige symptomen veroorzaken, zoals een lopende neus, verstopping, niezen of sinusdruk. In tegenstelling tot een verkoudheid wordt hooikoorts niet veroorzaakt door een virus, maar wel door een allergische reactie op specifieke substanties in uw omgeving.

Het woord hooikoorts is feitelijk onjuist. Hooikoorts heeft niets met “hooi” te maken en mensen met hooikoorts hebben geen koorts. Artsen geven om deze redenen er de voorkeur aan om te spreken van allergische rhinitis.

Hooikoorts komt voornamelijk voor van eind mei tot augustus. Wanneer het echter regent hebben de meeste mensen er minder last van dan bij mooi warm en droog weer. Doordat de pollen worden ingeademd reageert het afweermechanisme van het lichaam daarop. Het raakt een beetje in de war en dat zorgt ervoor dat de stof histamine wordt aangemaakt. Histamine wordt in het lichaam gebruikt om slechte stoffen in het lichaam te neutraliseren waardoor ziektes in het lichaam niet de kans krijgen om uit te breiden. Uiteindelijk zullen de slijmvliezen in neus- en keelholte hier fel op reageren wat leidt tot een loopneus, jeuk en andere ongemakken.

Hooikoorts kan slaaploosheid, vermoeidheid en irriteerbaarheid veroorzaken en kan uw prestaties op het werk of op school beïnvloeden.

Hooikoorts is een chronische aandoening, zonder behandeling kan het leiden tot de ontwikkeling van astma en nieuwe allergieën.

 

Magnesiumsupplementen gedurende 4 maanden of langer verlagen het nuchter glucosegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van magnesium de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesium de HOMA-IR waarde significant met 0.67 punt [WMD = -0.67, 95% BI  -1.20 tot -0.14, p = 0.013] verlaagde.
Echter, het slikken van magnesium verlaagde niet het plasma glucosegehalte [WMD = -0.20 mmol/L, 95% BI = -0.45 tot 0.05, p = 0.119], HbA1c-gehalte [WMD = 0.018 mmol/L, 95% BI = -0.10 tot 0.13, p = 0.756] en het insulinegehalte [WMD = -2.22mmol/L, 95% BI = -9.62 tot 5.17, p = 0.556].

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesium gedurende 4 maanden of langer de HOMA-IR waarde [p = 0.001] en het nuchter glucosegehalte [p 0.001] significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van magnesium gedurende 4 maanden of langer de HOMA-IR waarde en het nuchter glucosegehalte van zowel gezonde als suikerpatiënten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials on the effects of magnesium supplementation on insulin sensitivity and glucose control by Simental-Mendía LE, Sahebkar A, […], Guerrero-Romero F.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27329332

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium en suikerziekte type 2.

Deze maaltijden zijn magnesiumrijk.