Voeding en gezondheid

Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische bewijzen met betrekking tot het verband tussen lichamelijke activiteit en het risico op het krijgen van longkanker zijn nog steeds controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het uitvoeren van lichamelijke activiteiten de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies met in totaal 2965811 deelnemers, waarvan 31807 mensen met longkanker.

De onderzoekspopulatie bestond uit volwassenen met een leeftijd van boven 18 jaar.
De meeste studies werden gecorrigeerd voor grote verstorende factoren (=adjusted for major confounders) zoals leeftijd, geslacht, rookstatus en body mass index, etc.

De studies waren goed opgezet met een gemiddelde score van 8.

Er was sprake van een kleine aanwijzing op publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.77 tot 0.90, I2 = 62.6%, p 0.001] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij vrouwen significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij mannen significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.73 tot 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij rokers significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.97] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant bij niet rokers [RR = 0.95, 95% BI = 0.88 tot 1.03].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.97 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in studies waarbij niet gecorrigeerd werd voor de voedingsfactoren (zoals energieinname) dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.71 tot 0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor de voedingsfactoren (zoals energieinname) dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Physical Activity and Lower Risk of Lung Cancer: A Meta-Analysis of Cohort Studies by Liu Y, Li Y, [...], Fan XX.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6349707/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding en kanker.

Steady state bloed foliumzuurconcentratie wordt bereikt met 100 mcg foliumzuur

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De drempelwaarde voor de optimale foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd ter preventie van de neurale buisdefecten wordt geschat op 906 nmol/L. Echter, de dosisafhankelijke relatie tussen foliumzuurinname en foliumzuurconcentratie in het bloed is niet gekarakteriseerd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Bestaat er een dosisafhankelijke relatie tussen foliumzuurinname en de bloed foliumzuurconcentratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 artikelen over foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen en 97 artikelen over serum/plasma foliumzuurconcentratie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat 375 tot 570 mcg foliumzuur per dag, de foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen met 1.78 keer [95% BI = 1.66 tot 1.93] deed stijgen van de baseline naar de evenwichtssituatie (steady state foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen) in 36 weken [95% BI = 27 tot 52]. 

De onderzoekers vonden in de regressie-analyse dat elke 100 mcg foliumzuur per dag, de bloed folaatconcentratie met 11.6% [95% BI = 8.4 tot 14.9] deed toenemen van de baseline naar de evenwichtssituatie in 13 weken [95% BI = 10 tot 16].

De onderzoekers concludeerden dat de steady state foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen werd bereikt met 375 tot 570 mcg foliumzuur per dag gedurende 36 weken. Verder werd de steady state bloed foliumzuurconcentratie bereikt met 100 mcg foliumzuur per dag gedurende 13 weken.

Oorspronkelijke titel:
Systematic Review and Bayesian Meta-analysis of the Dose-response Relationship between Folic Acid Intake and Changes in Blood Folate Concentrations by Crider KS, Devine O, […], Berry RJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6356991/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over foliumzuur (ook wel folaat genoemd) en zwangerschap.
 

Een hoge transvetzurenconcentratie verhoogt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de relatie tussen de inname van transvetzuren via voeding en de serum concentratie van transvetzuren (transvetzuurconcentratie in het bloed) en het risico op borstkanker uitgebreid zijn onderzocht, zijn de bevindingen inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhogen een hoge inname van transvetzuren via voeding en een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies en 1 geneste patient-controle studie over de inname van transvetzuur via voeding en 1 cohort studie en 4 geneste patient-controle studies over de serum concentratie van transvetzuren. 

De deelnemers waren gezonde personen vanaf 26 jaar oud.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van transvetzuren via voeding en het krijgen van borstkanker [gepoolde effectengrootte = 1.02, 95% BI = 0.95-1.10, p = 0.403].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van geconjugeerd linolzuur (CLA) via voeding en het krijgen van borstkanker [gepoolde effectengrootte = 1.05, 95% BI = 0.95-1.17, p = 0.513].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname 1 gram transvetzuren per dag via voeding en het krijgen van borstkanker [RR = 1.00, 95% BI = 0.99-1.01].

De onderzoekers vonden dat een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen significant met 37% verhoogde. [gepoolde effectengrootte = 1.37, 95% BI = 1.04 -1.81, p = 0.02].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake and serum levels of trans fatty acids and risk of breast cancer: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective studies by Anjom-Shoae J, Sadeghi O, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30954361

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en transvetzuren.

Transvetten zijn van nature aanwezig in dierlijke producten, zoals melk-, schapen- en koeienvlees, roomboter en kaas.

Tegenwoordig ontstaan er geen transvetzuren meer bij het bewerken van oliën en vetten.

 

Een hoog vitamine D-gehalte voor de geboorte verlaagt ADHD

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Diverse onderzoeken hebben de invloed van prenatale (vóór de geboorte) blootstelling aan het vitamine D-gehalte op de ontwikkeling van de hersenen (van het ongeboren kind) onderzocht. Echter, de bewijslast bij mensen is nooit systematisch beoordeeld en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft een hoog vitamine D gehalte vóór de geboorte positieve invloed op de ontwikkeling van de hersenen van  het geboren kind?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een laag prenataal vitamine D-gehalte, dat een hoog prenataal vitamine D-gehalte geen significant effect had op de cognitie [β = 0.95, 95% BI = -0.03 tot 1.93, p = 0.05] en de psychomotorische ontwikkeling [β = 0.88, 95% BI = -0.18 tot 1.93, p = 0.10] van het geboren kind.

De onderzoekers vonden vergeleken met een laag prenataal vitamine D-gehalte, dat een hoog prenataal vitamine D-gehalte het risico op het krijgen van ADHD bij het geboren kind significant met 28% [gepoolde relatieve risico = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.89, p = 0.002]  verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met een laag prenataal vitamine D-gehalte, dat een hoog prenataal vitamine D-gehalte het risico op het krijgen van autisme-gerelateerde eigenschappen bij het geboren kind significant met 58% [gepoolde odds ratio = 0.42, 95% BI = 0.25 tot 0.71, p = 0.001]  verlaagde.

De onderzoekers vonden dat er weinig bewijs was voor de beschermende effecten van een hoog prenataal vitamine D-gehalte en de taalontwikkeling en de gedragsproblemen bij het geboren kind.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog vitamine D-gehalte vóór de geboorte het risico op het krijgen van ADHD en autisme-gerelateerde eigenschappen bij het geboren kind verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Neurodevelopmental effects of prenatal vitamin D in humans: systematic review and meta-analysis by García-Serna AM and Morales E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30696940

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en vitamine D.
 

Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), kanker of hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met 25208 mensen die doodgingen aan all-cause mortaliteit, 4877 mensen die doodgingen aan kanker en 2366 mensen die doodgingen aan hart- en vaatziekten.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) [RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 1.02, p = 0.096].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan kanker (kanker mortaliteit) [RR = 1.09, 95% BI = 0.96 tot 1.24, p = 0.204].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband was tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken, kanker of hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Potato consumption and risk of all cause, cancer and cardiovascular mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Darooghegi Mofrad M, Milajerdi A, […], Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30638040

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over aardappelenconsumptie en ouderdom
 

Dagelijks 3 kopjes koffie verlaagt doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere meta-analyse liet een omgekeerde associatie zien tussen koffieconsumptie en mortaliteit door alle oorzaken (all-cause mortaliteit oftewel doodgaan aan alle oorzaken). Echter, de relatie tussen cafeïnehoudende en cafeïnevrije koffieconsumptie en mortaliteit door alle oorzaken is inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van koffie de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 cohort studies met in totaal 10103115 deelnemers, waarvan 240303 mensen die dood waren gegaan aan alle oorzaken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het drinken van koffie en all-cause mortaliteit [p 0.001].

De onderzoekers vonden vergeleken met geen koffieconsumptie, dat het drinken van 3 kopjes koffie per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.84 tot 0.89] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van 3 kopjes koffie per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Caffeinated and decaffeinated coffee consumption and risk of all-cause mortality: a dose-response meta-analysis of cohort studies by Li Q, Liu Y, […], Hu D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30786114

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het drinken van koffie en chronische ziekten.
 

Vis verlaagt ziekte van Crohn

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen visconsumptie of het eten van n-3 PUFA’s en het krijgen inflammatoire darmziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 282610 deelnemers, waarvan 2002 mensen met inflammatoire darmziekten (1061 mensen met de ziekte van Crohn en 937 mensen met colitis ulcerosa).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 46% [gepoolde effectgrootte = 0.54, 95% BI = 0.31-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten niet significant met 17% [gepoolde effectgrootte = 1.17, 95% BI = 0.80-1.72, p = 0.41] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 25% [gepoolde effectgrootte = 0.75, 95% BI = 0.57-0.98, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van alfa-linoleenzuur de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten niet significant met 17% [gepoolde effectgrootte = 1.17, 95% BI = 0.63-2.17, p = 0.62] verhoogde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn verlaagde en het eten van n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of fish, n-3 polyunsaturated fatty acids, and risk of inflammatory bowel disease: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Mozaffari H, Daneshzad E, […], Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30680455

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie, n-3 PUFA’s en chronische ziekten.
 

Boomnoten verlagen metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cross-sectionele studies en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 89224 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van noten, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 16% [multivariable adjusted RR = 0.84, 95% BI = 0.76-0.92, p  0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van boomnoten, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 3% [multivariable adjusted RR = 0.97, 95% BI = 0.94-1.00, p = 0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van pinda’s, de kans op het krijgen van het metabole syndroom niet verlaagde [multivariable adjusted RR = 1.01, 95% BI = 0.96-1.06, p = 0.68].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van noten, met name boomnoten de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Relationship Between Nut Consumption and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Observational Studies by Zhang Y and Zhang DZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30716015

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten, significant/RR en het metabole syndroom.

Voorbeelden van boomnoten zijn amandelen, cashewnoten, hazelnoten, macadamia’s, paranoten, pistachenoten en walnoten. Pinda’s zijn geen noten, maar peulvruchten, die onder de grond groeien en worden daarom aardnoten genoemd.

 

Probiotica-supplementen zowel voor als na de zwangerschap verlagen atopische dermatitis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Probiotica-supplementen tijdens het vroege leven kunnen effectief zijn bij het voorkomen van atopische dermatitis (AD). Echter, de resultaten met betrekking tot de effectiviteit zijn controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlagen probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van atopische dermatitis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica-supplementen door de moeder, de kans op het krijgen van atopische dermatitis tijdens het jonge leven van de baby significant met 31% [OR = 0.69, 95% BI = 0.58-0.82, p  0.000] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica-supplementen (door de moeder) zowel gedurende vóór als ná de zwangerschap, de kans op het krijgen van atopische dermatitis tijdens het jonge leven van de baby significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.54-0.82] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica-supplementen (door de moeder) vóór de zwangerschap, de kans op het krijgen van atopische dermatitis tijdens het jonge leven van de baby niet significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica-supplementen ná de zwangerschap (door de moeder), de kans op het krijgen van atopische dermatitis tijdens het jonge leven van de baby niet significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica-supplementen (door de moeder) zowel gedurende vóór als ná de zwangerschap, de kans op het krijgen van atopische dermatitis tijdens het jonge leven van de baby verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Probiotic Supplementation for Prevention of Atopic Dermatitis in Infants and Children: A Systematic Review and Meta-analysis by Li L, Han Z, […], He C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30465329

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en probiotica.
 

Dagelijks 500 mg vitamine C via voeding verlaagt oogziekte leeftijdsgebonden cataract

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bestaande studies suggereren dat vitamines en carotenoïden kunnen worden geassocieerd met een verminderd risico op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract (grijze staar). Echter, een kwantitatieve samenvatting van deze associatie ontbreekt. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamines en carotenoïden (beta-caroteen, luteïne en zeaxanthine) de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s en 12 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine A, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.71 tot 0.92, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine C, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.72 tot 0.88, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine E, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 1.00, p = 0.049] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van beta-caroteen, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.99, p = 0.023] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van luteïne of zeaxanthine, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.75 tot 0.89, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract [RR = 0.97, 95% BI = 0.91 tot 1.03, p = 0.262].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.91 tot 1.03 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het slikken van beta-caroteen supplementen en de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract [RR = 0.99, 95% BI = 0.92 tot 1.07, p = 0.820].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 10 mg luteïne of zeaxanthine per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.67 tot 0.80, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 500 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.74 tot 0.91, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 5 mg beta-caroteen per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.88 tot 0.96, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 5 mg vitamine A per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 tot 0.98, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vitamine A (minimaal 5 mg per dag), vitamine C (minimaal 500 mg per dag), vitamine E, beta-caroteen (minimaal 5 mg per dag) en luteïne of zeaxanthine (minimaal 10 mg per dag), de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary vitamin and carotenoid intake and risk of age-related cataract by Jiang H, Yin Y, […], Ma L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30624584

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamines, carotenoïden en ouderdom
 

2 keer 2 gram inositolsupplementen per dag verlaagt zwangerschapsdiabetes

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van inositolsupplementen de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCTs met in totaal 965 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van inositol de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes significant met 51% [OR = 0.49, p = 0.01] verlaagde. Echter, dit verlaagde kans was alleen significant bij 2 keer 2 gram inositolsupplementen per dag.

De onderzoekers vonden dat het slikken van inositol de kans op het krijgen van een vroeggeboorte significant met 65% [OR = 0.35, 95% BI = 0.17-0.74, p = 0.0061] verlaagde. Echter, dit verlaagde kans was alleen significant bij 2 keer 2 gram inositolsupplementen per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 2 keer 2 gram inositolsupplementen per dag, zowel de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes als een vroeggeboorte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Inositol for the prevention of gestational diabetes: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Vitagliano A, Saccone G, […], Berghella V.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30564926

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en inositol.
 

Dagelijks 100 microgram foliumzuur via voeding verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies gericht op de associatie tussen foliumzuur en borstkanker lieten  tegenstrijdige bevindingen zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt de inname van foliumzuur via voeding de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 prospectieve cohort studies met in totaal 41516 mensen met borstkanker onder 1171048 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat foliumzuurinname via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door oestrogeen-negatieve tumoren, significant met 12% [gepoolde risk ratio = 0.88, 95% BI = 0.78-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat foliumzuurinname via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door zowel oestrogeen-negatieve als progesteron-negatieve tumoren, significant met 18% [gepoolde risk ratio = 0.82, 95% BI = 0.68-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 microgram foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door oestrogeen-negatieve tumoren, significant met 6% [risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.88-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 microgram foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door zowel oestrogeen-negatieve als progesteron-negatieve tumoren significant met 10% [risk ratio = 0.90, 95% BI = 0.85-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van foliumzuur via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen significant met 6% [risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.88-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van foliumzuur via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen met een matige of hoge alcoholconsumptie  significant met 18% [risk ratio = 0.82, 95% BI = 0.72-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 100 microgram (mcg of μg) foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door zowel oestrogeen-negatieve tumoren als oestrogeen-negatieve en progesteron-negatieve tumoren, verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake and the risk of breast cancer: an up-to-date meta-analysis of prospective studies by Zeng J, Wang K, [...], Chang H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30647438

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over foliumzuur, meta-analyse/significant en borstkanker.

 

Suikerpatiënten type 2 hebben baat bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bewijs uit gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) suggereert dat viskeuze voedingsvezels gunstige effecten kunnen hebben op de glykemische controle en dus op een verbeterd risicoprofiel voor hart- en vaatziekten. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben suikerpatiënten type 2 baat bij viskeuze voedingsvezelssupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s (van minstens 3 weken) met in totaal 1394 deelnemers.

De gemiddelde dosering van de viskeuze voedingsvezels was 13.1 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen het HbA1c-gehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.58% [MD = -0.58%, 95% BI = -0.88 tot -0.28, p = 0.0002] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen het nuchter bloedsuikergehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.82 mmol/L [MD = -0.82 mmol/L, 95% BI = -1.32 tot -0.31, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen de HOMA-IR waarde van suikerpatiënten type 2 significant met 1.89 punten [MD = -1.89, 95% BI = -3.45 tot -0.33, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat suikerpatiënten type 2 baat hadden bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen per dag gedurende minstens 3 weken.

Oorspronkelijke titel:
Should Viscous Fiber Supplements Be Considered in Diabetes Control? Results From a Systematic Review and Meta-analysis of Randomized Controlled Trials by Jovanovski E, Khayyat R, […], Vuksan V.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30617143

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en voedingsvezels.
 

Vitamine D-tekort verhoogt de ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen vitamine D bloedwaarde en de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een vitamine D bloedwaarde lager dan 30 ng/mL, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 77% [OR = 1.77, 95% BI = 1.29 tot 2.43, p 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een vitamine D bloedwaarde lager dan 20 ng/mL (=een vitamine D-tekort), de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 155% [OR = 2.55, 95% BI = 1.98 tot 3.27, p 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat 15 minuten zonlicht per week de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 98% [OR = 0.02, 95% BI = 0.00 tot  0.10, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen de vitamine D bloedwaarde van patiënten met de ziekte van Parkinson significant verhoogde [SMD = 1.79, 95% BI = 1.40 tot 2.18, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen geen significant effect had op de motorische functie van patiënten met de ziekte van Parkinson [MD = -1.82, 95% BI = -5.10 tot 1.45, p = 0.275].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D bloedwaarde lager dan 30 ng/mL de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verhoogde, terwijl 15 minuten zonlicht per week de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Association Between Vitamin D Status, Vitamin D Supplementation, Sunlight Exposure, and Parkinson's Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zhou Z, Zhou R, [...], Li K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30672512

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

1 tot 6 gram taurinesupplementen per dag verbeteren het uithoudingsvermogen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Taurine staat centraal in de vele fysiologische processen in het lichaam, waarvan sommige versterkt worden door taurine van buitenaf (via voeding en/of voedingssupplementen) en de potentie hebben om het uithoudingsvermogen te bevorderen. Echter, de onafhankelijke effecten van taurine op de lichamelijke prestaties zijn niet systematisch geanalyseerd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhogen taurinesupplementen het menselijk uithoudingsvermogen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 peer-reviewed artikelen. Een subanalyse van time-to-exhaustion (tijd-tot-uitputting) studies (n = 7) werd ook uitgevoerd.

De dosering van taurine varieerden tussen 1 en 6 gram per dag en werd 1 keer per dag gegeven gedurende maximaal 2 weken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat taurinesupplementen het uithoudingsvermogen significant verbeterden [Hedges' g = 0.40, 95% BI = 0.12-0.67, p = 0.004].
Dit resultaat was min of meer gelijk in time-to-exhaustion (tijd-tot-uitputting) studies [Hedges' g = 0.43, 95% BI = 0.12-0.75, p = 0.007].

De onderzoekers vonden geen verschil tussen acute en chronische suppletie van taurine. Verder had de dosering van taurine ook geen effect op het uithoudingsvermogen [p > 0.05].

De onderzoekers concludeerden dat het menselijk uithoudingsvermogen verbeterd werd door 1 tot 6 gram taurinesupplementen (1 keer per dag) per dag gedurende 2 weken.

Oorspronkelijke titel:
The Effects of an Oral Taurine Dose and Supplementation Period on Endurance Exercise Performance in Humans: A Meta-Analysis by Waldron M, Patterson SD, […], Jeffries O.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29546641

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding, krachttraining en eiwitten.

 

Dagelijks 100-300 gram groente of fruit verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en fruit de kans op het krijgen van kanker en hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 64 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 44% [RR = 0.56, 95% BI = 0.42 tot 0.74] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van mondkanker significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van keelkanker significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van strottenhoofdkanker significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.84 tot 0.88] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram fruit per dag.

De onderzoekers vonden dat 100 gram fruit per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.88 tot 0.90] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram fruit per dag.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van niercelkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van niercelkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom (lymfklierkanker) significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.84 tot 0.89] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram groente per dag.

De onderzoekers vonden dat 100 gram groente per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.84 tot 0.90] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram groente per dag.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit in blik, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit in blik, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van ingemaakte groente, de kans het krijgen van maagkanker significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 100-300 gram groente of 100-300 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van bepaalde kanker, hart- en vaatziekten en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Associations of Fruit and Vegetable Intakes with Burden of Diseases: A Systematic Review of Meta-Analyses by Yip CSC, Chan W and Fielding R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30639206

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente en fruit, hart- en vaatziekten en kanker.

 

Alzheimer-patiënten hebben een lage vitamine E bloedwaarde

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen de bloedwaarde van vitamine C, E en beta-caroteen en het krijgen van de ziekte Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte studies met gegevens over de bloedwaarde vitamine C, E en beta-caroteen van patiënten met de ziekte Alzheimer.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat de vitamine E bloedwaarde van patiënten met Alzheimer significant lager was dan van patiënten zonder Alzheimer [SMD = -1.49 μmol/L, 95% BI = -2.08 tot -0.89 μmol/L, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de meta-analyse geen significant verschil in de vitamine C bloedwaarde tussen patiënten met Alzheimer en patiënten zonder Alzheimer [SMD = -1.43 μmol/L, 95% BI = -3.05 tot 0.19 μmol/L, p = 0.083].

De onderzoekers vonden in de meta-analyse geen significant verschil in de beta-caroteen bloedwaarde tussen patiënten met Alzheimer en patiënten zonder Alzheimer [SMD = -0.61 μmol/L, 95% BI = -1.40 tot 0.18 μmol/L, p = 0.131].

De onderzoekers concludeerden dat een verlaagde vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of vitamin C, vitamin E and β-carotene levels in the plasma of Alzheimer's disease patients by Dong R, Yang Q, […], Zhao H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30081996

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C, E, beta-caroteen en dementie

De vitamine E bloedwaarde kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine E bevatten en/of door vitamine E-supplementen te slikken.
 

Vitamine A en C via voeding verlagen de oogziekte glaucoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel er verschillende onderzoeken uitgevoerd zijn naar de relatie tussen vitamines en het krijgen van glaucoom (groene staar), zijn de resultaten vaak tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van vitamines en het krijgen van de oogziekte glaucoom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies met in totaal 940 mensen met de oogziekte glaucoom en 123697 mensen zonder de oogziekte glaucoom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine A via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 55% [gepoolde OR = 0.45, 95% BI = 0.30-0.68, I2 = 0%] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.30 tot 0.68 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine C via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 61% [OR = 0.39, 95% BI = 0.23-0.67, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van groene bladgroenten, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 61% [OR = 0.39, 95% BI = 0.22-0.70, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van vitamine B1 via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom [OR = 0.84, 95% BI = 0.47-1.51].

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom [OR = 0.95, 95% BI = 0.75-1.19].
Niet significant omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.75 tot 1.19 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vitamine A, vitamine C en groene bladgroenten, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom verlaagden. 

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Vitamins on Glaucoma: A Systematic Review and Meta-Analysis by Ramdas WD, Schouten JSAG and Webers CAB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5872777/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine A, C, B1, E, groene bladgroenten en ouderdom

88 µg vitamine D per dag verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het voorkomen van diabetes is een prioriteit voor de volksgezondheid. Suppletie met vitamine D-supplementen kan de ontwikkeling van diabetes bij personen met een verhoogd risico helpen voorkomen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine D-supplementen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 (diabetes type 2)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s met in totaal 3848 deelnemers.

De gemiddelde duur van de studies was 22 weken.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 26 en 71 jaar.
De gemiddelde dosering van vitamine D-supplementen was 88 µg/d (3500 IU/d).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen het HbA1c-gehalte significant met 0.71% [95% BI = -1.02 tot -0.39] verlaagde.
In de subgroepenanalyses was dit effect het grootst bij mensen met overgewicht/obesitas, korter dan 6 maanden vitamine D suppletie (het slikken van vitamine D-supplementen), bij een vitamine D bloedwaarde van boven 86 nmol/L en bij mensen jonger dan 45 jaar.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen het nuchter suikergehalte significant met 0.72 mmol/L [95% BI = -1.02 tot -0.42] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen de HOMA-IR waarde significant met 0.62 punt [95% BI = -0.92 tot -0.32] verlaagde.
In de subgroepenanalyses was dit effect het grootst bij mensen met overgewicht/obesitas en bij een vitamine D bloedwaarde van boven 86 nmol/L.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 88 µg vitamine D per dag gedurende 22 weken, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Supplementation, Glycemic Control, and Insulin Resistance in Prediabetics: A Meta-Analysis by Mirhosseini N, Vatanparast H, [...], Kimball SM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6016617/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over suikerziekte en vitamine D.
 

500 mg flavanolen per dag verlaagt BMI

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van flavonoïden, zoals flavanolen en isoflavonen het BMI en de buikomtrek?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 58 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van flavanolensupplementen het BMI significant verlaagde [MD = -0.28 kg/m2, p = 0.04, n = 21].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van flavanolensupplementen het BMI onder Aziaten significant verlaagde [MD = -0.42 kg/m2, p = 0.046, n = 13].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van flavanolensupplementen het BMI onder mensen tot 50 jaar significant verlaagde [MD = -0.50 kg/m2, p = 0.008, n = 14].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van flavanolensupplementen het BMI van mensen met overgewicht (BMI>25) significant verlaagde [MD = -0.30 kg/m2, p = 0.049, n = 15].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van minstens 500 mg flavanolen per dag, het BMI significant verlaagde [MD = -0.36 kg/m2, p = 0.049, n = 12].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van flavanolensupplementen de buikomtrek significant verlaagde [MD = -60 cm, p = 0.02, n = 18].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van isoflavonensupplementen, het BMI van niet Aziaten significant verlaagde [MD = -0.26 kg/m2, p = 0.035, n = 13].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van minstens 75 mg isoflavonen per dag, het BMI significant verlaagde [MD = -0.34 kg/m2, p = 0.027, n = 8].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minstens 500 mg flavanolen per dag of minstens 75 mg isoflavonen per dag, het BMI verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Flavanols are potential anti-obesity agents, a systematic review and meta-analysis of controlled clinical trials by Akhlaghi M, Ghobadi S, […], Mohammadian F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29759310

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht en flavonoïden.
Deze maaltijd levert 75 mg isoflavonen.

 

Vitamine E via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen uit observationele studies naar de relatie tussen vitamine E-inname en het risico op het krijgen van een beroerte blijven controversieel en de dosisafhankelijke relatie tussen vitamine E-inname en het risico op het krijgen van een beroerte moet nog bepaald worden. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamine E via voeding de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met 3284 mensen met een beroerte onder 220371 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E-inname via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.73 tot 0.94] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E-inname via voeding gedurende maximaal 10 jaar de kans op het krijgen van een beroerte significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.72 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen een hoge vitamine E-inname via voeding en de kans op het krijgen van een beroerte [p = 0.0249].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine E (een hoge vitamine E-inname via voeding) de kans op het krijgen van een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin E intake and risk of stroke: a meta-analysis by Cheng P, Wang L, [...], Zhu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30401005

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en het voorkomen van een beroerte.
 

50 gram koolhydraten per dag verhoogt goed cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Koolhydratenarme diëten kunnen het LDL-cholesterol verhogen en daarmee ook het risico op hart- en vaatziekten verhogen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een koolhydratenarm dieet het cholesterol- en trygliceridengehalte onder mensen met overgewicht of obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 1633 deelnemers, waarvan 815 in de vetarm dieetgroep (controle groep) en 818 in de koolhydratenarm dieetgroep (interventiegroep).
Alle RCT’s kenden meer dan 100 deelnemers en duurden minstens 6 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met het volgen van een vetarm dieet, dat het volgen van een koolhydratenarm dieet gedurende 6, 12 of 24 maanden niet tot een significant verschil in het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met overgewicht of obesitas leidde.

De onderzoekers vonden vergeleken met het volgen van een vetarm dieet, dat het volgen van een koolhydratenarm dieet gedurende 6 of 12 maanden het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met overgewicht of obesitas  significant verhoogde [0.08 mmol/L, 95% BI = 0.06-0.11, p  0.00001]. Het effect was het grootst bij maximaal 50 gram koolhydraten per dag [0.12 mmol/L, 95% BI = 0.10-0.14, p  0.00001].

De onderzoekers vonden vergeleken met het volgen van een vetarm dieet, dat het volgen van een koolhydratenarm dieet gedurende 6 of 12 maanden het triglyceridengehalte van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [-0.13 mmol/L, 95% BI = -0.19 tot -0.08, p  0.00001]. Het effect was het grootst bij maximaal 50 gram koolhydraten per dag [-0.19 mmol/L, 95% BI = -0.26 tot -0.12, p = 0.02].

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een koolhydratenarm dieet (bij voorkeur maximaal 50 gram koolhydraten per dag) gedurende 6 of 12 maanden het triglyceridengehalte van mensen met overgewicht of obesitas verlaagde en het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of carbohydrate-restricted diets on low-density lipoprotein cholesterol levels in overweight and obese adults: a systematic review and meta-analysis by Gjuladin-Hellon T, Davies IG, […], Amiri Baghbadorani R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30544168

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, koolhydraten en overgewicht.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog LDL-cholesterolgehalte, een hoog triglyceridengehalte en  een laag HDL-cholesterolgehalte.

50 gram koolhydraten per dag komt overeen met een dieet met 10 En% koolhydraten. Een makkelijke manier om een dieet met 10 En% koolhydraten te volgen, is door te kiezen voor producten die ook 10 En% koolhydraten leveren. Deze producten leveren 10 En% koolhydraten.
 

Roodvlees, zeevruchten, fructose en alcohol verhogen jicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie (positief of negatief) tussen het eten van sommige producen en het krijgen van jicht of het krijgen van hyperurikemie (een zeer hoog urinezuurgehalte in het bloed)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies (de follow-up duur varieerde tussen 6 en 26 jaar) en 9 cross-sectionele studies.

De gemiddelde NOS score was 7.1, wat duidde op kwalitatief hoogwaardige studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van jicht significant met 29% [OR = 1.29, 95% BI = 1.16-1.44] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van zeevruchten (schaal- en schelpdieren die in de zee voorkomen) de kans op het krijgen van jicht significant met 31% [OR = 1.31, 95% BI = 1.01-1.68] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van jicht significant met 158% [OR = 2.58, 95% BI = 1.81-3.66] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van fructose de kans op het krijgen van jicht significant met 114% [OR = 2.14, 95% BI = 1.65-2.78] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van zuivelproducten de kans op het krijgen van jicht significant met 44% [OR = 0.56, 95% BI = 0.44-0.70] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van sojaproducten de kans op het krijgen van jicht significant met 15% [OR = 0.85, 95% BI = 0.76-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van purinerijke groenten de kans op het krijgen van jicht significant met 14% [OR = 0.86, 95% BI = 0.75-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het drinken van koffie de kans op het krijgen van jicht significant met 53% [OR = 0.47, 95% BI = 0.37-0.59] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van hyperurikemie (een zeer hoog urinezuurgehalte in het bloed) significant met 24% [OR = 1.24, 95% BI = 1.04-1.48] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van zeevruchten (schaal- en schelpdieren die in de zee voorkomen) de kans op het krijgen van hyperurikemie (een zeer hoog urinezuurgehalte in het bloed) significant met 47% [OR = 1.47, 95% BI = 1.16-1.86] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van hyperurikemie (een zeer hoog urinezuurgehalte in het bloed) significant met 106% [OR = 2.06, 95% BI = 1.60-2.67] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van fructose de kans op het krijgen van hyperurikemie (een zeer hoog urinezuurgehalte in het bloed) significant met 85% [OR = 1.85, 95% BI = 1.66-2.07] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van zuivelproducten de kans op het krijgen van hyperurikemie (een zeer hoog urinezuurgehalte in het bloed) significant met 50% [OR = 0.50, 95% BI = 0.37-0.66] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van sojaproducten de kans op het krijgen van hyperurikemie (een zeer hoog urinezuurgehalte in het bloed) significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.56-0.88] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.56 tot 0.88 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van purinerijke groenten de kans op het krijgen van hyperurikemie (een zeer hoog urinezuurgehalte in het bloed) niet significant met 10% [OR = 1.10, 95% BI = 0.88-1.39, p = 0.39] verhoogde.
Niet significant omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.88 tot 1.39 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het drinken van koffie de kans op het krijgen van hyperurikemie (een zeer hoog urinezuurgehalte in het bloed) bij mannen niet significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.55-1.06] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het drinken van koffie de kans op het krijgen van hyperurikemie (een zeer hoog urinezuurgehalte in het bloed) bij vrouwen significant met 58% [OR = 1.58, 95% BI = 1.16 -2.16] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van roodvlees, zeevruchten, alcohol of fructose het risico op het krijgen van hyperuricemie en jicht verhoogde terwijl het eten van zuivelproducten of sojaproducten het risico op het krijgen van hyperuricemie en jicht juist verlaagde. Purinerijke groenten vertonen geen associatie met hyperurikemie, maar verlaagde wel de kans op het krijgen van jicht. Het drinken van koffie verlaagde de kans op het krijgen van jicht, terwijl het geassocieerd werd met een verhoogd risico op het krijgen van  hyperuricemie bij vrouwen.

Oorspronkelijke titel:
Dietary factors and risk of gout and hyperuricemia: a meta-analysis and systematic review by Li R, Yu K and Li C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30485934

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over voedingsgroepen, fructose en jicht.

 

Patiënten met gordelroos hebben baat bij het slikken van vitamine B12

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben patiënten met gordelroos baat bij het slikken van vitamine B12?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s (gepubliseerd tussen 2013 en 2016) met in totaal 383 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine B12 de numerieke beoordelingsschaal bij patiënten met gordelroos significant verlaagde [MD = -4.01, 95% BI = -4.70 tot -3.33].  Verder verbeterde het slikken van vitamine B12 de kwaliteit van leven van patiënten met gordelroos en verminderde het gebruik van pijnstillers.

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met gordelroos baat hadden bij het slikken van vitamine B12.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin B12 for herpetic neuralgia: A meta-analysis of randomised controlled trials by Wang JY, Wu YH, [...], Lu PH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30477853

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine B12.

Gordelroos (ook wel herpes zoster genoemd) is een zeer pijnlijke huidziekte. U kunt gordelroos krijgen van het herpes zoster virus. Dit is hetzelfde virus dat waterpokken veroorzaakt. Als u waterpokken hebt gehad, blijft dit virus uw hele leven inactief in het lichaam aanwezig. Soms kan het virus na vele jaren weer actief worden.
Eén op de 300 mensen krijgt gordelroos, waarbij vrouwen er vaker last van hebben dan mannen. Vanaf uw zestigste neemt de kans op gordelroos toe.
 

Dagelijks 10 gram vezels via voeding verlaagt mogelijk eierstokkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies met betrekking tot het verband tussen de inname van voedingsvezels en het risico op het krijgen van eierstokkanker laten geen consistente resultaten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt vezelinname via voeding de kans op het krijgen van eierstokkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 patiënt-controle studies en 3 cohort studies met in totaal 5777 vrouwen met eierstokkanker onder 142189 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 22% [gepoolde multivariable-adjusted RR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.88, I2 = 4.20%, P = 0.40] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.82 tot 0.93, I2 = 7.3%, p = 0.38] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van eierstokkanker in patiënt-controle studies significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van eierstokkanker in cohort studies niet significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.65 tot 1.10] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van eierstokkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet teruggevonden werd in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber intake and reduced risk of ovarian cancer: a meta-analysis by Zheng B, Shen H, […], Qin Y.

Link:
https://nutritionj.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12937-018-0407-1

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/cohort studies, vezels en kanker.
Deze maaltijden leveren minimaal 10 gram vezels.