Voedingsvezels bieden bescherming tegen borstkanker


Onderzoeksvraag:
Het bewijs uit patiënt-controle studies suggereert dat voedingsvezels de kans op het krijgen van borstkanker verlagen, echter dit bewijs is onduidelijk voor prospectieve cohort studies. Daarom werden een systematisch literatuuronderzoek en een meta-analyse uitgevoerd om het verband tussen het eten van voedingsvezels en het risico op het krijgen van borstkanker in prospectieve cohort studies te onderzoeken.

Bestaat er een relatie tussen het eten van voedingsvezels en het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 prospectief cohort studies en deze studies kenden samen 999 271 deelnemers waarvan 26 523 kankergevallen.

Het relatieve risico met 95% BI en het random-effects model werden gebruikt om de relatie tussen het eten van voedingsvezels en het krijgen van borstkanker weer te geven.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van 10 gram voedingsvezels per dag de kans op het krijgen van borstkanker significant met 5% deed afnemen. Anders gezegd, het relatieve risico was 0.95 [95% BI = 0.91-0.98]. Significant wil zeggen, het kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van 10 gram voedingsvezels per dag de kans op het krijgen van borstkanker werkelijk verlaagde.

Het relatieve risico voor de hoogste vezelinname (16.3-35.2 gram per dag) vergeleken met de laagste vezelinname was 0.93 [95% BI = 0.89-0.98]. Anders gezegd, mensen die veel voedingsvezels per dag aten, hadden significant 7% minder kans op het krijgen van borstkanker dan mensen die weinig voedingsvezels aten.

Het relatieve risico voor de hoogste fruitvezelinname vergeleken met de laagste fruitvezelinname was 0.95 [95% BI = 0.86-1.06]. Anders gezegd, mensen die veel fruitvezels per dag aten, hadden niet-significant 5% minder kans op het krijgen van borstkanker dan mensen die weinig fruitvezels aten. Niet-significant wil zeggen, het verlaagde risico van 5% was niet met 95% zekerheid toe te schrijven aan het eten van fruitvezels.

Het relatieve risico voor de hoogste groentevezelinname vergeleken met de laagste groentevezelinname was 0.99 [95% BI = 0.92-1.07].

Het relatieve risico voor de hoogste graanvezelinname vergeleken met de laagste graanvezelinname was 0.96 [95% BI = 0.90-1.02].

Het relatieve risico voor de hoogste oplosbare vezelinname vergeleken met de laagste oplosbare vezelinname was 0.91 [95% BI = 0.84-0.99].

Het relatieve risico voor de hoogste onoplosbare vezelinname vergeleken met de laagste onoplosbare vezelinname was 0.95 [95% BI = 0.89-1.02].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van voedingsvezels de kans op het krijgen van borstkanker deed afnemen.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber and breast cancer risk: a systematic review and meta-analysis of prospective studies by Aune D, Chan DSM, […], Norat T.

Link:
http://annonc.oxfordjournals.org/content/early/2012/02/03/annonc.mdr589.full.pdf+html

Extra informatie van El Mondo:
De belangrijkste risicofactoren voor het krijgen van borstkanker zijn het vrouw zijn en de leeftijd. Andere risicofactoren zijn overgewicht, het alcoholgebruik, de leeftijd waarop de vrouw haar eerste kind krijgt, het niet geven van borstvoeding en de leeftijd waarop de vrouw voor het eerst menstrueert.
De reden dat de Gezondheidsraad 1-2 glazen alcohol per dag bij vrouwen aanbeveelt, is omdat boven 2 glazen het risico op borstkanker toeneemt.
Slechts 5 tot 10 % van alle borstkanker wordt in verband gebracht met erfelijke oorzaken.

Het verband gevonden in prospectieve cohort studies is altijd betrouwbaarder dan in patiënt-controle studies en daarom moet het gevonden verband in patiënt-controle studies altijd bevestigd worden in prospectieve cohort studies. Echter, het verband gevonden in prospectieve cohort studies moet op haar beurt bevestigd worden in RCT’s want alleen RCT’s kunnen een oorzakelijk verband aantonen.