Viseten verlaagt niet slokdarmkanker


Onderzoeksvraag:
Inconsistente resultaten met betrekking tot het verband tussen het eten van vis en het risico op het krijgen van verschillende vormen van slokdarmkanker, zoals slokdarm plaveiselcelcarcinoom en slokdarm adenocarcinoom zijn in wetenschappelijke studies gevonden. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 patiënt-controle studies en 3 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis vergeleken met weinig vis, de kans op het krijgen van slokdarm plaveiselcelcarcinoom significant met 19% [95% BI = 0.66-0.99 en er was sprake van heterogeniteit tussen de studies, p =0.007] verlaagde.

In de hoogste versus de laagste analyse vonden de onderzoekers dat het eten van vis de kans op het krijgen van slokdarm adenocarcinoom niet-significant met 14% [95% BI = 0.61-1.22] verlaagde. Niet-significant wil zeggen, er kan niet met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van slokdarm adenocarcinoom verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis de kans op het krijgen van slokdarmkanker niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fish consumption and risk of esophageal cancer and its subtypes: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Han YJ, Li J, […], Liao ZE.

Link:
http://www.nature.com/ejcn/journal/v67/n2/abs/ejcn2012213a.html

Extra informatie van El Mondo:
Slokdarmkanker is een kwaadaardige tumor in de slokdarm. Er zijn twee typen slokdarmkanker:

  1. Slokdarm plaveiselcelcarcinoom: Deze tumor vormt zich uit de cellaag die de binnenkant van de slokdarm bekleedt en ontstaat vooral in het middelste en onderste deel van de slokdarm.
  2. Slokdarm adenocarcinoom: Deze tumor ontwikkelt zich uit cylindrisch epitheel, ook wel Barrett epitheel genoemd.

De Nederlandse aanbeveling voor visconsumptie is 2 keer per week vis (100-150 gram per keer), waarvan ten minste 1 keer vette vis. Vette vissen hebben meer EPA en DHA dan niet vette vissen.