Waarom kan de fabrikant niet zomaar het vet- of suikergehalte in levensmiddelen verlagen?

Het vet- en suikergehalte in levensmiddelen worden gezien als de boosdoeners van overgewicht onder de Nederlandse bevolking. Toch kan de fabrikant niet zomaar het vet- of suikergehalte in hun levensmiddelen verlagen. Dat komt omdat het vet- of suikergehalte van een product vaak wettelijk vastligt.
Zo mag de fabrikant de naam “jam” pas op het potje zetten wanneer het product minstens 61 gram suiker per 100 gram product bevat. Zit hij met het suikergehalte eronder dan is het strafbaar om de naam “jam” te gebruiken.
Zo moet slagroom van de wet minstens 35% vet, roomboter minstens 82% vet en sinaasappelsap minstens 11 gram  koolhydraten per 100 ml bevatten.
De reden dat de naam van een product aan wetgeving gebonden is, is om de identiteit van het product te bewaren en om vervalsing te voorkomen. Anders, staat jam op een potje terwijl het maar 20 of 45 gram suiker per 100 gram product bevat of roomboter met 10% vet.