Wat is de Warenwet?

De Warenwet is de levensmiddelenwetgeving. Bij het produceren van levensmiddelen en voedingssupplementen moet de fabrikant aan de Warenwet houden. De Warenwet bepaalt wat de fabrikant wel of niet aan het product mag toevoegen en wat op de verpakking mag en moet staan.
Zo bepaalt de Warenwet dat sap (bijvoorbeeld sinaasappelsap en appelsap) altijd 100% én zonder toevoegingen is. Dus woorden, zoals 100% sap en zonder toevoegingen op een pak sinaasappelsap zijn overbodig en verwarrend. Ze wekken de suggestie dat een pak sinaasappelsap zonder deze woorden misschien niet 100% sap en misschien toevoegingen bevat. Maar een sinaasappelsap bevat altijd 100% sap én zonder toevoegingen. Dat is wettelijk vastgelegd.
100% sap en zonder toevoegingen op een pak sap zijn te vergelijken met witte sneeuw. Sneeuw is altijd wit en zo is sap voor de Warenwet altijd 100% én zonder toevoegingen, ongeacht of deze teksten op de verpakking staan of niet.

De Warenwet heeft als doel de eerlijke handel tussen de verschillende fabrikanten te bevorderen en de consument tegen misleiding te beschermen. De Warenwet heeft ook als doel de handel tussen de verschillende Europese lidstaten te vergemakkelijken en daarom hebben de voedingsaanbevelingen van de Warenwet een internationale karakter terwijl de voedingsaanbevelingen van de Gezondheidsraad een Nederlandse karakter hebben. Zo is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid calcium volgens de Warenwet 800 mg terwijl de Gezondheidsraad 1000-1200 mg adviseert.
Als consument moet u houden aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van de Gezondheidsraad. Maar de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van de Gezondheidsraad is niet gelijk aan die van de Warenwet en is ook niet terug te vinden op de verpakking van levensmiddelen!

De Warenwet verplicht de fabrikant de allergenen op de verpakking te vermelden, vandaar dat u de volgende allergenen soja, melkeiwitten, selderij, tarwe, noten, vis, fenylalanine en gluten op de verpakking ziet. De volgende 14 allergenen moeten vanaf 13 december 2014 in de ingrediëntenlijst vetgedrukt, met hoofdletters of onderstreept staan.

  1. Glutenbevattende granen (tarwe, rogge, gerst, haver, spelt, khorasantarwe/ kamut)
  2. Schaaldieren
  3. Eieren
  4. Vis
  5. Pinda
  6. Soja
  7. Melk (inclusief lactose)
  8. Noten (amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten en macadamianoten)
  9. Selderij
  10. Mosterd
  11. Sesamzaad
  12. Zwaveldioxide en sulfiet bij concentraties van meer dan 10 mg SO2 per kilo of liter
  13. Lupine 
  14. Weekdieren

Woorden, zoals vetarm, jam, vla, yoghurt, ik kies bewust logo, weidemelk, light, vezelrijk, rijk aan calcium, bron van vezels, glutenvrij of het gebruik van bepaalde E-nummers zijn wettelijk vastgelegd. De Warenwet schrijft voor wanneer de fabrikant deze woorden mag gebruiken.
Zo mag de fabrikant “bron van vezel” op de verpakking zetten wanneer het product minimaal 3 gram vezels per 100 gram product bevat.
Zo is light voor de Warenwet minimaal 30% minder calorieën dan het vergelijkbare product.
Zo mag de fabrikant pas "vitamine C" op de verpakking zetten wanneer het product minimaal 15% ADH vitamine C per 100 ml bevat. Vandaar 15% ADH vitamine C op een pak sap!
Zo mag de fabrikant pas "minder vet" of "minder suiker" op de verpakking zetten wanneer er een vermindering van minimaal 30% is. Vandaar 30% minder suiker of minder vet op de verpakking!
Zo mag de fabrikant pas "geen suikers toegevoegd" op de verpakking zetten wanneer hij tijdens de productie geen suiker in de vorm van glucose, saccharose en/glucose-fructosestroop heeft toegevoegd. Maar hij mag wel suiker toevoegen in de vorm van voedingsvezels, vruchten, vruchtensap, vruchtenconcentraat en toch nog "geen suikers toegevoegd" op de verpakking zetten. Anders gezegd, geen suikers toegevoegd op de verpakking wil niet zeggen dat de fabrikant tijdens de productie geen suikers heeft toegevoegd!
Zo mag de fabrikant pas "0% vet" op de verpakking zetten wanneer het product maximaal 0.5 gram vet per 100 gram product bevat en jam moet van de Warenwet minimaal 61 gram suiker per 100 gram bevatten.

De vitamines en mineralen zijn ook wettelijk vastgelegd. Voor de consument is ijzer ijzer maar voor de fabrikant is ijzer een verbinding, zoals ijzerbisglycinaat, ijzercarbonaat, ijzercitraat, ijzerammoniumcitraat, ijzergluconaat, ijzerfumaraat, ijzerlactaat, ijzersulfaat, ijzerdifosfaat, ijzersacharaat en elementaire ijzer.
Elk ijzersoort (ijzerverbinding) kent technologische voor- en nadelen. Het ijzersoort dat veel technologische voordelen oplevert, wordt heel slecht in het lichaam opgenomen en andersom.
IJzersoorten die veel technologische voordelen opleveren, zijn ijzergluconaat, ijzerbisglycinaat en elementaire ijzer. Daarom worden deze ijzersoorten ook veel gebruikt in levensmiddelen maar deze ijzersoorten worden in het lichaam heel slecht opgenomen. Als consument betaalt u dus voor de dure urine! Om de consument toch het gevoel te geven dat die niet voor de dure urine heeft betaald, wordt de ijzerverbinding vaak op de verpakking weggelaten!

Bij de productie van levensmiddelen wegen technologische voordelen namelijk veel zwaarder dan voedingskundige voordelen, zoals goed opneembaar in het lichaam. Technologische voordelen leveren voor de fabrikant geld op en voedingskundige voordelen namelijk niet. Anders gezegd, bij de productie van levensmiddelen komen voedingskundige voordelen, zoals goed voor de gezondheid nooit op de eerste plaats!

De THT (tenminste haalbaar tot) van sommige producten (vaak producten die ernstige voedselvergiftiging geven) zijn wettelijk vastgelegd. Om salmonella-vergiftiging te voorkomen, hebben de eieren in Nederland een THT van 28 dagen (gerekend vanaf de legdatum). Maar deze 28 dagen vindt de consument niet op de verpakking terug. Dat klopt, op de verpakking staat namelijk een kortere THT. Dat komt omdat de eieren een aantal dagen onderweg zijn voordat ze in de schap liggen.

De Warenwet laat toe dat elke burger levensmiddelen of voedingssupplementen onder eigen merk op de markt mag brengen zonder het product zelf geproduceerd te hebben. Dat verklaart waarom zoveel merken op de markt zijn.

Voor de consument is het vrij moeilijk om de verpakking van levensmiddelen of voedingssuplementen te lezen want de teksten hebben vaak niet een “letterlijke” betekenis. De fabrikant doet dat om ervoor te zorgen dat het product niet makkelijk na te maken valt. Zo betekent “geen suiker toegevoegd” niet dat het product ook geen suiker bevat. Het wil alleen zeggen dat tijdens de productie geen suiker in de vorm van mono- en/of disacharide is toegevoegd.
In principe kan “geen suiker toegevoegd” ook op een pak suiker staan want tijdens de productie van suiker is er namelijk geen suiker toegevoegd!

Hoe de Warenwet door de levensmiddelenindustrie geïnterpreteerd wordt, valt te lezen op de website van de VMT.