Voeding en gezondheid

Anthocyaninen via voeding verlaagt hypertensie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden (zoals flavonolen, flavonen of anthocyaninen) de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk (hypertensie)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cross-sectionele studies and 7 prospectieve cohort studies ( 200256 deelnemers, waarvan 45732 mensen met een hoge bloeddruk).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk niet significant met 4% [risk ratio = 0.96, 95% BI = 0.89 tot 1.03, I2 = 74%, p = 0.01] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

Echter, de onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 8% [risk ratio = 0.92, 95% BI = 0.88 tot 0.97] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Polyphenol Intake, Blood Pressure, and Hypertension: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Godos J, Vitale M, […], Grosso G.

Link:
https://www.mdpi.com/2076-3921/8/6/152/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden en het verlagen van een hoge bloeddruk.  

Cashewnoten verlagen de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van cashewnoten het gehalte van de bloedvetten (zoals triglyceriden, cholesterol) en de bloeddruk (zoals de systolische en diastolische bloeddruk)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met 246 deelnemers in de interventie groep (groep die cashewnoten kreeg) en  235 deelnemers in de placebo groep (groep die geen cashewnoten kreeg).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van cashewnoten het triglyceridengehalte significant verlaagde [WMD = -14.39, 95% BI = -27.30 tot -1.49, I2 = 82%]. 
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van cashewnoten de systolische bloeddruk (bovendruk) significant verlaagde [WMD = -1 mm/Hg, 95% BI = -5.12 tot -3.01, I2 = 0%]. 

De onderzoekers vonden dat het eten van cashewnoten de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde [WMD = -4.06 mm/Hg, 95% BI = -1.65 tot -0.35, I2 = 0%]. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van cashewnoten zowel het triglyceridengehalte als de bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Cashew Nut on Cardiovascular Risk Factors and Blood Pressure: A Systematic Review and Meta-analysis (P06-117-19) by Mahboobi S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6573847/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over notenconsumptie, het verlagen van de bloeddruk en hart- en vaatziekten.

Hartpatiënten hebben een hoog gehalte aan de bloedvetten en een hoge bloeddruk.

 

1 mg heme-ijzer per dag verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het is in dierenstudies aangetoond dat ijzer borstcarcinogenese (borstkanker) bevordert door de generatie van oxidatieve stress en interactie met oestrogeen. Van heme-ijzer, dat uitsluitend wordt gevonden in dierlijk voedsel, wordt gesuggereerd dat het een schadelijk effect heeft. Epidemiologisch bewijs voor de associatie tussen ijzerconsumptie en het krijgen van borstkanker blijft onduidelijk en is niet volledig samengevat. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhoogt een hoge ijzerinname of een hoog ijzergehalte in het lichaam de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies en 12 prospective cohort studies.

De gemiddelde NOS score was 7.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge heme-ijzerinname vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 12% [gepoolde RR = 1.12, 95% BI = 1.04-1.22 I2 = 39%, p = 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mg heme-ijzer per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 8% [gepoolde RR = 1.08, 95% BI = 1.002-1.17 I2 = 39%, p = 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum ijzergehalte vergeleken met een laag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 22% [gepoolde RR = 1.22, 95% BI = 1.01-1.47 I2 = 39%, p = 0.15, I2 = 61%, p = 0.04] verhoogde.

De onderzoekers vonden een J-vormige dosisafhankelijke relatie tussen het serum ijzergehalte en borstkanker, met sterk bewijs voor een non-lineair effect [p non lineair 0.001].
Specifiek werd een gestage toename van het risico op borstkanker vastgesteld voor het serum ijzergehalte boven 100 μg/dL, waarbij de associatie statistisch significant werd tot iets meer dan 125 μg/dL.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge heme-ijzerinname als een hoog serum ijzergehalte de kans op het krijgen van borstkanker verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Iron intake, body iron status, and risk of breast cancer: a systematic review and meta-analysis by Chang VC, Cotterchio M and Khoo E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6555759/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en (heme)ijzer inname.

Geen verband tussen gevogelte en hersenkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van gevogelte en eieren en de kans op het krijgen van hersenkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 studies over de consumptie van gevogelte en 5 studies over de eiconsumptie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van gevogelte en het krijgen van hersenkanker [gepoolde RR = 0.901, 95% BI = 0.703-1.154, I2 = 60.7%, p = 0.018].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van gevogelte en het krijgen van de hersenkanker glioom [RR = 0.873, 95% BI = 0.737-1.034, I2 = 0.0%, p = 0.838].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van eieren en het krijgen van hersenkanker [gepoolde RR = 0.998, 95% BI = 0.552-1.805, I2 = 82.6%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van eieren en het krijgen van de hersenkanker glioom [RR = 1.472, 95% BI = 0.935-2.316].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van zowel gevogelte als eieren en het krijgen van de hersenkanker, met name glioom.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of the association between poultry and egg consumption and the risk of brain cancer by Luo H, Sun P, [...], Guo Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30782302

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie, eieren en kanker.
 

Coënzym Q10 supplementen verlagen ontstekingen in patiënten met coronaire hartziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben coënzym Q10 supplementen positieve effecten op de biomerkers van ontsteking en oxidatieve stress bij patiënten met coronaire hartziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat coënzym Q10 supplementen het superoxide dismutase (SOD)-gehalte van patiënten met coronaire hartziekte significant verhoogden [SMD = 2.63, 95% BI = 1.17 tot 4.09, p 0.001, I2 = 94.5%].

De onderzoekers vonden dat coënzym Q10 supplementen het catalasegehalte van patiënten met coronaire hartziekte significant verhoogden [SMD = 1.00, 95% BI = 0.57 tot 1.43, p  0.001, I2 = 24.5%]. 

De onderzoekers vonden dat coënzym Q10 supplementen het malondialdehydegehalte van patiënten met coronaire hartziekte significant verlaagden [SMD = -4.29, 95% BI = -6.72 tot -1.86, p = 0.001, I2 = 97.6%]. 

De onderzoekers vonden dat coënzym Q10 supplementen het dienegehalte van patiënten met coronaire hartziekte significant verlaagden [SMD = -2.40, 95% BI = -3.11 tot -1.68, p  0.001, I2 = 72.6%]. 

De onderzoekers concludeerden dat coënzym Q10 supplementen het superoxide dismutase (SOD)-gehalte en het catalasegehalte verhoogden terwijl ze het malondialdehydegehalte en het dienegehalte van patiënten met coronaire hartziekte verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
The effects of coenzyme Q10 supplementation on biomarkers of inflammation and oxidative stress in among coronary artery disease: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Jorat MV, Tabrizi R, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30758695

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over coënzym Q10 en hart- en vaatziekten.

Malondialdehyde is een biomerker voor oxidatieve stress. Een teveel aan vrije radicalen of een tekort aan antioxidanten zorgt voor oxidatieve stress. Oxidatieve stress kan leiden tot ontstekingen in het lichaam. Chronische ontstekingen kunnen leiden tot ziekten, zoals hart- en vaatziekten.

Superoxide dismutase beschermt het lichaam tegen de schadelijke werking van vrije zuurstofradicalen. Superoxide dismutase wordt ook wel antioxidatieve enzymen genoemd.

Catalase inactiveert waterstofperoxide tot water en zuurstof. Waterstofperoxide is een vrije radicaal. Vrije radicalen kunnen onschadelijk worden gemaakt door antioxidanten, zoals vitamin C en E en door antioxidatieve enzymen, zoals superoxide dismutase en catalase.
 

Koffie verlaagt hersenkanker onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies hadden een aantal associaties aangetoond tussen koffie- en theeconsumptie en het risico op het krijgen van hersenkanker, maar de resultaten zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt koffie- of theeconsumptie de kans op het krijgen van hersenkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies (8 cohort studies en 3 patiënt-controle studies) met in totaal 2583 mensen met hersenkanker onder 1684262 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hersenkanker significant met 21.5% [RR = 0.785, 95% BI = 0.580-0.984, I2 = 65.6%, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hersenkanker onder Aziaten significant met 78.3% [RR = 0.217, 95% BI = 0.042-0.896] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van de hersenkanker glioom significant met 24% [RR = 0.760, 95% BI = 0.548-0.972] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hersenkanker significant met 14.2% [RR = 0.858, 95% BI = 0.700-0.992] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hersenkanker onder Amerikanen significant met 20.2% [RR = 0.798, 95% BI = 0.646-0.986] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van zowel veel koffie als thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hersenkanker significant met 31.6% [RR = 0.684, 95% BI = 0.481-0.975] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel koffie de kans op het krijgen van hersenkanker onder Aziaten verlaagde terwijl veel thee de kans het krijgen van hersenkanker onder Amerikanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between tea and coffee consumption and brain cancer risk: an updated meta-analysis by Song Y, Wang Z, [....], Guo J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6419842/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en thee- en koffieconsumptie.


 

Kiwi verlaagt niet hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van kiwi de risicofactoren van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal 489 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen causaal verband tussen het eten van kiwi en
-de systolische bloeddruk [MD = -1.72 mmHg, 95% BI = -4.27 tot 0.84];
-de diastolische bloeddruk [MD = -2.35 mmHg, 95% BI = -5.10 tot 0.41];
-het totale cholesterolgehalte [MD = -0.14 mmol/L, 95% BI = -0.71 tot 0.43];
-het triglyceridengehalte [MD = -0.23 mmol/L, 95% BI = -0.66 tot 0.20];
-het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) [MD = -0.41 mmol/L, 95% BI = -0.99 tot 0.18];
-het HDL cholesterolgehalte (goed cholesterol) [MD = 0.15 mmol/L, 95% BI = -0.18 to 0.48];
-het nuchter bloedglucosegehalte [MD = -0.08 mmol/L, 95% BI = -0.37 tot 0.21];
-de HOMA-IR waarde [MD = -0.29, 95% BI = -0.61 tot 0.02];
-het lichaamsgewicht [MD = -1.08 kg, 95% BI = -4.22 tot 2.05].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van kiwi de risicofactoren van hart- en vaatziekten niet verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of kiwifruit on metabolic health in patients with cardiovascular risk factors: a systematic review and meta-analysis by Suksomboon N, Poolsup N and Lin W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6350646/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van fruit en hart- en vaatziekten.
 

Cafeïnevrije koffie verlaagt mogelijk eierstokkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Resultaten uit eerdere publicaties over de associatie (het verband) tussen koffie- en cafeïneconsumptie en het krijgen van eierstokkanker zijn inconsistent. Daarom werd overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen koffie- en cafeïneconsumptie en het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 patiënt-controle studies met in totaal 40140 deelnemers, waarvan 8568 vrouwen met eierstokkanker. De deelnemers waren minimaal 17 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen koffieconsumptie en het krijgen van eierstokkanker [OR = 1.09, 95% BI = 0.94 tot 1.26].
Geen verband omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.94 tot 1.26 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen cafeïneconsumptie en het krijgen van eierstokkanker [OR = 0.89, 95% BI = 0.55 tot 1.45].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het drinken van cafeïnehoudende koffie en het krijgen van eierstokkanker [OR = 1.05, 95% BI = 0.87 tot 1.28].

De onderzoekers vonden in 5 studies dat het drinken van cafeïnevrije koffie, de kans op het krijgen van eierstokkanker signficant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.58 tot 0.90] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van cafeïnevrije koffie, de kans op het krijgen van eierstokkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies en geen cohort studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Coffee and caffeine intake and risk of ovarian cancer: a systematic review and meta-analysis by Shafiei F, Salari-Moghaddam A , […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30833443

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en koffieconsumptie.


 

Transvetzuren verhogen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende epidemiologische studies hebben het verband onderzocht tussen de vetinname via voeding en het risico op hart- en vaatziekten. Voedingsaanbevelingen gebaseerd op de resultaten uit de systematische review en meta-analyse kunnen echter geloofwaardig zijn en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Wat is de relatie tussen de verschillende vetsoorten en het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 56 cohort studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel vet en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [RR = 0.97, 95% BI = 0.93-1.01, I2 = 54.0%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel verzadigd vet en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [RR = 0.97, 95% BI = 0.93-1.02, I2 = 56.8%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel enkelvoudige onverzadigde vetzuren en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [RR = 0.97, 95% BI = 0.93-1.01, I2 = 50.3%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel meervoudige onverzadigde vetzuren (PUFA) en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [RR = 0.97, 95% BI = 0.93-1.004, I2 = 55.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel transvetzuren de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 14% verhoogde [RR = 1.14, 95% BI = 1.08-1.21, I2 = 26.1%]. Dit significant verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel meervoudige onverzadigde vetzuren (PUFA) gedurende minimaal 10 jaar de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-0.99, I2 = 62.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 2 En% transvetzuren per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.07-1.25] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel meervoudige onverzadigde vetzuren (PUFA) gedurende minimaal 10 jaar de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verlaagde, terwijl elke verhoging met 2 En% transvetzuren per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten juist verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary total fat, fatty acids intake, and risk of cardiovascular disease: a dose-response meta-analysis of cohort studies by Zhu Y, Bo Y and Liu Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6451787/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van vet en hart- en vaatziekten.
 

Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is geen overtuigende informatie beschikbaar over het verband tussen de Totale Antioxidatieve Capaciteit (TAC) van voeding en het risico op sterfte en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding het risico op sterfte (mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies met een follow-up duur van 4.3-16.5 jaar met 38449 doden aan alle oorzaken (all-cause mortalliteit), 4470 doden aan kanker (kankermortaliteit) en 2841 doden aan hart- en vaatziekten (hart- en vaatziekten mortaliteit) onder in totaal 226297 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 38% [gecombineerrde effectengrootte = 0.62, 95% BI = 0.60-0.64] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding, de kans op doodgaan aan kanker significant met 19% [gecombineerrde effectengrootte = 0.81, 95% BI = 0.75-0.88] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 21% [gecombineerrde effectengrootte = 0.71, 95% BI = 0.63-0.82] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Ferric Reducing Ability of Plasma (FRAP), met 5 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 7% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Oxygen Radical Absorbance Capacity (ORAC), met 5 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de non-lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Ferric Reducing Ability of Plasma (FRAP), van 2 tot 12 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant verlaagde [p non lineair = 0.002].

De onderzoekers vonden in de non-lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Oxygen Radical Absorbance Capacity (ORAC), van 5 tot 11 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant verlaagde [p non-lineair 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding (oftewel een voeding met veel antioxidanten) de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken, kanker als hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary total antioxidant capacity and mortality from all causes, cardiovascular disease and cancer: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Parohan M, Anjom-Shoae J, […], Sadeghi O

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30756144

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/significant, antioxidanten en mortaliteit.

De Totale Antioxidatieve Capaciteit (TAC) van voeding van ieder voedingsmiddel wordt gemeten met behulp van de volgende vier analysemethoden:

  1. Ferric Reducing Ability of Plasma (FRAP)
  2. Oxygen Radical Absorbance Capacity (ORAC)
  3. Trolox Equivalent Antioxidant Capacity (TEAC) en
  4. Total Radical-trapping Antioxidant Parameter (TRAP).
     

Produkt

ORAC waarde per 100 gram

Kruidnagel

314.446

Kaneel

267.536

Oregano poeder

200.129

Geelwortel

159.277

Sorghum, bran (negergierst)

100.800

Cacao poeder, ongezoet

80.933

Basilicum (gedroogd)

67.556

Peper, zwart, poeder

27.618

Tijm, vers

27.426

Chili poeder

23.636

Chocolade, puur

20.823

Noten, pecan

17.940

Paprika poeder

17.919

Gember, rauw

14.840

Vlierbessen

14.697

Pepermunt, vers

13.978

Oregano, vers

13.970

Noten, walnoten

13.541

Noten, hazelnoten

9.645

Cranberries, rauw

9.584

Artichok (gekookt)

9.416

Bonen, kidney, rauw

8.459

Bonen, zwart, rauw

8.040

Noten, pistache

7.983

Linzen, rauw

7.282

Agave (gedroogd)

7.274

Appels (gedroogd)

6.681

Knoflookpoeder

6.665

Bessen, blauwe

6.552

Pruimen, gedroogd

6.552

Bessen, zwarte

5.347

Knoflook, rauw

5.346

Koriander, rauw

5141

Frambozen

4.882

Basilicum (vers)

4.805

Noten, amandelen

4.454

Appels – Granny Smith

3.898

Dadels, Medjool

3.895

Rode wijn

3.873

Wijn, rood

3.873

Vijgen

3.383

Kersen

3.365

Kruisbessen

3.277

Pinda’s, rauw

3.166

Rozijnen

3.037

Appels – Red Delicious

2.936

Appels – Gala

2.828

Appels – Golden Delicious

2.670

Appels – Fuji

2.589

Broccoli, gekookt

2.386

Sla, rood

2.380

Asperge

2.150

Brood, roggebrood

1.963

Cashewnoten

1.948

Avocado

1.933

Sinasappels, navels

1.819

Peer

1.814

Bieten, Rood, rauw

1.767

Noten, macademia

1.695

Mandarijnen

1.620

Grapefruit

1.548

Uien, rood, rauw

1.521

Sla, groen

1.447

Brood, 7 granen

1.421

Noten, para

1.419

Broccoli, rauw

1362

Citroensap

1.225

Kiwi, gold

1.210

Olijfolie

1.150

Abrikozen

1.115

Uien,rauw

1.034

Mango

1.002

Pepers, oranje

984

Aubergine, rauw

933

Kiwi

882

Banaan

879

Pepers, rood

847

Bloemkool, rauw

829

Wortels, rauw

666

Bloemkool, gekookt

620

Pepers, groen

615

Tomaat, vers

546

Bleekselderij, rauw

497

Sla, ijsberg

438

Wortels baby, rauw

436

Wijn, wit

392

Ananas

385

Wortels, gekookt

317

Aubergine, gekookt

245

Bonen, lima, rauw

243

Komkommer

214

 

Vis verlaagt borstkanker onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen omega-3 vetzuren in vis de kans op het krijgen van borstkanker onder Aziatische vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies en 7 patient-controle studies met in totaal 130365 Aziatische patiënten.

Er was geen publicatiie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van borstkanker onder Aziatische patiënten significant met 20% [OR = 0.80, 95% BI = 0.73-0.87, p 0.00001] verlaagde. Dit verlaagde risico werd toegeschreven aan de omega-3 vetzuren in vis.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.73 tot 0.87 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis de kans op het krijgen van borstkanker onder Aziatische patiënten verlaagde. Dit verlaagde risico werd toegeschreven aan de omega-3 vetzuren in vis.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effect of Omega-3 Fatty Acids in Fish Consumption Against Breast Cancer in Asian Patients: A Meta-Analysis by Nindrea RD, Aryandono T, […], Dwiprahasto I.

Link:
http://journal.waocp.org/?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:30803190&key=2019.20.2.327

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en visconsumptie.

Pinda’s gedurende 12 weken verhoogt goed cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn verschillende studies uitgevoerd naar de relatie tussen het eten van pinda en het  krijgen van hart- en vaatziekten. Echter, de bevindingen zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van pinda’s de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het gewicht [WMD = -0.11 kg, p = 0.773].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.773 groter was dan p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op de buikomtrek [WMD = -1.41 cm, p = 0.139].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het BMI [WMD = -0.14 kg/m2, p = 0.428].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op de systolische bloeddruk [WMD = -0.09 mmHg, p = 0.939].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op de diastolische bloeddruk [WMD = 0.60 mmHg, p = 0.652].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) [WMD = -3.31 mg/dL, p = 0.472].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het triglyceridengehalte [WMD = -7.59 mg/dL, p = 0.180].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het totale cholesterolgehalte [WMD = 3.15 mg/dL, p = 0.171].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het nuchter bloedsuikergehalte [WMD = 0.57 mg/dL p = 0.604].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het insulinegehalte [WMD = -0.40, p = 0.582].

De onderzoekers vonden dat het eten van (totaal) pinda’s het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant verhoogde [WMD = 2.72 mg/dlL p = 0.001], met name bij pinda olie, hoog oliezuur pinda, pinda pit, bij gezonde personen en bij pinda consumptie langer dan 12 weken.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van (hoog oliezuur) pinda’s gedurende minimaal 12 weken het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) bij gezonde personen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Peanut and cardiovascular disease risk factors: A systematic review and meta-analysis by Jafari Azad B, Daneshzad E and Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30638042

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten en hart- en vaatziekten.

 

Een hoge transvetzurenconcentratie verhoogt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de relatie tussen de inname van transvetzuren via voeding en de serum concentratie van transvetzuren (transvetzuurconcentratie in het bloed) en het risico op borstkanker uitgebreid zijn onderzocht, zijn de bevindingen inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhogen een hoge inname van transvetzuren via voeding en een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies en 1 geneste patient-controle studie over de inname van transvetzuur via voeding en 1 cohort studie en 4 geneste patient-controle studies over de serum concentratie van transvetzuren. 

De deelnemers waren gezonde personen vanaf 26 jaar oud.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van transvetzuren via voeding en het krijgen van borstkanker [gepoolde effectengrootte = 1.02, 95% BI = 0.95-1.10, p = 0.403].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van geconjugeerd linolzuur (CLA) via voeding en het krijgen van borstkanker [gepoolde effectengrootte = 1.05, 95% BI = 0.95-1.17, p = 0.513].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname 1 gram transvetzuren per dag via voeding en het krijgen van borstkanker [RR = 1.00, 95% BI = 0.99-1.01].

De onderzoekers vonden dat een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen significant met 37% verhoogde. [gepoolde effectengrootte = 1.37, 95% BI = 1.04 -1.81, p = 0.02].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake and serum levels of trans fatty acids and risk of breast cancer: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective studies by Anjom-Shoae J, Sadeghi O, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30954361

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en transvetzuren.

Transvetten zijn van nature aanwezig in dierlijke producten, zoals melk-, schapen- en koeienvlees, roomboter en kaas.

Tegenwoordig ontstaan er geen transvetzuren meer bij het bewerken van oliën en vetten.

 

Dagelijks 500 mg vitamine C via voeding verlaagt oogziekte leeftijdsgebonden cataract

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bestaande studies suggereren dat vitamines en carotenoïden kunnen worden geassocieerd met een verminderd risico op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract (grijze staar). Echter, een kwantitatieve samenvatting van deze associatie ontbreekt. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamines en carotenoïden (beta-caroteen, luteïne en zeaxanthine) de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s en 12 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine A, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.71 tot 0.92, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine C, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.72 tot 0.88, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine E, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 1.00, p = 0.049] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van beta-caroteen, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.99, p = 0.023] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van luteïne of zeaxanthine, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.75 tot 0.89, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract [RR = 0.97, 95% BI = 0.91 tot 1.03, p = 0.262].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.91 tot 1.03 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het slikken van beta-caroteen supplementen en de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract [RR = 0.99, 95% BI = 0.92 tot 1.07, p = 0.820].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 10 mg luteïne of zeaxanthine per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.67 tot 0.80, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 500 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.74 tot 0.91, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 5 mg beta-caroteen per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.88 tot 0.96, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 5 mg vitamine A per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 tot 0.98, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vitamine A (minimaal 5 mg per dag), vitamine C (minimaal 500 mg per dag), vitamine E, beta-caroteen (minimaal 5 mg per dag) en luteïne of zeaxanthine (minimaal 10 mg per dag), de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary vitamin and carotenoid intake and risk of age-related cataract by Jiang H, Yin Y, […], Ma L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30624584

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamines, carotenoïden en ouderdom
 

Dagelijks 100 microgram foliumzuur via voeding verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies gericht op de associatie tussen foliumzuur en borstkanker lieten  tegenstrijdige bevindingen zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt de inname van foliumzuur via voeding de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 prospectieve cohort studies met in totaal 41516 mensen met borstkanker onder 1171048 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat foliumzuurinname via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door oestrogeen-negatieve tumoren, significant met 12% [gepoolde risk ratio = 0.88, 95% BI = 0.78-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat foliumzuurinname via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door zowel oestrogeen-negatieve als progesteron-negatieve tumoren, significant met 18% [gepoolde risk ratio = 0.82, 95% BI = 0.68-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 microgram foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door oestrogeen-negatieve tumoren, significant met 6% [risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.88-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 microgram foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door zowel oestrogeen-negatieve als progesteron-negatieve tumoren significant met 10% [risk ratio = 0.90, 95% BI = 0.85-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van foliumzuur via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen significant met 6% [risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.88-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van foliumzuur via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen met een matige of hoge alcoholconsumptie  significant met 18% [risk ratio = 0.82, 95% BI = 0.72-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 100 microgram (mcg of μg) foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door zowel oestrogeen-negatieve tumoren als oestrogeen-negatieve en progesteron-negatieve tumoren, verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake and the risk of breast cancer: an up-to-date meta-analysis of prospective studies by Zeng J, Wang K, [...], Chang H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30647438

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over foliumzuur, meta-analyse/significant en borstkanker.

 

Dagelijks 100-300 gram groente of fruit verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en fruit de kans op het krijgen van kanker en hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 64 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 44% [RR = 0.56, 95% BI = 0.42 tot 0.74] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van mondkanker significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van keelkanker significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van strottenhoofdkanker significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.84 tot 0.88] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram fruit per dag.

De onderzoekers vonden dat 100 gram fruit per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.88 tot 0.90] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram fruit per dag.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van niercelkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van niercelkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom (lymfklierkanker) significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.84 tot 0.89] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram groente per dag.

De onderzoekers vonden dat 100 gram groente per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.84 tot 0.90] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram groente per dag.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit in blik, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit in blik, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van ingemaakte groente, de kans het krijgen van maagkanker significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 100-300 gram groente of 100-300 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van bepaalde kanker, hart- en vaatziekten en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Associations of Fruit and Vegetable Intakes with Burden of Diseases: A Systematic Review of Meta-Analyses by Yip CSC, Chan W and Fielding R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30639206

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente en fruit, hart- en vaatziekten en kanker.

 

Alzheimer-patiënten hebben een lage vitamine E bloedwaarde

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen de bloedwaarde van vitamine C, E en beta-caroteen en het krijgen van de ziekte Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte studies met gegevens over de bloedwaarde vitamine C, E en beta-caroteen van patiënten met de ziekte Alzheimer.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat de vitamine E bloedwaarde van patiënten met Alzheimer significant lager was dan van patiënten zonder Alzheimer [SMD = -1.49 μmol/L, 95% BI = -2.08 tot -0.89 μmol/L, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de meta-analyse geen significant verschil in de vitamine C bloedwaarde tussen patiënten met Alzheimer en patiënten zonder Alzheimer [SMD = -1.43 μmol/L, 95% BI = -3.05 tot 0.19 μmol/L, p = 0.083].

De onderzoekers vonden in de meta-analyse geen significant verschil in de beta-caroteen bloedwaarde tussen patiënten met Alzheimer en patiënten zonder Alzheimer [SMD = -0.61 μmol/L, 95% BI = -1.40 tot 0.18 μmol/L, p = 0.131].

De onderzoekers concludeerden dat een verlaagde vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of vitamin C, vitamin E and β-carotene levels in the plasma of Alzheimer's disease patients by Dong R, Yang Q, […], Zhao H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30081996

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C, E, beta-caroteen en dementie

De vitamine E bloedwaarde kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine E bevatten en/of door vitamine E-supplementen te slikken.
 

Vitamine A en C via voeding verlagen de oogziekte glaucoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel er verschillende onderzoeken uitgevoerd zijn naar de relatie tussen vitamines en het krijgen van glaucoom (groene staar), zijn de resultaten vaak tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van vitamines en het krijgen van de oogziekte glaucoom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies met in totaal 940 mensen met de oogziekte glaucoom en 123697 mensen zonder de oogziekte glaucoom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine A via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 55% [gepoolde OR = 0.45, 95% BI = 0.30-0.68, I2 = 0%] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.30 tot 0.68 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine C via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 61% [OR = 0.39, 95% BI = 0.23-0.67, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van groene bladgroenten, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 61% [OR = 0.39, 95% BI = 0.22-0.70, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van vitamine B1 via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom [OR = 0.84, 95% BI = 0.47-1.51].

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom [OR = 0.95, 95% BI = 0.75-1.19].
Niet significant omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.75 tot 1.19 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vitamine A, vitamine C en groene bladgroenten, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom verlaagden. 

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Vitamins on Glaucoma: A Systematic Review and Meta-Analysis by Ramdas WD, Schouten JSAG and Webers CAB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5872777/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine A, C, B1, E, groene bladgroenten en ouderdom

Vitamine E via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen uit observationele studies naar de relatie tussen vitamine E-inname en het risico op het krijgen van een beroerte blijven controversieel en de dosisafhankelijke relatie tussen vitamine E-inname en het risico op het krijgen van een beroerte moet nog bepaald worden. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamine E via voeding de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met 3284 mensen met een beroerte onder 220371 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E-inname via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.73 tot 0.94] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E-inname via voeding gedurende maximaal 10 jaar de kans op het krijgen van een beroerte significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.72 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen een hoge vitamine E-inname via voeding en de kans op het krijgen van een beroerte [p = 0.0249].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine E (een hoge vitamine E-inname via voeding) de kans op het krijgen van een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin E intake and risk of stroke: a meta-analysis by Cheng P, Wang L, [...], Zhu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30401005

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en het voorkomen van een beroerte.
 

Dagelijks 10 gram vezels via voeding verlaagt mogelijk eierstokkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies met betrekking tot het verband tussen de inname van voedingsvezels en het risico op het krijgen van eierstokkanker laten geen consistente resultaten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt vezelinname via voeding de kans op het krijgen van eierstokkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 patiënt-controle studies en 3 cohort studies met in totaal 5777 vrouwen met eierstokkanker onder 142189 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 22% [gepoolde multivariable-adjusted RR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.88, I2 = 4.20%, P = 0.40] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.82 tot 0.93, I2 = 7.3%, p = 0.38] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van eierstokkanker in patiënt-controle studies significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van eierstokkanker in cohort studies niet significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.65 tot 1.10] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van eierstokkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet teruggevonden werd in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber intake and reduced risk of ovarian cancer: a meta-analysis by Zheng B, Shen H, […], Qin Y.

Link:
https://nutritionj.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12937-018-0407-1

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/cohort studies, vezels en kanker.
Deze maaltijden leveren minimaal 10 gram vezels.


 

Middellangketenige verzadigde vetzuren verhogen sneller goed cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) kunnen de circulerende lipiden en de lipoproteïnen anders beïnvloeden dan langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's), maar de resultaten in menselijke interventiestudies zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) en langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's) verschillende invloeden op de circulerende lipiden en de lipoproteïnen in het menselijk lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 crossover en 1 parallel interventiestudies met in totaal 299 deelnemers (gemiddelde leeftijd was 38 jaar en gemiddelde BMI was 24).

Er was geen statistische heterogeniteit voor het HDL-cholesterol, apoA-I en triglyceridengehalte maar wel voor het totale cholesterol [I2 = 49%] en LDL-cholesterolgehalte [I2 = 58%].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden ten opzichte van een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren, dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.11 mmol/L [MD = 0.11 mmol/L, 95% BI = 0.07 tot 0.15 mmol/L] verhoogde, zonder effect te hebben op het triglyceriden-, LDL- (slecht cholesterol) en totaal cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden ten opzichte van een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren het apolipoprotein A-I (apoA-I) gehalte significant met 0.08 g/L [MD = 0.08 g/L, 95% BI = 0.02 tot 0.14 g/L] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) het HDL-cholesterolgehalte en het apolipoprotein A-I (apoA-I) gehalte sneller verhoogde dan een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's).

Oorspronkelijke titel:
Differential effects of medium- and long-chain saturated fatty acids on blood lipid profile: a systematic review and meta-analysis by Panth N, Abbott KA, […], Garg ML.

Link:
https://academic.oup.com/ajcn/article-abstract/108/4/675/5100313?redirectedFrom=fulltext

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, vetconsumptie en hart- en vaatziekten.

Door het meten van het apolipoprotein A-I (apoA-I) en het cholesterolgehalte kan de arts het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten bepalen. Het apolipoprotein A-I (apoA-I) en het cholesterolgehalte worden in het vakjargon de biomerkers van hart- en vaatziekten genoemd.

Aan de hand van het aantal koolstofatomen in de keten worden vetzuren (in de volksmond ook vet genoemd) in 3 groepen verdeeld:
korte-keten-vetzuren (6 of minder)
middellange-keten-vetzuren (6-12) en
lange-keten-vetzuren (12 of meer).

Kokosolie bevat in tegenstelling tot de meeste vetten veel middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's).

Dagelijks 100 μg foliumzuur via voeding verlaagt slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
is er een relatie tussen de vitamine-inname via voeding en de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 patiënt-controle studies en 2 cohort studies met in totaal 6404 mensen met slokdarmkanker onder 510954 deelnemers.

De kwaliteit van de studies was gemiddeld een 7.

Er was geen publicatie bias.

Het gepoolde resultaat veranderde niet in de sensitiviteitsanalyses.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge foliumzuur-inname via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 38% [gepoolde OR = 0.62, 95% BI = 0.56-0.68, I2 = 40.2%] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 100 μg foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.86-0.91] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.86 tot 0.91 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B12-inname via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 30% [gepoolde OR = 1.30, 95% BI = 1.05-1.62, I2 = 73.5%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 μg vitamine B12 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 2% [OR = 1.02, 95% BI = 1.00-1.03] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6-inname via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 41% [gepoolde OR = 0.59, 95% BI = 0.52-0.66, I2 = 46.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat 2.0 mg vitamine B6 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 18% [OR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.88] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat 2.5 mg vitamine B6 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.59-0.75] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat 3.0 mg vitamine B6 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 45% [OR = 0.55, 95% BI = 0.44-0.67] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 mg vitamine B6 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 16% [OR = 0.84, 95% BI = 0.80-0.89] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 100 μg foliumzuur per dag via voeding of 1 mg vitamine B6 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker verlaagde. Echter, 1 μg vitamine B12 per dag via voeding verhoogde de kans op het krijgen van slokdarmkanker.

Oorspronkelijke titel:
Intake of Dietary One-Carbon Metabolism-Related B Vitamins and the Risk of Esophageal Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis by Qiang Y, Li Q, […], Wang F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6073467/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over vitamine B6, B12, foliumzuur en kanker.

Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen de verschillende voedings- of circulerende antioxidanten en het risico op doodgaan aan alle oorzaken onder de bevolking is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van antioxidanten (zoals carotenoïden, flavonoïden, vitamine C en selenium) of een hoog antioxidantengehalte in het bloed de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 prospectieve observationele studies met in totaal 507251 deelnemers, waarvan 73965 mensen die doodgingen aan alle oorzaken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 40% [RR = 0.60, 95% BI = 0.46 tot 0.74] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoog vitamine C-gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 39% [RR = 0.61, 95% BI = 0.53 tot 0.69] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.53 tot 0.69 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog seleniumgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant 38% met [RR = 0.62, 95% BI = 0.45 tot 0.79] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een hoog seleniumgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken werkelijk met 38% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 37% [RR = 0.63, 95% BI = 0.57 tot 0.70] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.58 tot 0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog carotenoïdengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.56 tot 0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog lycopeengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.54 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-tocoferolgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.77 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge carotenoïdeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.66 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge antioxidanteninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.73 tot 0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge seleniuminname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.73 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge alfa-caroteeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.63 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge beta-caroteeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.77 tot 0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine C inname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.83 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge caroteneninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.81 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het lycopeengehalte in het bloed en de kans op doodgaan aan alle oorzaken. 

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het eten van vitamine C en de kans op doodgaan aan alle oorzaken. 

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoog antioxidantengehalte in het bloed als een hoge antioxidanteninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Antioxidants, Circulating Antioxidant Concentrations, Total Antioxidant Capacity, and Risk of All-Cause Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Observational Studies by Jayedi A, Rashidy-Pour A, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30239557

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over antioxidanten, flavonoïden, carotenoïden, vitamine C, selenium en ouderdom.

 

All-cause mortaliteit is het laagst bij een dieet met 50-55 En% koolhydraten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen het eten van koolhydraten en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies met in totaal 432179 deelnemers, waarvan  40181 mensen die tijdens de studie doodgingen. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een dieet met 40 En% koolhydraten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 20% [gepoodel HR = 1.20, 95% BI = 1.09-1.32, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een dieet met >70 En% koolhydraten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 23% [gepoodel HR = 1.23, 95% BI = 1.11-1.36, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het eten van koolhydraten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), met een minimale risico bij 50 tot 55 En% koolhydraten.

De onderzoekers concludeerden dat een U-vormige relatie tussen het eten van koolhydraten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) bestond, met een minimale risico bij 50 tot 55 En% koolhydraten.

Oorspronkelijke titel:
Dietary carbohydrate intake and mortality: a prospective cohort study and meta-analysis by Seidelmann SB, Claggett B, […], Solomon SD.

Link:
https://www.thelancet.com/journals/lanpub/article/PIIS2468-2667(18)30135-X/fulltext

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en koolhydraten.

De makkelijkste manier om een dieet met 50 tot 55 En% koolhydraten te volgen, is te kiezen voor uitsluitend producten/maaltijden die ook 50 tot 55 En% koolhydraten bevattten. Welke producten/maaltijden 50 tot 55 En% koolhydraten bevatten, kunt hier opzoeken.
 

Eiwit verhoogt niet prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn vele onderzoeken uitgevoerd naar de relatie tussen eiwitinname via voeding en het risico op het krijgen van prostaatkanker. Echter, de resultaten zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt eiwitinname via voeding de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies, 5 patiënt-controle studies en 1 RCT met in totaal 13483 mensen met prostaatkanker onder 286245 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge eiwitinname en het krijgen van prostaatkanker [RR = 0.993, 95% BI = 0.930-1.061, I2 = 0.0%, p = 0.656].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.930 tot 1.061 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge dierlijk eiwitinname en het krijgen van prostaatkanker [RR = 1.01, 95% BI = 0.917-1.092].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge plantaardig eiwitinname en het krijgen van prostaatkanker [RR = 0.986, 95% BI = 0.904-1.076].

De onderzoekers vonden in cohort studies geen verband tussen een hoge eiwitinname en het krijgen van prostaatkanker [RR = 1.080, 95% BI = 0.964-1.209].

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies geen verband tussen een hoge eiwitinname en het krijgen van prostaatkanker [RR = 0.960, 95% BI = 0.874-1.055].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen een hoge eiwitinname en het krijgen van prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Association between dietary protein intake and prostate cancer risk: evidence from a meta-analysis by Ye M, Yan T and Jing D.

Link:
https://wjso.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12957-018-1452-0

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over eiwit en prostaatkanker.