Voeding en gezondheid

Alcohol verlaagt mogelijk ALS

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van ALS?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort en 7 patiënt-controle studies met in totaal 431943 deelnemers.

Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van ALS significant met 43% [95% = 0.51-0.64] verlaagde. De subgroepen- en sensitiviteitsanalyses bevestigden dit verlaagde risico.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van ALS mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende en bovendien was er sprake van publicatie bias.  

Oorspronkelijke titel:
Association between alcohol consumption and amyotrophic lateral sclerosis: a meta-analysis of five observational studies by E M, Yu S, […], Yang R.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27103621

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcoholconsumptie.

Het slikken van 2.5 gram kalium per dag verlaagt niet de hartslag

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van kalium de hartslag?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 RCT’s met een gemiddelde duur van 4 weken met in totaal 1086 deelnemers. De gemiddelde dosering van kalium was 2.5 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van kalium de hartslag van de gezonde personen niet significant verlaagde [0.19 bpm, 95% BI = -0.44 tot 0.82]. Het verlaagde effect was ook niet significant in de subgroepenanalyses en er was geen bewijs voor een dosisafhankelijke relatie in de meta-regressie analyses. 

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 2.5 gram kalium per dag gedurende 4 weken de hartslag van de gezonde personen niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Potassium supplementation and heart rate: A meta-analysis of randomized controlled trials by Gijsbers L, Mölenberg FJ, [...], Geleijnse JM.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27289164

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kalium en hart- en vaatziekten.

 

 

West-Europeanen met psoriasis hebben een hoog urinezuurgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met psoriasis een verhoogd urinezuurgehalte?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het urinezuurgehalte van West-Europeanen met psoriasis was significant 34% [MD = 0.68, 95% BI = 0.26-1.09, p = 0.002] hoger dan West-Europeanen zonder psoriasis. Echter, dit verhoogde urinezuurgehalte was niet significant bij mensen in Oost-Azië, India en het Midden-Oosten.

De onderzoekers concludeerden dat het urinezuurgehalte onder West-Europeanen met psoriasis verhoogd was.

Oorspronkelijke titel:
Association of Serum Uric Acid Levels in Psoriasis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Li X, Miao X, […], Li B.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27175702

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten.

Het verhoogde urinezuurgehalte ontstaat doordat uw lichaam te veel urinezuur aanmaakt of aanvoert. Een verhoogd urinezuurgehalte kan tot jicht leiden.

Vrouwen hebben in het algemeen een lager urinezuurgehalte dan mannen. Dit komt omdat met de maandelijkse menstruatie vrouwen veel zure afvalstoffen, waaronder urinezuur, afvoeren. Na de menopauze is deze mogelijkheid verdwenen en is het urinezuurgehalte in het algemeen gelijk aan die van de man.
Bij het meten van urinezuur in het bloed wordt bij mannen een bovengrens van 7 mg per 100 ml gehanteerd en bij vrouwen is dat 6 mg per 100 ml.

 

Soja of isoflavonen verlaagt niet het homocysteïnegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen het slikken van soja of isoflavonen en het homocysteïnegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 RCT’s.
Er was geen publicatie bias [p = 0.296 voor de Egger’s test en p = 0.198 voor de Begg’s test].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random effect model, dat het slikken van soja of isoflavonen het homocysteïnegehalte niet significant met 0.21 [SMD = -0.21, 95% BI = -0.43 tot 0.00, I2 = 67.7%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van soja of isoflavonen het homocysteïnegehalte niet verlaagde.  

Oorspronkelijke titel:
The effect of soy or isoflavones on homocysteine levels: a meta-analysis of randomised controlled trials by Song X, Zeng R, [...], Liu C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27214197

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja en het verlagen van het homocysteïnegehalte.
 

Dagelijks 0.2-1.2 gram flavonoïdensupplementen verlaagt de bovenste luchtweginfecties

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van flavonoïden de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 interventiestudies. De dosering van flavonoïden varieerde van 0.2 tot 1.2 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van flavonoïden de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties bij gezonde personen significant met 33% [95% BI = 0.64-0.69] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.2 tot 1.2 gram flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties bij gezonde personen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Flavonoids on Upper Respiratory Tract Infections and Immune Function: A Systematic Review and Meta-Analysis by Somerville VS, Braakhuis AJ and Hopkins WG.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27184276

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden.

Een combinatie van omega-3 vetzuren, foliumzuur, vitamine B6 en B12 verlaagt het homocysteïnegehalte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van omega-3 vetzuren alleen of in combinatie met de B-vitamines het homocysteinegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s met 3267 deelnemers. De dosering van omega-3 vetzuren was 0.2-6 gram per dag. De dosering van foliumzuur was 150-2500 microgram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van alleen omega-3 vetzuren het homocysteïnegehalte significant met 1.09 μmol/L [95% BI = -2.04 tot -0.13, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzuren samen met foliumzuur en B-vitamines het homocysteïnegehalte significant met 1.37 μmol/L [95% BI = -2.38 tot  -0.36, p 0.01] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van omega-3 vetzuren (0.2-6 gram per dag)  in combinatie met foliumzuur (150-2500 microgram per dag) en vitamine B6 en B12 het homocysteïnegehalte sneller verlaagde dan het slikken van alleen omega-3 vetzuren.

Oorspronkelijke titel:
A combination of omega-3 fatty acids, folic acid and B-group vitamins is superior at lowering homocysteine than omega-3 alone: A meta-analysis by Dawson SL, Bowe SJ and Crowe TC.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27188895

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over omega-3 vetzuren, foliumzuur, vitamine B6 en B12 en het verlagen van het homocysteïnegehalte.

 

Vet verhoogt niet colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 966 mensen met colitis ulcerosa en 171589 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen de vetinname en de kans op het krijgen van colitis ulcerosa.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram vet per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant met 2.3% [RR = 1.023, 95% BI = 0.963-1.087, I2  = 24%, n = 6] verhoogde.
Dit verhoogde risico was ook niet significant voor verzadigd vet [RR = 1.063, 95% BI = 0.845-1.337, I2  = 44.5%, n = 4], enkelvoudig onverzadigd vet [RR = 1.214, 95% BI = 0.911-1.618, I2  = 63.1%, n = 4] en meervoudig onverzadigd vet [RR = 1.247, 95% BI = 0.948-1.640, I2  = 25.4%, n = 4]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge DHA-inname via voeding de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 35.8% [RR = 0.642, 95% BI = 0.403-1.024, I2  = 34.4%, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vet(soorten) de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet verhoogde. Echter, een hoge DHA-inname verlaagde de kans op het krijgen van colitis ulcerosa.

Oorspronkelijke titel:
Fat intake and risk of ulcerative colitis: systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Lin X, […], Li J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27097307

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie, chronische ziekten en DHA.

 

Dagelijks 125 gram melk verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van zuivelproducten de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 prospectieve cohort studies met in totaal 29943 mensen met een beroerte onder 762414 deelnemers. De follow-up duur varieerde van 8 tot 26 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram melk per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.88-0.98, p = 0.004, I2 = 86%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 38 tot 266 gram melk per dag, de kans op het krijgen van een beroerte onder Oost-Aziatische mensen significant 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.75-0.90] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder Europeanen.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 40 gram kaas per dag, de kans op het krijgen van een beroerte niet significant 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.94-1.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de verlaagde kans op het krijgen van een beroerte maximaal was bij 125 gram melk per dag en vanaf 25 gram kaas per dag.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van yoghurt, boter of totale zuivelproducten en de kans op het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 125 gram melk of minimaal 25 gram kaas de kans op het krijgen van een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dairy Consumption and Risk of Stroke: A Systematic Review and Updated Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by de Goede J, Soedamah-Muthu SS, [...], Geleijnse JM.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27207960

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zuivelproducten en het verlagen van de kans op het krijgen van een beroerte.
 

Dagelijks veel graanvezels verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van graanvezels de mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies met 48052 doden aan alle oorzaken, 16882 doden aan hart- en vaatziekten, 19489 doden aan kanker en 1092 doden aan inflammatorische ziekten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel graanvezels vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 19% [adjusted HR = 0.81, 95% BI = 0.79-0.83] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel graanvezels vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 18% [adjusted HR = 0.82, 95% BI = 0.78-0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel graanvezels vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan kanker significant met 15% [adjusted HR = 0.85, 95% BI = 0.81-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel graanvezels en de kans op doodgaan aan inflammatorische ziekten.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel graanvezels de kans op doodgaan aan alle oorzaken, hart- en vaatziekten en kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Cereal fibre intake and risk of mortality from all causes, CVD, cancer and inflammatory diseases: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Hajishafiee M, Saneei P, […], Esmaillzadeh A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27193606

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezels, hart- en vaatziekten en kanker.

Een dieet met veel vezels is een dieet met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Vitamine D-bloedwaarde lager dan <50 nmol/L verhoogt mogelijk late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een lage vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cross-sectionele studies en 1 cohort studie met het aantal deelnemers varieerde tussen 65 en 17045 en het aantal mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (AMD) varieerde tussen 31 en 1440. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) van mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie 15% lager was dan van mensen zonder leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat een hoge 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.71-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 53% [OR = 0.47, 95% BI = 0.28-0.79] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) lager dan 50 nmol/L de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 118% [OR = 2.18, 95% BI = 1.34-3.56] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) lager dan 50 nmol/L de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende.

Oorspronkelijke titel:
Circulating vitamin D concentration and age-related macular degeneration: Systematic review and meta-analysis by Annweiler C, Drouet M, […], Milea D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27105707

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Er bestaan twee types van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (of AMD van Age-Related Macular Degeneration):

  1. Droge of atrofische maculaire degeneratie (ook vroege AMD genoemd). Vroege AMD (netvliesveroudering) is de meest voorkomende vorm die veroorzaakt wordt door ouderdom en verdunning van de weefsels van de macula (de gele vlek). De ziekte wordt gekenmerkt door de vorming van witte vlekjes onder de retina (zg. drusen) en afbraak van de retina (het netvlies). Het verlies aan gezichtsscherpte gebeurt geleidelijk. Op termijn kan deze vorm van maculaire degeneratie evolueren naar de natte AMD.
  2. Natte of neovasculaire maculaire degeneratie (ook late AMD genoemd). Late AMD komt in ongeveer 10% van de gevallen voor. Dit is het gevolg van de vorming van abnormale bloedvaten onder het netvlies. Deze bloedvaten veroorzaken een uitsijpeling van vocht en soms bloed dat het centraal zicht verstoort. Dit kan leiden tot littekenvorming in de macula. Het verlies van de gezichtsscherpte kan dan snel (enkele maanden) en zeer uitgesproken zijn.

Leeftijd is de belangrijkste risicofactor. Vanaf 60 jaar verdubbelt de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie nagenoeg elke tien jaar. Zo is de kans ongeveer 5 procent op 6-jarige leeftijd, 10 procent bij 70 jaar en 20 procent op 80-jarige leeftijd.

Het slikken van anthocyanen verlaagt niet de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van anthocyanen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s met in totaal 472 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van anthocyanen de systolische bloeddruk niet significant met 1.15 mmHg [WMD = 1.15 mmHg, 95% BI = -3.17 tot 5.47, I2  =  56%] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van anthocyanen de diastolische bloeddruk niet significant met 1.06 mmHg [WMD = 1.06 mmHg, 95% BI = -0.71 tot 2.83, I2 =  0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van anthocyanen de bloeddruk niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Anthocyanins on Blood Pressure: A PRISMA-Compliant Meta-Analysis of Randomized Clinical Trials by Zhu Y, Bo Y, […], Qiu C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27082604

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk.
Anthocyanen zijn flavonoïden. Vind hier meer studies over flavonoïden.

Overgewicht verhoogt een beroerte

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van overgewicht de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 prospectieve cohort studies die de buikomtrek (WC) analyseerden met in totaal 11775 mensen met een beroerte onder 405411 deelnemers, 10 prospectieve cohort studies die de taille-heupverhouding (WHR) analyseerden met in totaal 10625 mensen met een beroerte onder 407074 deelnemers en 7 prospectieve cohort studies die de taille-hoogte verhouding (WHtR) analyseerden met in totaal 6163 mensen met een beroerte onder 272269 deelnemers

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 12 cohort studies dat het hebben van een grote buikomtrek (WC) de kans op het krijgen van een beroerte significant met 28% [SRR = 1.28, 95% BI = 1.18-1.40, I2 = 15.6%, p = 0.291] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat het hebben van een grote taille-hoogte verhouding (WHtR) de kans op het krijgen van een beroerte significant met 49% [SRR = 1.49, 95% BI = 1.24-1.78, I2 = 52.6%, p = 0.049] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies dat het hebben van een grote taille-heupverhouding (WHR) de kans op het krijgen van een beroerte significant met 32% [SRR = 1.32, 95% BI = 1.21-1.44, I2 = 0.0%, p = 0.761] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de buikomtrek met 10 cm de kans op het krijgen van een beroerte significant met 10% [RR = 1.10, 95% BI = 1.07-1.14, I2 = 31.7%, p = 0.138] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de taille-hoogte verhouding met 0.05 punt de kans op het krijgen van een beroerte significant met 13% [RR = 1.13, 95% BI = 1.07-1.19, I2 = 55.8%, p = 0.035] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de taille-heupverhouding met 0.1 punt de kans op het krijgen van een beroerte significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.06-1.27, I2 = 75.2%, p = 0.000] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een grote buikomtrek (WC) de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 41% [SRR = 1.41, 95% BI = 1.21-1.56] verhoogde. Echter, dit verhoogde risico was niet significant voor hemorragische beroerte.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een grote taille-heupverhouding (WHR) de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 35% [SRR = 1.35, 95% BI = 1.21-1.50] verhoogde. Echter, dit verhoogde risico was niet significant voor hemorragische beroerte.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een grote taille-hoogte verhouding (WHtR) de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 55% [SRR = 1.55, 95% BI = 1.37-1.76] verhoogde. Echter, dit verhoogde risico was niet significant voor hemorragische beroerte.

De onderzoekers vonden een non-lineair positief verband tussen de taille-heupverhouding (WHR) en het risico op het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een grote buikomtrek (WC), een grote taille-heupverhouding (WHR) of een grote taille-hoogte verhouding (WHtR) de kans op het krijgen van een beroerte, met name een een ischemische beroerte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Measures of Abdominal Adiposity and Risk of Stroke: A Dose-Response Meta-analysis of Prospective Studies by Zhong CK, Zhong XY, […], Zhang YH.

Link:
http://www.besjournal.com/Articles/Archive/2016/No1/201601/t20160127_124873.html

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van een beroerte en overgewicht.

Mensen met overgewicht hebben een grote buikomtrek (WC), een grote taille-heupverhouding (WHR) en een grote taille-hoogte verhouding (WHtR).

 

Veel luteïne via voeding verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van luteïne de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 longitudinale studies, 33 cross-sectionele studies en 3 interventiestudies met in totaal 387569 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat zowel het eten van veel luteïne als het hebben van een hoog luteïnebloedwaarde de kans op het krijgen van coronaire hartziekten significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat zowel het eten van veel luteïne als het hebben van een hoog luteïnebloedwaarde de kans op het krijgen van een beroerte significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.72-0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat zowel het eten van veel luteïne als het hebben van een hoog luteïnebloedwaarde de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.60-0.92] verlaagde. Echter, het verlaagde risico was niet significant voor het krijgen van suikerziekte type 2 [RR = 0.97, 95% BI = 0.77-1.22]. 

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van veel luteïne als het hebben van een hoge luteïnebloedwaarde zowel de kans op het krijgen van coronaire hartziekten als het krijgen van het metabole syndroom mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel geen cohort studies bevatte.

Oorspronkelijke titel:
The effects of lutein on cardiometabolic health across the life course: a systematic review and meta-analysis by Leermakers ET, Darweesh SK, […], Franco OH.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26762372

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over luteïne, hart- en vaatziekten en het metabole syndroom.
 

Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies (met 549 kinderen die astma kregen onder in totaal 6037 deelnemers) en 8 cross-sectionele studies.

Er was heterogeniteit onder de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten in het fixed model significant met 35% [OR = 1.35, 95% BI = 1.13-1.62, I2 = 60.6%] verhoogde. Echter, het verhoogde risico in het random model was niet significant [OR = 1.32, 95% BI = 0.95-1.84].

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat er sprake was van heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Childhood asthma and physical activity: a systematic review with meta-analysis and Graphic Appraisal Tool for Epidemiology assessment by Lochte L, Nielsen KG, […], Platts-Mills TA.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4836150/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve kanten van het hebben van een hoog lichamelijk activiteitenniveau.

Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten bij vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van magnesium de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies met in totaal 10313 sterfgevallen aan hart- en vaatziekten onder 449748 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel magnesium de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen significant met 16% verlaagde. Onder mannnen was dat 8%.

De onderzoekers vonden nadat gecorrigeerd te hebben voor de leeftijd en het BMI, dat elke verhoging met 100 mg magnesium per dag de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen significant met 24-25% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 100 mg magnesium per dag de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten, met name onder vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dose-response relationship between dietary magnesium intake and cardiovascular mortality: A systematic review and dose-based meta-regression analysis of prospective studies by Fang X, Liang C, […], Cao Y.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27053099

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium en hart- en vaatziekten.
 

Veel soja via voeding verlaagt mogelijk een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van soja de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten of beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 6 patiënt-controle studies met in totaal 4954 gevallen met een beroerte en 7616 gevallen met hart- en vaatziekten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 8% [SRR = 0.92, 95% BI = 0.70-1.10, I2 = 29.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten niet significant met 3% [SRR = 0.97, 95% BI = 0.74-1.27, I2 = 62.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 46% [SRR = 0.54, 95% BI = 0.34-0.87, I2 = 79.3%] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant in cohort studies.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 34% [SRR = 0.66, 95% BI = 0.56-0.77, I2 = 0%] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant in cohort studies.

De onderzoekers vonden geen verband tussen soja-isoflavonen en de kans op het krijgen van een beroerte of hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel soja zowel de kans op het krijgen van een beroerte als hart- en vaatziekten mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Soy Consumption with Risk of Coronary Heart Disease and Stroke: A Meta-Analysis of Observational Studies by Lou D, Li Y, […], Wang H.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26974464

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja, het verlagen van een beroerte en hart- en vaatziekten.
 

Obesitas (BMI>30) verhoogt seronegatieve reuma onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van overgewicht of obesitas de kans op het krijgen van reuma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies, 7 patiënt-controle studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 13562 reumapatiënten onder 400609 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van overgewicht de kans op het krijgen van reuma niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.97-1.13] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.02-1.44, I2  =  66.3%, p  =  0.001] verhoogde. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.44. RR van 1 betekent geen risico.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma significant met 13% [RR = 1.13, 95% BI = 1.01-1.26] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.40] verhoogde. Het risico voor het hebben van overgewicht was 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.07-1.18) verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 47% [RR = 1.47, 95% BI = 1.11-1.96] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.06-1.39] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van obesitas (BMI>30) en niet overgewicht de kans op het krijgen van seronegatieve reuma onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Body Mass Index and Risk of Rheumatoid Arthritis: A Meta-Analysis of Observational Studies by Feng J, Chen Q, […], He J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4779014/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het hebben van obesitas en reuma.

Reuma of reumatoïde artritis (RA) is een onstekingsproces. Gedurende dit proces wordt de structuur van de eiwitten veranderd doordat citrulline aan het eiwit wordt gekoppeld. Het immuunsysteem van het lichaam maakt antistoffen tegen lichaamseigen eiwitten die veel citrulline bevatten. Deze antistoffen worden anti-CCP antistoffen genoemd. Gewoonlijk maakt het afweersysteem antistoffen (of antilichamen) aan om de ongewenste ziekteverwekkers onschadelijk te maken. In dit geval leiden deze antistoffen echter tot het ziektebeeld reuma.

Anti-citrullinated proteïne antilichamen (anti-CCP's) zijn antilichamen die aangemaakt worden tegen proteïnen in het lichaam die dan een proces ondergaan (citrullination = een moleculaire verandering in structuur). Ze zijn aanwezig bij ongeveer 60 tot 80 procent van de mensen met de diagnose reuma. Als u symptomen hebt die lijken op reuma en u test positief op het antilichaam, dan is de diagnose van reuma bijna een zekerheid.

Er zijn 2 soorten reuma: de anti-CCP positieve (ook wel seropositieve genoemd) en anti-CCP negatieve reuma (ook wel seronegatieve reuma genoemd).

In 2000 is een test ontwikkeld die antistoffen ontdekt die alleen bij mensen met reumatoïde artritis lijken voor te komen, de anti-CCP test. De anti-CCP test wordt gebruikt als hulpmiddel om de diagnose reumatoïde artritis vast te stellen. De anti-CCP test is met name nuttig om de ziekte in een vroeg stadium vast te stellen. Mensen die niet lijden aan reumatoïde artritis hebben geen antistoffen tegen CCP in het bloed.

 

Bessen verlagen hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van bessen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 RCT’s met in totaal 1251 deelnemers. De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 21.5 tot 65.5 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel bessen vergeleken met weinig, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.21 mmol/L [WMD = -0.21 mmol/L, 95% BI = -0.34 tot -0.07, p = 0.003, I2 = 62.5%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel bessen vergeleken met weinig, de systolische bloeddruk significant met 2.72 mmHg [WMD = -2.72 mmHg, 95% BI = -5.32 tot -0.12, p = 0.04, I2 = 38%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel bessen vergeleken met weinig, het BMI significant met 0.36 kg/m2 [WMD = -0.36 kg/m2, 95% BI = -0.54 tot -0.18, p  0.00001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel bessen vergeleken met weinig, het nuchter glucosegehalte significant met 0.10 mmol/L [WMD = -0.10 mmol/L, 95% BI = -0.17 tot -0.03, p = 0.004] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel bessen vergeleken met weinig, het HbA1c-gehalte significant met 0.20% [WMD = -0.20%, 95% BI = -0.39 tot -0.01, p = 0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel bessen vergeleken met weinig, het TNF-α-gehalte significant met 0.99 ρg/mL [WMD = -0.99  ρg/mL, 95% BI = -1.96 tot -0.02, p = 0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel bessen gedurdende 8 weken of langer, het LDL-cholesterolgehalte significant verlaagde terwijl het HDL-cholesterol (goed cholesterol) significant verhoogde. 

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel blauwe bosbessen het LDL-cholesterolgehalte significant verlaagde terwijl het HDL-cholesterol significant verhoogde. 

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel zwarte frambozen het totale cholesterol- en LDL-cholesterolgehalte significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel bessen, met name blauwe bosbessen en zwarte frambozen gedurende 8 weken of langer, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Berries Consumption on Cardiovascular Risk Factors: A Meta-analysis with Trial Sequential Analysis of Randomized Controlled Trials by Huang H, Chen G, […], Xue X.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4804301/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over fruit en hart- en vaatziekten.
 

Lichamelijke acitviteiten verlagen ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Verlagen lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte (een biomerker voor ontstekingen in het lichaam)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 studies met in total 3575 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte significant met 0.53 mg/L [WMD = -0.53 mg/L, 95% BI = -0.74 tot -0.33] verlaagden.

De onderzoekers vonden geen significant verschil [p = 0.20] tussen het CRP-gehalte van gezonde mensen en mensen met hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte van zowel gezonde mensen als mensen met hart- en vaatziekten verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of exercise on c-reactive protein in healthy patients and in patients with heart disease: A meta-analysis by Hammonds TL, Gathright EC, […], Hughes JW.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26916454

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en lichamelijke activiteiten.
 

Maximaal 25 gram verzadigd vet per dag verlaagt een beroerte onder mannen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van verzadigd vet de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve studies met 11074 mensen met een beroerte onder 476569 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge verzadigd vetconsumptie de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge verzadigd vetconsumptie de kans op het krijgen van een fatale beroerte significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.59-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge verzadigd vetconsumptie de kans op het krijgen van een beroerte onder Oost-Aziaten significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.69-0.90] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden onder niet Oost-Aziaten.

De onderzoekers vonden dat een verzadigd vetconsumptie tot 25 gram per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.71-0.92] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor 25 gram verzadigd vet en hoger per dag.

De onderzoekers vonden dat een hoge verzadigd vetconsumptie, de kans op het krijgen van een beroerte onder mannen significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.75-0.96] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor vrouwen.

De onderzoekers vonden dat een hoge verzadigd vetconsumptie, de kans op het krijgen van een beroerte bij een BMI minder 24 significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.65-0.87] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor BMI van 24 en hoger.

De onderzoekers concludeerden dat een verzadigd vetconsumptie tot 25 gram per dag, de kans op het krijgen van een fatale beroerte onder mannen met een BMI tot 24 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Can dietary saturated fat be beneficial in prevention of stroke risk? A meta-analysis by Cheng P, Wang J, [...], Zhang H.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26979840

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over (verzadigd) vet en het verlagen van een beroerte.

25 gram verzadigd vet per dag komt overeen met een dieet/producten met 11.3 En% verzadigd vet. Welke producten uit de supermarkt maximaal 11.3 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.
Welke maaltijden maximaal 11.3 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Foliumzuursupplementen verlagen dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte (IBD)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 studies met in totaal 4517 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte (IBD) significant met 42% [gepoolde HR = 0.58, 95% BI = 0.37-0.80, I2 = 29.7%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folic Acid Supplementation May Reduce Colorectal Cancer Risk in Patients With Inflammatory Bowel Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Burr NE, Hull MA and Subramanian V.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26905603

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en foliumzuur.

De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa worden geclassificeerd als inflammatoire darmziekten oftewel ontstekingsdarmziekte en kunnen worden gekenmerkt door chronische ontsteking van het maagdarmkanaal.

De ziekte van Crohn is een chronische ontsteking die meestal voorkomt in de dunne en/of dikke darm, die vaak tussen het vijftiende en dertigste levensjaar de eerste klachten geeft.

Colitis ulcerosa of kortweg colitis is een chronische ontsteking van de dikke darm.

Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Verlaagt granaatappelsap het CRP-gehalte (een biomerker voor ontstekingen in het lichaam)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met 216 deelnemers in de granaatappelsapgroep en 211 in de controle groep.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat granaapappelsap het CRP-gehalte niet significant met 0.22 mg/L [WMD = -0.22 mg/L, 95% BI = -0.45 tot 0.01, p = 0.061] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het effect van granaatappelsap op het CRP-gehalte niet afhankelijk was van de duur van de suppletie [slope = 0.003, 95% BI = -0.005 tot 0.011, p = 0.444].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van granaatappelsap het CRP-gehalte niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of supplementation with pomegranate juice on plasma C-reactive protein concentrations: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Sahebkar A, Gurban C,[…], Serban MC.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26922037

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten.

C-reactive protein (CRP) is een acute fase eiwit. Het wordt gemaakt in de lever en wordt een paar uur na ontsteking verspreid in de bloedbaan. Verhoogde waarden worden onder andere gevonden na een hartaanval, tijdens infectie en na een chirurgische ingreep. CRP wordt vaak bepaald om te controleren op aanwijzingen voor ontsteking. Chronische ziekten worden veroorzaakt door teveel ontstekingen in het lichaam.

 

Een hoog DHA-bloedwaarde verlaagt de bloeddruk

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen PUFA’s en de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies met in totaal 56204 deelnemers waarvan 20497 mensen met een verhoogde bloeddruk. De follow-up duur varieerde tussen 3 en 20 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 20 gram vis per dag, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk niet significant met 2% [gepoolde RR = 0.98, 95% BI = 0.94-1.03, p voor trend = 0.23] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk niet significant met 4% [SRR = 0.96, 95% BI = 0.81-1.14, I2 = 44.70%] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel PUFA’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk niet significant met 20% [SRR = 0.80, 95% BI = 0.58-1.10, I2 = 79.30%] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge PUFA-bloedwaarde vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 37% [SRR = 0.67, 95% BI = 0.55-0.83, I2 = 47.40%] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge DHA-bloedwaarde vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 36% [SRR = 0.64, 95% BI = 0.45-0.88] verlaagde. Echter, dit beschermende effect werd niet teruggevonden voor een hoge DHA-consumptie via voeding [SRR = 0.80, 95% BI = 0.58-1.10].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge PUFA- en DHA-bloedwaarde de bloeddruk verlaagden. Echter de bloeddruk werd niet verlaagd door het eten van veel PUFA of DHA.

Oorspronkelijke titel:
Fish, Long-Chain n-3 PUFA and Incidence of Elevated Blood Pressure: A Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Yang B, Shi MQ, [...], Li D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4728669/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over PUFA’s, DHA en het verlagen van de bloeddruk.
PUFA’s zijn alfa-linoleenzuur, EPA en DHA. Welke vissen veel EPA en DHA bevatten, kunt u hier opzoeken.
Een hoge PUFA of DHA-bloedwaarde wordt verkregen door veel PUFA’s of DHA via voeding en/of voedingssupplementen binnen te krijgen.

Chocolade verlaagt een ischemische hartziekte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van chocolade de kans op het krijgen van een ischemische hartziekte (coronaire hartziekte)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 6851 mensen met een ischemische hartziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een ischemische hartziekte significant met 10% [95% BI = 0.82-0.97, I2 = 24.3%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel chocolade de kans op het krijgen van een ischemische hartziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Chocolate consumption and risk of myocardial infarction: a prospective study and meta-analysis by Larsson SC, Åkesson A, […], Wolk A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26936339

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten.

 

Een mengsel van pre- en probiotica verlaagt atopische dermatitis vanaf 1 jaar

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopische dermatitis baat bij pre- en probiotica?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  6 RCT’s (behandelingsstudies) met 369 kinderen in de leeftijd tussen 0 maand en 14 jaar en 2 RCT’s (preventiestudies) met 1320 kinderen (tot 6 maanden in de ene studie en tot 3 dagen in de andere studie).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 6 behandelingsstudies dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica) gedurende 8 weken de SCORAD-index met 6.56 punten [95% BI = -11.43 tot -1.68, p = 0.008, I2 = 77.1%] verlaagde.
Echter, dit beschermende effect werd alleen gevonden in een mengsel van gemengde probioticastammen [WMD = -7.32, 95% BI = -13.98 tot -0.66, p = 0 .03] en bij kinderen vanaf 1 jaar [WMD = -7.37, 95% BI = -14.66 tot -0.07, p = 0.048].

De onderzoekers vonden in 2 preventiestudies dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica) de kans op het krijgen van atopische dermatitis niet significant met 56% [gepoolde RR = 0.44, 95% BI = 0.11 tot 1.83, p = 0.26] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica met gemengde stammen) gedurende 8 weken de symtomen van atopische dermatitis vanaf 1 jaar verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Synbiotics for Prevention and Treatment of Atopic Dermatitis: A Meta-analysis of Randomized Clinical Trials by Chang YS1, Trivedi MK, […], García-Romero MT.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26810481

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Atopische dermatitis (AD) of atopisch eczeem is een immuun-gemedieerde ontsteking van de huid, waarbij vaak een aanzienlijke genetische component aanwezig is. Jeuk is het belangrijkste symptoom.

Eén van de belangrijkste kenmerken van atopische dermatitis is dat ze verloopt in opstoten. Dat betekent dat de ziekte altijd aanwezig is, ook als de huidletsels tijdelijk verdwijnen. De opstoten worden gekenmerkt door droge of vochtige rode plekken en door hevige jeuk.

Atopische dermatitis kan voorkomen op afgegrensde zones zoals gezicht of knieën, maar kan in sommige gevallen ook een groot deel van het lichaam betreffen.

Bij mensen met atopische dermatitis is het bovenste laagje van de huid mogelijk anders van samenstelling waardoor de bescherming tegen uitdroging en tegen het binnendringen van allerlei stoffen of bacteriën minder goed is. Door deze gestoorde barrièrefunctie houdt de huid onvoldoende vocht vast, waardoor een droge huid ontstaat. De droge huid is kenmerkend voor atopische dermatitis en wordt beschouwd als een belangrijke oorzakelijke factor.

Het beloop van atopisch eczeem kan sterk variëren. Bij veel kinderen verdwijnt het eczeem na het tweede jaar, bij anderen zal de intensiteit afnemen in de schooltijd. Soms is het eczeem jarenlang verdwenen om (tijdelijk) weer op te spelen op jongvolwassen leeftijd. Het eczeem kan ook blijven bestaan tot op volwassen leeftijd en pas afnemen na het 40 tot 50ste jaar.

Atopische dermatitis is ongeneeslijk.