Voeding en gezondheid

Dagelijks 0.2-1.2 gram flavonoïdensupplementen verlaagt de bovenste luchtweginfecties

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van flavonoïden de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 interventiestudies. De dosering van flavonoïden varieerde van 0.2 tot 1.2 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van flavonoïden de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties bij gezonde personen significant met 33% [95% BI = 0.64-0.69] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.2 tot 1.2 gram flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties bij gezonde personen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Flavonoids on Upper Respiratory Tract Infections and Immune Function: A Systematic Review and Meta-Analysis by Somerville VS, Braakhuis AJ and Hopkins WG.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27184276

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden.

Suikerziekte type 2 verhoogt de ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 populatie gebaseerde cohort studies (6 prospectief en 1 retrospectief) met in totaal 1761632 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 38% [gepoolde adjusted RR =1.38, 95% BI = 1.18-1.62, p    0.001, I2  = 71.2%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson onder mannen significant met 40% [gepoolde adjusted RR =1.40, 95% BI = 1.17-1.67, I2  =  45.3%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson onder vrouwen significant met 50% [gepoolde adjusted RR =1.50, 95% BI = 1.07-2.10, p = 0.019, I2  =  63.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het significant verhoogde risico gelijk bleef in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Risk of Parkinson Disease in Diabetes Mellitus: An Updated Meta-Analysis of Population-Based Cohort Studies by Yue X, Li H, […], Li T.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4863785/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2.

 

Vet verhoogt niet colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 966 mensen met colitis ulcerosa en 171589 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen de vetinname en de kans op het krijgen van colitis ulcerosa.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram vet per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant met 2.3% [RR = 1.023, 95% BI = 0.963-1.087, I2  = 24%, n = 6] verhoogde.
Dit verhoogde risico was ook niet significant voor verzadigd vet [RR = 1.063, 95% BI = 0.845-1.337, I2  = 44.5%, n = 4], enkelvoudig onverzadigd vet [RR = 1.214, 95% BI = 0.911-1.618, I2  = 63.1%, n = 4] en meervoudig onverzadigd vet [RR = 1.247, 95% BI = 0.948-1.640, I2  = 25.4%, n = 4]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge DHA-inname via voeding de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 35.8% [RR = 0.642, 95% BI = 0.403-1.024, I2  = 34.4%, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vet(soorten) de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet verhoogde. Echter, een hoge DHA-inname verlaagde de kans op het krijgen van colitis ulcerosa.

Oorspronkelijke titel:
Fat intake and risk of ulcerative colitis: systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Lin X, […], Li J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27097307

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie, chronische ziekten en DHA.

 

Dagelijks 2-3 glazen wijn verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 prospectieve cohort studies met 20641 mensen met suikerziekte type 2 onder 397296 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van wijn de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 15% verlaagde. Het significant verlaagde risico voor bier was 4% en voor spiritus 5%.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het drinken van alcohol en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 20-30 gram alcohol afkomstig van wijn de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 20% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 20-30 gram alcohol afkomstig van bier de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 7-15 gram alcohol afkomstig van spiritus de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde, met het grootste effect bij dagelijks 20-30 gram alcohol afkomstig van wijn.

Oorspronkelijke titel:
Specific Types of Alcoholic Beverage Consumption and Risk of Type 2 Diabetes: A Systematic Review and Meta-analysis by Huang J, Wang X and Zhang Y.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27181845

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcoholconsumptie en suikerziekte type 2.

1 standaardglas wijn levert 10 gram alcohol.
 

Vitamine D-bloedwaarde lager dan <50 nmol/L verhoogt mogelijk late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een lage vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cross-sectionele studies en 1 cohort studie met het aantal deelnemers varieerde tussen 65 en 17045 en het aantal mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (AMD) varieerde tussen 31 en 1440. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) van mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie 15% lager was dan van mensen zonder leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat een hoge 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.71-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 53% [OR = 0.47, 95% BI = 0.28-0.79] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) lager dan 50 nmol/L de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 118% [OR = 2.18, 95% BI = 1.34-3.56] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) lager dan 50 nmol/L de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende.

Oorspronkelijke titel:
Circulating vitamin D concentration and age-related macular degeneration: Systematic review and meta-analysis by Annweiler C, Drouet M, […], Milea D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27105707

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Er bestaan twee types van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (of AMD van Age-Related Macular Degeneration):

  1. Droge of atrofische maculaire degeneratie (ook vroege AMD genoemd). Vroege AMD (netvliesveroudering) is de meest voorkomende vorm die veroorzaakt wordt door ouderdom en verdunning van de weefsels van de macula (de gele vlek). De ziekte wordt gekenmerkt door de vorming van witte vlekjes onder de retina (zg. drusen) en afbraak van de retina (het netvlies). Het verlies aan gezichtsscherpte gebeurt geleidelijk. Op termijn kan deze vorm van maculaire degeneratie evolueren naar de natte AMD.
  2. Natte of neovasculaire maculaire degeneratie (ook late AMD genoemd). Late AMD komt in ongeveer 10% van de gevallen voor. Dit is het gevolg van de vorming van abnormale bloedvaten onder het netvlies. Deze bloedvaten veroorzaken een uitsijpeling van vocht en soms bloed dat het centraal zicht verstoort. Dit kan leiden tot littekenvorming in de macula. Het verlies van de gezichtsscherpte kan dan snel (enkele maanden) en zeer uitgesproken zijn.

Leeftijd is de belangrijkste risicofactor. Vanaf 60 jaar verdubbelt de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie nagenoeg elke tien jaar. Zo is de kans ongeveer 5 procent op 6-jarige leeftijd, 10 procent bij 70 jaar en 20 procent op 80-jarige leeftijd.

Isoflavonen verlagen suikerziekte type 2 bij menopauzale vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van soja-isoflavonen het nuchter bloedsuikergehalte, het nuchter insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van menopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s met in totaal 1529 menopauzale vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random effect model dat het nuchter bloedsuikergehalte van menopauzale vrouwen in de isoflavonen-groep significant 0.22 mmol/L [95% BI = -0.38 tot -0.07 mmol/L] lager was dan in de placebogroep.

De onderzoekers vonden in het random effect model dat het nuchter insulinegehalte van menopauzale vrouwen in de isoflavonen-groep significant 0.43 μIU/mL [95% BI = -0.71 tot -0.14 μIU/mL] lager was dan in de placebogroep.

De onderzoekers vonden in het random effect model dat de HOMA-IR waarde van menopauzale vrouwen in de isoflavonen-groep significant 0.52 [5% BI = 0.76 tot -0.28] lager was dan in de placebogroep.

De onderzoekers concludeerden dat er een causaal verband bestond tussen soja-isoflavonen, met name genisteïne en het verlagen van het nuchter bloedsuikergehalte, het nuchter insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van menopauzale vrouwen.

Oorspronkelijke titel:
Soy isoflavones and glucose metabolism in menopausal women: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Ke F, Hui D, [...], Fuer L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27004555

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en isoflavonen.

Deze maaltijd is isoflavonenrijk.

Suikerpatiënten hebben een hoog nuchter bloedsuikergehalte, een hoog nuchter insulinegehalte en een hoge HOMA-IR waarde.

Bij de HOMA-IR test (Homeostasis Model of Assessment - Insulin Resistance test) wordt het nuchter serum glucosegehalte vermenigvuldigd met het nuchter serum insulinegehalte en gedeeld door 22.5. Er is sprake van insulineresistentie bij een waarde groter dan 2.71.
 

Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies (met 549 kinderen die astma kregen onder in totaal 6037 deelnemers) en 8 cross-sectionele studies.

Er was heterogeniteit onder de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten in het fixed model significant met 35% [OR = 1.35, 95% BI = 1.13-1.62, I2 = 60.6%] verhoogde. Echter, het verhoogde risico in het random model was niet significant [OR = 1.32, 95% BI = 0.95-1.84].

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat er sprake was van heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Childhood asthma and physical activity: a systematic review with meta-analysis and Graphic Appraisal Tool for Epidemiology assessment by Lochte L, Nielsen KG, […], Platts-Mills TA.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4836150/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve kanten van het hebben van een hoog lichamelijk activiteitenniveau.

Obesitas (BMI>30) verhoogt seronegatieve reuma onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van overgewicht of obesitas de kans op het krijgen van reuma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies, 7 patiënt-controle studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 13562 reumapatiënten onder 400609 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van overgewicht de kans op het krijgen van reuma niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.97-1.13] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.02-1.44, I2  =  66.3%, p  =  0.001] verhoogde. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.44. RR van 1 betekent geen risico.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma significant met 13% [RR = 1.13, 95% BI = 1.01-1.26] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.40] verhoogde. Het risico voor het hebben van overgewicht was 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.07-1.18) verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 47% [RR = 1.47, 95% BI = 1.11-1.96] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.06-1.39] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van obesitas (BMI>30) en niet overgewicht de kans op het krijgen van seronegatieve reuma onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Body Mass Index and Risk of Rheumatoid Arthritis: A Meta-Analysis of Observational Studies by Feng J, Chen Q, […], He J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4779014/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het hebben van obesitas en reuma.

Reuma of reumatoïde artritis (RA) is een onstekingsproces. Gedurende dit proces wordt de structuur van de eiwitten veranderd doordat citrulline aan het eiwit wordt gekoppeld. Het immuunsysteem van het lichaam maakt antistoffen tegen lichaamseigen eiwitten die veel citrulline bevatten. Deze antistoffen worden anti-CCP antistoffen genoemd. Gewoonlijk maakt het afweersysteem antistoffen (of antilichamen) aan om de ongewenste ziekteverwekkers onschadelijk te maken. In dit geval leiden deze antistoffen echter tot het ziektebeeld reuma.

Anti-citrullinated proteïne antilichamen (anti-CCP's) zijn antilichamen die aangemaakt worden tegen proteïnen in het lichaam die dan een proces ondergaan (citrullination = een moleculaire verandering in structuur). Ze zijn aanwezig bij ongeveer 60 tot 80 procent van de mensen met de diagnose reuma. Als u symptomen hebt die lijken op reuma en u test positief op het antilichaam, dan is de diagnose van reuma bijna een zekerheid.

Er zijn 2 soorten reuma: de anti-CCP positieve (ook wel seropositieve genoemd) en anti-CCP negatieve reuma (ook wel seronegatieve reuma genoemd).

In 2000 is een test ontwikkeld die antistoffen ontdekt die alleen bij mensen met reumatoïde artritis lijken voor te komen, de anti-CCP test. De anti-CCP test wordt gebruikt als hulpmiddel om de diagnose reumatoïde artritis vast te stellen. De anti-CCP test is met name nuttig om de ziekte in een vroeg stadium vast te stellen. Mensen die niet lijden aan reumatoïde artritis hebben geen antistoffen tegen CCP in het bloed.

 

Vitamine D-supplementen verlaagt bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine D de bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 studies die de systolische bloeddruk van 1134 patiënten met suikerziekte type 2 analyseerden en 13 studies die de diastolische bloeddruk van 793 patiënten met suikerziekte type 2 analyseerden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D de systolische bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2 niet significant met 0.121 mmHg [95% BI = -0.355 tot 0.113, p = 0.311, I2 = 74.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D de diastolische bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2 significant met 0.160 mmHg [95% BI = -0.298 tot -0.022, p = 0.023, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D de diastolische bloeddruk maar niet de systolische bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin D on blood pressure in patients with type 2 diabetes mellitus by Lee KJ and Lee YJ.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26902507

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2, vitamine D en het verlagen van de bloeddruk.

 

Lichamelijke acitviteiten verlagen ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Verlagen lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte (een biomerker voor ontstekingen in het lichaam)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 studies met in total 3575 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte significant met 0.53 mg/L [WMD = -0.53 mg/L, 95% BI = -0.74 tot -0.33] verlaagden.

De onderzoekers vonden geen significant verschil [p = 0.20] tussen het CRP-gehalte van gezonde mensen en mensen met hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte van zowel gezonde mensen als mensen met hart- en vaatziekten verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of exercise on c-reactive protein in healthy patients and in patients with heart disease: A meta-analysis by Hammonds TL, Gathright EC, […], Hughes JW.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26916454

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en lichamelijke activiteiten.
 

Een lichte tot matige alcoholconsumptie verlaagt suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 prospectieve observationele studies met in totaal 706716 deelnemers (275711 mannen en 431005 vrouwen), waarvan  31621 mensen met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies een non-lineair verband tussen het drinken van alcohol en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [p-trend 0.001, p-non-lineair 0.001].  

De onderzoekers vonden zowel in mannen als vrouwen een non-lineair verband tussen het drinken van alcohol en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [mannen: p-trend 0.001, p-non-lineair 0.001 en vrouwen: p-trend 0.001, p-non-lineair 0.001].  

De onderzoekers vonden dat het licht drinken van alcohol de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.73-0.95, p = 0.005] verlaagde.   

De onderzoekers vonden dat het matig drinken van alcohol de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.67-0.82, p 0.001] verlaagde.   

De onderzoekers vonden geen verband tussen het overmatig drinken van alcohol en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers concludeerden dat een lichte tot matige alcoholconsumptie de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between alcohol consumption and the risk of incident type 2 diabetes: a systematic review and dose-response meta-analysis by Li XH, Yu FF, […], He J.

Link:
http://ajcn.nutrition.org/content/103/3/818.abstract

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en alcoholconsumptie.

Een lichte tot matige alcoholconsumptie komt in de praktijk overeen met 1-3 glazen alcohol per dag.

Foliumzuursupplementen verlagen dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte (IBD)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 studies met in totaal 4517 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte (IBD) significant met 42% [gepoolde HR = 0.58, 95% BI = 0.37-0.80, I2 = 29.7%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folic Acid Supplementation May Reduce Colorectal Cancer Risk in Patients With Inflammatory Bowel Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Burr NE, Hull MA and Subramanian V.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26905603

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en foliumzuur.

De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa worden geclassificeerd als inflammatoire darmziekten oftewel ontstekingsdarmziekte en kunnen worden gekenmerkt door chronische ontsteking van het maagdarmkanaal.

De ziekte van Crohn is een chronische ontsteking die meestal voorkomt in de dunne en/of dikke darm, die vaak tussen het vijftiende en dertigste levensjaar de eerste klachten geeft.

Colitis ulcerosa of kortweg colitis is een chronische ontsteking van de dikke darm.

Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Verlaagt granaatappelsap het CRP-gehalte (een biomerker voor ontstekingen in het lichaam)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met 216 deelnemers in de granaatappelsapgroep en 211 in de controle groep.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat granaapappelsap het CRP-gehalte niet significant met 0.22 mg/L [WMD = -0.22 mg/L, 95% BI = -0.45 tot 0.01, p = 0.061] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het effect van granaatappelsap op het CRP-gehalte niet afhankelijk was van de duur van de suppletie [slope = 0.003, 95% BI = -0.005 tot 0.011, p = 0.444].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van granaatappelsap het CRP-gehalte niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of supplementation with pomegranate juice on plasma C-reactive protein concentrations: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Sahebkar A, Gurban C,[…], Serban MC.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26922037

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten.

C-reactive protein (CRP) is een acute fase eiwit. Het wordt gemaakt in de lever en wordt een paar uur na ontsteking verspreid in de bloedbaan. Verhoogde waarden worden onder andere gevonden na een hartaanval, tijdens infectie en na een chirurgische ingreep. CRP wordt vaak bepaald om te controleren op aanwijzingen voor ontsteking. Chronische ziekten worden veroorzaakt door teveel ontstekingen in het lichaam.

 

Patiënten met suikerziekte type 2 hebben alleen baat bij het slikken van chromium afkomstig van biergist

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben patiënten met suikerziekte type 2 baat bij het slikken van chromium?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 875 deelnemers. De leeftijd varieerde tussen 30 en 83 jaar en een follow-up duur van 8 tot 24 weken. De chromiumdosering varieerde tussen 126 microgram en 1000 microgram.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van chromium afkomstig van gist, biergist of als chromiumpicolaat het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 niet significant [chromiumpicolaat = -0.60%, 95% BI = -1.27 tot 0.07, I2 = 78%, n = 392] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromium afkomstig van gist of als chromiumpicolaat en chromiumchloride het nuchter bloedglucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 niet significant verlaagde.

Echter, de onderzoekers vonden dat het slikken van chromium afkomstig van biergist het nuchter bloedglucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 19.23 mg/dL [95% BI = -35.30 to -3.16, I2 = 21%, n = 137] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van chromium afkomstig van biergist het nuchter bloedglucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde. Dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor de andere vormen van chromiumsupplementen.

Oorspronkelijke titel:
Effect of chromium supplementation on glycated hemoglobin and fasting plasma glucose in patients with diabetes mellitus by Yin RV and Phung OJ.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4430034/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en chromium.
Mensen met suikerziekte type 2 hebben een hoog nuchter bloedglucosegehalte.

 

Een laag vet-dieet of een laag koolhydraten-dieet verlaagt gewichtsverlies

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Velaagt het eten een laag vet-dieet of een laag koolhydraten-dieet het gewichtsverlies bij mensen met het metabole syndroom (het voorstadium van suikerziekte type II)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s met in totaal 2017 patiënten met het metabole syndroom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met het controle dieet, dat het volgen van een laag vet-dieet (29 En% ± 2%) het C-reactieve proteïnegehalte van patiënten met het metabole syndroom [SMD = -0.98, 95% BI = -1.6 tot -0.35, p = 0.002] significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag koolhydraten-dieet (23 En% ± 10%) het lichaamsgewicht van patiënten met het metabole syndroom [SMD = -0.33, 95% BI = -0.63 tot -0.03, p = 0.004] significant verlaagde.  

De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag koolhydraten-dieet (23 En% ± 10%) het insulinegehalte van patiënten met het metabole syndroom [SMD = -0.33, 95% BI = -0.63 tot -0.03, p = 0.03] significant verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met het metabole syndroom baat hadden bij het volgen van een laag vet-dieet (29 En% ± 2%) of een laag koolhydraten-dieet (23 En% ± 10%).

Oorspronkelijke titel:
Effects of different dietary approaches on inflammatory markers in patients with metabolic syndrome: A systematic review and meta-analysis by Steckhan N, Hohmann CD, […], Cramer H.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26706026

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over het metabole syndroom en suikerziekte type II.

Een laag vet-dieet (29 En% ± 2%) is een dieet met voornamelijk producten met 29 En% vet of anders gezegd de dagelijks gegeten producten moeten gemiddeld 29 En% ± 2% vet bevatten. Welke producten uit de supermarkt 29 En% vet bevatten kunt u hier opzoeken. Deze maaltijden bevatten maximaal 30 En% vet.

Een laag koolhydraten-dieet (23 En% ± 10%) is een dieet met voornamelijk producten met 23 En% koolhydraten of anders gezegd de dagelijks gegeten producten moeten gemiddeld 23 En% ± 10% koolhydraten bevatten. Welke producten uit de supermarkt 29 En% koolhyraten bevatten kunt u hier opzoeken.

Een mengsel van pre- en probiotica verlaagt atopische dermatitis vanaf 1 jaar

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopische dermatitis baat bij pre- en probiotica?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  6 RCT’s (behandelingsstudies) met 369 kinderen in de leeftijd tussen 0 maand en 14 jaar en 2 RCT’s (preventiestudies) met 1320 kinderen (tot 6 maanden in de ene studie en tot 3 dagen in de andere studie).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 6 behandelingsstudies dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica) gedurende 8 weken de SCORAD-index met 6.56 punten [95% BI = -11.43 tot -1.68, p = 0.008, I2 = 77.1%] verlaagde.
Echter, dit beschermende effect werd alleen gevonden in een mengsel van gemengde probioticastammen [WMD = -7.32, 95% BI = -13.98 tot -0.66, p = 0 .03] en bij kinderen vanaf 1 jaar [WMD = -7.37, 95% BI = -14.66 tot -0.07, p = 0.048].

De onderzoekers vonden in 2 preventiestudies dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica) de kans op het krijgen van atopische dermatitis niet significant met 56% [gepoolde RR = 0.44, 95% BI = 0.11 tot 1.83, p = 0.26] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica met gemengde stammen) gedurende 8 weken de symtomen van atopische dermatitis vanaf 1 jaar verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Synbiotics for Prevention and Treatment of Atopic Dermatitis: A Meta-analysis of Randomized Clinical Trials by Chang YS1, Trivedi MK, […], García-Romero MT.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26810481

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Atopische dermatitis (AD) of atopisch eczeem is een immuun-gemedieerde ontsteking van de huid, waarbij vaak een aanzienlijke genetische component aanwezig is. Jeuk is het belangrijkste symptoom.

Eén van de belangrijkste kenmerken van atopische dermatitis is dat ze verloopt in opstoten. Dat betekent dat de ziekte altijd aanwezig is, ook als de huidletsels tijdelijk verdwijnen. De opstoten worden gekenmerkt door droge of vochtige rode plekken en door hevige jeuk.

Atopische dermatitis kan voorkomen op afgegrensde zones zoals gezicht of knieën, maar kan in sommige gevallen ook een groot deel van het lichaam betreffen.

Bij mensen met atopische dermatitis is het bovenste laagje van de huid mogelijk anders van samenstelling waardoor de bescherming tegen uitdroging en tegen het binnendringen van allerlei stoffen of bacteriën minder goed is. Door deze gestoorde barrièrefunctie houdt de huid onvoldoende vocht vast, waardoor een droge huid ontstaat. De droge huid is kenmerkend voor atopische dermatitis en wordt beschouwd als een belangrijke oorzakelijke factor.

Het beloop van atopisch eczeem kan sterk variëren. Bij veel kinderen verdwijnt het eczeem na het tweede jaar, bij anderen zal de intensiteit afnemen in de schooltijd. Soms is het eczeem jarenlang verdwenen om (tijdelijk) weer op te spelen op jongvolwassen leeftijd. Het eczeem kan ook blijven bestaan tot op volwassen leeftijd en pas afnemen na het 40 tot 50ste jaar.

Atopische dermatitis is ongeneeslijk.

Vitamine D-supplementen verbetert atopische dermatitis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopische dermatitis baat bij het slikken van vitamine D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D de symptomen van atopische dermatitis significant verbeterde [MD = -5.81, 95% BI = -9.03 tot -2.59, p = 0.0004, I2 = 50%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D de symptomen van atopische dermatitis verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D and Atopic Dermatitis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Gaeun K and Ji-Hyun B.

Link:
http://www.nutritionjrnl.com/article/S0899-9007%2816%2900077-0/abstract

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Atopische dermatitis (AD) of atopisch eczeem is een immuun-gemedieerde ontsteking van de huid, waarbij vaak een aanzienlijke genetische component aanwezig is. Jeuk is het belangrijkste symptoom.

Eén van de belangrijkste kenmerken van atopische dermatitis is dat ze verloopt in opstoten. Dat betekent dat de ziekte altijd aanwezig is, ook als de huidletsels tijdelijk verdwijnen. De opstoten worden gekenmerkt door droge of vochtige rode plekken en door hevige jeuk.

Atopische dermatitis kan voorkomen op afgegrensde zones zoals gezicht of knieën, maar kan in sommige gevallen ook een groot deel van het lichaam betreffen.

Bij mensen met atopische dermatitis is het bovenste laagje van de huid mogelijk anders van samenstelling waardoor de bescherming tegen uitdroging en tegen het binnendringen van allerlei stoffen of bacteriën minder goed is. Door deze gestoorde barrièrefunctie houdt de huid onvoldoende vocht vast, waardoor een droge huid ontstaat. De droge huid is kenmerkend voor atopische dermatitis en wordt beschouwd als een belangrijke oorzakelijke factor.

Het beloop van atopisch eczeem kan sterk variëren. Bij veel kinderen verdwijnt het eczeem na het tweede jaar, bij anderen zal de intensiteit afnemen in de schooltijd. Soms is het eczeem jarenlang verdwenen om (tijdelijk) weer op te spelen op jongvolwassen leeftijd. Het eczeem kan ook blijven bestaan tot op volwassen leeftijd en pas afnemen na het 40 tot 50ste jaar.

Atopische dermatitis is ongeneeslijk.

 

2 kopjes koffie per dag verlaagt levercirrose

Onderzoeksvraag:
Verlaagde het drinken van koffie de kans op het krijgen van levercirrose?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies en 4 patiënt-controle studies met in totaal 1990 mensen met levercirrose onder 432133 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose significant met 44% [gepoolde RR = 0.56, 95% BI = 0.44-0.68, I2 = 83.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.41-0.76, I2 = 91.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose significant met 48% [gepoolde RR = 0.52, 95% BI = 0.40-0.63, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van alcoholgerelateerde levercirrose significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.51-0.73, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op doodgaan aan levercirrose significant met 45% [gepoolde RR = 0.55, 95% BI = 0.35-0.74, I2 = 90.3%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van minimaal 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Systematic review with meta-analysis: coffee consumption and the risk of cirrhosis by Kennedy OJ, Roderick P, […], Parkes J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26806124

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het drinken van koffie.
 

Veel bessen, donkergroene bladgroenten en kruisbloemige groenten verlaagt suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groenten en fruit de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies. De studieduur varieerde tussen 4 en 24 jaar.  

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.87-0.96, I2 = 11.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel bosbessen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.84] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel donkergroene bladgroenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.93, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel geelgekleurde groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 28% [RR = 0.72, 95% CI 0.57-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel kruisbloemige groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.67-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel fruit, vooral bessen, maar ook donkergroene bladgroenten, gele groenten, kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Higher intake of fruits, vegetables or their fiber reduces the risk of type 2 diabetes: A meta‐analysis by Wang PY, Fang JC, [...],Xie SY.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4718092/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en groenten en fruit.
 

 

Een lage serum vitamine D-bloedwaarde verhoogt reuma

Onderzoeksvraag:
Het bewijs uit epidemiologische studies over de relatie tussen serum vitamine D-concentraties en reumatoïde artritis (RA) is inconsistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge serum vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van reumatoïde artritis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 observationele studies met 2148 reumatoïde artritis-patiënten en 1991 gezonde controles.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum vitamine D-bloedwaarde van reumatoïde artritis-patiënten significant met 16.52 nmol/L [95% BI = -18.85 tot -14.19 nmol/L, I2 = 46%, p = 0.04] lager lag ten opzichte van gezonde mensen.

De onderzoekers vonden een negatieve relatie tussen het serum vitamine D-bloedwaarde (25OHD) en de ziekte activiteitsindex [25OHD versus de activiteitsindex DAS28 van reumotoïde artritis: r = -0.13, 95% BI = -0.16 tot -0.09 en 25OHD versus het C-reactieve proteïne: r = -0.12, 95% BI = -0.23 tot -0.00].

De onderzoekers concludeerden dat een lage serum vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van reumatoïde artritis verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Vitamin D Level and Rheumatoid Arthritis Disease Activity: Review and Meta-Analysis by Lin J, Liu J, […], Chen W.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4709104/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.
Lees hier meer over overzichtsartikel, 95% BI en significant.
 

Veel kruisbloemige groenten verlaagt suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van kruisbloemige groenten of citrusvruchten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies met in totaal 306723 deelnemers waarvan 16544 mensen met suikerziekte type 2. De studieduur varieerde tussen 4.6 en 24 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 4 cohort studies dat het eten van veel kruisbloemige groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 16% [SRR = 0.84, 95% BI = 0.73 tot 0.96, I2 = 54.4%] verlaagde.
Dit verlaagde risico was onafhankelijk van roken, alcoholgebruik, BMI en lichamelijke activiteiten (de risicofactoren van hart- en vaatziekten).

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van citrusvruchten en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [SRR = 1.02, 95% BI = 0.96 tot 1.08, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of citrus and cruciferous vegetables with incident type 2 diabetes mellitus based on a meta-analysis of prospective study by Jia X, Zhong L, [...], Sun S.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1751991815001825

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2.
Kruisbloemige groenten zijn verschillende soorten kolen, broccoli en spruitjes.

1200 mg NAC per dag verkomt een longaanval bij CODP-patiënten

Onderzoeksvraag:
Hebben COPD-patiënten baat bij het slikken van NAC?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies (waarvan 10 RCT’s) met 1933 COPD-patiënten in de NAC-groep en 2222 COPD-patiënten in de controle-groep.

De duur van de studies varieerde tussen 4 en 36 maanden.
Er werden geen siginificante bijwerkingen in de NAC-groep gevonden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat patiënten behandeld met zowel een hoge (>600 mg per dag) als lage dosis NAC (600 mg per dag) lieten significant en consistent minder exacerbaties van chronische bronchitis of COPD zien [RR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.84, p 0.01].
Echter, dit beschermende effect was duidelijker bij patiënten zonder luchtwegobstructie.

De onderzoekers vonden dat 600 mg NAC per dag of hoger was ook effectief bij COPD-patiënten, die gediagnosticeerd waren met de spirometrische criteria [RR = 0.75, 95% BI = 0.68-0.82, p = 0.04].

De onderzoekers concludeerden dat NAC toegediend moest worden in een dosis van ≥1200 mg per dag om exacerbaties te voorkomen, terwijl voor patiënten die lijden aan chronische bronchitis, maar zonder luchtwegobstructie, een onderhoudsbehandeling van 600 mg per dag voldoende was.

Oorspronkelijke titel:
Influence of N-acetylcysteine on chronic bronchitis or COPD exacerbations: a meta-analysis by Cazzola M, Calzetta L, […], Matera MG.

Link:
http://err.ersjournals.com/content/24/137/451.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten. N-Acetyl Cysteïne oftewel NAC is een afgeleide van het zwavelhoudende aminozuur cysteïne. Cysteïne is een bouwsteen van glutathion. N-acetyl cysteïne kan een cel effectiever binnendringen dan cysteïne. Glutathion is één van de krachtigste lichaamseigen antioxidanten.

COPD komt vrijwel uitsluitend voor bij (ex-)rokers van 40 jaar en ouder.

Een longaanval wordt door artsen exacerbatie genoemd. Een longaanval is vaak te herkennen aan:

  • Duidelijk meer hoesten dan normaal.
  • Duidelijk meer en taaier slijm dan normaal.
  • Duidelijk meer benauwdheid dan normaal.

Voor de diagnostiek van COPD en monitoring van de behandeling wordt spirometrie aanbevolen. De spirometrische criteria, zoals FEV1, FVC en FEV1/FVC-ratio, worden geïnterpreteerd met behulp van referentiewaarden.

De verschillen tussen astma en COPD zijn:

 

Astma

COPD

Belangrijkste risicofactor

Atopie

Roken

Luchtwegobstructie

Wisselend, in de regel reversibel

Per definitie deels irreversibel

Pathofysiologie

Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden

Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden

Leeftijd

Alle leeftijden

Meestal > 40 jaar

Beloop

Overwegend gunstig met variabele symptomen

Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen

Allergologisch onderzoek

Geïndiceerd

Niet geïndiceerd

Longfunctie

Overwegend normaal (of met reversibele obstructie)

Blijvend verminderd (irreversibele obstructie)

Levensverwachting

(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling

Verminderd, ook bij optimale behandeling

Inhalatiecorticosteroïden (ICS)

Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten

Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties

 

Suikerpatiënten hebben mogelijk baat bij plantaardig eiwit

Onderzoeksvraag:
Eerdere onderzoeken naar het effect van de vervanging van dierlijke eiwitten door plantaardige eiwitten op de glykemische controle lieten tegenstrijdige resultaten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Laat een vervanging van dierlijke eiwitten door plantaardige eiwitten een verbetering op de glykemische controle bij mensen met diabetes zien?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s van 8 weken met 280 patiënten met suikerziekte type 1 of type 2.

Het dieet in de interventiegroep was 40-70 En% koolhydraten, 9-30 En% eiwit, 20-40 En% vet en 3-10 En% verzadigd vet. In de interventiegroep werd van de totale hoeveelheid eiwit 35% vervangen door plantaardig eiwit.

85% van de studies was van slechte kwaliteit (MQS 8).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een dieet waarbij 35% dierlijk eiwit werd vervangen door plantaardig eiwit het HbA1c-gehalte van patiënten met suikerziekte significant met 0.15% [95% BI = -0.26 tot -0.05%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een dieet waarbij 35% dierlijk eiwit werd vervangen door plantaardig eiwit het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte significant met 0.53 mmol/L [95% BI = -0.92 tot -0.13 mmol/L] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een dieet waarbij 35% dierlijk eiwit werd vervangen door plantaardig eiwit het nuchter insulinegehalte van patiënten met suikerziekte significant met 10.09 pmol/L [95% BI = -17.31 tot -2.86 pmol/L] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een dieet gedurende 8 weken waarbij 35% dierlijk eiwit werd vervangen door plantaardig eiwit de glykemische controle bij mensen met diabetes mogelijk verbeterde. Mogelijk omdat de studies grotendeels van slechte kwaliteit waren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Replacing Animal Protein with Plant Protein on Glycemic Control in Diabetes: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Viguiliouk E, Stewart SE, […], Sievenpiper JL.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/7/12/5509/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en eiwit.

Met dit Excel-sheet kunt u een dieet met 40-70 En% koolhydraten, 9-30 En% eiwit, 20-40 En% vet en 3-10 En% verzadigd vet samenstellen.

 

Veel vezels via voeding verlaagt colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies, 1 geneste patiënt-controle studie en 5 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 20% [95% BI = 0.64-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 56% [95% BI = 0.29-0.69] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 13% [p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber intake reduces risk of inflammatory bowel disease: result from a meta-analysis by Liu X, Wu Y, [...], Zhang D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26126709

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van vezels.

Een vezelrijke maaltijd bevat minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Deze maaltijd is vezelrijk.
Welke producten uit de supermarkt 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.
 

Dagelijks 50 gram bewerkt vlees verhoogt het nuchter glucosegehalte bij mensen met overgewicht

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vlees het nuchter glucose- en nuchter insulinegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met 50345 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke 50 gram bewerkt vlees per dag, het nuchter glucosegehalte significant met 0.021 mmol/L [95% BI = 0.011-0.030 mmol/L] verhoogde. Echter, dit verhoogde risico verdween nadat gecorrigeerd is voor BMI.

De onderzoekers vonden dat elke 100 gram onbewerkt vlees per dag, het nuchter glucosegehalte significant met 0.037 mmol/L [95% BI = 0.023-0.051 mmol/L] verhoogde. Echter, dit verhoogde risico verdween nadat gecorrigeerd is voor BMI.

De onderzoekers vonden dat elke 100 gram onbewerkt vlees per dag, het nuchter insulinegehalte significant met 0.049 picomol/L [95% BI = 0.035-0.063 picomol/L) verhoogde. Echter, dit verhoogde risico verdween nadat gecorrigeerd is voor BMI.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 50 gram bewerkt vlees of 100 gram onbewerkt vlees het nuchter glucose- en nuchter insulinegehalte bij mensen met overgewicht verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of meat is associated with higher fasting glucose and insulin concentrations regardless of glucose and insulin genetic risk scores: a meta-analysis of 50,345 Caucasians by Fretts AM, Follis JL, […], Siscovick DS.

Link:
http://ajcn.nutrition.org/content/102/5/1266.abstrac

Extra informatie van El Mondo:
Een hoog nuchter glucose- en nuchter insulinegehalte verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2. Overgewicht (BMI>25) verhoogt ook de kans op het krijgen van suikerziekte type 2.