Voeding en gezondheid

Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van vitamine K de insulinegevoeligheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 1077 deelnemers. De duur van de interventie varieerde tussen 4 weken tot 3 jaar.
De deelnemers waren oude mannen, postmenopauzale vrouwen zonder diabetes aan het begin van de studie.

De studies hadden een hoge kwaliteit.
Er was heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en de HOMA-IR waarde [gepoolde MD = -0.14, 95% BI = -0.35 tot 0.07, p = 0.19].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het nuchter bloedglucosegehalte [gepoolde MD = 0.02 mmol/L, 95% BI = -3.11 tot 3.70, p = 0.86].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het nuchter insulinegehalte [gepoolde MD = -0.34 µIU/mL, 95% BI = -1.13 tot 0.45, p = 0.40].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het leptinegehalte [gepoolde MD = 0.77 ng/mL, 95% BI = -1.32 tot 2.86].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het IL-6 gehalte [gepoolde MD = 0.14 pg/mL, 95% BI = -0.69 tot 0.97].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het CRP gehalte [gepoolde MD = -0.49 mg/L, 95% BI = -1.18 tot 0.20].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het adiponectine gehalte [gepoolde MD = 0.82 µg/mL, 95% BI = -0.89 tot 2.53].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine K en de insulinegevoeligheid niet verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin K supplementation on insulin sensitivity: a meta-analysis and Suksomboon N, Poolsup N and Darli Ko Ko H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5422317/  

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over suikerziekte en vitamine K.

Wanneer de insulinegevoeligheid toeneemt, daalt de kans op het krijgen van suikerziekte en andersom. De insulinegevoeligheid kan gemeten worden aan de hand van onder andere de HOMA-IR waarde, het nuchter bloedglucose- en insulinegehalte.
 

Olijfolie verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van olijfolie de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies met 15784 mensen met suikerziekte type 2 en  29 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel olijfolie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.77-0.92] verlaagde. Het significant verlaagde risico was non-lineair (niet rechtlijnig).

De onderzoekers vonden in RCT’s dat het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 in de olijfoliegroep significant lager was dan in de controle groep [MD = -0.27%, 95% BI = -0.37 tot -0.17].

De onderzoekers vonden in RCT’s dat het nuchter glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 in de olijfoliegroep significant lager was dan in de controle groep [MD = -0.44 mmol/L, 95% BI = -0.66 tot -0.22]. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel olijfolie de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde. Dit verlaagde risico was causaal.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil in the prevention and management of type 2 diabetes mellitus: a systematic review and meta-analysis of cohort studies and intervention trials by Schwingshackl L, Lampousi AM, […], Boeing H1.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28394365

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over suikerziekte en olijfolieconsumptie.
 

Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij een dieet met minder 45 En% koolhydraten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 baat bij het volgen van een koolhydratenarm dieet?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCTs met in totaal 1376 mensen met suikerziekte type 2. 49% was man en de gemiddelde leeftijd was 58 jaar. De meerderheid had overgewicht. De studieduur varieerde tussen 3 en 24 maanden. Het koolhydratenenergiepercentage in de interventiegroep varieerde tussen 14 en 40 En%.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het volgen van een koolhydratendieet met gemiddeld 30 En% (14-45 En%) gedurende 3 tot 6 maanden het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 0.34% [95% BI = 0.06 to 0.63] verlaagde. Echter, deze significante verlaging verdween na 1 jaar.

De onderzoekers vonden dat het glucoseverlagende effect toe nam naarmate het dieet minder koolhydraten bevat.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een dieet met minder 45 En% koolhydraten gedurende 3 tot 6 maanden het HbA1c-gehalte verlaagde. Echter, deze significante verlaging verdween na 1 jaar.

Oorspronkelijke titel:
Systematic review and meta-analysis of dietary carbohydrate restriction in patients with type 2 diabetes by Snorgaard O, Poulsen GM, [...], Astrup A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5337734/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over suikerziekte en koolhydraten.

Een dieet met minder dan 45 En% koolhydraten is een dieet met veel producten die ook minder dan 45 En% koolhydraten bevatten oftewel het gemiddelde van alle dagelijks gegeten producten moet minder dan 45 En% koolhydraten bevatten. Welke producten uit de supermarkt minder dan 45 En% koolhydraten bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een dieet met minder dan 45 En% koolhydraten heeft alleen effect wanneer het destreffende dieet ook maximaal 30 En% vet bevat. Dus een dieet met minder dan 45 En% koolhydraten ziet in de praktijk als volgt uit: een dieet met maximaal 45 En% koolhydraten, maximaal 30 En% vet (waarvan maximiaal 7 En% verzadigd vet) en minimaal 20 En% eiwit. Welke producten u hiervoor moet eten kunt u hier opzoeken.

45 En% koolhydraten wil zeggen dat het aantal gram koolhydraten 45% mag bijdragen aan het desbetreffende dieet. Dus als een dieet 2000 kcal bevat, dan mag het dieet niet meer dan 225 gram koolhydraten bevatten. 225 gram koolhydraten leveren 900 kcal want 1 gram koolhydraat levert 4 kcal. 900 kcal is dan 45% van 2000 kcal.

Een laag zinkgehalte verhoogt de ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag zinkgehalte de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 observationele studies met 822 mensen met de ziekte van Parkinson en 777 mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum zinkgehalte van mensen met de ziekte van Parkinson significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Parkinson [SMD = -0.779, 95% BI = -1.323 tot -0.234, p 0.001]. Dit significant verlaagde zinkgehalte werd met name teruggevonden in Oosterse studies [SMD = -1.601, 95% BI = -2.398 to -0.805, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het serum zinkgehalte van mensen met de ziekte van Parkinson lager was dan van mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Serum Zinc Levels and the Risk of Parkinson's Disease: a Meta-Analysis by Sun H, Liu X, […], Li W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28160244

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink.

Vitamine C-supplementen gedurende minimaal 30 dagen verlaagt het glucosegehalte van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine C het glucosegehalte, het HbA1c-gehalte en het insulinegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 RCTs met 937 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses (alle studies bij elkaar) geen verband tussen zowel het slikken van vitamine C en het glucosegehalte, het HbA1c-gehalte als het insulinegehalte.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om extra informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine C het glucosegehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.44 mmol/L [95% BI = -0.81 tot -0.07, p = 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om extra informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine C langer dan 30 dagen het HbA1-gehalte significant met 0.53% [95% BI = -0.79 tot -0.10, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het effect van het slikken van vitamine C afhankelijk was van het baseline BMI (BMI aan het begin van studie), het baseline plasma glucosegehalte en de duur van de studie. 
Verder had het slikken van vitamine C meer effect op het nuchter insulinegehalte [-13.63 pmol/L, 95% BI = -22.73 tot -4.54, p 0.01] dan op het postprandiale insulinegehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine C gedurende minimaal 30 dagen het glucosegehalte van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin C supplementation on glycaemic control: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials by Ashor AW, Werner AD, […], Siervo M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28294172

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over suikerziekte en vitamine C.

Deze maaltijden leveren minimaal 100 mg vitamine C.
 

Magnesiumsupplementen verlagen hart- en vaatziekten onder suikerpatiënten type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van magnesiumsupplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het nuchter plasma glucosegehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 4.641 mg/dL [95% BI = -7.602 tot -1.680, p = 0.002] verlaagde. Dit significante effect was groter onder suikerpatiënten met een hypomagnesiëmie (te laag magnesiumgehalte in het lichaam).

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 3.197 mg/dL [95% BI = 1.455 tot 4.938, p 0.001] verhoogde. Dit significante effect was groter onder suikerpatiënten met een hypomagnesiëmie.

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 10.668 mg/dL, 95% BI = -19.108 tot -2.228, p = 0.013] verlaagde. Dit significante effect was groter onder suikerpatiënten met een hypomagnesiëmie.

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het plasma triglyceridengehalte (bloedvetgehalte) van suikerpatiënten type 2 significant met 15.323 mg/dL [95% BI = -28.821 tot -1.826, p = 0.026] verlaagde. Dit significante effect was groter onder suikerpatiënten met een hypomagnesiëmie.

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen de systolische bloeddruk van suikerpatiënten type 2 significant met 3.056 mmHg [95% BI = -5.509 tot -0.603, p = 0.015] verlaagde. Dit significante effect was groter onder suikerpatiënten met een hypomagnesiëmie.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van magnesiumsupplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of magnesium supplementation on type 2 diabetes associated cardiovascular risk factors: a systematic review and meta-analysis by Verma H and Garg R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28150351

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over, magnesium, hart- en vaatziekten en suikerziekte.
Overgewicht is de belangrijkste oorzaak van suikerziekte type 2. Suikerziekte type 2 verhoogt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.
Hartpatiënten hebben een hoog LDL-cholesterol, een hoog triglyceridengehalte, een hoge bloeddruk en een laag HDL-cholesterolgehalte. Lees hier hoe u het LDL-cholesterolgehalte en een hoge bloeddruk kunt verlagen.

Deze producten uit de supermarkt zijn geschikt voor hartpatiënten.
 

Appels en peren verlagen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van appels en peren de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 onafhankelijke prospectieve cohort studies met 14120 mensen met suikerziekte type 2 onder 228315 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel appels en peren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 18% [multivariate-adjusted RR = 82, 95% BI = 0.75-0.88, I2 = 0.00%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging met 1 portie appels en peren per week, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 3% [multivariate-adjusted RR = 97, 95% BI = 0.96-0.98, p voor trend 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel appels en peren, minstens 1 portie per week de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Apple and pear consumption and type 2 diabetes mellitus risk: a meta-analysis of prospective cohort studies by Guo XF, Yang B, […], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28186516

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over suikerziekte en de positieve kant van fruitconsumptie.
1 portie appel in dit overzichtsartikel is een kleine appel.
1 portie peer in dit overzichtsartikel is een halve peer.

Mensen met schizofrenie hebben een laag foliumzuurgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met schizofrenie een laag folaatgehalte (foliumzuurgehalte)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 hoogwaardige studies met in totaal 1183 (52.1%) mensen met schizofrenie en 1089 (47.9%) mensen zonder schizofrenie, de zogenaamde controles.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het folaatgehalte van mensen met schizofrenie significant lager was dan van mensen zonder schizofrenie [SMD = -0.65, 95% BI = -0.86 tot -0.45, p 0.00001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het folaatgehalte van Aziaten met schizofrenie significant lager was dan van Aziaten zonder schizofrenie [SMD = -0.86, p 0.00001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het folaatgehalte van Europeanen met schizofrenie significant lager was dan van Europeanen zonder schizofrenie [SMD = -0.44, p 0.00001].

De onderzoekers concludeerden dat het bloed folaatgehalte van mensen met schizofrenie, met name onder Aziaten en Europeanen lager was dan van mensen zonder schizofrenie.

Oorspronkelijke titel:
Folate Deficiency Increased the Risk of Schizophrenia: a Meta-Analysis by Ding Y, Ju M, […], He L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28124599

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over folaat/foliumzuur.
Het folaatgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door folaatrijke (foliumzuurrijke) voeding te eten en/of foliumzuursupplementen te slikken.

Deze maaltijden bevatten veel foliumzuur.
 

Vitamine C en D verlagen de bloeddruk van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamines en mineralen de bloeddruk van suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT's met in totaal 723 mensen met suikerziekte type 2 waarvan 54% mannen waren. De leeftijd varieerde tussen 50.7 en 66.8 jaar. De duur van de suikerziekte varieerde tussen 4.6 en 8.6 jaar. De interventieduur (de duur van de studie) varieerde tusssen 3 en 52 weken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 500-1500 mg vitamine C per dag, de diastolische bloeddruk van suikerpatiënten type 2 significant met 2.88 mmHg [95% BI = -5.31 tot -0.46, p = 0.020, I2 = 34.9%] verlaagde. Echter, het verlaagde niet de systolische bloeddruk [WMD = -3.93 mmHg, 95% BI = -14.78 tot 6.92, p = 0.478, I2 = 80.4%, p  = 0.024].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D de diastolische bloeddruk van suikerpatiënten type 2 significant met 2.44 mmHg [95% BI = -3.49 tot -1.39, p  0.001, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D de systolische bloeddruk van suikerpatiënten type 2 significant met 4.56 mmHg [95% BI = -7.65 tot -1.47, p = 0.004] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine C of vitamine D de bloeddruk van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of individual micronutrients on blood pressure in patients with type 2 diabetes: a systematic review and meta-analysis of randomized clinical trials by de Paula TP, Kramer CK, [...], Azevedo MJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5233957/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte, vitamine C en D.

Welke producten uit de supermarkt geschikt zijn voor mensen met een hoge bloeddruk, kunt u hier vinden.

Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van coënzym Q10-supplementen ontstekingen (uitgedrukt in het CRP, IL-6 en TNF-α gehalte) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.
Er was heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het CRP-gehalte significant met 0.35 mg/L [95% BI = -0.64 tot -0.05, p = 0.022] verlaagde. Dit significant verlaagde effect was onafhankelijk van het baseline (aan het begin van de studie) CRP-gehalte, de coënzym Q10 dosering, de studieduur en de kenmerken van de patiënten.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het IL-6 gehalte significant met 1.61 pg/mL [95% BI = -2.64 tot -0.58, p = 0.002] verlaagde. Dit significant verlaagde effect was hoger bij een hoger baseline IL-6 gehalte.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het TNF-α gehalte significant met 0.49 pg/mL [95% BI = -0.93 tot -0.06, p = 0.027] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van coënzym Q10-supplementen, de kans op het krijgen van ontstekingen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er sprake was heterogeniteit tussen de studies. 

Oorspronkelijke titel:
Effects of coenzyme Q10 supplementation on inflammatory markers: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Fan L, Feng Y, […], Chen LH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28179205

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en coënzym Q10.

Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn CRP, IL-1, IL-6, IL-8, MCP-1 en TNF-α.
 

EPA en DHA-supplementen verlichten pijn bij reumatoïde artritis

Onderzoeksvraag:
Verlicht het slikken van visolie de pijn bij patiënten met artritis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 42 RCT’s met in totaal 2751 patiënten met een gemiddelde leeftijd van 53.8 jaar en de gemiddelde duur van de ziekte was 9.7 jaar. De studieduur varieerde tussen 2 weken en 18 maanden. De dosering van EPA varieerde tussen 0.013 en 4.050 gram per dag en de dosering van DHA tussen 0.010 en 2.700 gram per dag.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 30 RCT’s dat het slikken van visolie de pijn significant verlichtte [SMD = -0.24, 95% BI = -0.42 tot -0.07, p = 0.007, I2 = 63%].

De onderzoekers vonden in 22 RCT’s met 956 patiënten dat het slikken van visolie de pijn bij patiënten met reumatoïde artritis significant verlichtte [SMD = -0.21, 95% BI = -0.42 tot -0.004]. Echter, het verlichtte in 5 RCT’s met 150 patiënten niet de pijn bij patiënten met artrose [SMD = -0.17, 95% BI = -0.57 tot 0.24].

De onderzoekers vonden dat het slikken van visolie met een EPA:DHA ratio groter dan 1.5 de pijn significant verlichtte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van visolie, bij voorkeur met een EPA:DHA ratio groter dan 1.5, de pijn bij patiënten met reumatoïde artritis verlichtte.

Oorspronkelijke titel:
Marine Oil Supplements for Arthritis Pain: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Trials by Senftleber NK, Nielsen SM, […], Christensen R.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/9/1/42/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en  EPA en DHA.

In visoliesupplementen zitten altijd de visvetzuren EPA en DHA.
Deze maaltijden bevatten veel EPA en DHA.
Het EPA&DHA-gehalte in het lichaam kan verhoogd worden door het eten van (vette) vissen en/of slikken van visoliesupplementen.
 

Vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L verlaagt allergische rhinitis onder mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog serum vitamine D-gehalte de kans op het krijgen van allergische rhinitis? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat kinderen met een serum vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L hadden een significant verlaagde kans op allergische sensibilisatie.
Echter, de onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine D tijdens de zwangerschap of kindertijd en de kans op het krijgen van allergische rhinitis bij kinderen.

De onderzoekers vonden dat mensen met een serum vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L vergeleken met 50 nmol/L, hadden een significant verlaagde kans van 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.56-0.89, p = 0.04] op het krijgen van allergische rhinitis. Echter, deze significant verlaagde kans werd alleen teruggevonden in mannen, maar niet in vrouwen. 

De onderzoekers concludeerden dat een serum vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L de kans op het krijgen van allergische rhinitis onder mannen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D status, aeroallergen sensitization, and allergic rhinitis: A systematic review and meta-analysis by Aryan Z, Rezaei N and Camargo CA Jr.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28102718

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

De gewenste vitamine D-bloedwaarden zijn 75-80 nmol/L (30–32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D-supplementen per dag.

Allergische sensibilisatie is het herkennen van een specifiek allergeen en de steeds heftigere reactie erop.
Voor het uitlokken van een immunologisch allergische reactie moet het immuunsysteem in concreto al eerder in contact zijn geweest met dat specifieke allergeen. In feite herkent het immuunsysteem dat specifieke allergeen als een “vijand” zoals een virus of een bacterie en reageert dus onnodig met ontsteking.

Dagelijks 10 gram alcohol verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 10 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.49-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.45-0.73] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder mannen significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder vrouwen significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (minimaal 10 gram alcohol per dag) de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of gallstone disease: a meta-analysis by Wang J, Duan X, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27926662

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol.
 

Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine D het triglyceriden- en cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het serum triglyceridengehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 3.74 mg/dL [95% BI = -7.13 tot -0.34, p = 0.031] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 2.55 mg/dL [95% BI = -4.83 tot -0.26, p = 0.029] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 0.72 mg/dL (95% BI = -1.27 tot -0.17, p = 0.010] verlaagde. Echter, deze verlaging was verwaarloosbaar.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het effect van vitamine D op zowel het triglyceriden- als cholesterolgehalte afhankelijk was van de dosering, de duur van de studies en het vitamine D-gehalte van de deelnemers aan het begin van de studie.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D het triglyceriden- en het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin D on serum lipid profile in patients with type 2 diabetes: A meta-analysis of randomized controlled trials by Jafari T, Fallah AA and Barani A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27020528

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over vitamine D, het verlagen van het cholesterolgehalte en suikerziekte.

Mensen met overgewicht hebben vaak zowel een hoog triglyceriden als LDL-cholesterogehalte. Overgewicht verhoogt de kans op het krijgen suikerziekte type 2, hart- en vaatzieken en kanker.

 

Mensen met atopisch eczeem hebben baat bij vitamine D-supplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopisch eczeem baat bij het slikken van vitamine D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  observationele studies (906 patiënten met atopisch eczeem en 657 patiënten zonder atopisch eczeem) en 4 RCT’s (104 patiënten met atopisch eczeem en 90 patiënten zonder atopisch eczeem).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte van patiënten met atopisch eczeem in alle leeftijdsgroepen significant lager was dan van mensen zonder atopisch eczeem [SMD = -2.03 ng/mL, 95% BI = -2.52 tot -0.78, I2 = 98%]. Dan met name in de pediatrische patiënten [SMD = -3.03 ng/mL, 95% BI = -4.76 tot -1.29].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen de SCORAD index en de EASI score van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -5.85, 95% BI = -7.66 tot -4.05, I2 50%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine D-supplementen de SCORAD index van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -7.43, 95% BI = -9.70 tot -5.16, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine D-supplementen de EASI score van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -3.14, 95% BI = -6.12 to -0.15, I2 = 0%]. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het vitamine D-gehalte van patiënten met atopisch eczeem in alle leeftijdsgroepen lager was dan van mensen zonder atopisch eczeem. Verder hadden mensen met atopisch eczeem baat bij het slikken van vitamine D.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Status and Efficacy of Vitamin D Supplementation in Atopic Dermatitis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Kim MJ, Kim SN, […], Ahn KJ.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/789/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

De gewenste vitamine D-bloedwaarden zijn 75-80 nmol/L (30-32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D per dag.
Elke 100 IE vitamine D3 kan na 2 tot 3 maanden slikken de bloedwaarde van 25(OH)D met 1 ng/mL verhogen. Het vitamine D-gehalte in het bloed wordt uitgedrukt in 25(OH)D.
De veiligste, goedkoopste en snelste manier om vitamine D binnen te krijgen is via voedingssupplementen. Kies voor (10-30 microgram) vitamine D3. Vitamine D3-supplementen van het goedkoopste en het duurste merk werken even goed. Via zonlicht en zonnebbank krijgt het lichaam ook vitamine D binnen maar teveel zonlicht en zonnebank kunnen de kans op het krijgen van huidkanker verhogen.

Constitutioneel eczeem (atopisch eczeem of dauwworm) is een chronische huidaandoening, die vooral wordt bepaald door genetische factoren (de aanwezigheid van mutaties (FLG R501X- and 2282del4) in het epidermale barrière eiwit filaggrine (in het epidermale differentiatie complex 1q21)).

Atopisch eczeem begint meestal voor de leeftijd van 6 maanden. Bij 60-70% van de kinderen gaat het eczeem in remissie voor de leeftijd van 15 jaar, waarna het bij een deel later weer opvlamt.

In de Westerse landen heeft 15-20% van de kinderen constitutioneel eczeem, waarvan ongeveer 80% een licht eczeem, 15% matig en 5% ernstig constitutioneel eczeem heeft.

Factoren die geassocieerd zijn met ernstig constitutioneel eczeem zijn het begin van het eczeem op jonge leeftijd (meestal 6 maanden), allergische rhinitis en astma.

De ernst van constitutioneel eczeem wordt bepaald door de Three-Item-Severity (TIS)-score (roodheid, oedeem/papels, krabeffecten):
afwezig = 0, mild = 1, matig = 2, ernstig = 3 (maximale score = 9). TIS-score 3: mild eczeem, TIS-score 3-5: matig eczeem, TIS-score ≥ 6: ernstig eczeem.

 

Vitamine D-tekort verhoogt COPD

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een vitamine D-tekort de kans op het krijgen van COPD?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies, 5 cohort studies en 1 cross-sectionele studie met in totaal 4818 mensen met COPD en 7175 mensen zonder COPD.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 13 studies met in totaal 1981 mensen met COPD en 1283 mensen zonder COPD, dat mensen met COPD een lager serum vitamine D-gehalte hadden dan mensen zonder COPD [SMD = -0.69, 95% BI = -1.00 tot -0.38, p 0.001, I2 = 94.0%].

De onderzoekers vonden in 12 studies met in totaal 3224 mensen met COPD en 6699 mensen zonder COPD, dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van COPD significant met 77% [OR = 1.77, 95% BI = 1.18 tot 2.64, p = 0.006] verhoogde.

De onderzoekers vonden een verband tussen een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) en de ernst van COPD [OR = 2.83, 95% BI = 2.00 tot 4.00, p 0.001].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) en de exacerbaties van COPD [OR = 1.17, 95% BI = 0.86 tot 1.59, p = 0.326].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van COPD verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The association between vitamin D and COPD risk, severity, and exacerbation: an updated systematic review and meta-analysis by Zhu M, Wang T, […], Ji Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5079694/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en chronische ziekten.

De snelste en goedkoopste manier om een vitamine D-tekort op te lossen, is door vitamine D-suplementen te slikken.

De gewenste bloedwaarden van vitamine D zijn 75-80 nmol/L (30-32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D per dag gedurende 3 maanden.

 

Suikerziekte verhoogt het vallen bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 14685 deelnemers. De studies waren gecorrigeerd voor de leeftijd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen significant met 64% [risk ratio = 1.64, 95% BI = 1.27-2.11] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij mannelijke ouderen significant met 81% [risk ratio = 1.81, 95% BI = 1.19-2.76] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij vrouwelijke ouderen significant met 52% [risk ratio = 1.52, 95% BI = 1.04-2.21] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen die behandeld waren met insuline significant met 94% [risk ratio = 1.94, 95% BI = 1.42-2.63] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen die niet behandeld waren met insuline significant met 27% [risk ratio = 1.27, 95% BI = 1.06-1.52] verhoogde. 

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen, met name bij een behandeling met insuline verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Diabetes mellitus and risk of falls in older adults: a systematic review and meta-analysis by Yang Y, Hu X, [...], Zou R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27515679

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en ouderdom.

 

 

Probiotica verlagen het nuchter glucosegehalte van suikerpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de consumptie van probiotica en synbiotica het nuchter glucosegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 studies (gerandomiseerde en niet gerandomiseerde studies in mensen).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de consumptie van probiotica en synbiotica (zowel pre- als probiotica) het nuchter glucosegehalte significant met 0.18 mmol/L [95% BI = -0.37 tot 0.00, p = 0.05] verlaagde. Echter, de significantie verdwenen in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat de consumptie van probiotica en synbiotica het nuchter glucosegehalte van mensen met een nuchter glucosegehalte ≥7 mmol/L significant met 0.68 mmol/L [95% BI = -1.07 tot -0.29, ρ 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat de consumptie van probiotica, bestaan uit verschillende stammen het nuchter glucosegehalte sneller verlaagde dan probiotica van 1 stam [0.31 mmol/L, 95% BI = -0.58 tot -0.03, ρ = 0.03].

De onderzoekers concludeerden dat de consumptie van probiotica (bij voorkeur bestaan uit verschillende stammen) het nuchter glucosegehalte van mensen met voorstadium van en/of met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of probiotics and synbiotics on blood glucose: a systematic review and meta-analysis of controlled trials by Nikbakht E, Khalesi S, […], Colson N.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27590729

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en probiotica.

Suikerpatiënten hebben een nuchter glucosegehalte van ≥7 mmol/L.

 

10 gram tafelsuiker per dag verhoogt colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van koolhydraten of eiwitten de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 patiënt-controle studies en 4 prospectieve cohort studies met in totaal 975 mensen met colitis ulcerosa en 239352 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram koolhydraten per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.005, 95% BI = 0.991-1.019, I2 = 31.5%, n = 5].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.001, 95% BI = 0.971-1.032, I2 = 0.0%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram eiwit per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.010, 95% BI = 0.975-1.047, I2 = 12.4%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram tafelsuiker per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 9.8% verhoogde [RR = 1.098, 95% BI = 1.024-1.177, I2 = 0.0%, n = 3].

De onderzoekers concludeerden dat 10 gram tafelsuiker per dag de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Carbohydrate and protein intake and risk of ulcerative colitis: Systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Feng J, [...], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27776925

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.  

10 gram tafelsuiker op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 2 energieprocent (En%) want 1 gram tafelsuiker levert 4 kcal. Dus 10 gram tafelsuiker levert 40 kcal en 40 kcal is 2% van 2000 kcal.
Welke producten uit de supermarkt maximaal 2 En% suikers bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Flavanolen uit cacao verlagen hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert de inname van flavanolen uit cacao de cardio-metabole biomerkers onder volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 RCT’s met in totaal 1131 deelnemers. Het flavanolengehalte uit cacao varieerde tusssen 166 en 2110 mg per dag en de interventieduur varieerde tussen 2 en 52 weken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het triglyceridengehalte significant met 0.10 mmol/L [95% BI = -0.16 tot -0.04 mmol/L] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.06 mmol/L [95% BI = 0.02 tot 0.09 mmol/L] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het nuchter insulinegehalte significant met 2.33 μIU/mL [95% BI = -3.47 tot -1.19 μIU/mL] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het C-reactieve proteïnegehalte significant met 0.83 mg/dL [95% BI = -0.88 tot -0.77 mg/dL] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao de HOMA-IR waarde significant met -0.93 punt [95% BI = -1.31 tot -0.55] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het oplosbaar vasculair cel adhesie molecuul-1 (sVCAM-1)-gehalte significant met 85.6 ng/mL [95% BI = 16.0 tot 155 ng/mL] verhoogde. 

De onderzoekers concludeerden dat de inname van flavanolen uit cacao de cardio-metabole biomerkers onder volwassenen verbeterde. Ongunstige cardio-metabole biomerkers verhogen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2.

Oorspronkelijke titel:
Cocoa Flavanol Intake and Biomarkers for Cardiometabolic Health: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Lin X, Zhang I, […], Liu S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27683874

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte, hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2 en flavonoïden.

Om te zien of iemand een verhoogde kans heeft op het krijgen van hart- en vaatziekten worden de biomerkers van die persoon gemeten. Deze biomerkers worden cardio-metabole biomerkers genoemd. De cardio-metabole biomerkers zijn onder andere het cholesterolgehalte, het triglyceridengehalte, de ontstekingsbiomerkers, zoals het C-reactieve proteïnegehalte.

Chocolade wordt gemaakt van cacao. 100 gram pure chocolade levert 53.49 mg flavonolen en 100 gram melkchocolade levert 13.35 mg flavonolen.

 

Suikerziekte type 2 verhoogt mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cohort studies met in totaal 28999 deelnemers, waarvan 6798 mensen met dikke darmkanker.

Er was mogelijk sprake van publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 52% [RR = 1.52, 95% BI = 1.29-1.80, I2  =  65.6%, p  0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat suikerpatiënten type 2 een significante verhoogde kans van 56% [RR = 1.56, 95% BI = 1.16-2.08] hadden op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in retrospectieve cohort studies dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 57% [RR = 1.57, 95% BI = 1.30-1.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele populatie-gebaseerde studies dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 46% [RR = 1.46, 95% BI = 1.21-1.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden in prospectieve cohort studies geen verband tussen suikerziekte type 2 en de kans op het krijgen van dikke darmkanker [RR = 1.27, 95% BI = 0.77-2.10].

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat het verband niet gevonden werd in prospectieve cohort studies en publicatie bias niet uitgesloten kon worden.

Oorspronkelijke titel:
Type 2 diabetes mellitus and risk of colorectal adenoma: a meta-analysis of observational studies by Yu F, Guo Y, […], He J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4989384/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en dikke darmkanker.
 

Dagelijks 60 gram fructose of meer verhoogt jicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van fructose de kans op het krijgen van jicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 prospectieve cohort studies met in totaal 125299 deelnemers, waarvan 1533 mensen (755 mannen en 778 vrouwen) met jicht. De gemiddelde follow-up duur was 17 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de consumptie van veel fructose (>11.9 En%) de kans op het krijgen van jicht significant met 62% [RR = 1.62, 95% BI = 1.28 tot 2.03, p 0.0001, I2 = 0%, p = 0.33]  verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel fructose (60 gram fructose of meer per dag) de kans op het krijgen van jicht verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Fructose intake and risk of gout and hyperuricemia: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Jamnik J, Rehman S, […], Sievenpiper JL.

Link:
http://bmjopen.bmj.com/content/6/10/e013191.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.   

60 gram fructose op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 12 energieprocent (En%) want 1 gram fructose levert 4 kcal. Dus 60 gram fructose levert 240 kcal en 240 kcal is 12% van 2000 kcal.
 

Dagelijks 260 mg co-enzym Q10 supplementen verlagen het nuchter glucosegehalte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van co-enzym Q10 de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met in totaal 920 deelnemers. De gemiddelde dosering was 260 mg co-enzym Q10 per dag. De gemiddelde follow-up duur was 11 weken.

De subgroepenanalyses konden de heterogeniteit tussen de studies niet wegnemen.  
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van co-enzym Q10 het nuchter glucosegehalte significant [SMD = -0.20 mg/dL, 95% BI = -0.38 tot -0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van co-enzym Q10 en het HbAc-gehalte [SMD = -0.05%, 95% BI = -0.22 tot 0.12] en het nuchter insulinegehalte [SMD = 0.12 pmol/L, 95% BI = -0.21 tot 0.44].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 260 mg co-enzym Q10 per dag gedurende 11 weken het nuchter glucosegehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Coenzyme Q10 Supplementation on Diabetes Biomarkers: a Systematic Review and Meta-analysis of Randomized Controlled Clinical Trials by Moradi M, Haghighatdoost F, […], Azadbakht L.

Link:
http://www.ams.ac.ir/AIM/NEWPUB/16/19/8/0012.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en co-enzym Q10.

Resistent zetmeel verbebert de darmwerking van gezonde volwassenen

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van resistent zetmeel de darmwerking van gezonde volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het fecale natte gewicht (nat stoelgangsgewicht) significant met 35.51 gram per dag [95% BI = 1.21-69.82] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het butyraatgehalte (butyraat is een vetzuur met een beschermende werking tegen dikkedarm kanker) significant met 0.61 [95% BI = 0.32-0.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de fecale pH-test significant met 0.19 [95% BI = -0.35 tot -0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de defecatiefrequentie (stoelgangsfrequentie) niet significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van resistent zetmeel de darmflora van gezonde volwassenen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Positive effects of resistant starch supplementation on bowel function in healthy adults: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Shen D, Bai H, […], Chen L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27593182

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over pre- en probiotica. 

Er zijn een aantal manieren om de werking van de darmen te meten. Deze zijn het fecale natte gewicht, het butyraatgehalte, de fecale pH-test en de defecatiefrequentie.

Resistent zetmeel (RS, van het Engelse, Resistant Starch) wordt zo genoemd, omdat het niet wordt afgebroken in de dunne darm maar in de dikke darm van het lichaam. Het is een voedingsvezel van het onoplosbare type. Resistent zetmeel dient dus vooral als voeding voor de bacteriën in de dikke darm. Er zijn 3 soorten resistent zetmeel:

  1. RS1: door de celwand ingesloten en ontoegankelijk zetmeel in o.a. zaden, bonen en volkorenproducten
  2. RS2: resistente zetmeelgranules. Deze komen voor in onrijpe bananen en rauwe aardappelen. Rijping of koken kan het zetmeel toegankelijk maken.
  3. RS3: zogenaamd geretrogradeerd zetmeel. Deze komt voor in verwerkte producten omdat het ontstaat door verhitten of afkoelen, bijvoorbeeld in afgekoelde, gekookte aardappelen of pasta, oudbakken brood of cornflakes.

Dagelijks rijst eten verhoogt chronische ziekten onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van rijst en het krijgen van chronische ziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van chronische ziekten niet significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 0.96-1.29, I1 = 70.3%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van chronische ziekten onder vrouwen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.13-1.73] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel rijst en de kans op het krijgen van chronische ziekten onder mannen [RR = 0.95, 95% BI = 0.72-1.24].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel rijst en de mortaliteit onder vrouwen [RR = 1.08, 95% BI = 0.97-1.19].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de mortaliteit onder mannen significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel rijst de kans op het krijgen van chronische ziekten onder vrouwen maar niet onder mannen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Rice consumption, incidence of chronic diseases and risk of mortality: meta-analysis of cohort studies by Saneei P, Larijani B and Esmaillzadeh A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27577106

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chonische ziekten.