Voeding en gezondheid

Tomaten verlagen hart- en vaatziekten onder volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van tomaten of het slikken van lycopeen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het LDL-cholesterolgehalte significant met 0.22 mmol/L [p = 0.006] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het plasma IL-6 gehalte significant met 0.25 punt [p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) significant met 2.53% [p = 0.01] verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van lycopeen de systolische bloeddruk (de bovendruk) significant met 5.66 mmHg [p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van tomaten als het slikken van lycopeen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder volwassenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Tomato and lycopene supplementation and cardiovascular risk factors: A systematic review and meta-analysis by Cheng HM, Koutsidis G, […], Lara J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28129549

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en groenteconsumptie, carotenoiden.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog LDL-cholescholgehalte en een hoge bloeddruk.

Deze producten uit de supermarkt zijn geschikt voor hartpatiënten.

100 microgram foliumzuur per dag verlaagt mogelijk slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van folaat (foliumzuur) de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel folaat vegeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.56-0.71] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum folaatgehalte vegeleken met een laag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.55-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 microgram folaat per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.83-0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van veel folaat (minimaal 100 microgram per dag) als een hoog bloed folaatgehalte de kans op het krijgen van slokdarmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake, serum folate levels and esophageal cancer risk: an overall and dose-response meta-analysis by Zhao Y, Guo C, […], Li H.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=14432&path[]=46030

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over folaat/foliumzuur en kanker.
Lees hier meer over cohort studies, publicatie bias en patiënt-controle studies.

Deze maaltijden leveren minimaal 100 microgram folaat/foliumzuur.


 

Astma verhoogt longkanker

Onderzoeksvraag:
Verhoogt astma de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 cohort studies met in totaal 16375202 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat astma de kans op het krijgen van longkanker significant met 44% [OR = 1.44, 95% BI = 1.31-1.59, p 0.00001, I2 = 83%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder niet rokers significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.10-1.50, p = 0.002, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder blanken significant met 53% [OR = 1.53, 95% BI = 1.37-1.72, p 0.00001, I2 = 56%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder Aziaten significant met 52% [OR = 1.52, 95% BI = 1.15-2.01, p 0.00001, I2 = 93%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder mannen significant met 38% [OR = 1.38, 95% BI = 1.31-1.46, p 0.00001, I2 = 24%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder vrouwen significant met 68% [OR = 1.68, 95% BI = 1.45-1.95, p 0.00001, I2 = 63%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses geen verband tussen astma en de kans op het krijgen van longadenocarcinoom [OR = 1.01, 95% BI = 0.69-1.50, p = 0,95, I2 = 45%].

De onderzoekers concludeerden dat astma de kans op het krijgen van longkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Asthma and the risk of lung cancer: a meta-analysis by Qu YL, Liu J, [...], Hou SJ.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=14595&path[]=46568

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en kanker.

Longadenocarcinomen zijn de meest voorkomende vorm van longkanker en hebben de mogelijkheid om zich te verspreiden naar andere weefsels. Een van de moeilijkheden van het behandelen longadenocarcinomen is dat als de oorspronkelijke tumor niet volledig vernietigd of verwijderd kan terugkomen. Het roken van sigaretten, waaronder passief (secondhand) roken, is de belangrijkste oorzaak van longadenocarcinomen. Ongeveer 1% van de longadenocarcinomen worden gedreven door oncogeen ROS1-rearrangement.



 

Vet verhoogt non-Hodgkin lymfeklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfeklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 8 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vet het risico op non-Hodgkin-lymfeklierkanker significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.42] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van vet het risico op diffuus grootcellig B cel lymfoom (een soort non-Hodgkin-lymfeklierkanker) significant met 41% [RR = 1.41, 95% BI = 1.08-1.84] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vet het risico op non-Hodgkin-lymfeklierkanker, met name diffuus grootcellig B cel lymfoom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Consumption and Non-Hodgkin's Lymphoma Risk: A Meta-analysis by Han TJ, Li JS, [...], Xu HZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28094569

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.
Lees hier meer over patiënt-controle studies, cohort studies en overzichtsartikel.

Een dieet met veel vet is een dieet met meer dan 35 En% vet en meer dan 10 En% verzadigd vet.

Een dieet met weinig vet is een dieet met maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet.
Een vetarm dieet bestaat grotendeels uit producten met maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet. Welke producten uit de supermarkt maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden passen in een vetarm dieet.
 

Dagelijks veel peulvruchten verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van peulvruchten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 367000 deelnemers, waarvan 18475 mensen met hart- en vaatziekten (7451 mensen met een coronaire hartziekte en 6336 mensen met een beroerte).

Er was weinig of geen heterogeniteit tussen de studies en er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van peulvruchten en het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel peulvruchten de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als coronaire hartziekte verlaagde. Echter, het eten van peulvruchten verlaagde niet de kans op het krijgen van een beroerte.

Oorspronkelijke titel:
Legume consumption and CVD risk: a systematic review and meta-analysis by Marventano S, Izquierdo Pulido M, […], Grosso G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28077199

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en groenteconsumptie.

De Gezondheidsraad (het hoogste Nederlandse voedingsadviesorgraan) raadt minimaal 200 gram groenten per dag aan. Waarom u dagelijks minimaal 200 gram groenten moet eten, kunt u hier lezen.

Deze maaltijden leveren peulvruchten.

Dagelijks 10 gram vezels verlaagt mogelijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 patiënt-controle studies en 1 cohort studie met in totaal 3287 mensen met alvleesklierkanker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 48% [OR = 0.52, 95% BI = 0.44-0.61, I2 = 7.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels (minimaal 10 gram per dag) de kans op het krijgen van alvleesklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber intake is inversely associated with risk of pancreatic cancer: a meta-analysis by Mao QQ, Lin YW, […], Xie LP.

Link:
http://apjcn.nhri.org.tw/server/APJCN/26/1/89.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezelconsumptie en kanker.
Lees hier meer over patiënt-controle studies, cohort studies en overzichtsartikel.

Deze maaltijden leveren minimaal 10 gram vezels.

Een dagelijkse voeding met veel vezels is een voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Een voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bestaat grotendeels uit producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Tofu verlaagt coronaire hartzieke onder vrouwen en Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van soja de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17269 mensen met hart- en vaatziekten waarvan 6265 mensen met een beroerte, 10806 mensen met coronaire hartziekte en 198 mensen met andere oorzaken. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 26% [SRR = 0.74, 95% BI = 0.58-0.95] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd met name teruggevonden in patiënt-controle studies [SRR = 0.63, 95% BI = 0.51-0.77], onder Aziaten [SRR = 0.77, 95% BI = 0.67-0.90] en onder vrouwen [SRR = 0.83, 95% BI = 0.69-0.99].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 20% [SRR = 0.80, 95% BI = 0.64-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een beroerte significant met 18% [SRR = 0.82, 95% BI = 0.68-0.99] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van soja het krijgen van een beroerte verlaagt.  

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 17% [SRR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen soja-isoflavonen en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte of coronaire hartziekte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van soja, met name tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte en coronaire hartziekte, met name onder Aziaten en vrouwen verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor soja-isoflavonen.

Oorspronkelijke titel:
Association between consumption of soy and risk of cardiovascular disease: A meta-analysis of observational studies by Yan Z, Zhang X, […], Dong W.

Link:
http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/2047487316686441

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en sojaconsumptie. Beroerte en coronaire hartziekte zijn de subgroepen binnen hart- en vaatziekten.

Isoflavonen zijn de polyfenolen in sojaproducten. Tot de sojaproducten behoren onder andere tofu, tempeh en miso.

Deze maaltijden bevatten tofu.

Tofu verlaagt coronaire hartzieke onder vrouwen en Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van soja de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17269 mensen met hart- en vaatziekten waarvan 6265 mensen met een beroerte, 10806 mensen met coronaire hartziekte en 198 mensen met andere oorzaken. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 26% [SRR = 0.74, 95% BI = 0.58-0.95] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd met name teruggevonden in patiënt-controle studies [SRR = 0.63, 95% BI = 0.51-0.77], onder Aziaten [SRR = 0.77, 95% BI = 0.67-0.90] en onder vrouwen [SRR = 0.83, 95% BI = 0.69-0.99].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 20% [SRR = 0.80, 95% BI = 0.64-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een beroerte significant met 18% [SRR = 0.82, 95% BI = 0.68-0.99] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van soja het krijgen van een beroerte verlaagt.  

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 17% [SRR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen soja-isoflavonen en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte of coronaire hartziekte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van soja, met name tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte en coronaire hartziekte, met name onder Aziaten en vrouwen verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor soja-isoflavonen.

Oorspronkelijke titel:
Association between consumption of soy and risk of cardiovascular disease: A meta-analysis of observational studies by Yan Z, Zhang X, […], Dong W.

Link:
http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/2047487316686441

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en sojaconsumptie. Beroerte en coronaire hartziekte zijn de subgroepen binnen hart- en vaatziekten.

Isoflavonen zijn de polyfenolen in sojaproducten. Tot de sojaproducten behoren onder andere tofu, tempeh en miso.

Deze maaltijden bevatten tofu.

Zoetstofgezoete frisdrank verhoogt het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het drinken van frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cross-sectionele studies en 4 prospectieve cohort studies met in totaal 56244 deelnemers. De leeftijd varieerde tussen 6 en 98 jaar. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het drinken van frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het drinken van suikergezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 46% [RR = 1.46, 95% BI = 1.18-1.91] verhoogde. Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het drinken van zoetstofgezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 145% [RR = 2.45, 95% BI = 1.15-5.14] verhoogde.

De onderzoekers vonden in prospectieve cohort studies dat het drinken van zoetstofgezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 32% [RR = 1.32, 95% BI = 1.21-1.44] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van frisdrank, met name zoetstofgezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Soft drink intake and the risk of metabolic syndrome: A systematic review and meta-analysis by Narain A, Kwok CS and Mamas MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28074617

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over overgewicht en het metabole syndroom.

Mensen met het metabole syndroom wordt aangeraden te kiezen voor maaltijden/producten met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten/maaltijden uit de supermarkt geschikt zijn voor mensen met het metabole syndroom kunt u hier opzoeken.

 

Dagelijks 200 mg flavonoïden via voeding verlaagt all-cause mortaliteit

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.72-0.92] verlaagde. Het risico was het laagste bij 200 mg flavonoïden per dag.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten niet significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.70-1.03] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan coronaire hartziekte niet significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.54-1.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 200 mg flavonoïden per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) verlaagde. Echter, het verlaagde niet de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten of coronaire hartziekte.

Oorspronkelijke titel:
Dietary total flavonoids intake and risk of mortality from all causes and cardiovascular disease in the general population: a systematic review and meta-analysis of cohort studies by Liu XM, Liu YJ, [...], He QQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28054441

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en flavonoïden.

Levensmiddelen

Aantal mg flavonoïden per 100 gram product

Boerenkool

93

Bramen

100

Groene thee

132

Aardbeien

141

Zwarte bessen

157

Bosbessen

163

Rode kool

209

Vers peterselie

216

Verse pruimen

220

Pistachenoten

237

Veenbessen

437

Pecannoten

493

 

Veel vitamine E via voeding verlaagt ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge inname van vitamine C, vitamine E of beta-caroteen via voeding de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.77 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van beta-caroteen via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson onder vrouwen significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.64 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verlaagde. Verder verlaagde een hoge inname van beta-caroteen via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson onder vrouwen.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C, vitamin E, β-carotene and risk of Parkinson's disease: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Niu F, Xie W, […], Yu X.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36961747/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, vitamine C, E, beta-caroteen en ziekte van Parkinson.
 

10 mg isoflavonen per dag via voeding verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies die zich richten op de relatie tussen de inname van isoflavonen via voeding en het risico op het krijgen van borstkanker leiden nog steeds tot inconsistente conclusies en daarom werd dit overzichtsartkel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies en 17 patiënt-controle studies met in totaal 902438 vrouwen.

De studies waren goedopgezet met een gemiddelde NOS score van 7.6.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage inname, dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kan op het krijgen van borstkanker significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.62 tot 0.81, I2 = 82.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.50 tot 0.76] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [OR = 0.94, 95% BI = 0.86 tot 1.02].

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder Aziaten significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.52 tot 0.74] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden onder niet-Aziaten [OR = 0.97, 95% BI = 0.88 tot 1.06].

De onderzoekers vonden dat een inname van minimaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.53 tot 0.75] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor maximaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding [OR = 1.01, 95% BI = 0.94 tot 1.08].

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen, met name onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Isoflavone Consumption and Risk of Breast Cancer: An Updated Systematic Review with Meta-Analysis of Observational Studies by Yang J, Shen H,  […], Qin Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10224089/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over isoflavonen en borstkanker.

Vrouwen met zwangerschapsdiabetes hebben baat bij probiotica/synbiotica supplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap zijn veel voorkomende symptomen tijdens de zwangerschap. Hoewel er geen effectieve behandeling hiervoor is, wordt suppletie met pyridoxine (vitamine B6) op grote schaal gebruikt en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben vrouwen met zwangerschapsdiabetes baat bij het slikken van probiotica/synbiotica supplementen gedurende de zwangerschap?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met in totaal 390 deelnemers in de interventiegroep (vrouwen met zwangerschapsdiabetes die probiotica/synbiotica supplementen kregen) en 389 in de placebo groep (vrouwen met zwangerschapsdiabetes die geen probiotica/synbiotica supplementen kregen).

De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 26.4 en 33.5 jaar.
De interventieduur varieerde tussen 4 tot 8 weken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met vrouwen met zwangerschapsdiabetes die geen probiotica/synbiotica supplementen kregen, dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes die probiotica/synbiotica supplementen kregen, hadden een significante verbetering in het nuchter bloedsuikergehalte [MD = -2.33, 95% BI = -4.27 tot -0.40, p = 0.02, I2 = 74%].  

De onderzoekers vonden vergeleken met vrouwen met zwangerschapsdiabetes die geen probiotica/synbiotica supplementen kregen, dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes die probiotica/synbiotica supplementen kregen, hadden een significante verbetering in het nuchter bloed insulinegehalte [MD = -2.47, 95% BI = -3.82 tot -1.12, p = 0.0003, I2 = 73%].

De onderzoekers vonden vergeleken met vrouwen met zwangerschapsdiabetes die geen probiotica/synbiotica supplementen kregen, dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes die probiotica/synbiotica supplementen kregen, hadden een significante verbetering in de HOMA-IR waarde [MD = -0.40, 95% BI = -0.74 tot -0.06, p = 0.02, I2 = 76%].  

De onderzoekers vonden vergeleken met vrouwen met zwangerschapsdiabetes die geen probiotica/synbiotica supplementen kregen, dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes die probiotica/synbiotica supplementen kregen, hadden een significante verbetering in het (totale) cholesterolgehalte [MD = -6.59, 95% BI = -12.23 tot -0.95, p = 0.02].  

De onderzoekers concludeerden dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes baat hadden bij het slikken van probiotica/synbiotica (Lactobacillus acidophilus en Bifidobacterium bifidum >1 × 106 kve/g) supplementen gedurende de zwangerschap.

Oorspronkelijke titel:
The Effects of Probiotics/Synbiotics on Glucose and Lipid Metabolism in Women with Gestational Diabetes Mellitus: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Mu J, Xian Guo X, […], Cao G.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/15/6/1375

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap, suikerziekte en probiotica.
 

Veel selenium via voeding verhoogt botdichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies hebben gesuggereerd dat selenium als sporenelement betrokken is bij de botgezondheid, maar de bevindingen met betrekking tot het specifieke effect van selenium op de botgezondheid blijven onduidelijk en daarom werd dit overzicchtsartikel uitgevoerd.

Verhogen zowel een hoge inname van selenium via voeding als een hoog serum seleniumgehalte de botdichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cross-sectionele studies, 7 patiënt-controle studies, 3 cohort studies en 1 RCT met in totaal 69672 deelnemers.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 39.4 en 75.8 jaar.
De gemiddelde inname van selenium via voeding varieerde tussen 41.2 en 154.4 μg/d.
Het gemiddelde serum seleniumgehalte (seleniumgehalte in het lichaam) varieerde tussen 66.7 en 131.1 μg/L.
De NOS score was ≥ 4, namelijk gemiddeld tot hoog.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van selenium via voeding de botdichtheid significant verhoogde [β = 0.04, 95% BI = 0.00 tot 0.07, p = 0.029, I2 = 95.91%].

De onderzoekers vonden dat een hoog serum seleniumgehalte de botdichtheid significant verhoogde [β = 0.13, 95% BI = 0.00 tot 0.26, p = 0.046, I2 = 86.60%].

De onderzoekers vonden dat mensen met botontkalking een lager serum seleniumgehalte hadden dan mensen zonder botontkalking [WMD = -2.01, 95% BI = -3.91 tot -0.12, p = 0.037, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van selenium via voeding de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 56% [OR = 0.44, 95% BI = 0.37 tot 0.52, p 0.001, I2 = 65.2%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van selenium via voeding als een hoog serum seleniumgehalte de botdichtheid verhoogden. Verder, verlaagde een hoge inname van selenium via voeding de kans op het krijgen van heupfracturen.

Oorspronkelijke titel:
The association between selenium and bone health: a meta-analysis by Xie H, Wang N, […], Wang Y.

Link:
https://boneandjoint.org.uk/article/10.1302/2046-3758.127.BJR-2022-0420.R1

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en het voorkomen van fracturen.

De circulerende concentratie van selenium in het bloed (serum seleniumgehalte) kan worden verhoogd door levensmiddelen te eten die rijk zijn aan selenium en/of seleniumsupplementen te slikken.

 

Een hoog gehalte aan linolzuur in het lichaam verlaagt prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen over de associatie tussen zowel de inname van linolzuur via voeding als de weefselbiomarkers van linolzuur en het risico op het krijgen van prostaatkanker zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartkel uitgevoerd.

Verlaagt zowel het hebben van een hoog weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam als het eten van veel linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker bij mannen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies met in totaal 11622 deelnemers.

Tijdens de follow-up duur van 5 tot 21 jaar werden 39993 mensen met prosttaatkanker, 5929 mensen met gevorderde prostaatkanker en 1661 mensen met fatale prostaatkanker gediagnosticeerd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoger weefselgehalte aan linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.77 tot 0.96] verlaagde.
Ecther, dit significante, verlaagde risico werd niet teruggevonden bij een hoge consumptie van linolzuur via voeding.

De onderzoekers vonden in een dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 5% in het weefselgehalte aan linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 14% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een hoog weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam, de kans op het krijgen van prostaatkanker bij mannen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake and biomarkers of linoleic acid and risk of prostate cancer in men: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Yousefi M, Eshaghian N, […], Sadeghi O.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37077161/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over linollzuur en prostaatkanker.

Het weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel linolzuur bevatten en/of linolzuursupplementen te slikken.

Zonnebloemolie, maïsolie, sojaolie, rijstzemelenolie, koolzaadolie bevatten veel linolzuur.

 

Dagelijks 500 ml sinaasappelsap verlaagt causaal slecht cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van sinaasappelsap causaal het cholesterolgehalte of triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 386 deelnemers.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 36 en 56 jaar.
De hoeveelheid sinaasappelsap varieerde tussen 250 en 1000 ml per dag.
De interventieduur varieerde tussen 3 en 12 weken.
Er was geen publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van sinaasappelsap het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [WMD = -8.35 mg/dL, 95% BI = -15.43 tot -1.26, p = 0.021, I2 = 45.8%, p = 0.055].
Dit significante verlaagde effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het drinken van minimaal 500 ml sinaasappelsap per dag, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [WMD = -9.85 mg/dL, 95% BI = -18.18 tot -1.52, p = 0.02, I2 = 45.8%, p = 0.055].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van minimaal 500 ml sinaasappelsap per dag, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Orange juice intake and lipid profile: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials by Amini MR, Sheikhhossein F, […], Askarpour M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10052563/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over fruit, cholesterol en het verlagen van hart- en vaatziekte.

 

Peulvruchten verlagen mogelijk een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel peulvruchten mortaliteit (zoals, doodgaan aan alle oorzaken, kanker of hart- en vaatziekten)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 cohort studies met in totaal 1141793 deelnemers, waarvan 93373 doden aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit).

De bewijslast van de studies was zwak tot matig.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [HR = 0.94, 95% BI = 0.91 tot 0.98, n = 27] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 9% [HR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, n = 5] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 50 gram peulvruchten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [HR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99, n = 19] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel peulvruchten, minimaal 50 gram per dag, de kans op zowel doodgaan aan alle oorzaken als de kans op het krijgen van een beroerte mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies zwak tot matig was.

Oorspronkelijke titel:
Legume Consumption and Risk of All-Cause and Cause-Specific Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Studies by Zargarzadeh N, Mousavi SM, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36811595/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, peulvruchten en beroerte.

Veel vitamine B6 via voeding verlaagt dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen zowel een hoge inname van vitamine B6 via voeding als een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies en 8 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 20% [gepoolde OR = 80, 95% BI = 0.68 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 46% [gepoolde OR = 0.54, 95% BI = 0.35 tot 0.84] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.65 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 59% [OR = 0.41, 95% BI = 0.30 tot 0.57] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van colonkanker onder zowel vrouwen als mannen significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.64 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van colonkanker onder zowel vrouwen als mannen significant met 44% [OR = 0.56, 95% BI = 0.42 tot 0.73] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van vitamine B6 via voeding als een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker, met name colonkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Vitamin B6 and the Risk of Colorectal Cancer: A Meta-analysis of Observational Studies by Lai J, Guo M, […], Li J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36961108/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine B6 en dikke darmkanker.

Het vitamine B6 gehalte in het bloed kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine B6 bevatten en/of vitamine B6 supplementen te slikken.

 

30 gram volkoren granen verlagen hart- en vaatziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de relatie tussen de inname van volkoren granen en geraffineerde granen en de incidentie van cardiovasculaire aandoeningen en sterfte door alle oorzaken onderzocht zijn, zijn de conclusies niet doorslaggevend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 68 prospectieve cohort studies met in totaal 1624407 deelnemers.

De studies hadden een follow-up duur tussen 5.4 en 26 jaar, met een studiegrootte variërend van 535 tot 461047 deelnemers.
De studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram volkoren granen via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96 tot 0.99, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram volkoren granen via voeding, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.92 tot 0.97, I2 = 54.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram volkoren granen via voeding, de kans op het krijgen van een hart- en vaatziekte significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.88 tot 0.96, I2 = 82.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram volkoren granen via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.92 tot 0.97, I2 = 89.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een linear verband tussen het eten van volkoren granen en de verlaagde kans op het krijgen van een coronaire hartziekte.

De onderzoekers vonden een non-linear verband tussen het eten van volkoren granen en de verlaagde kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.

De onderzoekers vonden een non-linear verband tussen het eten van volkoren granen en de verlaagde kans op doodgaan aan alle oorzaken.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 30 gram volkoren granen, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekte, beroerte als doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of whole grains and refined grains and associated risk of cardiovascular disease events and all-cause mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Hu H, Zhao Y, […], Hu D.

Link:
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0002916522105186?via%3Dihub

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over volkoren granen en het verlagen van hart- en vaatziekte.

 

Dagelijks 200 tot 700 mg calcium via voeding verlaagt een beroerte onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Prospectieve cohort studies zijn inconsistent met betrekking tot het verband tussen calciuminname via voeding en het risico op het krijgen van een beroerte en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 prospectieve cohort studies met in totaal 19557 mensen met een beroerte onder 882181 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 5% [RR = 0.92 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd alleen teruggevonden onder Aziaten.

De onderzoekers vonden dat het eten van 300 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 6% [RR = 0.90 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd alleen teruggevonden onder Aziaten.

De onderzoekers vonden dat het eten van 500 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 5% [RR = 0.90 tot 0.99] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd alleen teruggevonden onder Aziaten.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van 700 mg calcium per dag of meer en de verlaagde kans op het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 200 tot 700 mg calcium per dag (via voeding), de kans op het krijgen van een beroerte onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary calcium intake and the risk of stroke: Meta-analysis of cohort studies by Wang ZM, Bu XX, […], Nie ZL.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36958976/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium en het verlagen van een beroerte.
 

Een lager serum magnesiumgehalte verhoogt fracturen

Onderzoeksvraag:
Magnesium, een essentieel kation voor tal van cellulaire processen, is een belangrijk bestanddeel van bot. Echter, de relatie met het risico op het krijgen van fracturen is nog onzeker en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een lager serum magnesiumgehalte de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies met in totaal 119755 deelnemers met een gemiddelde follow-up duur van 79 maanden.
De gemiddelde leeffijd was 62 jaar en het vrouwenpercentage was 33%.
De analyses waren gecorrigeerd voor 15 potentiële confounders.
De studies waren goed opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een lager serum magnesiumgehalte de kans op het krijgen van fracturen significant met 25% [RR = 1.25, 95% BI = 1.09 tot 1.43, I2 = 31.2%] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 1.43 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat een lager serum magnesiumgehalte de kans op het krijgen van fracturen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between Serum Magnesium and Fractures: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Dominguez LJ, Rodas-Regalado S, […], Barbagallo M.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/15/6/1304

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium en het voorkomen van fracturen.

 

Laag bloed carotenoïdengehalte verhoogt dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Gezien hun krachtige antioxiderende eigenschappen spelen carotenoïden een rol bij het vertragen en voorkomen van dementie en milde cognitieve stoornissen. Echter, observationele studies hebben inconsistente resultaten gevonden met betrekking tot de associatie tussen het bloed carotenoïdengehalte en het risico op dementie en milde cognitieve stoornissen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is een laag bloed carotenoïdengehalte (zoals, lycopeen, beta-caroteen, luteïne) een risicofactor voor dementie en milde cognitieve stoornissen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 studies met 1422 mensen met dementie, 435 mensen met milde cognitieve stoornissen en 4753 controles (mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met dementie een lager bloed lycopeengehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.521, 95% BI = -0.741 tot -0.301].

De onderzoekers vonden dat mensen met dementie een lager bloed alfa-caroteengehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.489, 95% BI = -0.697 tot -0.281].

De onderzoekers vonden dat mensen met dementie een lager bloed beta-caroteengehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.476, 95% BI = -0.784 tot -0.168].

De onderzoekers vonden dat mensen met dementie een lager bloed luteïnegehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.516, 95% BI = -0.753 tot -0.279].

De onderzoekers vonden dat mensen met dementie een lager bloed beta-cryptoxanthinegehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.617, 95% BI = -0.953 tot -0.281].

De onderzoekers concludeerden dat mensen met dementie een lager bloed carotenoïdengehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen.

Oorspronkelijke titel:
Low blood carotenoid status in dementia and mild cognitive impairment: A systematic review and meta-analysis by Wang L, Zhao T, […], Jiang Q.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36997905/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carotenoïden en de ziekte van Alzheimer.

Het luteïnegehalte in het bloed kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel luteïne bevatten en/of luteïnesupplementen te slikken.

Vitamine B6 supplementen verminderen misselijkheid en braken tijdens zwangerschap

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap zijn veel voorkomende symptomen tijdens de zwangerschap. Hoewel er geen effectieve behandeling hiervoor is, wordt suppletie met pyridoxine (vitamine B6) op grote schaal gebruikt en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Vermindert het slikken van vitamine B6 supplementen alleen of vitamine B6 met een ander effectief ingrediënt, de kans op het krijgen van misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine B6 supplementen alleen of vitamine B6 met een ander effectief ingrediënt tijdens de zwangerschap, de Rhodes Index misselijkheidsscore significant verbeterde [0.78, 95% BI =  0.26 tot 1.31, p = 0.003, I2 = 57%, p = 0.10].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine B6 supplementen alleen of vitamine B6 met een ander effectief ingrediënt tijdens de zwangerschap, de PUQE Index misselijkheidsscore significant verbeterde [0.75, 95% BI =  0.28 tot 1.22, p = 0.002, I2 = 0%, p = 0.51].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine B6 (als pyridoxine) supplementen alleen of vitamine B6 met een ander effectief ingrediënt, de kans op het krijgen van misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap verminderde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of pyridoxine (vitamin B6) supplementation in nausea and vomiting during pregnancy: a systematic review and meta-analysis by Jayawardena R, Majeed S, […], Ranaweera P.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36719452/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en vitamine B6.
 

Veel antioxidanten via voeding verlaagt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge inname van antioxidanten via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer of dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cohort studies met in totaal 98264 deelnemers, waarvan 7425 mensen met dementie na een follow-up duur van 3 tot 23 jaar. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van antioxidanten via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.79 tot 0.92, I2 = 45.5%] verlaagde.
Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor dementie [RR = 0.84, 95% BI = 0.77 tot 1.19, I2 = 54.6%].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.79 tot 0.92 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van antioxidanten via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Dietary and Supplement Intake of Antioxidants with Risk of Dementia: A Meta-Analysis of Cohort Studies by Zhao R, Han X, […], You H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36846999/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over antioxidanten en de ziekte van Alzheimer.

Veel choline via voeding verlaagt mogelijk borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge inname van choline via voeding de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies en 10 patiënt-controle studies. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge inname van choline via voeding,  de kans op het krijgen van borstkanker significant met 62% [OR = 0.38, 95% BI = 0.16 tot 0.86] verlaagde.
Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [HR = 1.01, 95% BI = 0.92 tot 1.12].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van choline via voeding,  de kans op het krijgen van borstkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet teruggevonden werd in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
The association between dietary intakes of methionine, choline and betaine and breast cancer risk: A systematic review and meta-analysis by Van Puyvelde H, Dimou N, […], De Bacquer D.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36701983/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort studies/significant, choline en borstkanker.