Dikke darmkanker

Dikke darmkanker ontstaat vrijwel altijd uit een poliep. Een dikke darmpoliep is een woekering van het slijmvlies van de dikke darm. De meeste poliepen zijn goedaardig en blijven dit ook. Slechts in een klein percentage poliepen komen “onrustige cellen” voor. Wanneer kwaadaardige cellen in de wand van de dikke darm groeien, is er sprake van dikke darmkanker.

De twee meest voorkomende erfelijke vormen van dikke darmkanker zijn Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) en het Lynch Syndroom (eerder Hereditair Non-Polyposis Colorectaal Carcinoom (HNPCC) genoemd). FAP en het Lynch Syndroom zijn verantwoordelijk voor ongeveer 5 tot 10% van alle gevallen van dikke darmkanker. Kenmerkend voor deze erfelijke vormen van dikke darmkanker is dat ze meestal al op jonge leeftijd (voor het 50e levensjaar) ontstaan. Erfelijke aanleg betekent niet dat iemand zeker dikke darmkanker zal krijgen. Dragers van het Lynch syndroom hebben een verhoogde kans meegekregen van één van de ouders (25-70%).

Dikke darmkanker (niet erfelijke vorm) wordt voornamelijk vastgesteld bij mensen van 60 jaar en ouder. Maar dikke darmkanker kan ook voorkomen op (veel) jongere leeftijd.

De minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport heeft besloten om vanaf 2014 een landelijk bevolkingsonderzoek naar darmkanker in te voeren. De invoering van het bevolkingsonderzoek betekent dat vanaf 2014 alle Nederlanders tussen de 55 en 75 jaar elke twee jaar een oproep krijgen om ontlasting in te leveren. Deze wordt gecontroleerd op bloedsporen. Bloedsporen in de ontlasting kan duiden op dikke darmkanker maar hoeft niet zo te zijn.

Bij een vroegtijdige opsporing van dikke darmkanker overleeft 90% van de patiënten de eerste 5 jaar. Maar wanneer dikke darmkanker de kans krijgt om uit te zaaien naar andere organen, dan overleeft slechts 10% de eerste vijf jaar.

De groei van dikke darmkanker gaat meestal heel langzaam. Het kan wel tien jaar duren voordat een gezonde cel uiteindelijk een kankercel wordt.

Er is niet één oorzaak aan te wijzen voor het ontstaan van niet-erfelijke dikke darmkanker.

Wetenschappelijke studies over dikke darmkanker:
De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.