Alcohol

  • Alcohol oftewel ethanol wordt voor 80% in de dunne darm en voor 20% in de maag opgenomen.
  • Eiwitrijke voeding, zoals kaas, bitterballen remt de opname van alcohol.
  • Alcohol stimuleert de productie van het enzym gastrine. Gastrine stimuleert op haar beurt de productie van maagsap. In maagsap zit zoutzuur die nodig is om eiwitten te verteren.
  • Alcohol wordt op een lege maag tussen 15-30 minuten opgenomen en op een volle maag tussen 1-3 uur. Dus eten voor het drinken of voor het stappen luidt het advies!
  • Alcoholische drank wordt het snelst opgenomen bij een alcoholpercentage van 20-30%. Daarom wordt u sneller dronken van sherry dan van bier!
  • Alcohol wordt eerst door het enzym alcoholdehydrogenase (ADH) afgebroken tot het tussenproduct acetaldehyde en acetaldehyde wordt door het enzym aldehydedehydrogenase (ALDH) afgebroken tot koolstofdioxide, water en warmte. Vandaar dat u warmer wordt van het drinken!
  • Aziaten hebben mutaties in hun 2 genen (ADH2 en ALDH2-gen) waardoor ze alcohol sneller (100 keer sneller dan Europeanen) tot acetaldehyde maar heel langzaam acetaldehyde tot koolstofdioxide en water afbreken.
    De dronkenschap wordt namelijk veroorzaakt door het tussenproduct acetaldehyde (bij Aziaten blijven acetaldehyde dus langer in het bloed). Dat is de reden dat Aziaten sneller dronken worden dan Europeanen!
  • Mannen breken acetaldehyde 50% sneller af dan vrouwen. Dat is een van de reden dat vrouwen eerder dronken worden dan mannen!
  • Aangezien alcohol en het tussenproduct acetaldehyde giftig voor het lichaam zijn, krijgt in de lever de alcoholafbraak de voorkeur boven de vetafbraak. Bij de afbraak van alcohol komt naast warmte (vandaar dat u warm en rood wordt van het drinken) ook veel energie vrij. Mensen die veel alcohol drinken en weinig bewegen, krijgen daarom eerder een bierbuik omdat hun vetafbraak laag is.
    De positieve trend tussen het bier drinken en het krijgen van een bierbuik ligt bij meer dan 16 glazen per week.
  • Alcohol verlaagt het bloedglucosegehalte waardoor u honger krijgt. Bij een laag bloedglucosegehalte wordt namelijk eetlustopwekkende hormonen geproduceerd.
  • Alcohol werkt in op de neuropeptiden, die een belangrijke rol spelen bij onze gemoedstoestand. Persoonlijke remmingen worden vervaagd en emoties worden versterkt.
  • De hoeveelheid alcohol in het bloed hangt af van het lichaamsgewicht en de hoeveelheid vet in het lichaam.
  • Mannen kunnen over het algemeen beter tegen alcohol dan vrouwen, omdat mannen gemiddeld zwaarder zijn dan vrouwen en acetaldehyde in het bloed wat sneller afbreekt.
    Vrouwen hebben een hoger percentage lichaamsvet, maar minder lichaamsvocht. Ze krijgen na dezelfde hoeveelheid alcohol een hoger percentage alcohol in het bloed dan mannen. Vrouwen merken daarom eerder de effecten van alcohol dan mannen!
  • De lever kan maximaal 80 gram alcohol per dag verdragen. 80 gram alcohol komt overeen met 2 liters bier of 1 fles wijn. Het is zeer onverstandig dagelijks deze hoeveelheden te drinken!
  • Alcohol irriteert het slijmvlies van de maag en dat is de reden dat sommigen moeten kotsen bij overmatig alcoholgebruik.
  • Alcoholgebruik tijdens de zwangerschap leidt tot groeistoornissen, spontane abortus en andere problemen bij het ongeboren kind. Drink daarom nooit alcohol tijdens de zwangerschap!
  • Alcohol kan via moedermelk aan het kind gegeven worden. Het kind slaapt hierdoor minder en slechter.
    Het is daarom aan te raden geen alcohol te drinken tijdens de borstvoedingperiode. Wanneer u toch alcohol wilt drinken, dan geldt het advies om niet meer dan 1 glas per dag te nemen en direct na het geven van borstvoeding. Het is dan aan te raden vervolgens 3 uur te wachten tot het geven van de volgende borstvoeding. De alcohol is dan in tussentijd afgebroken.
  • Vrouwen die 2 of meer glazen alcohol per dag drinken, lopen een verhoogde kans op het krijgen van borstkanker. Roken versterkt dit schadelijke effect van alcohol. Vandaar de aanbeveling 1-2 glazen alcohol per dag voor vrouwen!
  • Alcohol remt het hormoon vasopressine en verhoogt daardoor de urineproductie. Vandaar dat u vaak naar de WC moet en een droge mond hebt bij een kater!
    1 glas alcohol verwijdert namelijk 4 glazen water.
  • De belangrijkste oorzaak van een kater is vochttekort in de hersenen. Door vochttekort “krimpen” de hersenen en hierdoor worden de zenuwen opgerekt met als gevolg een barstende hoofdpijn. Drink daarom voldoende water tijdens en direct na het stappen!
  • Na meer dan 3 glazen kan een kater optreden. Maar het optreden van een kater kan van persoon tot persoon verschillen.  
  • Methanol zit in goedkope rode wijn, cognac en whisky en wordt 10 keer trager dan ethanol afgebroken. Daarom geeft goedkope rode wijn een zware kater dan dure rode wijn!
  • Alcohol bevat ook B-vitaminen maar deze hoeveelheden zijn zo gering en dus verwaarloosbaar. Bovendien remt alcohol de opname van vitamines, met name vitamine B1.
    Een vitamine B1-tekort bij alcoholisten leidt tot het syndroom van Wernicke-Korsakoff.
  • Overmatig alcoholgebruik leidt tot leverziekten. De lever is namelijk het orgaan dat alcohol afbreekt. De lever verwijdert meer dan 90% van het alcohol uit het lichaam terwijl 2-5% via zweet, urine en adem het lichaam verlaat.
  • Overmatig alcoholgebruik verstoort het vetmetabolisme in de lever. Verstoord vetmetabolisme leidt uiteindelijk tot leververvetting. Leververvetting leidt tot leverproblemen.
  • Teveel alcoholgebruik geeft op lange termijn mond-, keel-, slokdarm- en leverkanker.
  • 1-3 glazen alcohol per dag heeft bij mannen vanaf 40 jaar gunstige effecten op hart- en vaatziekten. Alcohol verhoogt namelijk onder andere het goede HDL cholesterol.
  • Wanneer op een etiket van een drank 10% vol. alcohol staat, wil zeggen dat de drank 10 milliliter alcohol per 100 milliliter vloeistof bevat.
    Omdat 1 milliliter alcohol 0.8 gram weegt, levert de drank per 100 milliliter 8 gram alcohol. Dus de formule voor het uitrekenen van de hoeveelheid alcohol per 100 ml drank is:
    X gram alcohol per 100 ml drank = 0.8 maal X% alcohol op het etiket.
  • In het lichaam wordt tussen 100-200 mg alcohol per kg lichaamsgewicht per uur afgebroken oftewel ongeveer 7 gram alcohol per uur oftewel 1-1.5 uur is nodig per glas.
    De afbraaksnelheid van alcohol wordt niet beïnvloed door andere voedingstoffen.
  • Een standaardglas alcoholhoudende drank bevat 10 gram alcohol.
  • Alle alcoholische dranken leveren per standaardglas ongeveer 0.2 promille alcohol in het bloed bij mannen en 0.3 promille bij vrouwen. De wettelijke limiet voor deelname aan het verkeer is gesteld op 0.5 promille.
  • Een promillage van 0.5 wil zeggen dat 1 liter bloed 0.5 gram pure alcohol bevat.
  • 1 gram alcohol levert 7 kcal.
    100 ml bier levert 45 kcal.
    1 glas wijn levert 83 kcal.
  • Het flavonoïdengehalte van rode wijn is hoger dan die van witte wijn. De meeste flavonoïden in de druif zit in de schil en pitten. De schil en de pitten worden namelijk bij de productie van witte wijn niet gebruikt, wel bij rode wijn.
  • In wijn zit het conserveermiddel sulfiet. Sulfiet kan astma verergeren. Maar zonder sulfiet is het  niet mogelijk om wijn te maken. Sulfiet voorkomt bederf en voorkomt ook dat alcohol omgezet wordt in azijnzuur. Zonder sulfiet smaakt wijn dus naar azijn.
  • Tanninen geven de wrange smaak aan wijn. Ze behoren tot het verdelingsmechanisme tegen bacteriën en schimmels. Tannine is afgeleid van het Latijnse woord tannare wat looien beteken. Vandaar dat tanninen ook looistoffen worden genoemd.
  • Zuren in wijn maken het vlees mals.
  • Er bestaat een J-vormig verband tussen alcoholconsumptie en gezondheidseffecten.
  • De nadelen van alcoholconsumptie wegen zwaarder dan de voordelen!
    Houd daarom aan de volgende richtlijnen van de Gezondheidsraad:
    2-3 glazen per dag voor mannen en 1-2 glazen voor vrouwen.

Wetenschappelijke studies over alcohol:
De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.