Voeding en gezondheid

Dagelijks 60 tot 80 gram citrusvruchten verlaagt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van citrusvruchten de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van veel citrusvruchten vergeleken met weinig, de kans op het krijjgen van longkanker significant met 9% [OR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.98] verlaagde.
Dit verlaagde risico werd teruggevonden voor 60 tot 80 gram citrusvruchten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat 60 tot 80 gram citrusvruchten per dag, de kans op het krijgen van longkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Citrus fruit intake and lung cancer risk: A meta-analysis of observational studies by Wang J, Gao J, [...], Qian BY.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33529754/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over citrusvruchten en kanker.
Citrusvruchten zijn sinaasappel, citroen, limoen, grapefruit en mandarijn.


 

Een laag seleniumgehalte verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag seleniumgehalte de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 patiënt-controle studies met 3374 vrouwen met borstkanker en 3582 gezonde vrouwen zonder borstkanker (de controle groep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een significante verlaging van het seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.53 μg/L, 95% BI = -0.72 tot -0.34, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het serum seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-1.14 μg/L, 95% BI = -1.70 tot -0.58, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het plasma seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.21 μg/L, 95% BI = -0.37 tot -0.04, p 0.014].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het seleniumgehalte in de teennagels in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.21 μg/L, 95% BI = -0.38 tot -0.03, p 0.021].

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Relationship Between Selenium in Human Tissues and Breast Cancer: a Meta-analysis Based on Case-Control Studies by Zhu X, Pan D, […], Sun G.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33420696/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en borstkanker.

Het seleniumgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door voeding te eten die veel selenium bevat en/of door seleniumsupplementen te slikken.

Probiotica supplementen verlagen hart- en vaatziekten bij nierpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chronische nierziekte is wereldwijd een groot gezondheidsprobleem. Het bewijs dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen bij de behandeling van chronische nierziekte ondersteunt, is gemengd, hoewel sommige onderzoeken suggereren dat ze nuttig kunnen zijn. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en oxidatieve stress bij patiënten met chronische nierkziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het totale cholesterolgehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.25, 95% BI = -0.46 tot -0.04, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het nuchter bloedglucose-gehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.41, 95% BI = -0.65 tot -0.17, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, de HOMAR-IR waarde van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.63, 95% BI = -0.95 tot -0.30, I2 = 43.3%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het insulinegehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.49, 95% BI = -0.90 tot -0.08, I2 = 65.2%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het hoogsensitieve CRP-gehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.52, 95% BI = -0.81 tot -0.22, I2 = 52.7%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het malondialdehyde-gehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.79, 95% BI = -1.22 tot -0.37, I2 = 69.8%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, de kwantitatieve insulinegevoeligheidscontrole-index (QUICKI) van patiënten met chronische nierziekte significant verhoogde [SMD = 0.78, 95% BI = 0.51 tot 1.05, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het totale antioxidantencapaciteit van patiënten met chronische nierziekte significant verhoogde [SMD = 0.42, 95% BI = 0.18 tot 0.66, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het glutathionegehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verhoogde [SMD = 0.52, 95% BI = 0.19 tot 0.86, I2 = 37.0%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en oxidatieve stress bij patiënten met chronische nierkiekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Probiotic, Prebiotic, and Synbiotic Supplementation on Cardiometabolic and Oxidative Stress Parameters in Patients with Chronic Kidney Disease: a Systematic Review and Meta-analysis by Bakhtiary M, Morvaridzadeh M, […], Heshmati J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33526314/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, cholesterol, het verlagen van CRP-gehalte, probiotica, suikerziekte en nierziekte.

Probiotica zijn bacteriën die gunstige gezondheidseffecten hebben in de darmen. Prebiotica zijn stoffen (meestal vezels) die als voeding dienen voor deze darmbacteriën, het microbioom. Probiotica en prebiotica zijn verkrijgbaar in de vorm van supplementen. Synbiotica zijn in principe een combinatie van probiotica en prebiotica.
 

Gember verlaagt causaal oxidatieve stress

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van gember causaal de kans op het krijgen van oxidatieve stress?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van gember de glutathione-peroxidase activiteit significant verhoogde [SMD = 1.64, 95% BI = 0.43 tot 2.85, I2 = 86.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van gember de totale antioxidantencapaciteit significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.06 tot 0.73, I2 = 42.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van gember het malondialdehydegehalte significant verlaagde [SMD = -0.69, 95% BI = -1.26 tot -0.12, I2 = 85.8%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van gember de kans op het krijgen van oxidatieve stress causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of ginger (Zingiber officinale) supplementation on oxidative stress parameters: A systematic review and meta-analysis by Morvaridzadeh M, Sadeghi E, […], Heshmati J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33458848/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, gember en chronische ziekte.

Een teveel aan vrije radicalen of een tekort aan antioxidanten zorgt voor oxidatieve stress: een beschadiging aan de gezonde weefsels en cellen in het lichaam. Oxidatieve stress leidt tot ontstekingen en omgekeerd leiden ontstekingen tot oxidatieve stress. Oxidatieve stress kan gemeten worden aan de hand van de volgende parameters: de glutathione-peroxidase activiteit, de totale antioxidantencapaciteit en het malondialdehydegehalte.
Chronische ontstekingen kunnen leiden tot ziekten, zoals hart- en vaatziekten en COPD.

Albuminegehalte van COPD-patiënten is lager dan van niet COPD-patiënten

Onderzoeksvraag:
Is het serum albuminegehalte van COPD-patiënten lager dan van niet COPD-patiënten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 studies met in totaal 2554 patiënten met COPD (74% man, gemiddelde leeftijd 61.7 jaar) en 2055 mensen zonder COPD (63% man, gemiddelde leeftijd 64.6 jaar).
24 van de 26 studies waren cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het serum albuminegehalte van COPD-patiënten significant lager was dan van niet COPD-patiënten [SMD = -0.50, 95% BI = -0.67 tot -0.32, p 0.001, I2 = 85.7%, p 0.001].
Dit resultaat bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden geen significant verschil in het serum albuminegehalte van COPD- patiënten met het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) 50% en COPD- patiënten met FEV1 > 50%.

De onderzoekers concludeerden dat het serum albuminegehalte van COPD-patiënten lager was dan van niet COPD-patiënten.

Oorspronkelijke titel:
Serum Albumin Concentrations in Stable Chronic Obstructive Pulmonary Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zinellu E, Fois AG, […], Pirina P.

Link:
https://www.mdpi.com/2077-0383/10/2/269/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en COPD.

Normaal gesproken plast u nauwelijks eiwit uit. Maar als u diabetes (suikerziekte) hebt, kunnen uw nieren slechter gaan werken. Ze filteren dan niet meer goed en laten eiwitten uit het bloed door. Dat zijn microscopisch kleine deeltjes. Er worden meerdere soorten eiwitten doorgelaten, maar albumine is het belangrijkste eiwit dat op deze manier in de urine terecht komt. Als u eiwit in de urine hebt, heet dat “albuminurie”.

Als u diabetes hebt, krijgt u regelmatig een standaardcontrole op albumine, dus eiwit in de urine. Het is belangrijk dat albuminurie snel wordt ontdekt, omdat een goede behandeling verdere schade aan de nieren kan beperken.

12 g/dag albumine wordt in de lever gesynthetiseerd. De halveringstijd van albumine is 21 dagen. Onder normale omstandigheden zit in de urine 10-20 mg albumine.

Dagelijks 0.5 tot 6 gram taurine-supplementen verlagen bloeddruk van patiënten met leverontregeling

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Taurine speelt een cruciale rol bij het reguleren van de glucose- en lipidenmetabolisme (lipidenstofwisseling), de bloeddrukhomeostase (bloeddrukevenwicht) en obesitas, grotendeels vanwege de cytoprotectieve, antioxiderende en ontstekingsremmende werking. Ondanks de veelbelovende resultaten uit de dierenstudies, was de werkzaamheid van taurine-supplementen in studies bij mensen inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben patiënten met leverontregeling baat bij het slikken van taurine-supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s.

De doseringen van taurine-supplementen varieerden tussen 0.5 en 6 gram per dag gedurende 15 dagen tot 6 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van taurine-supplementen de systolische bloeddruk (bovendruk) van patiënten met leverontregeling, significant verlaagde [WMD = -4.67 mmHg, 95% BI = -9.10 tot -0.25].

De onderzoekers vonden dat het slikken van taurine-supplementen de diastolische bloeddruk (onderdruk) van patiënten met leverontregeling, significant verlaagde [WMD = -2.90 mmHg, 95% BI = -4.29 tot -1.52].

De onderzoekers vonden dat het slikken van taurine-supplementen het totale cholesterolgehalte van patiënten met leverontregeling, significant verlaagde [WMD = -10.87 mg/dL, 95% BI = -16.96 tot -4.79].

De onderzoekers vonden dat het slikken van taurine-supplementen het triglyceridengehalte van patiënten met leverontregeling, significant verlaagde [WMD = -13.05 mg/dL, 95% BI = -25.88 tot -0.22].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.5 tot 6 gram taurine-supplementen per dag gedurende 15 dagen tot 6 maanden zowel de bloeddruk, het totale cholesterolgehalte als het triglyceridengehalte van patiënten met leverontregeling verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of taurine supplementation on obesity, blood pressure and lipid profile: A meta-analysis of randomized controlled trials by Guan L and Miao P.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32871172/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over taurine, het verlagen van cholesterolgehalte en hart- en vaatziekten.

Taurine is een zwavelhoudende aminozuurachtige stofwisselingsproduct van de zwavelhoudende aminozuren cysteïne en methionine. Hoewel het vaak bij de categorie aminozuren wordt gerekend, is taurine eigenlijk geen echt aminozuur, omdat het op de plaats van de carboxylgroep een sulfonzuurgroep bevat en daardoor niet ingebouwd kan worden in de eiwitstructuren van het menselijk lichaam.

Levensmiddelen

Aantal mg taurine per 100 gram product

Octopus

388

Inktvis

356.7

Kokkels

240

Oesters

70

Varkensvlees

50.1

Lamsvlees

43.8

Kalfsvlees

39.8

Garnalen

39.4

Tonijn

39

Kabeljauw

31

Kalkoen

29.5

Kip

17.5

 

 

Melatonine supplementen verbeteren slaapkwaliteit van volwassenen met slaapstoornis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit van volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  23 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) significant verbeterde [WMD = -1.24, 95% BI = -1.77 tot -0.71, p = 0.000, I2 = 80.7%, p = 0.000].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) van mensen met luchtwegenaandoeningen, significant verbeterde [WMD = -2.20, 95% BI = -2.97 tot -1.44, p = 0.000].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) van mensen met een stofwisselingsziekte, significant verbeterde [WMD = -2.74, 95% BI = -3.48 tot -2.00, p = 0.000].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) van mensen met een slaapstoornis, significant verbeterde [WMD = -0.67, 95% BI = -0.98 tot -0.37, p = 0.000].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit van mensen met een slaapstoornis, een stofwisselingsziekte of luchtwegenaandoeningen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of melatonin supplementation on sleep quality: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Fatemeh G, Sajjad M, […], Khadijeh M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33417003/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en luchtwegenaandoeningen.

Melatonine is een hormoon dat bij mensen in de pijnappelklier (epifyse) geproduceerd wordt uit serotonine. Melatonine speelt een rol in het slaap-waakritme van ons lichaam. Het zorgt ervoor dat we slaperig worden als het donker wordt.
De natuurlijke productie van melatonine door de pijnappelklier wordt direct gekoppeld aan de blootstelling aan het licht van bepaalde receptoren in het netvlies van de ogen. Bij de aanwezigheid van blauwachtig licht (uit zonlicht of uit kunstlicht en monitor) wordt de productie van melatonine geremd.

Veel gevogelte verhoogt alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de verschillende epidemiologische studies het verband tussen de consumptie van gevogelte en vis en het risico op het krijgen van pancreaskanker (alvleesklierkanker) onderzocht hebben, waren deze bevindingen inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd

Verhoogt het eten veel gevolgelte of vis de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 studies (cohort studies en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 14% verhoogde [gepoolde RR = 1.14, 95% BI = 1.02 tot 1.26].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.26 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel vis en de kans op het krijgen van alvleesklierkanker [gepoolde RR = 1.00, 95% BI = 0.93 tot 1.07].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.93 tot 1.07 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel gevogelte de kans op het krijgen van alvleesklierkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Poultry and Fish Intake and Pancreatic Cancer Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis by Gao Y, Ma Y, […], Wang X.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33432844/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over gevogelte- en visconsumptie en kanker.

Geen verband tussen acrylamide en borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker en eierstokkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van acrylamide het risico op het krijgen van zowel borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker als eierstokkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van borstkanker [RR = 0.95, 95% BI = 0.90 tot 1.01].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.90 tot 1.01 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband.
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van baarmoederslijmvlieskanker [RR = 1.03, 95% BI = 0.89 tot 1.19].
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van eierstokkanker [RR = 1.02, 95% BI = 0.84 tot 1.24].
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van zowel borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker als eierstokkanker.

Oorspronkelijke titel:
Dietary acrylamide intake and risk of women's cancers: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Benisi-Kohansal S, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33413725/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker.

Acrylamide is een stof die kan ontstaan als zetmeelrijke producten worden verhit boven 120 °C. Producten waarin acrylamide voorkomt, zijn gefrituurde aardappelproducten (zoals friet en chips), koffie, ontbijtkoek, ontbijtgranen, brood (vooral geroosterd), biscuits en crackers.

Wanneer aardappelen onder de 8°C bewaard worden, neemt het suikergehalte van de aardappelen sterk toe. Een hoog suikergehalte zorgt ervoor dat acrylamide eerder ontstaat tijdens het bakken of frituren van de aardappelen.


 

Dagelijks 100 gram groente verlaagt galwegkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van zowel groentes als fruit de kans op het krijgen van galwegkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden wanneer vergeleken met de laagste inname, verlaagde de hoogste groente-inname de kans op het krijgen van galwegkanker significant met 52% [gepoolde RR = 0.48, 95% BI = 0.22 tot 0.74, I2 = 86.8%, p 0.001, n = 10].  

De onderzoekers vonden wanneer vergeleken met de laagste inname, verlaagde de hoogste fruit-inname de kans op het krijgen van galwegkanker significant met 53% [gepoolde RR = 0.47 95% BI = 0.32 tot 0.61, I2 = 63.3%, p = 0.001, n = 13].  

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van galwegkanker significant met 69% [RR = 0.31, 95% BI = 0.20 tot 0.47, n = 8] verkaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel groentes als fruit de kans op het krijgen van galwegkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vegetable, Fruit Consumption and Risk of Biliary Cancer: Evidence from a Meta-Analysis by Huai J and Xiaohua Ye X.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32731775/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over significant/cohort studies, groente- en fruitconsumptie en kanker.

 

Dagelijks 5 gram noten verlagen kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten zowel de kans op het krijgen van kanker als doodgaan aan kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 observationele studies over het risico op het krijgen van kanker en 9 observationele studies over het doodgaan aan kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden wanneer vergeleken met de laagste inname, verlaagde de hoogste inname van totale noten (boomnoten en pinda’s), de kans op het krijgen van kanker significant met 14% [ES = 0.86, 95% BI = 0.81 tot 0.92, p 0.001, I2 = 58.1%, p 0.01].

De onderzoekers vonden wanneer vergeleken met de laagste inname, verlaagde de hoogste inname van boomnoten, de kans op het krijgen van kanker significant met 13% [ES = 0.87, 95% BI = 0.78 tot 0.96, p 0.001, I2 = 15.8%, p = 0.28].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 5 gram noten per dag, de kans op het krijgen van totale kanker significant met 3% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 5 gram noten per dag, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 6% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 5 gram noten per dag, de kans op het krijgen van colonkanker significant met 25% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 5 gram noten per dag, de kans op doodgaan aan kanker significant met 4% verlaagde.

De onderzoekers vonden wanneer vergeleken met de laagste inname, verlaagde de hoogste inname van totale noten, de kans op doodgaan aan kanker significant met 13%.

De onderzoekers vonden wanneer vergeleken met de laagste inname, verlaagde de hoogste inname van boomnoten, de kans op doodgaan aan kanker significant met 18%.

De onderzoekers vonden wanneer vergeleken met de laagste inname, verlaagde de hoogste inname van pinda’s, de kans op doodgaan aan kanker significant met 8%.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van totale noten (minimaal 5 gram per dag) en boomnoten, zowel de kans op het krijgen van kanker als doodgaan aan kanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Association of Total Nut, Tree Nut, Peanut, and Peanut Butter Consumption with Cancer Incidence and Mortality: A Comprehensive Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Observational Studies by Naghshi S, Sadeghian M, […], Sadeghi O.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33307550/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over significant/cohort studies, notenconsumptie en kanker.

Boomnoten in dit overzichtsartikel zijn walnoten, pistachenoten, macadamianoten, pecannoten, cashewnoten, amandelen, hazelnoten en paranoten.

Deze maaltijd bevat minimaal 5 gram noten.

Dagelijks 100 mcg foliumzuur via voeding verlaagt borstkanker onder premenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies die de correlatie (het verband) tussen foliumzuur en het risico op het krijgen van borstkanker aantonen, hebben inconsistente resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlagen zowel een hoge foliumzuur-inname via voeding als een hoog foliumzuurgehalte, de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 39 studies over het eten van foliumzuur (19 prospectieve cohort studies met in totaal 37917 mensen met borstkanker en 20 patiënt-controle studies met in totaal 13074 mensen met borstkanker en 17497 mensen zonder borstkanker) en 12 studies over het bloedplasma foliumzuurgehalte (10 patiënt-controle studies met in totaal 7850 mensen met borstkanker en 8898 mensen zonder borstkanker en 2 cohort studies met in totaal  815 mensen met borstkanker).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van veel folaat (foliumzuur) vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 15% [OR = 0.85, 95% BI = 0.79 tot 0.92, I2 = 75.2%, p 0.001] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [OR = 0.97, 95% BI = 0.91 tot 1.03, I2 = 53.3%, p = 0.316].

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging van de foliumzuurinname via voeding met 100 mcg per dag (100 migrogram per dag), de kans op het krijgen van borstkanker significant met 2% [OR = 0.98, 95% BI = 0.97 tot 0.99, I2 = 72.8%, p = 0.002] verlaagde.
Dit verlaagde risico was ook significant in de cohort studies [OR = 0.99, 95% BI = 0.98 tot 1.00].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoog foliumzuurgehalte in het bloed en de verlaagde kans op het krijgen van borstkanker [OR = 0.98, 95% BI = 0.82 tot 1.17, I2 = 63.0%, p = 0.822].
Geen verband omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.82 tot 1.17 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel foliumzuur vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen significant met 20% [OR =  0.80, 95% BI = 0.66 tot 0.97] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het eten van veel foliumzuur, de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen werkelijk met 20% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat eten van veel foliumzuur (minimaal 100 mcg per dag), de kans op het krijgen van borstkanker, met name onder premenopauzale vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of folate intake and plasma folate level with the risk of breast cancer: a dose-response meta-analysis of observational studies by Ren X, Xu P, [...], Dai Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7695428/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over significant/cohort studies, foliumzuur en borstkanker.

 

Een hoge vitamine C-inname via voeding verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen vitamine C-inname en borstkanker is onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine C-inname zowel de kans op het krijgen van borstkanker, doodgaan aan borstkanker als de terugkeer van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 cohort studies en 30 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine C-inname vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 14% [relatieve risico = 0.86, 95% BI = 0.81 tot 0.92, I2 = 78.7%, p 0.001] verlaagde.
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

Echter, de onderzoekers vonden in cohort studies geen verband tussen een hoge vitamine C-inname en de kans op het krijgen van borstkanker [relatieve risico = 0.96, 95% BI = 0.89 tot 1.04, p = 0.295].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine C-inname via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 11% [relatieve risico = 0.89, 95% BI = 0.82 tot 0.96, p = 0.004] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor de inname van vitamine C via voedingssupplementen [relatieve risico = 1.02, 95% BI = 0.94 tot 1.10, p = 0.678].

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine C-inname vergeleken met een lage inname, de kans op doodgaan aan borstkanker significant met 22% [HR = 0.78, 95% BI = 0.69 tot 0.88, I2 = 2.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine C-inname vergeleken met een lage inname, de kans op terugkeer van borstkanker significant met 19% [HR = 0.81, 95% BI = 0.67 tot 0.99, p = 0.043, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine C-inname via voeding zowel de kans op het krijgen van borstkanker, doodgaan aan borstkanker als de terugkeer van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of vitamin C intake with breast cancer risk and mortality: a meta-analysis of observational studies by Zhang D, Xu P, [...], Dai Z.

Link:
https://www.aging-us.com/article/103769/text

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over significant/cohort studies, vitamine C en borstkanker.

 

Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Sojaproducten bevatten verschillende verbindingen met ontstekingsremmende eigenschappen, zoals genisteïne en daïdzeïne, die naar verluidt via verschillende routes werken. Ecther, gerandomiseerde gecontroleerde studies die het effect van sojaproducten op inflammatoire markers beoordelen, laten inconsistente resultaten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft suppletie met sojaproducten positieve effecten op de ontstekingsremmende biomerkers, zoals CRP en IL-6?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 51 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met sojaproducten het CRP-gehalte significant verlaagde [MD = -0.27 mg/L, 95% BI =  -0.51 tot -0.02, p = 0.028].

De onderzoekers vonden dat suppletie met sojaproducten het IL-6 gehalte niet significant verlaagde [MD = 0.0 pg/mL, 95% BI = -0.06 tot 0.06, p = 0.970].

De onderzoekers vonden dat suppletie met sojaproducten het TNF-α gehalte niet significant verlaagde [MD = -0.04 pg/mL, 95% BI = -0.11 tot 0.03, p = 0.252].

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat suppletie met sojaproducten het IL-6 gehalte significant verlaagde in studies langer dan 12 weken.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat suppletie tot 100 mg isoflavonen per dag het IL-6 gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat suppletie met sojaproducten het TNF-α gehalte significant verlaagde in studies langer dan 12 weken.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat suppletie tot 100 mg isoflavonen per dag het TNF-α gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat suppletie met sojaproducten het CRP-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of soy supplementation on inflammatory biomarkers: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Asbaghi O, Yaghubi E, […], Ghaedi E.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32979840/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja en het verlagen van het CRP-gehalte.


 

0.5 portie vis per week verlaagt MS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is onduidelijk bewijs voor de rol van visconsumptie bij het ontstaan van multiple sclerose (MS) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van multiple sclerose (MS)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis (ten minste 0.5 portie vis per week) de kans op het krijgen van MS significant met 23% [OR = 0.77, 95% BI = 0.64 tot 0.92, p = 0.004, I2 = 54.7%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van ten minste 0.5 portie vis per week gedurende de adolescentieperiode en daarna de kans op het krijgen van multiple sclerose verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fish intake and the risk of multiple sclerosis: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Rezaeizadeh H, Mohammadpour Z, […], Homayon IA.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32787642/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en MS.

Regelmatig theeconsumptie verlaagt neus- en keelholtekanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn verhitte debatten gaande over het drinken van thee en het krijgen van kanker, vooral bij hoofd- en halskanker en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van thee de kans op het krijgen van neus- en keelholtekanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het regelmatig drinken van thee de kans op het krijgen van neus- en keelholtekanker significant met 13.5% [OR = 0.865, 95% BI = 0.806 tot 0.929] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het regelmatig drinken van thee de kans op het krijgen van neus- en keelholtekanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Association between Tea Consumption and Nasopharyngeal Cancer: A Systematic Review and Meta-Analysis by Okekpa SI, Basria R, […], Musa MY.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32856842/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over significant/cohort studies, thee en kanker.

Probiotica-supplementen tijdens zwangerschap verlagen eczeem bij nakomelingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Probiotica worden steeds vaker gebruikt door zwangere vrouwen, terwijl de effectiviteit op de zwangerschapsuitkomsten nog ontbreken en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap positieve effecten op zwangerschapsuitkomsten, zoal eczeem, zwangerschapsduur?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 RCT’s met in totaal 4356 zwangere vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van atopisch eczeem bij nakomelingen significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.58 tot 0.81, p 0.001, zonder significante heterogeniteit] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van eczeem bij nakomelingen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.68 tot 0.91, p = 0.002, zonder significante heterogeniteit] verlaagde.

De onderzoekers vonden een associatie tussen probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap en een verlengde zwangerschapsduur [WMD = 0.09, 95% BI = 0.04 tot 0.15, p = 0.001, zonder significante heterogeniteit].

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op mortaliteit significant met 66% [RR = 0.34, 95% BI = 0.13 tot 0.91, p = 0.031, zonder significante heterogeniteit] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van necrotiserende enterocolitis significant met 62% [RR = 0.38, 95% BI = 0.18 tot 0.81, p = 0.012, zonder significante heterogeniteit] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van (atopisch) eczeem, necrotiserende enterocolitis en mortaliteit verlaagde en de zwangerschapsduur verlengde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of probiotic supplementation in pregnant women: a meta-analysis of randomised controlled trials by Kuang L and Jiang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31856928

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en probiotica.

Necrotiserende enterocolitis is een ernstige darmontsteking die kan ontstaan door de onrijpheid van de darmen van te vroeg geboren baby’s en/of baby’s met een zeer laag geboortegewicht.
 

Overlevenden van kanker moeten dagelijks meer dan 400 gram groente en fruit eten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de huidige aanbeveling van 400 gram groenten en fruit per dag, de kans op doodgaan onder de overlevenden van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge groente-inname voor de kankerdiagnose, de kans op doodgaan onder de overlevenden van hoofd- en nekkanker significant met 25% [HR = 0.75, 95% BI = 0.65 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge groente-inname voor de kankerdiagnose, de kans op doodgaan onder de overlevenden van eierstokkanker significant met 22% [HR = 0.78, 95% BI = 0.65 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge fruit-inname voor de kankerdiagnose, de kans op doodgaan onder de overlevenden van eierstokkanker significant met 18% [HR = 0.82, 95% BI = 0.70 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 400 gram groente en fruit per dag, de kans op doodgaan onder de overlevenden van kanker niet verlaagde. Bij de overlevenden van eierstokkanker verlaagde pas 600 gram groente en fruit (300 gram groente en 300 gram fruit) per dag de kans op doodgaan.

Oorspronkelijke titel:
Vegetable and Fruit Consumption and Prognosis Among Cancer Survivors: A Systematic Review and Meta-Analysis of Cohort Studies by Hurtado-Barroso S, Trius-Soler M, […], Zamora-Ros R.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32717747/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over significant/cohort studies, groenten en fruit en kanker.

 

Veel fruit, vezels, vis en vitamine C verlagen COPD in volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De relatie tussen voedingspatroon en het risico op het krijgen van chronische obstructieve longziekte (COPD) is beschreven. Echter, de exclusieve rol van de voedingsfactoren blijft controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen de verschillende voedingsgroepen en het krijgen van COPD in volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies, 6 patiënt-controle studies en 20 cross-sectionele studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van COPD significant met 26% [relatieve risico = 0.74, 95% BI = 0.65 tot 0.85, I2 = 44%] verlaagde.

Dit verlaagde risico was in cohort studies 29% [RR = 0.71, 95% BI = 0.63 tot 0.79, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan COPD significant met 47% [relatieve risico = 0.53, 95% BI = 0.39 tot 0.74, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van COPD significant met 35% [relatieve risico = 0.65, 95% BI = 0.55 tot 0.78] verlaagde.
Dit verlaagde risico was in cohort studies 39% [RR = 0.61, 95% BI = 0.54 tot 0.68, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van COPD significant met 29% [relatieve risico = 0.71, 95% BI = 0.58 tot 0.85, I2% = 76%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine C vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van COPD significant met 11% [relatieve risico = 0.89, 95% BI = 0.76 tot 0.99, I2 = 73%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van fruit, vezels, vis en vitamine C de kans op het krijgen van COPD in volwassenen verlaagde. 

Oorspronkelijke titel:
Dietary Factors and Risk of Chronic Obstructive Pulmonary Disease: A Systemic Review and Meta-Analysis by Seyedrezazadeh E, Moghaddam MP, […], Kolahdooz F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7309892/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over fruit, vezels, vis, vitamine C en COPD.

Groene bladgroenten, alliumgroenten, vezels en flavonoïden verlagen eierstokkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het is onduidelijk hoe de voedingsinname de eierstokkanker beïnvloedt en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Wat is de relatie tussen het eten van de verschillende voedingsstoffen en de kans op het krijgen van eierstokkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 97 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van groene bladgroenten de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.85 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van alliumgroenten de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.64 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van vezels de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.81 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.78 tot 0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het drinken van groene thee de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 39% [RR = 0.61, 95% BI = 0.49 tot 0.76] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van (totaal) vet de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 10% [RR = 1.10, 95% BI = 1.02 tot 1.18] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van verzadigd vet de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.01 tot 1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van verzadigde vetzuren de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 19% [RR = 1.19, 95% BI = 1.04 tot 1.36] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van cholesterol de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 13% [RR = 1.13, 95% BI = 1.04 tot 1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van retinol (vitamine A) de kans op het krijgen van eierstokkanker significant met 14% [RR = 1.14, 95% BI = 1.00 tot 1.30] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat acrylamide, nitraat, waterontsmettingsmiddelen en polychloorbifenylen de kans op het krijgen van eierstokkanker significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van groene bladgroenten, alliumgroenten, vezels en flavonoïden en het drinken van groene thee de kans op het krijgen van eierstokkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Association between dietary intake and risk of ovarian cancer: a systematic review and meta-analysis by Khodavandi A, Alizadeh F and Razis AFA.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32661683/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over significant/cohort studies, thee, vezels, flavonoïden en kanker.

 

Een hoger serum seleniumgehalte en een lager serum zinkgehalte verhogen vitiligo

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De antioxidantenstatus (het antioxidantengehalte in het lichaam) wordt beschouwd als de belangrijke factor in de pathogenese (het verloop) van vitiligo. Echter, er zijn controversiële bevindingen over het serum antioxidantengehalte bij vitiligo-patiënten en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het serum antioxidantengehalte (zoals zink, selendium en koper) en het risico op het krijgen van vitiligo?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies met 570 mensen met vitiligo en 580 mensen zonder vitiligo (de controles).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de sensitiviteitsanalyses, dat een hoger serum zinkgehalte het risico op het krijgen van vitiligo significant met 71% [OR = 0.29, 95% BI = 0.15 tot 0.54, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de sensitiviteitsanalyses, dat een hoger serum seleniumgehalte het risico op het krijgen van vitiligo significant met 341% [OR = 4.31, 95% BI = 2.72 tot 6.81, p 0.001] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoger serum seleniumgehalte en een lager serum zinkgehalte het risico op het krijgen van vitiligo verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Serum Level of Antioxidant Vitamins and Minerals in Patients With Vitiligo, a Systematic Review and Meta-Analysis by Huo J, Liu T, [...], Wang R.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32593085/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over antioxidanten, selenium en zink.

Vitiligo is een aandoening waarbij er melkwitte vlekken op de huid ontstaan doordat de pigmentcellen in de huid kapot gaan. Ongeveer 0.5 tot 2% van de wereldbevolking heeft vitiligo. Het kan op elke leeftijd ontstaan, maar bij de helft van de mensen begint vitiligo al voor het 20e levensjaar.


 

Omega-3 PUFA’s via voeding verlaagt spijsverteringskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Een groeiend aantal epidemiologische onderzoeken heeft een mogelijk verband gesuggereerd tussen de inname van omega-3 meervoudig onverzadigd vetzuren (omega-3 PUFA’s) en het risico op het krijgen van kanker, maar de resultaten waren niet consistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van omega-3 PUFA’s (omega-3 PUFA’s via voeding) de kans op het krijgen van spijsverteringskanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies en 17 cohort studies met in totaal 1247271 deelnemers, waarvan 23173 mensen met spijsverteringskanker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van omega-3 PUFA’s de kans op het krijgen van spijsverteringskanker significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.76 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van omega-3 PUFA’s de kans op het krijgen van spijsverteringskanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Omega-3 PUFA Intake and the Risk of Digestive System Cancers: A Meta-Analysis of Observational Studies by Jian J, Zhang and Zhao L.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32384489/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over omega-3 PUFA’s en kanker.

 

Ernstige vitamine D-tekort verhoogt doodgaan onder patiënten met bloedvergiftiging

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vitamine D-tekort is gerelateerd aan het risico op het krijgen van sepsis (bloedvergiftiging). Echter, eerdere studies laten inconsistente resultaten met betrekking tot het verband tussen het serum 25-hydroxyvitamine D gehalte (vitamine D gehalte in het bloed) en de sterfterisico bij patiënten met sepsis zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het hebben van een laag vitamine D gehalte de kans op doodgaan onder patiënten met sepsis (bloedvergiftiging)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 studies met 1736 patiënten met sepsis.
De gemiddelde leeftijd in de studies varieerde tussen 57 en 75 jaar.
De studiegrootte varieerde tussen 57 en 610 deelnemers.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een vitamine D gehalte 10 ng/mL de kans op doodgaan onder patiënten met sepsis significant met 92% [adjusted RR = 1.92, 95% BI = 1.09 tot 2.55, p  0.001] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D gehalte 10 ng/mL (een ernstige vitamine D-tekort) de kans op doodgaan onder patiënten met sepsis verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Serum 25-Hydroxyvitamin D and the risk of mortality in adult patients with Sepsis: a meta-analysis by Li Y and Ding S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7057612/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

40 gram ingemaake groenten per dag verhoogt maagkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er wordt gesuggereerd dat de inname van ingemaakte groenten en gezouten vis de kans op het krijgen van maagkanker verhoogt. Echter, er ontbreekt een dosisafhankelijk verband en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van ingemaakte groenten en gezouten vis de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 cohort studies over ingemaakte groenten met 195624 deelnemers en 16 cohort studies over gezouten vis met 196384 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van 40 gram ingemaake groenten per dag, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 15% [gepoolde relatieve risico = 1.15, 95% BI = 1.07 tot 1.23, p voor heterogeniteit = 0.14] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel gezouten vis en de kans op het krijgen van maagkanker [gepoolde relatieve risico = 1.17, 95% BI = 0.99 tot 1.38, p voor heterogeniteit = 0.26].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 40 gram ingemaake groenten per dag, de kans op het krijgen van maagkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Pickled Vegetable and Salted Fish Intake and the Risk of Gastric Cancer: Two Prospective Cohort Studies and a Meta-Analysis by Yoo JY, Cho HJ, […], Park SK.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6694/12/4/996/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vis- en groenteconsumptie en kanker.

Dagelijks 100 microgram foliumzuur via voeding verlaagt ER negatief/PR negatief borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies gericht op de associatie tussen vitamines die verband houden met het metabolisme van 1 koolstofatoom (foliumzuur, vitamine B2, vitamine B6, vitamine B12) en het risico op het krijgen van borstkanker hebben inconsistente bevindingen gerapporteerd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt foliumzuur (folaat), vitamine B2, vitamine B6 of vitamine B12 via voeding de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 studies (patiënt-controle studies en cohort studies) met  49707 mensen met borstkanker onder 1274060 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van foliumzuur via voeding vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde relatieve risico = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.99, p = 0.018] verlaagde.
Dit verlaagde risico werd in de subgroepenanalyses alleen teruggevonden voor ER negatief/PR negatief borstkanker.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 6% [gepoolde relatieve risico = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 1.00, p = 0.037] verlaagde.
Dit verlaagde risico werd in de subgroepenanalyses alleen teruggevonden voor ER negatief/PR negatief borstkanker.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine B2 via voeding vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 10% [gepoolde relatieve risico = 0.90, 95% BI = 0.82 tot 0.99, p = 0.026] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke analyses, dat een verhoging met 100 microgram (mcg of μg) foliumzuur via voeding per dag, de kans op het krijgen van ER negatief/PR negatief borstkanker significant met 7% [relatieve risico = 0.93, 95% BI = 0.89 tot 0.98, p = 0.007] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van foliumzuur, vitamine B2 of vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, met name ER negatief/PR negatief borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association Between One-carbon Metabolism-related Vitamins and Risk of Breast Cancer: A Systematic Review and Meta-analysis of Prospective Studies by Zeng J, Gu Y, […], Chang H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32241696

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over foliumzuur, vitamine B2, B6 en borstkanker.

Borstkankercellen, die veel hormoonreceptoren hebben, worden door hormonen aangezet tot groei (kanker is in de regel ongeremde celgroei). Een tumor met teveel hormoonreceptoren voor oestrogeen wordt ER-positief genoemd, voor het hormoon progesteron heet dit PR-positief. Zijn de hormoonreceptoren niet in overmaat aanwezig, dan wordt de tumor ER-negatief of PR-negatief genoemd.
Hoeveel hormoonreceptoren er aanwezig zijn wordt uitgedrukt in het percentage van 0 tot 100 procent. Positief betekent iedere uitslag hoger dan 10 procent.