Voeding en gezondheid

Veel choline via voeding verlaagt mogelijk borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge inname van choline via voeding de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies en 10 patiënt-controle studies. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge inname van choline via voeding,  de kans op het krijgen van borstkanker significant met 62% [OR = 0.38, 95% BI = 0.16 tot 0.86] verlaagde.
Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [HR = 1.01, 95% BI = 0.92 tot 1.12].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van choline via voeding,  de kans op het krijgen van borstkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet teruggevonden werd in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
The association between dietary intakes of methionine, choline and betaine and breast cancer risk: A systematic review and meta-analysis by Van Puyvelde H, Dimou N, […], De Bacquer D.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36701983/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort studies/significant, choline en borstkanker.

Groente en fruit verlagen baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente of fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker (baarmoederhalskanker)?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 patiënt-controle studies en 6 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 24% [gepoolde odds ratio [OR], relatieve risico [RR], hazard ratio [HR] = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.91] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers vonden dat het eten van kruisbloemige groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 19% [gepoolde OR = 0.81, 95% BI = 0.70 tot 0.94] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers vonden dat het eten van donkergroene en geel-oranje groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 36% [gepoolde OR = 0.64, 95% BI = 0.42 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 19% [gepoolde OR = 0.81, 95% BI = 0.70 tot 0.92] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel groente (met name kruisbloemige, donkergroene en geel-oranje groente) als fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker (baarmoederhalskanker) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The influence of dietary vegetables and fruits on endometrial cancer risk: a meta-analysis of observational studies by Lu YT, Gunathilake M and Kim J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36151331/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, kanker en groenten en fruit consumptie.

 

Hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte verlaagt dikke darmkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte of een hoge alfa-linoleenzuur inname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cohort studies met 12239 mensen met dikke darmkanker onder 861725 deelnemers.
De gemiddelde follow-up duur was 9.3 jaar.
Er was geen publicatie bias.
13 van de 15 studies hadden een NOS waarde van 8. Anders gezegd, 13 studies waren goed opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.69 tot 0.99, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het alfa-linoleenzuur bloedgehalte met 0.1%, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 0.99, I2 = 38.6%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Dietary Intake and Biomarker of α-Linolenic Acid With Incident Colorectal Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Dai ZB, Ren XL, […], Xu L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9301188/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, alfa-linoleenzuur en dikke darmkanker.

Vind hier welke producten veel alfa-linoleenzuur bevatten.

Een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte kan verkregen worden door producten te eten die veel alfa-linoleenzuur bevatten en/of alfa-linoleenzuur supplementen te slikken.

 

Vitamine D-tekort verhoogt blindheid bij mensen met suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is aangetoond dat vitamine D bloedgehaltes geassocieerd zijn met diabetische retinopathie, maar tot op heden is er geen onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen vitamine D en zichtsbedreigende diabetische retinopathie en niet-zichtbedreigende diabetische retinopathie. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een vitamine D tekkort (gedefinieerd als 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cross-sectionele studies en 1 patiënt-controle studie met in total 9057 deelnemers.
De studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een vitamine D tekort (25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van zichtsbedreigende diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte significant met 80% [OR = 1.80, 95% BI = 1.40 tot 2.30, p ≤ 0.001, I2 = 39.39%] verhooogde.
Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden voor niet-zichtbedreigende  diabetische retinopathie [OR = 1.10, 95% BI = 0.90 tot 1.27, p = 0.48, I2 = 30.2%].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D tekort (gedefinieerd als 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van zichtsbedreigende diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte verhoogde en daarom is het belangrijk dat een vitamine D-tekort adequaat en tijdig wordt behandeld om het risico op blindheid bij mensen met suikerziekte te verminderen.

Oorspronkelijke titel:
Associations between vitamin D status and sight threatening and non-sight threatening diabetic retinopathy: a systematic review and meta-analysis by Trott M, Driscoll R, […], Pardhan S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9167360/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en suikerziekte.

Netvliesafwijkingen (diabetische retinopathie, DRP) is een ziekte van de kleine bloedvaten in het netvlies waarbij vaatwandlekkage en nieuwvorming van vaten de functie van het oog en daarmee het gezichtsvermogen bedreigen.

Het is opvallend dat het 5-20 jaar kan duren voordat iemand met diabetes klinische netvliesafwijkingen ontwikkelt. Hoe langer de diabetes bestaat, des te groter de kans op netvliesafwijkingen. De kans op netvliesafwijkingen neemt tevens toe naarmate de diabetes slecht gereguleerd is.

Patiënten met diabetes type 1 (suikerziekte type 1)

  • gedurende de eerste 5 jaar komt bij patiënten zelden netvliesafwijkingen voor.
  • na 5 jaar  heeft 25% van de patiënten een retinopathie.
  • na 10 jaar heeft 60% van de patiënten een retinopathie.
  • na 15 jaar heeft ongeveer 80% van de patiënten een retinopathie.
  • na 20 jaar heeft ongeveer 95% van de patiënten een retinopathie.

Patiënten met diabetes type 2 (suikerziekte type 2)

  • bij het stellen van de diagnose suikerziekte blijkt 20-38% al diabetische retinopathie te hebben.
  • binnen 5 jaar  na het stellen van de diagnose heeft 24% (patiënten zonder insulinetherapie) tot 40% (patiënten met insulinetherapie) een retinopathie.
  • bij 22% van de patiënten zonder diabetische retinopathie bij het stellen van de diagnose bleek er na 6 jaar diabetische retinopathie te  zijn ontstaan.
  • na 20 jaar heeft zo’n 85% van de patiënten een retinopathie.

De meest betrouwbare manier om een vitamine D-tekort vast te stellen is door het vitamine D gehlate in het bloed via de huisarts te laten meten.


 

Veel foliumzuur via voeding verlaagt dikke darmkanker onder Europeanen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge folaatinname (foliumzuurinname) via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 cohort studies met in totaal 6165894 deelnemers, waarvan 37280 mensen met dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker signficant met 12% [gepoolede relatieve risico = 0.88, 95% BI = 0.83 tot 0.92, p = 0.0004] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd alleen teruggevonden onder mensen die in de VS wonen en onder Europeanen.

De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen die matig alcohol drinken, signficant met 3% [relatieve risico = 0.97, 95% BI = 0.96 tot 0.99 p = 0.008] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen die veel alcohol drinken, signficant met 5% [relatieve risico = 0.95, 95% BI = 0.92 tot 0.98, p = 0.003] verlaagde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 0.92 tot 0.98 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen die geen alcohol drinken, niet verlaagde [relatieve risico = 1.00, 95% BI = 0.98 tot 1.02, p = 0.827].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van colonkanker significant met 14% [relatieve risico = 0.86, 95% BI = 0.81 tot 0.92, p = 0.0004] verlaagde.
Dit verlaagde risico was echter niet significant voor rectaalkanker RR = 0.92, 95% BI = 0.84 tot 1.02, p = 0.112].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.112 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker (met name colonkanker) onder mensen (met een matige of hoge alcoholconsumptie) die in de VS wonen en onder Europeanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake and risk of colorectal cancer: a systematic review and up-to-date meta-analysis of prospective studies by Fu H, He J, […], Chang H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35579178/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, folaatinname of foliumzuurinname in de volksmond en dikke darmkanker.

Colonkanker en rectaalkanker vormen samen dikke darmkanker.

Veel witvlees en vis verlagen leverkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen vleesconsumptie en het risico op het krijgen van hepatocellulair carcinoom is nog steeds onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van veel vlees de kans op het krijgen van hepatocellulair carcinoom (leverkanker)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 observationele studies met in totaal 2915680 deelnemers, waarvan 4953 mensen met leverkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel roodvlees en het krijgen van leverkanker [relatieve risico = 1.04, 95% BI = 0.91 tot 1.18, I2 = 50.50%, p = 0.033].
Geen verband omdat relatieve risico van 1 in de 95% BI van 0.91 tot 1.18 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel (totaal) vlees en het krijgen van leverkanker [relatieve risico = 1.01, 95% BI = 0.90 tot 1.13, I2 = 15.50%, p = 0.0316].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel bewerkt vlees de kans op het krijgen van leverkanker significant met 20% [relatieve risico = 1.20, 95% BI = 1.02 tot 1.41, I2 = 26.30%, p = 0.228] verhoogde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.41 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel witvlees de kans op het krijgen van leverkanker significant met 24% [relatieve risico = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.92, I2 = 68.30%, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van leverkanker significant met 9% [relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.86 tot 0.96, I2 = 40.90%, p = 0.095] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel bewerkt vlees de kans op het krijgen van leverkanker verhoogde, terwijl veel witvlees en vis de kans op het krijgen van leverkanker juist verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Meat Intake and the Risk of Hepatocellular Carcinoma: A Meta-Analysis of Observational Studies by Yu J, Liu Z, […], Chen W.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35583453/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, vlees- en visconsumptie en kanker.

Dagelijks 50 mg amandelen verlagen causaal slecht cholesterol bij mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van amandelen causaal de risicofactoren (cholesterolgehalte, nuchter insulin- en suikergehalte, CRP-gehalte, BMI en bloeddruk) van hart- en vaatziekten bij mensen met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een causaal verband tussen het eten van amandelen en het verlagen van het LDL-cholesterolgehalte [WMD = -5.28 mg/dL, 95% BI = -9.92 tot -0.64, p = 0.026] bij mensen met suikerziekte type 2.
Dit significant verlaagde effect werd vooral teruggevonden bij een consumptie van minimaal 50 mg amandelen per dag en bij een baseline LDL-cholesterolgehalte tot 130 mg/dL.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 50 mg amandelen per dag het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) bij mensen met suikerziekte type 2 met een LDL-cholesterolgehalte tot 130 mg/dL, causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of almond on cardiometabolic outcomes in patients with type 2 diabetes: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Moosavian SP, Rahimlou M, […], Jalili C.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35443097/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het choleterolgehalte, suikerziekte, het eten van noten en hart- en vaatziekten.

Een causaal (oorzakelijk) verband kan gevonden in RCT’s.

 

Matig alcoholconsumptie verlaagt mogelijk nierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verlagend of verhoogd effect tussen het eten van de verschillende producten (zoals groenten, alcohol) en de kans op he krijgen van nierkanker?

Studieopzet:
Dit paraplu-overzichtsartikel bevatte 22 meta-analyses met in totaal 502 individuele studies (59% cohort studies (n = 298), 39% patiënt-controle studies (n = 196) en 2% gepoolde studies (n = 8)) en 64 gepoolde hazard ratios (gepoolde HR).
Geen enkele meta-analyse (overzichtsartikel) had een hoge methodologische kwaliteit.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat het eten van groente de kans op het krijgen van nierkanker significant met 26% [gepoolde HR = 0.74, 95% BI = 0.63 tot 0.86, suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat vitamine C inname via voeding de kans op het krijgen van nierkanker significant met 23% [gepoolde HR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.90, suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat een matige alcoholconsumptie de kans op het krijgen van nierkanker onder zowel Europeanen als Noord-Amerkianen significant met 23% [gepoolde HR = 0.77, 95% BI = 0.70 tot 0.84, overtuigend bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat het eten van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van nierkanker onder Noord-Amerkianen significant met 22% [gepoolde HR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.86, zeer suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat groente en vitamine C inname via voeding de kans op het krijgen van nierkanker mogelijk verlaagden. Verder, verlaagde het matig drinken mogelijk de kans op het krijgen van nierkanker onder zowel Europeanen als Noord-Amerikanen en het eten van kruisbloemige groenten mogelijk de kans op het krijgen van nierkanker onder Noord-Amerikanen. Mogelijk omdat geen enkele meta-analyse (overzichtsartikel) een hoge methodologische kwaliteit had.

Oorspronkelijke titel:
The role of diet in renal cell carcinoma incidence: an umbrella review of meta-analyses of observational studies by Liao Z, Fang Z, […], Luo Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8812002/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, vitamine C, groente en kanker.

Een paraplu overzichtsartikel is een wetenschappelijk artikel met alleen maar overzichtsartikelen over een bepaald onderwerp (zoals nierkanker). De conclusie in een paraplu overzichtsartikel is nog betrouwbaarder dan in een afzondelijk overzichtsartikel.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Niercelcarcinoom is de medische term voor nierkanker.

Gembersupplementen verlagen nuchter bloedsuikergehalte van patiënten met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is enig bewijs voor de positieve effecten van gembersupplementen op het metabole profiel van patiënten met type 2 diabetes. Echter, ze zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert het slikken van gembersupplementen het metabole profiel (nuchter bloedsuiker-, HbA1c-, triglyceriden- en cholesterolgehalte, de bloedruk) van patiënten met type 2 diabetes?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen het nuchter bloedsuikergehalte van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -18.81, 95% BI = -28.70 tot -8.92, I2 = 77.4%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen het HbA1c gehalte van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -0.57, 95% BI = -0.93 tot -0.20, I2 = 88.6%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen de bovendruk (systolische bloeddruk) van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -4.20, 95% BI = -7.64 tot -0.77, I2 = 97%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen de onderdruk (diastolische bloeddruk) van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -1.61, 95% BI = -3.04 tot -0.18, I2 = 93.2%].

De onderzoekers concludeerden dat gembersupplementen het nuchter bloedsuikergehalte, het HbA1c gehalte en de bloeddruk van patiënten met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of ginger supplementation on metabolic profiles in patients with type 2 diabetes mellitus: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Ebrahimzadeh A, Ebrahimzadeh A, […], Milajerdi A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35031435/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk en suikerziekte.

 

Hoge consumptie van olijfolie verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge consumptie van olijfolie (via voeding) de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 37 patiënt-controle studies met 17369 kankergevallen en 28294 mensen zonder kanker (de controles) en 8 cohort studies met 12461 kankergevallen onder 929771 deelnemers.

Significante publicatie bias werd gedetecteerd via de Egger-test in de analyse van (elke type) kanker [p 0.001], borstkanker [p = 0.013] en gastro-intestinale kanker [p = 0.048].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van (elke type) kanker significant met 31% [RR = 0.69, 95% BI = 0.62 tot 0.77] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies [RR = 0.90, 95% BI = 0.77 tot 1.05] oftewel dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.
Maar dit verlaagde risico was wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.72, 95% BI = 0.65 tot 0.81] en hoogwaardige studies [RR = 0.72, 95% BI = 0.64 tot 0.81].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van borstkanker significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.52 tot 0.86] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.52 tot 0.86 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van gastro-intestinale kanker significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.89] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies maar wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.90] en hoogwaardige studies [RR = 0.73, 95% BI = 0.62 tot 0.86].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van bovenste aerodigestieve kanker significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.60 tot 0.91] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies maar wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.75, 95% BI = 0.66 tot 0.86] en hoogwaardige studies [RR = 0.68, 95% BI = 0.52 tot 0.89].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van alleen maar patiënt-controle studies dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van urinewegkanker significant met 54% [RR = 0.46, 95% BI = 0.29 tot 0.72] verlaagde.
Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses ook significant in de multivariate analyses [RR = 0.28, 95% BI = 0.20 tot 0.42] en hoogwaardige studies [RR = 0.46, 95% BI = 0.32 tot 0.66].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van olijfolie via voeding de kans op het krijgen van kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil intake and cancer risk: A systematic review and meta-analysis by Markellos C, Ourailidou ME, […], Psaltopoulout T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8751986/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, olijfolie en kanker.

De conclusies in wetenschappelijke studies zijn nog betrouwbaarder wanneer ze ook teruggevonden worden in de cohort studies, de multivariate analyses (studies waarbij gecorrigeerd werd voor meerdere verstorende factoren) en hoogwaardige studies.


 

Koffie of cafeïne na de operatie verlaagt causaal postoperatieve ileus

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, causaal de kans op het krijgen van postoperatieve ileus bij patiënten die electieve colorectale chirurgie ondergingen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s met in totaal 312 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, de tijd tot de eerste stoelgang significant verkortte [MD = -10.36 uur, 95% BI = - 14.61 tot -6.11].

De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, het ziekenhuisverblijf signifcant verkortte [MD = -0.95 dagen, 95% BI = -1.57 tot -0.34]. 

De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, het gebruik van laxeermiddelen na de operatie significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.44 tot 0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie de stoelgang causaal verbeterde en het verminderde causaal de duur van het ziekenhuisverblijf bij patiënten die electieve colorectale chirurgie ondergingen. Deze methode is veilig en kan postoperatieve ileus (POI) voorkomen of behandelen.
 

Oorspronkelijke titel:
The effect of coffee/caffeine on postoperative ileus following elective colorectal surgery: a meta-analysis of randomized controlled trials by Yang TW, Wang CT, […], Tsai MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34993568/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koffie, kanker en dikke darmkanker.

Electieve chirurgie is een chirurgische ingreep waar iemand bewust voor kiest, in tegenstelling tot noodzakelijke chirurgie en spoedoperaties.

Postoperatieve ileus is een veelvoorkomende complicatie na abdominale chirurgie. Een ileus is een plotselinge verstoring in de passage van voedsel door de darmen. Een ileus wordt ook wel een darmafsluiting genoemd.
Abdominale chirurgie omvat de operaties aan de verschillende organen in en rond de buik, zoals bijvoorbeeld blinde darm, galblaas, liesbreuk, buikwandbreuk.

Colorectale chirurgie zijn operaties aan de dikke- en/of endeldarm.

 

Koolhydraten verhogen metabool syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associaties tussen de koolhydratenconsumptie en diverse gezondheidsresultaten blijven controversieel en verwarrend. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Wat is het verband tussen de koolhydratenconsumptie (het eten van koolhydraten) en de diverse gezondheidsresultaten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 meta-analyses van observationele studies met 23 gezondheidsresultaten, waaronder kanker (n = 26), mortaliteit (n = 4), stofwisselingsziekten (n = 4), het spijsverteringsstelsel (n = 3) en andere uitkomsten [coronaire hartziekte (n = 2), beroerte (n = 1), ziekte van Parkinson (n = 1) en botbreuk (n = 2)].
Dit overkoepelende overzichtsartikel bevatten 281 individuele studies met in totaal 13164365 deelnemers.

33.3% van de studies werd als hoge kwaliteit en 66.7% als matige kwaliteit beschouwd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 25% [adjusted OR = 1.25, 95% BI = 1.15 tot 1.37, zeer suggestief bewijs] verhoogde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 19% [adjusted HR = 1.19, 95% BI = 1.09 tot 1.30, suggestief bewijs] verhoogde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 43% [adjusted HR = 0.57, 95% BI = 0.42 tot 0.78, suggestief bewijs] verlaagde.  

De onderzoekers concludeerden dat er geen overtuigend bewijs was voor een duidelijke rol van de inname van koolhydraten. Echter, zeer suggestief bewijs liet zien dat de inname van koolhydraten de kans op het krijgen van het metabool syndroom verhoogde. Daarnaast, liet suggestief bewijs zien dat de inname van koolhydraten het risico op doodgaan aan alle oorzaken verhoogde terwijl het risico op het krijgen van slokdarmkanker juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Carbohydrate and Diverse Health Outcomes: Umbrella Review of 30 Systematic Reviews and Meta-Analyses of 281 Observational Studies by Liu YS, Wu QJ […], Zhao YH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8116488/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en het metabole syndroom.

600 mg/d vitamine E suppletie verbetert chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie is een veel voorkomend symptoom, maar profylactische (preventieve) maatregelen kunnen nog steeds niet effectief worden uitgevoerd. Bovendien is de werkzaamheid van vitamine E bij het voorkomen van perifere neurotoxiciteit veroorzaakt door chemotherapie niet overtuigend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt vitamine E suppletie de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 488 kankerpatiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met 600 mg vitamine E per dag, de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie signifcant met 69% [risk ratio = 0.31, 95% BI = 0.14 tot 0.65, p = 0.002, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie bij kankerpatiënten die cisplatine kregen signifcant met 72% [risk ratio = 0.28, 95% BI = 0.14 tot 0.54, p = 0.0001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit signficante verlaagde risico werd niet teruggevonden bij kankerpatiënten die oxaliplatine kregen [risk ratio = 1.08, 95% BI = 0.95 tot 1.22, p = 0.24, I2 = 34%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de surale sensorische amplitude na 3 chemokuren significant verlaagde [MD = -2.66, 95% BI = -5.09 tot -0.24, p = 0.03, I2 = 0%].
Echter, dit significante verlaagde effect werd niet teruggevonden na 6 chemokuren [MD = -1.28, 95% BI = -3.11 tot 0.54, p = 0.17, I2 = 40%].

De onderzoekers vonden dat kankerpatiënten die vitamine E kregen, hadden een grotere verbetering van de neurotoxiciteitsscore en een lagere incidentie van reflexen en distale paresthesieën (paresthesieën = het tintelend, jeukend en/of brandend gevoel of de gevoelloosheid in de ledematen dat ontstaat door een druk op een zenuw) dan de controlegroep (groep zonder vitamine E suppletie).

De onderzoekers concludeerden dat 600 mg vitamine E suppletie per dag tot een bescheiden verbetering leidde in de preventie (het voorkomen) van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie, met name bij kankerpatiënten die cisplatine kregen.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effects of Vitamin E on Chemotherapy-Induced Peripheral Neuropathy: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Miao H, Li R [...], Wen Z.

Link:
https://www.karger.com/Article/FullText/515620

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en kanker.

Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Cytostatica zijn stoffen die de kankercellen doden of afremmen en zich via het bloed verspreiden.

Cisplatine behoort tot een groep geneesmiddelen die cytostatica genoemd worden en die gebruikt worden voor de behandeling van kanker.

 

Veel carotenoïden via voeding verlagen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere meta-analyses hebben een beschermend effect aangetoond tussen sommige carotenoïden en het risico op het krijgen van het metabole syndroom, hart- en vaatziekten, kanker en doodgaan aan alle oorzaken. Echter, de resultaten voor de associaties tussen carotenoïden en het krijgen van diabetes type 2 (suikerziekte type 2) blijven inconsistent en er is geen systematische review (een overzichtsartikel) over dit onderwerp uitgevoerd. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het eten van veel carotenoïden of het hebben van een hoog carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.87, I2 = 13.7%, n = 6] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het eten van veel (totale) carotenoïden, alfa-caroteen en luteïne/zeaxanthine.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteengehalte de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 40% [gepoolde RR = 0.60, 95% BI = 0.46 tot 0.78, I2 = 56.2%, n = 7] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het hoge (totale) carotenoïden-, lycopeen- en luteïnegehalte.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, een non-lineair verband tussen het gehalte van alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne en het totale carotenoïden en het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel veel (totale) carotenoïden als het hebben van een hoog (totale) carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Intake and Circulating Concentrations of Carotenoids and Risk of Type 2 Diabetes: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Observational Studies by Jiang YW, Sun ZH, [...], Pan A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33979433/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over carotenoïden en suikerziekte.

Een hoog beta-caroteengehalte in het lichaam kan verkregen worden door voeding te eten die veel beta-carotten bevat en/of beta-caroteensupplementen te slikken.

 

Borstvoeding verlaagt eierstokkanker onder vrouwen met BRCA-1 of BRCA-2 genmutatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 4 patiënt-controle studies met in totaal 14601 vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 23.3% [gepoolde OR = 0.767, 95% BI = 0.688 tot 0.856, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie niet significant met 18.3% [gepoolde OR = 0.817, 95% BI = 0.650 to 1.028, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 21.3% [OR = 0.787, 95% BI = 0.682 to 0.907, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie significant met 43.3% [OR = 0.567, 95% CI = 0.400 tot 0.802, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder zowel vrouwen met een BRCA1 als BRCA2 genmutatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The preventive effect of breastfeeding against ovarian cancer in BRCA1 and BRCA2 mutation carriers: A systematic review and meta-analysis by Eoh KJ, Park EY, […], Lim MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34304906/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstvoeding en kanker.