Voeding en gezondheid

Veel noten leiden tot gewichtsafname

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Noten worden aanbevolen voor de cardiovasculaire gezondheid, maar er blijft bezorgdheid bestaan dat noten bij kunnen dragen aan de gewichtstoename vanwege hun hoge energiedichtheid. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Leidt het eten van veel noten tot gewichtstoename?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 569910 deelnemers en 86 RCTs met in totaal 5873 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van noten de kans op het krijgen van overgewicht/obesitas significant met 7% [RR 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.98, p 0.001, matig bewijslast] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het eten van noten en gewichtstoename [MD = 0.09 kg, 95% BI = -0.09 tot 0.27 kg, p 0.001, hoog bewijslast].

De onderzoekers vonden in de meta-regressie analyses dat het eten van veel noten tot een verlaging van het lichaamsgewicht en het lichaamsvet leidde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel noten tot een verlaging van het lichaamsgewicht en het lichaamsvet leidde.

Oorspronkelijke titel:
Are fatty nuts a weighty concern? A systematic review and meta-analysis and dose-response meta-regression of prospective cohorts and randomized controlled trials by Nishi SK, Viguiliouk E, [...], Sievenpiper JL.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34494363/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten en overgewicht.

Geen verband tussen wortelconsumptie en blaaskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van wortels en het krijgen van blaaskanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in een meta-analyse van 3 cohort studies geen verband tussen het eten van wortels en het krijgen van blaaskanker [gepoolde HR = 1.02, 95% BI = 0.95 tot 1.10 I2 = 0.0%, p = 0.859].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van wortels en het krijgen van blaaskanker.

Oorspronkelijke titel:
Association of Dietary Carrot Intake With Bladder Cancer Risk in a Prospective Cohort of 99,650 Individuals With 12.5 Years of Follow-Up by Xu X, Zhu Y, […], Xia D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8349976/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over wortels en kanker.

Dagelijks 600 mg omega-3 vetzurensupplementen verlagen mogelijk chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met kanker baat bij het slikken van omega-3 vetzurensupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 RCTs.
De dosering van de omega-3 vetzurensupplementen was 600 mg per dag of hoger gedurende minimaal 3 weken.
De meeste RCTs werd bestempeld als "onduidelijk" of "hoog" risico op bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzurensupplementen de kans op het krijgen van door chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie bij patiënten met kanker significant met 80% [OR = 0.20, 95% BI = 0.10 tot 0.40, p 0.001, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minimaal 600 mg omega-3 vetzurensupplementen per dag gedurende minimaal 3 weken, de kans op het krijgen van door chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie bij patiënten met kanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de meeste RCTs als "onduidelijk" of "hoog" risico op bias werd bestempeld.

Oorspronkelijke titel:
The effect of oral omega-3 polyunsaturated fatty acid supplementation on muscle maintenance and quality of life in patients with cancer: A systematic review and meta-analysis by Lam CN, Watt AE, [...], van der Meij BS.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34130028/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over omega-3 vetzuren en kanker.

Chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) is een van de meest gevreesde dosis beperkende bijwerkingen van de behandeling met chemokuren bij kanker.
Chemotherapie geinduceerde perifere neuropathie is de beschadiging van de zenuwvezels in de armen of benen door toedoen van chemotherapie.

Kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten verlagen mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Gepersonaliseerde voeding en beschermende diëten en levensstijlen vormen een belangrijke prioriteit binnen de kankeronderzoek. De associatie tussen consumptie van specifieke voedingscomponenten en het ontstaan van dikke darmkanker is geëvalueerd in een aantal populatiegebaseerde studies, die vastgesteld hebben dat bepaalde voedingsmiddelen potentiële bescherming hebben. Echter, de bevindingen waren inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (zoals, tomaten, kruisbloemige groenten, citrusvruchten en noten) en het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 studies (cohort en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.85 tot 0.95, p = 0.00, I2= 31.02%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van citrusvruchten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.96, p = 0.00, I2 = 21.65%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% verlaagde [OR = 0.83, 95% BI = 0.76 tot 0.91, p = 0.00, I2 = 32.64%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 11% verlaagde [OR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95, p = 0.00, I2 = 0%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van noten de kans op het krijgen van dikke darmkanker in cohort studies significant met 26% verlaagde [OR = 0.74, 95% BI = 0.58 tot 0.94, p = 0.01, I2 = 35.48%].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet terug werd gevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Phytochemically rich dietary components and the risk of colorectal cancer: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Borgas P, Gonzalez G, […], Reza Mirnezami R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8223713/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenten en fruit, noten, knoflook en dikke darmkanker.

Obesitas verhoogt dikke darmkanker bij mannen met Lynch Syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt obesitas (BMI>30) de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen met het Lynch Syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies met in totaal 2463 deelnemers, waarvan 735 mensen met dikke darmkanker.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat obese mannen met het Lynch Syndroom hadden significant 2 keer zoveel kans op het krijgen van dikke darmkanker dan niet obese mannen met het Lynch Syndroom [SRR = 2.09, 95% BI = 1.23 tot 3.55, I2 = 33%].
Dit signifcante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor obese vrouwen met het Lynch Syndroom [SRR = 1.41, 95% BI = 0.46 tot 4.27, I2 = 68%].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 49% verhoogde bij mensen met het MLH1-mutatie [SRR = 1.49, 95% BI = 1.11 tot 1.99, I2 = 0%, heel hoge kwaliteitslast].

De onderzoekers concludeerden dat obesitas (BMI>30) de kans op het krijgen van dikke darmkanker verhoogde bij mannen met het Lynch Syndroom, met name met een mutatie in het MLH1-gen.

Oorspronkelijke titel:
A Meta-Analysis of Obesity and Risk of Colorectal Cancer in Patients with Lynch Syndrome: The Impact of Sex and Genetics by Lazzeroni M, Bellerba F, […], Gandini S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8160758

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en overgewicht.

Het Lynch syndroom (HNPCC-Lynch) is een erfelijke aandoening die een verhoogde kans geeft op het krijgen van darmkanker. Bij ongeveer 4% van alle patiënten met darmkanker wordt de ziekte veroorzaakt door het Lynch syndroom. Darmkanker ontstaat bij patiënten met het Lynch syndroom op relatief jonge leeftijd, vaak voor hun 50ste levensjaar.

Er zijn momenteel 5 genen bekend die betrokken zijn bij het Lynch syndroom, namelijk MLH1, MSH2, MSH6, PMS2 en EpCAM. Mensen met een MLH1-mutatie hebben een kans van 25-70% om tijdens het leven darmkanker te krijgen.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

 

Calcium via voeding verlaagt colorectale adenomen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt calcium via voeding of voedingssupplementen de kans op het krijgen van colorectale adenomen (kwaadaardige poliepen in de dikke darm)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 37 relevante klinische studies en observationele studies met in totaal 10964 mensen met (geavanceerde) colorectale adenomen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat calciumconsumptie de kans op het krijgen van colorectale adenomen significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.89 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat calciumconsumptie via (totale) voeding de kans op het krijgen van colorectale adenomen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.72 tot 0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat calciumconsumptie via zuivelproducten de kans op het krijgen van colorectale adenomen significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.78 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van calciumsupplementen en de kans op het krijgen van colorectale adenomen [RR = 0.97, 95% BI = 0.89 tot 1.05].

De onderzoekers vonden dat totale calciumconsumptie de kans op het krijgen van geavanceerde colorectale adenomen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.73 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat totale calciumconsumptie de kans op het terugkeren van colorectale adenomen significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.84 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat calcium via voeding zowel de kans op het krijgen als het terugkeren van colorectale adenomen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Calcium and dairy products in the chemoprevention of colorectal adenomas: a systematic review and meta-analysis by Emami MH, Salehi M, […], Maghool F.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33951958/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, zuivelproducten en dikke darmkanker.

Een poliep in de dikke darm is een woekering van het slijmvlies van de dikke darm.

Poliepen in de dikke darm komen vrij vaak voor. Naar schatting heeft ongeveer 5 à 25% van alle mensen boven de 50 jaar darmpoliepen. Dit aantal stijgt van 15 à 30% op 50-60 jaar, tot 35 à 50% op de leeftijd van 80 jaar.

Darmpoliepen kunnen goedaardig of kwaadaardig zijn. Kwaadaardige darmpoliepen worden ook wel darm adenomen of adenomateuze poliepen genoemd. Slechts 5 procent van deze kwaadaardige darmpoliepen groeit uit tot darmkanker. Kwaadaardige dikke darmpoliepen (ook wel colorectale adenomen) kunnen uitgroeien tot dikke darmkanker.

Kanker van de dikke darm heet ook colorectale kanker of colorectaal (adeno)carcinoom.
 

Veel transvet verhoogt prostaatkanker en dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Afgezien van herkauwers, wordt transvet ook geproduceerd tijdens de gedeeltelijke hydrogenering van plantaardige oliën (bijvoorbeeld bij de productie van ultrabewerkte voedingsmiddelen). Schadelijke cardiovasculaire (betrekking hebbend op hart- en bloedvaten) effecten van transvet zijn al bewezen, maar het verband met het risico op het krijgen van kanker is nog niet samengevat in een overzichtsartikel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verhoogt het eten van veel transvet de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies (cohort en patiënt-controle studies) naar de relatie tussen transvet en borstkanker, 11 studies (cohort en patiënt-controle studies) naar de relatie tussen transvet en prostaatkanker en 9 studies (cohort en patiënt-controle studies) naar de relatie tussen transvet en dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel totaal transvet de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 49% [OR = 1.49, 95% BI = 1.13 tot 1.95] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel totaal transvet de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 26% [OR = 1.26, 95% BI = 1.08 tot 1.46] verhoogde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 1.08 tot 1.46 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel totaal transvet en de kans op het krijgen van borstkanker [OR = 1.12, 95% BI = 0.99 tot 1.26].
Geen verband omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.99 tot 1.26 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel totaal transvet de kans op het krijgen van zowel prostaatkanker als dikke darmkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary trans-fatty acid intake in relation to cancer risk: a systematic review and meta-analysis by Michels N, Specht IO and Huybrechts I.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34104953/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over transvet, prostaatkanker, dikke darmkanker en borstkanker.

Een dieet met veel transvet is een dieet met meer dan 1 En% transvet.
1 En% transvet wil zeggen dat het aantal gram transvet 1% bijdraagt aan het totale caloriegehalte (kcal) van het desbetreffende dieet. Dus als een dieet 2000 kcal bevat, draagt 2.2 gram transvet 1% bij aan 2000 kcal. 2.2 gram transvet levert 20 kcal want 1 gram transvet levert 9 cal. 20 kcal draagt 1% bij aan een dieet van 2000 kcal.

Transvet komt van nature voor in melk en vlees van herkauwers. Verder kan transvet zitten in harde margarines, frituur-, bak- en braadvetten en in gebak, koek en snacks.

Herkauwers (onderorde Ruminantia) zijn herbivoren (dieren die plantaardig voedsel eten) die hun eten nadat het in de maag geweest is nogmaals in de mond kauwen. Herkauwers zijn giraffen, bizons, schapen en koeien. Het woord "herkauwer" komt van het Latijnse woord “ruminare”, wat "opnieuw kauwen" betekent.

Herkauwers hebben vier magen: de pens, de netmaag, de boekmaag en de lebmaag. De eerste 3 magen zijn de voormagen, de lebmaag is de echte maag. Een herkauwer kauwt het eten eerst oppervlakkig, waarna het eten in de netmaag en de pens terechtkomt. Dit vertraagt de passage van het voedsel door het maag-darmkanaal, waardoor het voedsel in de netmaag/pens de tijd krijgt om langer voor te verteren.

Na 20 tot 45 minuten gaan de grofvezelige materialen als spijsbrokken terug naar de mond van de herkauwer waar ze fijngemalen en vermengd wordt met speeksel. Bij de terugkeer in de magen gaan de fijndelige materialen via de netmaag naar de boekmaag. In de boegmaag wordt de vloeistof uit de spijsbrok geperst. De vloeistof en daarna de spijsbrok gaat vervolgens van de boegmaag naar de lebmaag voor de verdere vertering door de maagsappen.

Boeren en winden/scheten van herkauwers zijn rijk aan methaangas; het gas wordt gevormd door de bacteriën in de voormagen, tijdens het verteren van het voedsel.

Een hoge GI dieet verhoogt metabool syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Diëten met een hoge glycemische index (GI) of een hoge glycemische belasting (GL) worden in verband gebracht met de belangrijke risicofactoren die verband houden met het krijgen  van het metabool syndroom, zoals dyslipidemie, een hoge bloedglucose- en insulineconcentratie. Echter, de rol van GI en GL in relatie tot het metabool syndroom is nog steeds onderbelicht en controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verhoogt een hoge GI of een hoge GL dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie and 11 cross-sectionele studies met in totaal 36295 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage GI dieet, dat een hoge GI dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom significant met 5% [OR = 1.05, 95% BI = 1.01 tot 1.09, I2 = 58.1%, p = 0.004] verhoogde.
Dit significante, verhoogde risico werd ook teruggevonden in alle subgroepenanalyses, behalve in studies waarbij 24-uurs recalls werden gebruikt.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging van de GI met 5 punten de kans op het krijgen van het metabool syndroom significant met 2% [OR = 1.02, 95% BI = 1.01 tot 1.02] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge GL dieet en de kans op het krijgen van het metabool syndroom.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge GI dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Glycemic index, but not glycemic load, is associated with an increased risk of metabolic syndrome: Meta-analysis of observational studies by Askari M, Dehghani A, […], Alizadeh S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33928722/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over GI en GL en het metabool syndroom.

De glycemische index (GI) is een manier/methode om aan te geven hoe snel glucose (eenvoudige suiker) in het bloed kan worden opgenomen of hoe snel koolhydraten (complexe suikers) in de darm verteerd kunnen worden. Koolhydraten (complexe suikers) moeten in de darmen afgeproken worden tot eenvoudige suikers anders kunnen ze niet in het lichaam opgenomen worden.

Een product met een hoge GI is een product met een GI van 70 of hoger.
Een product met een lage GI is een product met een GI tot 55.

Bij de glycemische last (GL) wordt zowel rekening gehouden met de hoeveelheid koolhydraten in een product als de hoeveelheid dat iemand van een bepaald product eet. Het berekenen van de GL gaat als volgt: GL = (hoeveelheid koolhydraten in een portie keert GI) gedeeld door 100. De GL kan ook worden ingeschat voor complete maaltijden door het gemiddelde van de GI van alle ingrediënten in de maaltijd te vermenigvuldigen met de totale hoeveelheid koolhydraten in de maaltijd.

Een product met een hoge GL is een product met een GL van 20 of hoger.
Een product met een lage GL is een product met een GL tot 10.

De voedselinname (wat iemand per dag eet) van personen in een studie is lastig te meten en er is niet één techniek die voor elk doel en elke toepassing geschikt is. De voedselinname kan worden nagevraagd door middel van verschillende methodes, zoals dietary history-methode, 24-uurs recall, voedseldagboek of voedselfrequentievragenlijst.

Dagelijks 100 mg coënzym Q10 supplementen verlaagt ontstekingen bij mensen met borstkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van coënzym Q10 supplementen ontstekingen bij mensen met borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van vasculaire endotheliale groeifactoren (VEGF) van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -1.88, 95% BI = -2. 62 tot -1.13, I2 = 93.1%, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van IL-8 van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -2.24, 95% BI = -2.68 tot -1.8, I2 = 79.6%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van matrix metalloproteïnase 2 (MMP-2) van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -1.49, 95% BI = -1.85 tot -1.14, I2 = 76.3%, p = 0.005].

De onderzoekers vonden dat slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van matrix metalloproteïnase 9 (MMP-9) van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -1.58, 95% BI = -1.97 tot -1.19, I2 = 79.6%, p = 0.002].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, zowel ontstekingen als het gehalte van matrix metalloproteïnasen bij mensen met borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of coenzyme Q10 supplementation on inflammation, angiogenesis, and oxidative stress in breast cancer patients: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Alimohammadi M, Rahimi A, […], Rafiei A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34008150/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over coënzym Q10 en borstkanker.

Vasculaire endotheliale groeifactor is een signaaleiwit dat door de lichaamscellen wordt geproduceerd en de vorming van bloedvaten stimuleert. Vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF)-expressie neemt toe met de progressie van kanker.

Interleukine-8 (IL-8) is een ontstekingsbevorderende chemokine die door verschillende celtypen wordt geproduceerd. Overexpressie (overexpressie houdt in dat een gen te actief is en teveel van het eiwit produceert waarvoor het codeert) van IL-8 en/of zijn receptoren CXCR1 en CXCR2 wordt vaak waargenomen bij kanker waaronder borstkanker, baarmoederhalskanker, melanoom en prostaatkanker.

Matrix metalloproteïnasen (MMP's) zijn zinkafhankelijke endopeptidasen die betrokken zijn bij kankerinvasie en metastase (uitzaaiing van een kwaadaardige tumor ergens anders in het lichaam).
 

Overgewicht verhoogt leverkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt overgewicht (BMI>25) of obestias (BMI>30) de kans op het krijgen van primaire leverkanker en doodgaan aan leverkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 prospectieve cohort studies met in totaal 8135906 deelnemers, waarvan 6059561 mensen met primaire leverkanker en 2077425 mensen gestorven aan leverkanker.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een verhoging van de BMI de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 69% [HR = 1.69, 95% BI = 1.50 tot 1.90, I2 = 56%] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een BMI hoger dan 25 (overgewicht) de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 36% [HR = 1.36, 95% BI = 1.02 tot 1.81] verhoogde.
Significant omdat HR van 1 niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.81 zat. HR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een BMI hoger dan 30 (obesitas) de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 77% [HR = 1.77, 95% BI = 1.56 tot 2.01] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een BMI hoger dan 30 de kans op het krijgen van primaire leverkanker werkelijk met 77% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een BMI hoger dan 35 (morbide obesitas) de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 208% [HR = 3.08, 95% BI = 1.21 tot 7.86] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een verhoging van de BMI de kans op doodgaan aan leverkanker significant met 61% [HR = 1.61, 95% BI = 1.14 tot 2.27, I2 = 80%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat overgewicht (BMI>25) en obestias (BMI>30) de kans op het krijgen van primaire leverkanker en doodgaan aan leverkanker verhogen.

Oorspronkelijke titel:
Obesity and the risk of primary liver cancer: A systematic review and meta-analysis by Sohn W, Lee S, [...], Yoon SK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7820201/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en overgewicht.

Er zijn 2 soorten leverkanker. Primaire leverkanker is een vorm van kanker die in de lever of galwegen ontstaat. Secundaire leverkanker is ergens anders in het lichaam ontstaan en uitgezaaid naar de lever.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijkse gegeten producten geschikt zijn voor u wanneer u overgewicht hebt.

 

1.2 tot 60 mg/d carotenoïdensupplementen verlagen overgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Teveel lichaamsgewicht, inclusief overgewicht en obesitas, is een van de belangrijkste factoren die de menselijke gezondheid beïnvloeden en speelt een belangrijke rol bij de wereldwijde ziektelast. Carotenoïden dienen als voorlopers van vitamine A-gerelateerde retinoïden en worden geacht potentiële effecten te hebben op vele ziekten. Echter, de invloed van carotenoïden op mensen met overgewicht is onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van carotenoïdensupplementen (lycopeen, astaxanthine, cryptoxanthine, α-caroteen en β-caroteen) het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek van mensen met overgewicht (BMI>25) of obesitas (BMI>30)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s en 8 observationele studies met in totaal 28944 deelnemers.
De interventieduur (duur van de studie) varieerde tussen 20 dagen en 16 weken.

De dosering van de carotenoïden varieerde tussen 1.2 en 60 mg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een laag serum carotenoïdengehalte de kans op het krijgen van overgewicht en obesitas significant met 73% [OR = 1.73, 95% BI = 1.57 tot 1.91, p 0.001] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -2.34 kg, 95% BI = -3.80 tot -0.87 kg, p 0.001].
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het slikken van carotenoïdensupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas werkelijk verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de BMI van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.95 kg/cm2, 95% BI = -1.88 tot -0.01 kg/cm2, p 0.001].
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.001 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de buikomtrek van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -1.84 cm, 95% BI = -3.14 tot -0.54 cm, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 1.2 tot 60 mg carotenoïdensupplementen (lycopeen, astaxanthine, cryptoxanthine, α-caroteen en β-caroteen) het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek van mensen met overgewicht of obesitas verlaagde. Verder verlaagde het hebben van een laag serum carotenoïdengehalte de kans op het krijgen van overgewicht en obesitas.

Oorspronkelijke titel:
The association between carotenoids and subjects with overweight or obesity: a systematic review and meta-analysis by Yao N, Yan S, […], Cui W.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33977977/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het slikken van carotenoïdensupplementen en overgewicht.

Om te weten hoeveel carotenoïden in het lichaam zit, wordt het gehalte van carotenoïden in het serum van het bloed gemeten. Het serum carotenoïdengehalte in het lichaam kan verhoogd worden door producten te eten die veel carotenoïden bevatten en/of carotenoïdensupplementen te slikken.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

 

Veel verzadigd vet verhoogt leverkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van veel verzadigd vet of cholesterol de kans op het krijgen van leverkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies met in totaal 15890 mensen met leverkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 34% [relatieve risico = 1.34, 95% BI = 1.06 tot 1.69, I2 = 16.9%, n = 5] verhoogde.
De resultaten bleven gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 En% verzadigd vet, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 4% [relatieve risico = 1.04, 95% BI = 1.01 tot 1.07, I2 = 16.8%, n = 5] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het ratio enkelvoudig onverzadigd vet:verzadigd vet met 0.1 punt, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 9% [relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.86 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het ratio onverzadigd vet:verzadigd vet met 0.1 punt, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 6% [relatieve risico = 0.94, 95% BI = 0.90 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg cholesterol via voeding per dag, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 16% [relatieve risico = 1.16, 95% BI = 1.05 tot 1.28, I2 = 0%, n = 2] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum cholestergehalte, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 58% [relatieve risico = 0.42, 95% BI = 0.33 tot 0.54, I2 = 90.7%, n = 7] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum cholestergehalte, de kans op het krijgen van leverkanker onder mannen significant met 61% [relatieve risico = 0.39, 95% BI = 0.27 tot 0.57] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum cholestergehalte, de kans op het krijgen van leverkanker onder vrouwen significant met 69% [relatieve risico = 0.31, 95% BI = 0.26 tot 0.38] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mmol/L in het serum cholesterolgehalte, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 28% [relatieve risico = 0.72, 95% BI = 0.69 tot 0.75, I2 = 75.3%, n = 7] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mmol/L in het serum HDL-cholesterolgehalte, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 58% [relatieve risico = 0.42, 95% BI = 0.27 tot 0.64, I2 = 0%, n = 2] verlaagde.
De resultaten bleven gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet, de kans op het krijgen van leverkanker verhoogde. Terwijl een hoog serum cholesterolgehalte en een hoog HDL-cholesterolgehalte, de kans op het krijgen van leverkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fats, Serum Cholesterol and Liver Cancer Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Studies by Zhao L, Deng C, [...], Zhang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8037522/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, verzadigd vet en kanker.

Een dieet met veel verzadigd vet (ongezond vet) is een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet.
De makkelijkste manier om een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden die ook meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet. 
Meer dan 10 En% verzadigd vet wil zeggen dat het aantal gram vet meer dan 10% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van het desbetreffende dieet. Dus een 2000 kcal-dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet bevat dus meer dan 22 gram verzadigd vet. 22 gram verzadigd vet levert 22x9 kcal = 198 kcal. 198 kcal is 10% van 2000 kcal.

Echter, producten met meer dan 10 En% verzadigd vet zijn ongezonde producten.


 

Thee en koffie verlagen hersentumor

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van zowel thee als koffie, de kans op het krijgen van glioom (hersentumor)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 studies (cohort en patiënt-controle studies) met in totaal 1960731 deelnemers, waarvan 2987 mensen met glioom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van glioom significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.71 tot 0.98, p = 0.030, I2 = 16.42%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van veel koffie, de kans op het krijgen van glioom significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.72 tot 1.00, p = 0.046, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van glioom significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.70 tot 0.93, p = 0.004, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op het krijgen van glioom significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.94 tot 0.99, p = 0.016] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 1 kopje thee per dag, de kans op het krijgen van glioom significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.94 tot 1.00, p = 0.048] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat de associatie tussen het drinken van koffie en het krijgen van glioom verminderd werd door roken [p = 0.029].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van zowel thee (minimaal 1 kopje per dag) als koffie (minimaal 1 kopje per dag), de kans op het krijgen van glioom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee and tea consumption and the risk of glioma: a systematic review and dose-response meta-analysis by Pranata R, Feraldho A, […], July J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33750490/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee- en koffieconsumptie en kanker.

Onze hersenen zijn opgebouwd uit zenuwweefsel, steunweefsel en bloedvaten. Het steunweefsel voedt, beschermt, isoleert en houdt het zenuwweefsel op haar plek. Het steunweefsel van de hersenen bestaat uit gliacellen. Een glioom is een hersentumor die ontstaat door de ongeremde celdeling van deze gliacellen. Kanker ontstaat omdat bepaalde lichaamscellen ongeremd delen.
 

Veel paddenstoelen verlagen kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van paddenstoelen de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies en 6 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met weinig, dat het eten van veel paddenstoelen, de kans op het krijgen van (totale) kanker significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.55 tot 0.78, n = 17] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met weinig, dat het eten van veel paddenstoelen, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 35% [gepoolde RR = 0.65, 95% BI = 0.52 tot 0.81, n = 10] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met weinig, dat het eten van veel paddenstoelen, de kans op het krijgen van niet-borstkanker (alle andere kankersoorten behalve borstkanker) significant met 20% [gepoolde RR = 0.80, 95% BI = 0.66 tot 0.97, n = 13] verlaagde.

De onderzoekers vonden een significant non-lineair dosisafhankelijk verband tussen het eten van paddenstoelen en de kans op het krijgen van (totale) kanker [p-non-lineair = 0.001, n = 7].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel paddenstoelen, de kans op het krijgen van kanker, met name borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Higher Mushroom Consumption Is Associated with Lower Risk of Cancer: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Ba DM, Ssentongo P, […], Richie JP.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33724299/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenteconsumptie en borstkanker.

Vitamine E supplementen verhoogt BMI van mensen met een normale BMI

Onderzoeksvraag:
Er zijn verschillende mechanismen voorgesteld voor het effect van vitamine E op het gewichtsverlies. Toch hebben verschillende interventionele onderzoeken (studies in mensen) met een breed scala aan doseringen en tijdsduur tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine E supplementen het krijgen van overgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en gewichtsverlies [WMD = 0.15, 95% BI = -1.35 tot 1.65, p = 0.847].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.0847 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en het verlagen van de BMI [WMD = 0.04, 95% BI = -0.29 to 0.37, p = 0.815].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en het verlagen van de buikomtrek [WMD = -0.19 kg, 95% BI = -2.06 to 1.68, p = 0.842].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine E supplementen de BMI van mensen met een normale BMI (18.5 tot 24.9) significant verhoogde [p = 0.047].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine E supplementen de BMI van mensen met een normale BMI (18.5 tot 24.9) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Can vitamin E supplementation affect obesity indices? A systematic review and meta-analysis of twenty-four randomized controlled trials by Emami MR, Jamshidi S, […], Aryaeian N.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33632535/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E, BMI en overgewicht.

Heb ik overgewicht?

Dagelijks 1 kopje groene thee verlaagt slokdarmkanker onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Controversiële resultaten werden gevonden in een eerdere meta-analyse naar het verband tussen het drinken van groene thee en het risico op het krijgen van slokdarmkanker en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van groene thee de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met in totaal 493332 deelnemers, waarvan 5057 mensen met slokdarmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, geen verband tussen elke verhoging met 1 kopje groene thee per dag en het krijgen van slokdarmkanker [gepoolde OR = 1.00, 95% BI = 0.95 tot 1.04, I2 = 77%].  
Geen verband omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.95 tot 1.04 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses, dat elke verhoging met 1 kopje groene thee per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker onder vrouwen significant met 21% [gepoolde OR = 0.79, 95% BI = 0.68 tot 0.91, I2 = 0%] verlaagde.   
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor mannen [gepoolde OR = 1.03, 95% BI = 0.95 tot 1.11, I2 = 67%]
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.68 tot 0.91 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks drinken van groene thee (minimaal 1 kopje per dag), de kans op het krijgen van slokdarmkanker onder vrouwen verlaagde.   

Oorspronkelijke titel:
Green tea consumption and risk for esophageal cancer: A systematic review and dose-response meta-analysis by Zhao H, Mei K, […], Lixia Xie L.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33744644/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groene thee en kanker.


 

Dagelijks 1 kopje groene thee verbetert geheugen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol, koffie of thee het risico op het krijgen van cognitieve gebreken/stoornissen (zoals dementie of ziekte van Alzheimer)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 prospectieve cohort studies (131777 deelnemers voor alcohol, 333843 deelnemers voor koffie 20411 deelnemers voor thee).
De NOS score was 8.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 11 gram alcohol per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken of alleen dementie significant verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet meer significant boven 11 gram alcohol per dag.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 2.8 kopjes koffie per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken significant verlaagde.
Echter, koffiedrinken was geen significante beschermende factor voor cognitieve stoornissen in groepen met een gemiddelde leeftijd kleiner dan 60 jaar.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 2.3 kopjes koffie per dag, het risico op het krijgen van dementie significant verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat elk verhoging met 1 kopje groene thee per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken significant met 6% [relatieve risico = 0.94, 95% BI = 0.92 tot 0.97] verlaagde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 0.92 tot 0.97 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks drinken van zowel minder dan 11 gram alcohol, minder dan 2.8 kopjes koffie als minimaal 1 kopje groene thee, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol, coffee and tea intake and the risk of cognitive deficits: a dose-response meta-analysis by Ran LS, Liu WH, […], Wang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8061189/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee-, koffie- en alcoholconsumptie en het verbeteren van het cognitief geheugen. 
 

Aardappelen verhogen niet kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van aardappelen de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met in totaal 785348 deelnemers, waarvan 19882 mensen met kanker en 36 patiënt-controle studies met in totaal 21822 mensen met kanker en 66502 mensen zonder kanker (de controles).

De bewijslast was laag voor totale kanker, colorectale kanker, colon-, rectum-, nier-, pancreas-, borst-, prostaat- en longkanker en zeer laag voor maag- en blaaskanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten veel (totale) aardappelen (wit en gele) vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker niet verhoogde [RR = 1.04, 95% BI = 0.96 tot 1.11, tau2 = 0.005, n = 18].
Dit resultaat bleef gelijk in alle subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel aardappelen (wit en gele), de kans op het krijgen van kanker niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Potato Consumption and Risk of Site-Specific Cancers in Adults: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Observational Studies by Mofrad MD, Mozaffari H, […], Azadbakht L.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33861304/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over aardappelen en kanker.

Dagelijks 60 tot 80 gram citrusvruchten verlaagt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van citrusvruchten de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van veel citrusvruchten vergeleken met weinig, de kans op het krijjgen van longkanker significant met 9% [OR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.98] verlaagde.
Dit verlaagde risico werd teruggevonden voor 60 tot 80 gram citrusvruchten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat 60 tot 80 gram citrusvruchten per dag, de kans op het krijgen van longkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Citrus fruit intake and lung cancer risk: A meta-analysis of observational studies by Wang J, Gao J, [...], Qian BY.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33529754/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over citrusvruchten en kanker.
Citrusvruchten zijn sinaasappel, citroen, limoen, grapefruit en mandarijn.


 

Vitamine D supplementen tijdens zwangerschap of kindertijd verlaagt vetzucht bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Een vitamine D-tekort tijdens de zwangerschap of kindertijd wordt geassocieerd met een ongunstige groei bij kinderen. Echter, er is geen systematische review uitgevoerd naar het effect van de vitamine D suppletie (het slikken van vitamine D supplementen) tijdens de zwangerschap en kindertijd op de groei en lichaamssamenstelling bij kinderen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd de kans op het krijgen van adipositas (vetzucht) bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 4583 deelnemers.
De dosering van vitamine D supplementen in de interventiegroep (groep met vitamine D supplementen) was 60.000 IE/4 weken (1.500 mcg/4 weken) of 60.000 IE/8 weken en in de controle groep (groep zonder vitamine D supplementen) was 400 IE/dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap tot een hogere huidplooidikte van de triceps (mm) [MD = 0.33, 95% BI = 0.12 tot 0.54, I2 = 34%] bij pasgeborenen leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een hoge z-score van lengte-bij-leeftijd [MD = 0.29, 95% BI = 0.03 tot 0.54, I2 = 0%] bij zuigelingen van 1 jaar oud leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een lage BMI [MD = -0.19, 95% BI = -0.34 tot -0.04, I2 = 0%] bij zuigelingen van 3-6 jaar oud leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een lage BMI z-score [MD = -0.12, 95% BI = -0.21 tot -0.04, I2 = 0%] bij zuigelingen van 3-6 jaar oud leidde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd de kans op het krijgen van adipositas (vetzucht) bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Vitamin D Supplementation in Early Life on Children's Growth and Body Composition: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ma K, Wei SQ, [...], Wen SW.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/13/2/524/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D, BMI en overgewicht.

Met een huidplooimeter kan de dikte van de huidplooi bepaald worden. Met behulp van de gemeten huidplooien kan een voorspelling worden gedaan over de totale lichaamsvetmassa. De metingen zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat het vet regelmatig verdeeld is over het lichaam en de dikte van huidplooien dus een maat is voor de hoeveelheid subcutaan vet die representatief is voor de totale hoeveelheid lichaamsvet.

Subcutaan vet is het vet dat voor iedereen zichtbaar is. Dit is het vet dat u vast kunt pakken.

Adipositas (vetzucht) verhoogt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte en diabetes mellitus type 2 (suikerziekte type 2).

Een laag seleniumgehalte verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag seleniumgehalte de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 patiënt-controle studies met 3374 vrouwen met borstkanker en 3582 gezonde vrouwen zonder borstkanker (de controle groep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een significante verlaging van het seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.53 μg/L, 95% BI = -0.72 tot -0.34, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het serum seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-1.14 μg/L, 95% BI = -1.70 tot -0.58, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het plasma seleniumgehalte in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.21 μg/L, 95% BI = -0.37 tot -0.04, p 0.014].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses een significante verlaging van het seleniumgehalte in de teennagels in de groep met borstkanker vergeleken met de groep zonder borstkanker [-0.21 μg/L, 95% BI = -0.38 tot -0.03, p 0.021].

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Relationship Between Selenium in Human Tissues and Breast Cancer: a Meta-analysis Based on Case-Control Studies by Zhu X, Pan D, […], Sun G.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33420696/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en borstkanker.

Het seleniumgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door voeding te eten die veel selenium bevat en/of door seleniumsupplementen te slikken.

Veel gevogelte verhoogt alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de verschillende epidemiologische studies het verband tussen de consumptie van gevogelte en vis en het risico op het krijgen van pancreaskanker (alvleesklierkanker) onderzocht hebben, waren deze bevindingen inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd

Verhoogt het eten veel gevolgelte of vis de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 studies (cohort studies en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 14% verhoogde [gepoolde RR = 1.14, 95% BI = 1.02 tot 1.26].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.26 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel vis en de kans op het krijgen van alvleesklierkanker [gepoolde RR = 1.00, 95% BI = 0.93 tot 1.07].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.93 tot 1.07 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel gevogelte de kans op het krijgen van alvleesklierkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Poultry and Fish Intake and Pancreatic Cancer Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis by Gao Y, Ma Y, […], Wang X.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33432844/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over gevogelte- en visconsumptie en kanker.

Geen verband tussen acrylamide en borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker en eierstokkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van acrylamide het risico op het krijgen van zowel borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker als eierstokkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van borstkanker [RR = 0.95, 95% BI = 0.90 tot 1.01].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.90 tot 1.01 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband.
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van baarmoederslijmvlieskanker [RR = 1.03, 95% BI = 0.89 tot 1.19].
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van eierstokkanker [RR = 1.02, 95% BI = 0.84 tot 1.24].
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van zowel borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker als eierstokkanker.

Oorspronkelijke titel:
Dietary acrylamide intake and risk of women's cancers: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Benisi-Kohansal S, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33413725/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker.

Acrylamide is een stof die kan ontstaan als zetmeelrijke producten worden verhit boven 120 °C. Producten waarin acrylamide voorkomt, zijn gefrituurde aardappelproducten (zoals friet en chips), koffie, ontbijtkoek, ontbijtgranen, brood (vooral geroosterd), biscuits en crackers.

Wanneer aardappelen onder de 8°C bewaard worden, neemt het suikergehalte van de aardappelen sterk toe. Een hoog suikergehalte zorgt ervoor dat acrylamide eerder ontstaat tijdens het bakken of frituren van de aardappelen.


 

Veel vitamine C via voeding verlaagt metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen vitamine C consumptie en het metabole syndroom (MetS) is geëvalueerd in de verschillende epidemiologische onderzoeken maar de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine C inname via voeding of het hebben van een hoog vitamine C gehalte in het bloed de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 26 cross-sectionele studies met in totaal 110771 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage inname dat een hoge inname van vitamine C via voeding, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 7% [multivariable-adjusted RR = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.97, p = 0.003, I2 = 54.5%, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met een lager vitamine C gehalte dat een hoger vitamine C gehalte in het lichaam de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 40% [multivariable-adjusted RR = 0.60, 95% BI = 0.49 tot 0.74, I2 = 22.7%, p = 0.249] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding als het hebben van een hoog vitamine C gehalte in het bloed, de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Observational Studies by Guo H, Ding J, [...], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8531097/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C en het metabole syndroom.

Een hoge vitamine C consumptie via voeding komt in de praktijk neer op 200 tot 300 gram groente en 2-5 stuks fruit per dag. Vitamine  C zit namelijk in groente en fruit.

Een hoog vitamine C gehalte in het lichaam kan verkregen worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine C bevatten en/of vitamine C supplementen te slikken.

600 mg/d vitamine E suppletie verbetert chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie is een veel voorkomend symptoom, maar profylactische (preventieve) maatregelen kunnen nog steeds niet effectief worden uitgevoerd. Bovendien is de werkzaamheid van vitamine E bij het voorkomen van perifere neurotoxiciteit veroorzaakt door chemotherapie niet overtuigend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt vitamine E suppletie de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 488 kankerpatiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met 600 mg vitamine E per dag, de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie signifcant met 69% [risk ratio = 0.31, 95% BI = 0.14 tot 0.65, p = 0.002, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie bij kankerpatiënten die cisplatine kregen signifcant met 72% [risk ratio = 0.28, 95% BI = 0.14 tot 0.54, p = 0.0001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit signficante verlaagde risico werd niet teruggevonden bij kankerpatiënten die oxaliplatine kregen [risk ratio = 1.08, 95% BI = 0.95 tot 1.22, p = 0.24, I2 = 34%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de surale sensorische amplitude na 3 chemokuren significant verlaagde [MD = -2.66, 95% BI = -5.09 tot -0.24, p = 0.03, I2 = 0%].
Echter, dit significante verlaagde effect werd niet teruggevonden na 6 chemokuren [MD = -1.28, 95% BI = -3.11 tot 0.54, p = 0.17, I2 = 40%].

De onderzoekers vonden dat kankerpatiënten die vitamine E kregen, hadden een grotere verbetering van de neurotoxiciteitsscore en een lagere incidentie van reflexen en distale paresthesieën (paresthesieën = het tintelend, jeukend en/of brandend gevoel of de gevoelloosheid in de ledematen dat ontstaat door een druk op een zenuw) dan de controlegroep (groep zonder vitamine E suppletie).

De onderzoekers concludeerden dat 600 mg vitamine E suppletie per dag tot een bescheiden verbetering leidde in de preventie (het voorkomen) van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie, met name bij kankerpatiënten die cisplatine kregen.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effects of Vitamin E on Chemotherapy-Induced Peripheral Neuropathy: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Miao H, Li R [...], Wen Z.

Link:
https://www.karger.com/Article/FullText/515620

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en kanker.

Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Cytostatica zijn stoffen die de kankercellen doden of afremmen en zich via het bloed verspreiden.

Cisplatine behoort tot een groep geneesmiddelen die cytostatica genoemd worden en die gebruikt worden voor de behandeling van kanker.