Voeding en gezondheid

Dagelijks 20 gram olijfolie verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies hebben de preventieve effecten van het eten van olijfolie tegen cardiovasculaire gebeurtenissen en sterfte door alle oorzaken aangetoond, maar de resultaten blijven inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van veel olijfolie de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 prospectieve cohort studies met een follow-up duur van 4 tot 28 jaar.

De cohort studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 cohort studies (261016 deelnemers, waarvan 14033 mensen met hart- en vaatziekte), vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.77 tot 0.93, p 0.001, I2 = 41%, p = 0.107] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in zowel de subgroepenanalyses als de sensitiviteitsanalyses.
Dit significante verlaagde risico nam niet meer toe boven 20 gram olijfolie per dag.

De onderzoekers vonden in 11 cohort studies (713000 deelnemers, waarvan 173817 doden), vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.77 tot 0.90, p 0.001, I2 = 93%, p 0.001] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in zowel de subgroepenanalyses als de sensitiviteitsanalyses.
Dit significante verlaagde risico nam niet meer toe boven 20 gram olijfolie per dag.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 gram olijfolie per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.93 tot 0.99, p = 0.005] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 gram olijfolie per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.95 tot 0.96, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 20 gram olijfolie per dag, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil consumption and risk of cardiovascular disease and all-cause mortality: A meta-analysis of prospective cohort studies by Xia M, Zhong Y, [...], Qian C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9623257/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over olijfolie en hart- en vaatziekten.

Dagelijks 25-200 gram pinda’s verlagen mogelijk causaal triglyceridengehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel talrijke studies het beschermende effect van het eten van noten op cardiovasculair risico hebben gemeld, is het bewijs voor de rol van pinda's bij het handhaven van de cardiometabole gezondheid niet overtuigend. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert een hoge consumptie van pinda’s causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterolgehalte en LDL/HDL verhouding?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 643 deelnemers in de leeftijd van 18 tot 84 jaar.
De hoeveelheid pinda’s varieerde tussen 25 en 200 gram per dag met een follow-up duur van 2 tot 24 weken.

De studies waren slecht opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s het triglyceridengehalte significant verlaagde [MD = -0.13, 95% BI = -0.20 tot -0.07, p 0.0001].

De onderzoekers vonden bij gezonde personen dat het eten van pinda’s het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [MD = -0.40, 95% BI = -0.71 tot -0.09, p = 0.01].

De onderzoekers vonden bij gezonde personen dat het eten van pinda’s de LDL/HDL verhouding significant verlaagde [MD = -0.19, 95% BI = -0.36 tot -0.01, p = 0.03].

De onderzoekers vonden bij mensen met een hoog cardiometabolisch risico dat het eten van pinda’s tot een significante toename van het lichaamsgewicht leidde [MD = 0.97, 95% BI = 0.54 tot 1.41, p 0.0001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 25 tot 200 gram pinda’s per dag gedurende 2 tot 24 weken, zowel het triglyceridengehalte als het totale cholesterolgehalte mogelijk causaal verlaagde. Mogelijk omdat de studies slecht opgezet waren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Peanut Consumption on Cardiovascular Risk Factors: A Randomized Clinical Trial and Meta-Analysis by Parilli-Moser I, Hurtado-Barroso S, […], Lamuela-Raventós RM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9011914/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten, cholesterol en hart- en vaatziekten.

Tomaten verlagen causaal tumornecrosefactor-alfa gehalte bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Ontsteking is een belangrijke oorzaak van chronische ziekten. Verschillende studies hebben de effecten van het eten van tomaten op de inflammatoire biomarkers (C-reactieve proteïne (CRP), interleukine 6 (IL-6) en tumornecrosefactor-α (TNF-α) onderzocht maar de resultaten zijn dubbelzinnig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van tomaten causaal de kans op het krijgen van ontstekingen bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met in totaal 465 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) bij volwassenen significant verlaagde [Hedges' g = -0.45, 95% BI = -0.76 tot -0.13, p = 0.005, I2 = 0.0%].
Echter, het had geen effect op het CRP en IL-6 gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van tomaten het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) bij volwassenen causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of tomato consumption on inflammatory markers in health and disease status: A systematic review and meta-analysis of clinical trials by Widjaja G, Doewes RI, […], Aravindhan S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35871957/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over tomaten en chronische ziekten.

Tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) is een inflammatoir cytokine dat verhoogd is bij hartfalen.

Brassica-groenten verlagen causaal totaal cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere onderzoeken naar het effect van de Brassica-groenten op het bloedglucosegehalte en het lipidenprofiel hebben geen overtuigende bevindingen opgeleverd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert een hoge consumptie van Brassica-groenten causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c en triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 548 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van veel Brassica-groenten het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [SMD = -0.28, 95% BI= -0.48 tot -0.08, p = 0.005].
Echter, het verlaagde niet het serum triglyceriden, LDL cholesterol, nuchter bloedsuiker en het HbA1c gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van Brassica-groenten het totale cholesterolgehalte causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of Brassica vegetables on blood glucose levels and lipid profiles in adults. A systematic review and meta-analysis by Darand M, Alizadeh S and Mansourian M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35412701/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenteconsumptie, cholesterol, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Onder de familie “Brassica” vallen alle koolsoorten (bloemkool, broccoli, Chinese kool, witte kool), maar ook mosterd, raapzaad, paksoi en knolraap.


 

Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben COPD patiënten baat bij het slikken van vitamine C supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 487 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het percentage geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1%) bij COPD patiënten verbeterde [SMD = 1.08, 95% BI = 0.03 tot 2.12, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, de FEV1/FVC verhouding bij COPD patiënten verbeterde [WMD = 0.66, 95% BI = 0.26 tot 1.06, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum vitamine C gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 0.63, 95% BI = 0.02 tot 1.24, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum GSH gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 2.47, 95% BI = 1.06 tot 3.89, p = 0.0006].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum gehalte aan antioxidanten, met name vitamine C en GSH verhoogde en de longfunctie, met name FEV1% en FEV1/FVC verbeterde van COPD patiënten.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of Vitamin C Supplementation on Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD): A Systematic Review and Meta-Analysis by Lei T, Lu T, […], Liu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9473551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over COPD en vitamine C.

Geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) of de éénsecondewaarde (ESW) is de maximale hoeveelheid lucht die u na een volledige inademing snel en geforceerd kunt uitademen in één seconde. Het is belangrijk om die FEV1 waarde te vergelijken met de “normale” waarde van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.

FVC of de geforceerde vitale capaciteit is de totale hoeveelheid lucht die na een volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd.

Tiffeneau index of FEV1/FVC verhouding zegt iets over hoe open de luchtwegen staan. Normaal gesproken moet deze waarde groter dan 0.7 zijn. Bij een waarde onder 0.7 is er sprake van vernauwde luchtwegen.

 

Hoge vezelinname verlaagt causaal hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een hoge vezelinname causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c en nuchter insuline gehalte, bloeddruk en HOMA-IR waarde)?

Studieopzet:
Dit paraplu-overzichtsartikel bevatte 52 meta-analyses (overzichtsartikelen) van RCT’s met in totaal 47197 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het nuchter bloedsuikergehalte significant verlaagde [ES = -0.55, 95% BI = -0.73 tot -0.38, p 0.001].
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een hoge vezelinname het nuchter bloedsuikergehalte werkelijk verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het nuchter plasma insulinegehalte significant verlaagde [ES = -1.22, 95% BI = -1.63 tot -0.82, p 0.001].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname de HOMA-IR waarde significant verlaagde [ES = -0.43, 95% BI = -0.60 tot -0.27, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het HbA1c gehalte significant verlaagde [ES = -0.38, 95% BI = -0.50 tot -0.26, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [ES = -0.28, 95% BI = -0.39 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [ES = -0.25, 95% BI = -0.34 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het tumornecrosefactor-alfa (TNFα)  gehalte significant verlaagde [ES = -0.78, 95% BI = -1.39 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde [ES = -0.67, 95% BI = -0.96 tot -0.37, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vezelinname de risicofactoren van hart- en vaatziekten, met name cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c, het tumornecrosefactor-alfa en nuchter insuline gehalte, bloeddruk en HOMA-IR waarde causaal verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Associations between dietary fiber intake and cardiovascular risk factors: An umbrella review of meta-analyses of randomized controlled trials by Fu L, Zhang G, […], Tan M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9511151/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezel, cholesterol, hoge bloeddruk, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Een hoge vezelinname komt overeen met een dieet met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijkse voeding 1.5 gram vezels per 100 kcal bevat.
Deze producten in de supermarkt bevat 1.5 gram vezels per 100 kcal.

Tumornecrosefactor-alfa (TNFα, ook wel cachectine of cachexine genoemd) is een van de twee bekende tumornecrosefactoren en een cytokine. Tumornecrosefactor-alfa speelt een belangrijke rol bij de ontstekingsprocessen en de acutefasereactie.

De overproductie van tumornecrosefactor-alfa wordt in verband gebracht met een aantal ziekten, zoals kanker. Tumornecrosefactor-alfa activeert namelijk door aan Tumor Necrosis Factor receptor 1 (TNFr1) of Tumor Necrosis Factor receptor 2 (TNFr2) te binden.

Een paraplu overzichtsartikel is een wetenschappelijk artikel met alleen maar overzichtsartikelen over een bepaald onderwerp (zoals hart- en vaatziekten). De conclusie in een paraplu overzichtsartikel is nog betrouwbaarder dan in een afzonderlijk overzichtsartikel.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Vitamine E-supplementen verbeteren kwaliteit van leven van mensen met reumatoïde artritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met reumatoïde artritis (chronische gewrichtsreuma) baat bij het slikken van vitamine E supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 39845 patiënten. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gevoelige gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -1.66, 95% BI = -6.32 tot -2.99, I2 = 93%, p 0.00001].

De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gezwollen gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -0.46, 95% BI = -1.98 tot -1.07, I2 = 56%,p = 0.08].

De onderzoekers concludeerden dat het vermogen van vitamine E om de darmbarrière te herstellen en het maagdarmkanaal te verbeteren, kan verband houden met de preventie en behandeling van reumatoïde artritis. Vitamine E-supplementen die regelmatig worden gebruikt, kunnen mensen met reumatoïde artritis helpen gewrichtspijn, oedeem en stijfheid te verminderen en hun algehele kwaliteit van leven te verbeteren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation in rheumatoid arthritis: a systematic review and meta-analysis by Kou H, Qing Z, […], Ma J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35468933/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over reuma, significant/RCT’s en vitamine E.

 

Dagelijks 500 mg flavonoïden via voeding verlaagt hart- en vaatziekte, suikerziekte en een hoge bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een dosisafhankelijk verband tussen het eten van flavonoïden en de verlaagde kans op het krijgen van een cardiometabole ziekte, zoals hart- en vaatziekte, suikerziekte (diabetes), hypertensie (een hoge bloeddruk), chronische nierschade, obesitas en dyslipidemie (een verstoorde verhouding van de vetstoffen (cholesterol) in het bloed)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 47 prospectieve cohort studies met in totaal 1346676 deelnemers, waarvan 127507 mensen met een cardiometabole ziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.98] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte werkelijk met 11% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.94 tot 0.99] verlaagde.
Significant omdat gepoolde RR van 1 niet in de 95% BI van 0.94 tot 0.99 zat. Gepoolde RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden ook een lineair-dosisafhankelijk verband tussen de totale inname van flavonoïden via voeding en het krijgen van hart- en vaatziekte [p niet-lineariteit = 0.541] en suikerziekte [p niet-lineariteit = 0.077].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 500 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekte, suikerziekte als het hebben van een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Total dietary flavonoid intake and risk of cardiometabolic diseases: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Li T, Zhao Y, […], Liu J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36148848/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden, diabetes en het voorkomen van een hoge bloeddruk.


 

Vitamine D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L verlaagt bloeddruk bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het hebben van een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertenstie (een hoge bloeddruk) bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 66757 deelnemers en 59 cross-sectionele studies met in totaal 260944 deelnemers.

De NOS scores onder cohort studies varieerde tussen 6 en 9.
De NOS scores onder cross-sectionele studies varieerde tussen 4 en 10.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies (n = 66757 deelnemers) dat een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertensie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73 to 0.96, I2 = 64%, p = 0.001] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses van cohort studies dat elke verhoging van het vitamine D gehalte met 25 nmol/L, het risico op het krijgen van hypertensie significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.90 to 1.00] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect werd gevonden bij een vitamne D gehalte tussen 45 en 70 nmol/L.

De onderzoekers vonden ook een significant nonlinear verband tussen het vitamine D gehalte en het risico op het krijgen van hypertensie in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cross-sectionele studies (n = 248657 deelnemers) dat een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertensie significant met 16% [OR = 0.84, 95% BI = 0.79 to 0.90, I2 = 67.5%, p 0.001] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses van cross-sectionele studies dat elke verhoging van het vitamine D gehalte met 25 nmol/L, het risico op het krijgen van hypertensie significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 to 0.99] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect werd gevonden bij een vitamne D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L.

De onderzoekers vonden ook een significant nonlinear verband tussen het vitamine D gehalte en het risico op het krijgen van hypertensie in cross-sectionele studies.

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L het risico op het krijgen van hypertenste (een hoge bloeddruk) bij volwassenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Vitamin D Levels in Relation to Hypertension and Pre-hypertension in Adults: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Epidemiologic Studies by Mokhtari E, Hajhashemy Z and Saneei P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8961407/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en het voorkomen van een hoge bloeddruk.

Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoge inname (consumptie) van eiwitten via voeding de kans op het krijgen van niestenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.
Volgens het NutriGrade puntensysteem was de bewijslast van de studies laag.
Er was pubicatie bias voor dierlijke eiwitten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van dierlijke eiwitten (niet afkomstig van zuivelproducten) via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.03 tot 1.20, I2 = 0%, n = 4] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vlees en vleesproducten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 22% [RR = 1.22, 95% BI = 1.09 tot 1.38, I2 = 13%, n = 3] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 1.38 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van verwerkt vlees via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.10 tot 1.51, I2 = 0%, n = 2] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0%, n = 4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram roodvlees, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 39% [RR = 1.39, 95% BI = 1.13 tot 1.71] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat hoge inname van vlees en vleesproducten de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verhoogde, terwijl een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies laag was en er was sprake van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
Associations of Total Protein or Animal Protein Intake and Animal Protein Sources with Risk of Kidney Stones: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis by Asoudeh F, Talebi S, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35179185/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en eiwitten.

Wanneer in het overzichtsartikel de bewijslast van de studies laag is en er is sprake van publicatie bias, dan zijn de gevonden resultaten niet erg betrouwbaar.

 

Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoge inname (consumptie) van eiwitten via voeding de kans op het krijgen van niestenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.
Volgens het NutriGrade puntensysteem was de bewijslast van de studies laag.
Er was pubicatie bias voor dierlijke eiwitten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van dierlijke eiwitten (niet afkomstig van zuivelproducten) via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.03 tot 1.20, I2 = 0%, n = 4] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vlees en vleesproducten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 22% [RR = 1.22, 95% BI = 1.09 tot 1.38, I2 = 13%, n = 3] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 1.38 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van verwerkt vlees via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.10 tot 1.51, I2 = 0%, n = 2] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0%, n = 4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram roodvlees, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 39% [RR = 1.39, 95% BI = 1.13 tot 1.71] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat hoge inname van vlees en vleesproducten de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verhoogde, terwijl een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies laag was en er was sprake van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
Associations of Total Protein or Animal Protein Intake and Animal Protein Sources with Risk of Kidney Stones: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis by Asoudeh F, Talebi S, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35179185/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en eiwitten.

Wanneer in het overzichtsartikel de bewijslast van de studies laag is en er is sprake van publicatie bias, dan zijn de gevonden resultaten niet erg betrouwbaar.

 

Dagelijks 50 mg flavanonen via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies geven aan dat een hogere inname van flavonoïden geassocieerd is met een verminderd risico op het krijgen van een beroerte, maar welke subtypes van flavonoïden een belangrijke rol spelen bij de bescherming tegen een beroerte, blijft onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subtypes (flavanonen, flavanolen) van flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 387076 deelnemers waarvan 9564 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavanonen via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.78 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 mg flavanonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.75 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel 50 mg flavanonen als 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of prospective cohort studies of flavonoid subclasses and stroke risk by Li XQ, Wang C, […], Guo XF.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35023220/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van flavonoïden en het voorkomen van een beroerte.

Haver verlaagt mogelijk causaal hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt haversuppletie in de vorm van haver, bèta-glucaanrijke haverextracten of avenanthramides (fenolische alkaloïden in haver) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 74 RCTs met in totaal 4937 overwegend hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen.

De meerderheid van de RCT's (81.1%) had enige bezorgdheid over het risico op bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het cholesterolgehalte van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.42 mmol/L, 95% BI = -0.61 tot -0.22].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.29 mmol/L, 95% BI = -0.37 tot -0.20].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het nuchter glucosegehalte van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.25 mmol/L, 95% BI = -0.36 tot -0.14].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het BMI van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.13 kg/m2, 95% BI = -0.26 tot -0.01].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het gewicht van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.94 kg, 95% BI = -1.84 tot -0.05].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie de buikomtrek van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -1.06 cm, 95% BI = -1.85 tot -0.27].

De onderzoekers concludeerden dat haversuppletie in de vorm van haver, bèta-glucaanrijke haverextracten of avenanthramides (fenolische alkaloïden in haver) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de meerderheid van de RCT's enige bezorgdheid over het risico op bias had of anders gezegd, de RCT’s waren niet goed opgezet en waren daarom gevoelig voor het trekken van de verkeerde conclusies.

Oorspronkelijke titel:
Effect of oat supplementation interventions on cardiovascular disease risk markers: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Llanaj E, Dejanovic GM, […], Muka T.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34977959/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van haver en hart- en vaatziekten.

Wanneer de RCT’s niet goed opgezet zijn, zijn de gevonden resultaten niet echt betrouwbaar.

Een causaal verband kan worden aangetoond in RCT’s.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met hart- en vaatziekten.

 


 

Een hoge vitamine A en B inname via voeding verlagen glaucoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is momenteel een gebrek aan kwalitatief hoogstaand onderzoek naar de beste voedingsaanbevelingen voor patiënten met vroeg glaucoom of met een verhoog risico op glaucoom. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine inname via voeding de kans op het krijgen van glaucoom (groene staar)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies met in totaal 262189 patiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine A inname via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.53 tot 0.76, p 001, I2 = 49%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B inname (een combinatie van B1, B2, B3, B6 en B12) via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.64 tot 0.80, p 0.001, I2 = 29%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine C inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.69, 95% BI = 0.48 tot 1.01].

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine D inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.90, 95% BI = 0.45 tot 1.83].
Geen verlaagd effect omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.45 tot 1.83 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico/effect.

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine E inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.91, 95% BI = 0.71 tot 1.16].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine A inname en een hoge vitamine B (een combinatie van B1, B2, B3, B6 en B12) inname via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin intake and glaucoma risk: A systematic review and meta-analysis by Han FF and Fu XX.         

Link:
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0181551222000419?via%3Dihub

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, glaucoom en vitamine A en B.

Veel antioxidanten via voeding verlaagt ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge antioxianten (zoals vitamine C en E, luteïne, beta-caroteen, anthocyaninen en zink) inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies, 2 geneste patiënt-controle studies (448737 deelnemers waarvan 4654 mensen met de ziekte van Parkinson) en 6 patiënt-controle studies (1948 mensen zonder de ziekte van Parkinson en 1273 mensen met de ziekte van Parkinson).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat een hoge vitamine E inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 16% [gepoode RR = 0.84, 95% BI = 0.71 tot 0.99] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat een hoge anthocyaninen inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 24% [gepoode RR = 0.76, 95% BI = 0.61 tot 0.96] verlaagde.
Significant omdat gepoolde RR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.96 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 3 patiënt-controle studies dat een hoge luteïne inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 86% [gepoode RR = 1.86, 95% BI = 1.20 tot 2.88] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.88 tot 0.99, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 mg vitamine E per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.70 tot 0.99, n = 7] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 2 mg beta-caroteen per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 mg zink per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 35% [OR = 0.65, 95% BI = 0.49 tot 0.86, n = 1] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge antioxianten (zoals vitamine C en E, luteïne, beta-caroteen, anthocyaninen en zink) inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Antioxidants and Risk of Parkinson's Disease: A Systematic Review and Dose-response Meta-analysis of Observational Studies by Talebi S, Ghoreishy SM, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35030236/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en antioxidaten.