Voeding en gezondheid

Dagelijks 20 gram olijfolie verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies hebben de preventieve effecten van het eten van olijfolie tegen cardiovasculaire gebeurtenissen en sterfte door alle oorzaken aangetoond, maar de resultaten blijven inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van veel olijfolie de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 prospectieve cohort studies met een follow-up duur van 4 tot 28 jaar.

De cohort studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 cohort studies (261016 deelnemers, waarvan 14033 mensen met hart- en vaatziekte), vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.77 tot 0.93, p 0.001, I2 = 41%, p = 0.107] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in zowel de subgroepenanalyses als de sensitiviteitsanalyses.
Dit significante verlaagde risico nam niet meer toe boven 20 gram olijfolie per dag.

De onderzoekers vonden in 11 cohort studies (713000 deelnemers, waarvan 173817 doden), vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.77 tot 0.90, p 0.001, I2 = 93%, p 0.001] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in zowel de subgroepenanalyses als de sensitiviteitsanalyses.
Dit significante verlaagde risico nam niet meer toe boven 20 gram olijfolie per dag.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 gram olijfolie per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.93 tot 0.99, p = 0.005] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 gram olijfolie per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.95 tot 0.96, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 20 gram olijfolie per dag, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil consumption and risk of cardiovascular disease and all-cause mortality: A meta-analysis of prospective cohort studies by Xia M, Zhong Y, [...], Qian C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9623257/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over olijfolie en hart- en vaatziekten.

Dagelijks 25-200 gram pinda’s verlagen mogelijk causaal triglyceridengehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel talrijke studies het beschermende effect van het eten van noten op cardiovasculair risico hebben gemeld, is het bewijs voor de rol van pinda's bij het handhaven van de cardiometabole gezondheid niet overtuigend. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert een hoge consumptie van pinda’s causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterolgehalte en LDL/HDL verhouding?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 643 deelnemers in de leeftijd van 18 tot 84 jaar.
De hoeveelheid pinda’s varieerde tussen 25 en 200 gram per dag met een follow-up duur van 2 tot 24 weken.

De studies waren slecht opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s het triglyceridengehalte significant verlaagde [MD = -0.13, 95% BI = -0.20 tot -0.07, p 0.0001].

De onderzoekers vonden bij gezonde personen dat het eten van pinda’s het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [MD = -0.40, 95% BI = -0.71 tot -0.09, p = 0.01].

De onderzoekers vonden bij gezonde personen dat het eten van pinda’s de LDL/HDL verhouding significant verlaagde [MD = -0.19, 95% BI = -0.36 tot -0.01, p = 0.03].

De onderzoekers vonden bij mensen met een hoog cardiometabolisch risico dat het eten van pinda’s tot een significante toename van het lichaamsgewicht leidde [MD = 0.97, 95% BI = 0.54 tot 1.41, p 0.0001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 25 tot 200 gram pinda’s per dag gedurende 2 tot 24 weken, zowel het triglyceridengehalte als het totale cholesterolgehalte mogelijk causaal verlaagde. Mogelijk omdat de studies slecht opgezet waren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Peanut Consumption on Cardiovascular Risk Factors: A Randomized Clinical Trial and Meta-Analysis by Parilli-Moser I, Hurtado-Barroso S, […], Lamuela-Raventós RM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9011914/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten, cholesterol en hart- en vaatziekten.

Brassica-groenten verlagen causaal totaal cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere onderzoeken naar het effect van de Brassica-groenten op het bloedglucosegehalte en het lipidenprofiel hebben geen overtuigende bevindingen opgeleverd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert een hoge consumptie van Brassica-groenten causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c en triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 548 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van veel Brassica-groenten het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [SMD = -0.28, 95% BI= -0.48 tot -0.08, p = 0.005].
Echter, het verlaagde niet het serum triglyceriden, LDL cholesterol, nuchter bloedsuiker en het HbA1c gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van Brassica-groenten het totale cholesterolgehalte causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of Brassica vegetables on blood glucose levels and lipid profiles in adults. A systematic review and meta-analysis by Darand M, Alizadeh S and Mansourian M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35412701/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenteconsumptie, cholesterol, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Onder de familie “Brassica” vallen alle koolsoorten (bloemkool, broccoli, Chinese kool, witte kool), maar ook mosterd, raapzaad, paksoi en knolraap.


 

Vitamine E supplementen verlagen ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Dementie is een chronische progressieve neurodegeneratieve ziekte die kan leiden tot invaliditeit en het overlijden bij mensen, maar er is nog steeds geen effectieve preventie en behandeling voorhanden. Vanwege de neuroprotectieve effecten van vitamine E heeft een groot aantal onderzoekers onderzocht of vitamine E het risico op dementie kan verminderen. Sommige onderzoekers zijn van mening dat vitamine E het risico op dementie kan verminderen, terwijl anderen tegenovergestelde conclusie trekken en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine E inname (via voeding of voedingssupplementen) de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 cohort studies met 46968 deelnemers, waarvan 6046 mensen met dementie na een follow-up duur van 4 tot 23 jaar en 2 patiënt-controle studies met 3157 controles en 3459 mensen met dementie (=de patiënten).

De NOS waarde varieerde tussen 6 en 8 (het betekent dat de studies goed opgezet waren).
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat een hoge vitamine E inname (via voeding en/of voedingssupplementen) de kans op het krijgen van dementie significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.70 tot 0.88, I2 = 35.0%] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd ook teruggevonden in cohort studies [OR = 0.79, 95% BI = 0.69 tot 0.89] en in studies met een NOS waarde boven 7 [OR = 0.85, 95% BI = 0.75 tot 0.97].

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voeding de kans op het krijgen van dementie significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.65 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voedingssupplementen de kans op het krijgen van dementie significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.73 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E inname (via voeding en/of voedingssupplementen) de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.64 tot 0.94, I2 = 36.9%] verlaagde.

Dit significante verlaagde risico werd ook teruggevonden in cohort studies [OR = 0.77, 95% BI = 0.63 tot 0.94].

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voeding de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer niet significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.64 tot 1.09] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voedingssupplementen de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.47 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de resultaten die gevonden waren in gepoolde analyses gelijk bleven in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine E inname zowel via voeding als voedingssupplementen de kans op het krijgen van dementie verlaagde. Verder, verlaagde alleen een hoge vitamine E inname via voedingssupplementen de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
Association of vitamin E intake in diet and supplements with risk of dementia: A meta-analysis by Zhao R, Han X, [...], You H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9376618/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en dementie
 

Regelmatig visconsumptie verlaagt leeftijdsgebonden oogziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (vis, magere melk, gevogelte en vlees) en de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 observationele studies met in totaal 51695 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 15 studies met 51695 deelnemers, dat het regelmatig eten van vis de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.62 tot 0.79] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 3 studies met 7723 deelnemers dat het regelmatig eten van magere melk, gevogelte of dierlijke producten behalve vlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.61 tot 0.79] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.79 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 8 studies met 28753 deelnemers dat het regelmatig eten van roodvlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 41% [OR = 1.41, 95% BI = 1.07 tot 1.86] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het regelmatig eten van vis, magere melk, gevogelte of dierlijke producten behalve vlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte verlaagde. Echter, het regelmatig eten van roodvlees verhoogde juist de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte.

Oorspronkelijke titel:
Linkage between a plant-based diet and age-related eye diseases: a systematic review and meta-analysis by Cirone C, Cirone KD and Malvankar-Mehta MS.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36102832/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vis, melk, gevogelte, vlees en oogziekte

Regelmatig visconsumptie komt in de praktijk neer op minimaal 2 keer vis (100-150 gram per keer) per week.

Hoge vezelinname verlaagt causaal hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een hoge vezelinname causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c en nuchter insuline gehalte, bloeddruk en HOMA-IR waarde)?

Studieopzet:
Dit paraplu-overzichtsartikel bevatte 52 meta-analyses (overzichtsartikelen) van RCT’s met in totaal 47197 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het nuchter bloedsuikergehalte significant verlaagde [ES = -0.55, 95% BI = -0.73 tot -0.38, p 0.001].
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een hoge vezelinname het nuchter bloedsuikergehalte werkelijk verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het nuchter plasma insulinegehalte significant verlaagde [ES = -1.22, 95% BI = -1.63 tot -0.82, p 0.001].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname de HOMA-IR waarde significant verlaagde [ES = -0.43, 95% BI = -0.60 tot -0.27, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het HbA1c gehalte significant verlaagde [ES = -0.38, 95% BI = -0.50 tot -0.26, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [ES = -0.28, 95% BI = -0.39 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [ES = -0.25, 95% BI = -0.34 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het tumornecrosefactor-alfa (TNFα)  gehalte significant verlaagde [ES = -0.78, 95% BI = -1.39 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde [ES = -0.67, 95% BI = -0.96 tot -0.37, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vezelinname de risicofactoren van hart- en vaatziekten, met name cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c, het tumornecrosefactor-alfa en nuchter insuline gehalte, bloeddruk en HOMA-IR waarde causaal verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Associations between dietary fiber intake and cardiovascular risk factors: An umbrella review of meta-analyses of randomized controlled trials by Fu L, Zhang G, […], Tan M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9511151/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezel, cholesterol, hoge bloeddruk, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Een hoge vezelinname komt overeen met een dieet met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijkse voeding 1.5 gram vezels per 100 kcal bevat.
Deze producten in de supermarkt bevat 1.5 gram vezels per 100 kcal.

Tumornecrosefactor-alfa (TNFα, ook wel cachectine of cachexine genoemd) is een van de twee bekende tumornecrosefactoren en een cytokine. Tumornecrosefactor-alfa speelt een belangrijke rol bij de ontstekingsprocessen en de acutefasereactie.

De overproductie van tumornecrosefactor-alfa wordt in verband gebracht met een aantal ziekten, zoals kanker. Tumornecrosefactor-alfa activeert namelijk door aan Tumor Necrosis Factor receptor 1 (TNFr1) of Tumor Necrosis Factor receptor 2 (TNFr2) te binden.

Een paraplu overzichtsartikel is een wetenschappelijk artikel met alleen maar overzichtsartikelen over een bepaald onderwerp (zoals hart- en vaatziekten). De conclusie in een paraplu overzichtsartikel is nog betrouwbaarder dan in een afzonderlijk overzichtsartikel.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Dagelijks 20-25 mcg vitamine D3 supplementen verlagen kans op osteoporotische breuk en vallen bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel recente studies gepubliceerd zijn waarin de verschillende doseringen en intervallen van vitamine D suppletie vergeleken worden, moet er nog worden opgehelderd of er een geschikte dosering of interval bestaat voor het verminderde risico op het krijgen van fracturen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt het slikken van vitamine D3 supplementen de kans op het krijgen van breuk of de kans op vallen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s met in totaal 104363 patiënten.

De gemiddelde studiegrootte was 3162 patiënten per studie.
De gemiddelde vitamine D3 dosering was 800 IE per dag.
De gemiddelde vitamine D interventie was 24 maanden.
De gemiddelde leeftijd was 72 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE vitamine D3 supplementen de kans op het krijgen van osteoporotische breuk bij ouderen significant met 13% [gepoold relatieve risico = 0.87, 95% BI = 0.78 tot 0.97, I2 = 23.5%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden beneden 800 IE en boven 1000 IE vitamine D3 supplementen.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE vitamine D3 supplementen de kans op vallen bij ouderen significant met 9% [gepoold relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.85 tot 0.98, I2 = 70.9%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden beneden 800 IE en boven 1000 IE vitamine D3 supplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE (20-25 mcg) vitamine D3 supplementen gedurende 24 maanden zowel de kans op het krijgen van osteoporotische breuk als de kans op vallen bij ouderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Vitamin D Supplementation on Risk of Fractures and Falls According to Dosage and Interval: A Meta-Analysis by Kong SH, Jang HN, […], Shin CS.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9081312/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en botontkalking
 

Dagelijks 500 mg flavonoïden via voeding verlaagt hart- en vaatziekte, suikerziekte en een hoge bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een dosisafhankelijk verband tussen het eten van flavonoïden en de verlaagde kans op het krijgen van een cardiometabole ziekte, zoals hart- en vaatziekte, suikerziekte (diabetes), hypertensie (een hoge bloeddruk), chronische nierschade, obesitas en dyslipidemie (een verstoorde verhouding van de vetstoffen (cholesterol) in het bloed)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 47 prospectieve cohort studies met in totaal 1346676 deelnemers, waarvan 127507 mensen met een cardiometabole ziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.98] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte werkelijk met 11% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.94 tot 0.99] verlaagde.
Significant omdat gepoolde RR van 1 niet in de 95% BI van 0.94 tot 0.99 zat. Gepoolde RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden ook een lineair-dosisafhankelijk verband tussen de totale inname van flavonoïden via voeding en het krijgen van hart- en vaatziekte [p niet-lineariteit = 0.541] en suikerziekte [p niet-lineariteit = 0.077].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 500 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekte, suikerziekte als het hebben van een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Total dietary flavonoid intake and risk of cardiometabolic diseases: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Li T, Zhao Y, […], Liu J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36148848/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden, diabetes en het voorkomen van een hoge bloeddruk.


 

Vitamine D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L verlaagt bloeddruk bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het hebben van een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertenstie (een hoge bloeddruk) bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 66757 deelnemers en 59 cross-sectionele studies met in totaal 260944 deelnemers.

De NOS scores onder cohort studies varieerde tussen 6 en 9.
De NOS scores onder cross-sectionele studies varieerde tussen 4 en 10.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies (n = 66757 deelnemers) dat een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertensie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73 to 0.96, I2 = 64%, p = 0.001] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses van cohort studies dat elke verhoging van het vitamine D gehalte met 25 nmol/L, het risico op het krijgen van hypertensie significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.90 to 1.00] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect werd gevonden bij een vitamne D gehalte tussen 45 en 70 nmol/L.

De onderzoekers vonden ook een significant nonlinear verband tussen het vitamine D gehalte en het risico op het krijgen van hypertensie in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cross-sectionele studies (n = 248657 deelnemers) dat een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertensie significant met 16% [OR = 0.84, 95% BI = 0.79 to 0.90, I2 = 67.5%, p 0.001] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses van cross-sectionele studies dat elke verhoging van het vitamine D gehalte met 25 nmol/L, het risico op het krijgen van hypertensie significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 to 0.99] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect werd gevonden bij een vitamne D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L.

De onderzoekers vonden ook een significant nonlinear verband tussen het vitamine D gehalte en het risico op het krijgen van hypertensie in cross-sectionele studies.

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L het risico op het krijgen van hypertenste (een hoge bloeddruk) bij volwassenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Vitamin D Levels in Relation to Hypertension and Pre-hypertension in Adults: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Epidemiologic Studies by Mokhtari E, Hajhashemy Z and Saneei P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8961407/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en het voorkomen van een hoge bloeddruk.

10 tot 7500 microgram vitamine D supplementen verhogen handgreepsterkte van postmenopauzale vrouwen

Onderzoeksvraag:
Bij postmenopauzale vrouwen komt vitamine D-tekort (gedefinieerd bij een circulerende gehalte van 25(OH)D lager dan 20 ng/mL (50 nmol/L)) regelmatig voor. Maar het effect van vitamine D supplementen op de spierfunctie van postmenopauzale vrouwen is controversieel en daarom werd dit overzichstartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van vitamine D supplementen de spierkracht van postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 RCT’s met in totaal 5398 deelnemers.

De studiegrootte varieerde tussen 20 en 2347 deelnemers.
De duur van het slikken vitamine D supplementen varieerde tussen 3 en 60 maanden.
De dosering van vitamine D3 supplementen in 12 van 19 RCT’s varieerde tussen 400 en 300000 IE (10 en 7500 microgram) per dag.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 9 RCT’s (1997 deelnemers in de vitamine D groep en 2232 deelnemers in de controle groep) dat het slikken van viamine D supplementen de handgreepsterkte van postmenopauzale vrouwen significant verhoogde 

[WMD = 0.876 kg, 95% BI = 0.180 tot 1.571, p = 0.014, I2 = 68.5%, p = 0.001].
Dan met name bij een baseline vitamine D bloedgehalte >75 nmol/L (30 ng/mL) [WMD = 0.478 kg, 95% BI = 0.963 to 1.918, p = 0.003], zonder calcium [WMD = 1.931 kg, 95% BI = 0.166 tot 3.697, p = 0.032] en bij deelnemers boven 60 jaar [WMD = 1.116 kg, 95% BI = 0.433 tot 1.799, p = 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken 10 tot 7500 microgram vitamine D supplementen gedurende 3 tot 60 maanden, de handgreepsterkte van postmenopauzale vrouwen, met name boven 60 jaar verhoogde.  

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Supplementation Improves Handgrip Strength in Postmenopausal Women: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Zhang JL, Poon CCW, […], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9199366/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en ouderdom.

1 IE vitamine D3 = 0.025 microgram vitamine D3.

 

Hoog bloedgehalte aan carotenoïden en vitamine E verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De gegevens uit onderzoeken ondersteunen een gunstig effect van carotenoïden en vitamines op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. Echter, de studies naar de relaties tussen de bloedgehaltes van deze voedingsstoffen en het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie zijn beperkt en leveren tegenstrijdige resultaten op. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog gehalte aan luteïne/zeaxanthine, beta-caroteen, beta-cryptoxanthine, lycopeen of alfa-tocoferol in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 studies (1 cohort, 4 patiënt-controle en 4 cross-sectionele studies) met in totaal 15674 deelnemers, waarvan 2077 mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan luteïne/zeaxanthine in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 47% [OR = 0.53, 95% BI = 0.40 tot 0.72, p 0.001, I2 = 43.3%, p = 0.079] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan beta-caroteen in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 52% [OR = 0.48, 95% BI = 0.28 tot 0.84, p 0.01, I2 = 71.7%, p = 0.003] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan beta-cryptoxanthine in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 52% [OR = 0.48, 95% BI = 0.23 tot 1.00, p = 0.04, I2 = 83.5%, p 0.001] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan lycopeen in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.54 tot 0.90, p = 0.006, I2 = 0%, p = 0.67] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan alfa-tocoferol (vitamine E) in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 50% [OR = 0.50, 95% BI = 0.31 tot 0.81, p = 0.005, I2 = 34.4%, p = 0.19] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog gehalte aan zowel luteïne/zeaxanthine, beta-caroteen, beta-cryptoxanthine, lycopeen als alfa-tocoferol (vitamine E) in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
The Associations of Plasma Carotenoids and Vitamins With Risk of Age-Related Macular Degeneration: Results From a Matched Case-Control Study in China and Meta-Analysis by Jiang H, Fan  Y, […], Ma L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8873933/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/significant, carotenoïden en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Een hoog gehalte aan beta-caroteen in het bloed kan verkregen worden door beta-caroteenrijke levensmiddelen te eten en/of het slikken van beta-caroteensupplementen.
 

Eiwittensuppletie + lichaamsbeweging verhogen spierkracht van Aziatische ouderen met sarcopenie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhogen eiwittensupplementen in combinatie met lichaamsbeweging de spierkracht bij gezonde ouderen met sarcopenie (sarcopenie is leeftijdsgebonden verlies van spiermassa en spierfunctie)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 888 ouderen.
De kracht van de onderste extremiteit werd beoordeeld met behulp van knie-extensie (n = 3) of beenextensie (n = 1) in de 4 Aziatische studies met in totaal 138 mensen in de groep met zowel lichamelijke oefeningen en eiwittensuppletie en 142 mensen in de groep met alleen lichamelijke oefeningen.

De interventieduur was 12 weken.
De dagelijkse hoeveelheid eiwit varieerde tussen 3 gram en 40 gram.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de Aziatische studies, vergeleken met de groep met alleen lichamelijke oefeningen, een significante toename in de spierkracht van de onderste extremiteiten in de groep met zowel lichamelijke oefeningen en eiwittensupplementen [SMD = 0,24, 95% BI = 0.00 tot 0.47, p = 0.048, I2 = 0.0%, p = 0.513].

De onderzoekers concludeerden dat eiwittensupplementen (3-40 gram per dag gedurende 12 weken) in combinatie met lichaamsbeweging (knie- en beenextensie) de spierkracht van de onderste extremiteiten bij gezonde Aziatische ouderen met sarcopenie verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of protein supplementation and exercise on delaying sarcopenia in healthy older individuals in Asian and non-Asian countries: A systematic review and meta-analysis by Li L, He Y, […], Liu X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8808080/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over eiwit, krachttraining en ouderdom.

De onderste extremiteit wordt anatomisch verdeeld in bekkengordel, boven- en onderbeen en voet.
 

Dagelijks 50 mg flavanonen via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies geven aan dat een hogere inname van flavonoïden geassocieerd is met een verminderd risico op het krijgen van een beroerte, maar welke subtypes van flavonoïden een belangrijke rol spelen bij de bescherming tegen een beroerte, blijft onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subtypes (flavanonen, flavanolen) van flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 387076 deelnemers waarvan 9564 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavanonen via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.78 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 mg flavanonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.75 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel 50 mg flavanonen als 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of prospective cohort studies of flavonoid subclasses and stroke risk by Li XQ, Wang C, […], Guo XF.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35023220/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van flavonoïden en het voorkomen van een beroerte.

Haver verlaagt mogelijk causaal hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt haversuppletie in de vorm van haver, bèta-glucaanrijke haverextracten of avenanthramides (fenolische alkaloïden in haver) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 74 RCTs met in totaal 4937 overwegend hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen.

De meerderheid van de RCT's (81.1%) had enige bezorgdheid over het risico op bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het cholesterolgehalte van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.42 mmol/L, 95% BI = -0.61 tot -0.22].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.29 mmol/L, 95% BI = -0.37 tot -0.20].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het nuchter glucosegehalte van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.25 mmol/L, 95% BI = -0.36 tot -0.14].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het BMI van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.13 kg/m2, 95% BI = -0.26 tot -0.01].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het gewicht van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.94 kg, 95% BI = -1.84 tot -0.05].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie de buikomtrek van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -1.06 cm, 95% BI = -1.85 tot -0.27].

De onderzoekers concludeerden dat haversuppletie in de vorm van haver, bèta-glucaanrijke haverextracten of avenanthramides (fenolische alkaloïden in haver) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de meerderheid van de RCT's enige bezorgdheid over het risico op bias had of anders gezegd, de RCT’s waren niet goed opgezet en waren daarom gevoelig voor het trekken van de verkeerde conclusies.

Oorspronkelijke titel:
Effect of oat supplementation interventions on cardiovascular disease risk markers: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Llanaj E, Dejanovic GM, […], Muka T.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34977959/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van haver en hart- en vaatziekten.

Wanneer de RCT’s niet goed opgezet zijn, zijn de gevonden resultaten niet echt betrouwbaar.

Een causaal verband kan worden aangetoond in RCT’s.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met hart- en vaatziekten.