Voeding en gezondheid

Een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van eiwitten en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 505624 deelnemers, waarvan 37918 mensen met suikerziekte type 2. De follow-up duur varieerde tussen 5 en 24 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [gepoolde RR = 1.09, 95% BI = 1.06-1.13] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel dierlijke eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 19% [gepoolde RR = 1.19, 95% BI = 1.11-1.28] verhoogde. Dit significante verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel plantaardige eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet significant met 5% [gepoolde RR = 0.95, 95% BI = 0.89-1.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel plantaardige eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder vrouwen significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.85-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel plantaardige eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder Amerikanen significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel dierlijke eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde, terwijl veel plantaardige eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder vrouwen en Amerikanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary protein intake and risk of type 2 diabetes: results from the Melbourne Collaborative Cohort Study and a meta-analysis of prospective studies by Shang X, Scott D, […], Sanders KM.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27629053

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en eiwitten.

Deze maaltijden bevatten plantaardige eiwitten.

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.
Op grond van het hier bovenstaande overzichtsartikel kan geconcludeed worden dat een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde.
Een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten is een voedingspatroon met 25-35 En% dierlijke eiwit. Een voedingspatroon met 25-35 En% dierlijke eiwit bestaat voornameljik uit producten met 25-35 En% dierlijke eiwit of het gemiddelde van de dagelijks gegeten producten bevatten 25-35 En% dierlijke eiwit. Welke producten uit de supermarkt 25-35 En% (dierlijke/plantaardige) eiwit bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een hoog leptinegehalte verhoogt astma

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het leptinegehalte of adiponectinegehalte en de kans op het krijgen van astma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies met in totaal 3642 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = 0.867, 95% BI  = 0.416-1.318, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = -0.371, 95% BI = -0.728 tot -0.014, p = 0.042].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen [SDM = 1.374, 95% BI = 0.621 tot 2.126, p 0.001] als kinderen [SDM = 0.302, 95% BI = 0.010 tot 0.594, p = 0.042] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen [p = 0.05] maar niet bij kinderen [p = 0.509] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen als kinderen verhoogde, terwijl een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen maar niet bij kinderen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association of asthma diagnosis with leptin and adiponectin: a systematic review and meta-analysis by Zhang L, Yin Y, [...], Zhang J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27473714

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Leptine is een peptidehormoon, hetgene betekent dat leptine niet door de celmembranen van de lichaamscellen heen kan, maar het bindt aan de receptoren van de celmembranen. Leptine wordt door het vetweefsel geproduceerd wanneer de vetvoorraad toeneemt. Leptine wordt aan het bloed afgegeven en bindt aan de receptoren van het verzadigingscentrum in de hersenstam. Wanneer het verzadigingscentrum wordt geprikkeld, wordt er een signaal afgegeven dat de vetvoorraden groot genoeg zijn en dat er niet meer gegeten hoeft te worden. Het hongergevoel neemt dus af. Daarnaast vergroot leptine het energiegebruik, waardoor het lichaam meer calorieën gaat verbruiken.

Adiponectine is een eiwit dat vrijwel uitsluitend wordt geproduceerd in de vetcellen. Bij de mensen met overgewicht (BMI>25) is de adiponectine-concentratie in het bloed lager dan bij de mensen met een normaal gewicht. Een lage adiponectine-concentratie wordt geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Suikerpatiënten hebben een verminderde insulinegevoeligheid.

Minimaal 17 gram bessen per dag verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van anthocyaninen of bessen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies over de inname van anthocyaninen met in totaal 200894 deelnemers waarvan 12611 mensen met suikerziekte type 2 en 5 cohort studies over de consumptie van bessen met in totaal 194019 deelnemers waarvan 13013 mensen met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van anthocyaninen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.80-0.91, I2 = 14.5%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bessen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.89, I2 = 48.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 7.5 mg anthocyaninen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.93-0.98, I2 = 0.00%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 17 gram  bessen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-0.99, I2 = 0.00%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel anthocyaninen (minimaal 7.5 mg anthocyaninen per dag) en veel bessen (minimaal 17 gram  bessen per dag) de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Associations of dietary intakes of anthocyanins and berry fruits with risk of type 2 diabetes mellitus: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Guo X, Yang B, [...], Li D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27530472

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en fruitconsumptie.

Levensmiddelen 

Hoeveelheden anthocyaninen in mg per
100 gram levensmiddel

Aardbeien

15-35

Appelbessen

200-1000

Aubergine 

750

Bosbessen

25-497

Braambessen

83-326

Frambozen

10-60

Kersen

350-400

Radijs

11-60

Rode bessen

80-420

Rode druiven

30-750

Rode uien

7-21

Rode wijn

24-35

Sinaasappel

~200

Veenbessen

60-200

Vlierbessen

450

Zwarte bessen

130-400

 

30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken verlaagt ontstekingen in obese mensen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van lijnzaad ontstekingen (uitgedrukt in het CRP-gehalte) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 RCT’s met in totaal 1213 deelnemers. De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 25.6 en 65 jaar. De dosering van de lijnzaad was gemiddeld 30 gram per dag. De gemiddelde follow-up duur was 12 weken.

Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random effect model dat lijnzaad het CRP-gehalte niet significant met 0.13 mg/L [95% BI = −0.44 tot 0.19, p = 0.428, I2 = 63.8%, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat lijnzaad het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger significant met 0.83 mg/L [95% BI = -1.34 tot -0.31, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Flaxseed Intervention on Inflammatory Marker C-Reactive Protein: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ren GY, Chen CY, […], Chen LH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4808865/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht.

Mensen met overgewicht (BMI>25) hebben vaak veel ontstekingen in het lichaam oftewel een verhoogd CRP-gehalte.

Of u overgewicht hebt, kunt u hier berekenen.
 

Soja-eiwitten verlagen nuchter glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 en mensen met het metabole syndroom baat bij de suppletie van soja-eiwitten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met in totaal 203 mensen in de soja-eiwitten groep en 207 mensen in de niet soja-eiwitten groep (de zogenaamde placebo-groep). De suppletie-duur varieerde tussen 8 weken tot 4 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met soja-eiwitten:
-het nuchter plasma glucosegehalte significant verlaagde [WMD = -0.207, 95% BI = -0.374 tot -0.040, p = 0.015];
-het nuchter serum insulinegehalte significant verlaagde [WMD = -0.292, 95% BI = -0.496 tot -0.088, p = 0.005];
-de HOMA-IR waarde significant verlaagde [WMD = -0.346, 95% BI = -0.570 tot -0.123, p = 0.002];
-de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -0.230, 95% BI = -0.441 tot -0.019, p = 0.033];
-het LDL-cholesterolgehalte significant verlaagde [WMD = -0.304, 95% BI = -0.461 tot -0.148, p = 0.000];
-het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [WMD = -0.386, 95% BI = -0.548 tot -0.225, p = 0.000];
-het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.510, 95% BI = -0.722 tot -0.299, p = 0.000] in mensen met suikerziekte type 2 en mensen met het metabole syndroom.

De onderzoekers vonden dat suppletie met soja-eiwitten gedurende minimaal 6 maanden het nuchter plasma glucosegehalte, het LDL-cholesterolgehalte en het CRP-gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met soja-eiwitten gedurende maximaal 6 maanden het nuchter serum insulinegehalte en de HOMA-IR waarde significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 en mensen met het metabole syndroom baat hadden bij de suppletie van soja-eiwitten omdat soja-eiwitten de risicofactoren van hart- en vaatziekten verbeterden.

Oorspronkelijke titel:
Soy Protein Supplementation Reduces Clinical Indices in Type 2 Diabetes and Metabolic Syndrome by Zhang XM, Zhang YB and Chi MH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4800359/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2, hart- en vaatziekten, het verlagen van het cholesterolgehalte en de sojaconsumptie.

Deze maaltijden bevatten veel soja-eiwitten.

Probiotica verlaagt luchtweginfecties bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 RCT’s met in totaal 6269 kinderen. De leeftijd varieerde tussen 0 en 18 jaar.

De duur van het slikken van probiotica varieerde tussen 5 dagen en 12 maanden. 7 RCT’s gebruikten de Lactobacillus stammen, 5 RCT’s gebruikten de Bifidobacterium stammen, 1 RCT gebruikte de Lactobacillus fermentum stammen en 11 RCT’s een mengsel van probiotica stammen.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 17 RCT’s met in totaal 4513 kinderen dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van minstens 1 episode met luchtweginfecties significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.96, p = 0.004, I2  =  82%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 6 RCT’s met in totaal 2067 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen met luchtweginfecties significant verlaagde [MD = -0.16, 95% BI = -0.29 to 0.02, p  =  0.03, I2  = 0%].

De onderzoekers vonden in 8 RCT’s met in totaal 1499 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen afwezig op opvang/school (door toedoen van luchtweginfecties) significant verlaagde [MD = -0.94, 95% BI = -1.72 tot -0.15, p =  0.02, I2  =  87%].

De onderzoekers vonden in 9 RCT’s met in totaal 2817 kinderen geen significant verschil tussen de probiotica-groep en de placebo-groep voor de ziekte-episode [MD = -0.60, 95% BI   -1.49 tot 0.30, p =  0.19, I2  =  88%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Probiotics for prevention and treatment of respiratory tract infections in children: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Wang Y, Li X, [...], Zhang T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4979858/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Een ziekte-episode is in een zorgregistratie de periode tussen het moment dat de huisarts op de hoogte is van een gezondheidsprobleem van een patiënt (de diagnose is gesteld) en het moment dat de ziekte is genezen of de patiënt is overleden.

Minimaal 8 weken probiotica verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 baat bij de suppletie van probiotica?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat probiotica-inname het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 15.92 mg/dL [95% BI = -29.75 tot -2.09] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat probiotica-inname het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 0.54% [95% BI = -0.82 tot -0.25] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat probiotica-inname, bestaande uit verschillende stammen het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 35.41 mg/dL [95% BI = -51.98 tot -18.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat probiotica-inname gedurende minimaal 8 weken het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 20.34 mg/dL [95% BI = -35.92 tot -4.76] verlaagde.
Echter, de verlaging van het nuchter plasma glucosegehalte was niet significant bij probiotica-inname tot 8 weken.

De onderzoekers vonden dat probiotica-inname de HOMA-IR waarde van mensen met suikerziekte type 2 significant met 1.08 punten [95% BI = -1.88 tot -0.28] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat probiotica-inname het nuchter insulinegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 1.35 mIU/L, 95% BI = -2.38 tot -0.31] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 baat hadden bij het slikken van probiotica van verschillende stammen gedurende minimaal 8 weken.

Oorspronkelijke titel:
Effect of probiotics on glucose metabolism in patients with type 2 diabetes mellitus: A meta-analysis of randomized controlled trials by Zhang Q, Wu Y and Fei X.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26987497

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en probiotica.
 

Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 studies met in totaal 2689 deelnemers.

Resultaten en conclusies:  
De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het CRP-gehalte significant met 0.55 mg/L [95% BI = -0.78 tot -0.32, I2  = 94.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het IL6-gehalte niet significant met 0.25 ng/L [95% BI = -0.56 tot 0.06, I2  = 74%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het sICAM-gehalte niet significant met 25.07 ng/mL [95% BI = -52.32 tot 2.17, I2  = 93.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het volgen van een vegetarisch dieet en het  TNF-ɑ, resistine-, adiponectine- en leptine-gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een vegetarisch dieet het CRP-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of plant-based diets on obesity-related inflammatory profiles: a systematic review and meta-analysis of intervention trials by Eichelmann F, Schwingshackl L, […], Aleksandrova K.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27405372

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over het volgen van een vegetarisch dieet.

Overgewicht zorgt voor een chronische ontsteking in het lichaam. Chronische ontsteking in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de ontstekingsbiomarkers, zoals het CRP-, IL6- en sICAM-gehalte.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden zijn vegetarisch.

 

Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het uitvoeren van lichamelijke activiteiten of gewichtsverlies tot een daling in het CRP-gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 83 studies (RCT’s en niet-gerandomiseerde, gecontroleerde studies) met in totaal 3769 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte significant deed dalen [ES = 0.26, 95% BI = 0.18 tot 0.34, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten in combinatie met een daling van het BMI het CRP-gehalte sterker deed dalen dan lichamelijke activeiten alleen [ES = 0.38, 95% BI = 0.26 tot 0.50]. 

De onderzoekers vonden dat een daling van het BMI het CRP-gehalte significant met 11.1% deed dalen [β = 1.20, SE = 0.25, p 0.0001].

De onderzoekers vonden dat een daling van het vetgehalte het CRP-gehalte significant met 6.6% deed dalen [β = 0.76, SE = 0.21, p = 0.0002].

De onderzoekers concludeerden dat zowel lichamelijke activiteiten als een daling van het BMI en het vetgehalte het CRP-gehalte deed dalen. Echter, een sterkere daling werd bereikt met lichamelijke activiteiten in combinatie met een daling van het BMI.

Oorspronkelijke titel:
Effect of exercise training on C-reactive protein: a systematic review and meta-analysis of randomised and non-randomised controlled trials by Fedewa MV, Hathaway ED and Ward-Ritacco CL.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27445361

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lichamelijke activiteiten.

CRP en IL-6 zijn 2 ontstekingsbiomerkers in het lichaam. Door het meten van ontstekingsbiomerkers kunnen ontstekingen in het lichaam opgespoord worden.

Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/l. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/l.

Suikerziekte type 2, hart- en vaatziekten en kanker zijn ontstekingsziekten. Antioxidanten zoals, vitamine C, E, selenium en zink via voeding kunnen de kans op het krijgen van ontstekingen verlagen.

 

Een hoog ijzergehalte in het bloed verhoogt de ziekte van Parkinson

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met de ziekte van Parkinson een verhoogd serum ijzergehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies (cohort en patiënt-controle studies) met 829 mensen met de ziekte van Parkinson en 1219 mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum ijzergehalte van patiënten met de ziekte van Parkinson significant hoger was dan van patiënten zonder de ziekte van Parkinson [SMD = 0.27, 95% BI = 0.18-0.37, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te verkrijgen) dat het serum ijzergehalte van patiënten met de ziekte van Parkinson significant hoger was onder Aziaten en Europeanen. Dit signficante verschil werd ook teruggevonden in cohort en patiënt-controle studies.

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met de ziekte van Parkinson een verhoogd serum ijzergehalte hadden.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of the association between serum iron levels and Parkinson's disease: Evidence from 11 publications by Jiao J, Guo H, […], Hu W.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27372885

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ijzer.

Dagelijks 1 portie suikergezoete dranken verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het drinken van suikergezoete dranken en fruitdranken de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cohort studies met 38253 mensen met overgewicht en 10126754 personenjaren.

Er was sprake van publicatie bias en residual confounding voor dranken gezoet met zoetstoffen en voor fruitdranken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden nadat gecorrigeerd te hebben voor vetlijvigheid dat elke verhoging met 1 portie suikergezoete dranken per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% [95% BI = 1.06-1.21, I2 = 79%] verhoogde. Zonder correctie voor vetlijvigheid was het verhoogde risico 18% [95% BI = 1.09-1.28, I2 = 89%].

De onderzoekers vonden nadat gecorrigeerd te hebben voor vetlijvigheid dat elke verhoging met 1 portie dranken gezoet met zoetstoffen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 8% [95% BI = 1.02-1.15, I2 = 64%] verhoogde. Zonder correctie voor vetlijvigheid was het verhoogde risico 25% [95% BI = 1.18-1.33, I2 = 70%].

De onderzoekers vonden nadat gecorrigeerd te hebben voor vetlijvigheid dat elke verhoging met 1 portie fruitdranken per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 7% [95% BI = 1.01-1.14, I2 = 51%] verhoogde. Zonder correctie voor vetlijvigheid was het verhoogde risico echter niet significant [5%, 95% BI = 0.99-1.11, I2 = 58%].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van suikergezoete dranken (minimaal 1 portie per dag) de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde. Het drinken van dranken gezoet met zoetstoffen en fruitdranken verhoogde mogelijk de kans op het krijgen van suikerziekte type 2. Mogelijk omdat in deze studies sprake was van publicatie bias en residual confounding.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of sugar sweetened beverages, artificially sweetened beverages, and fruit juice and incidence of type 2 diabetes: systematic review, meta-analysis, and estimation of population attributable fraction by Imamura F, O'Connor L, […], Forouhi NG.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4853528/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en koolhydraten.

1 portie drank in dit overzichtsartikel komt overeen met 250 ml.

 

Mensen met allergische rhinitis hebben baat bij het slikken van probiotica

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met allergische rhinitis baat bij het slikken van probiotica?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in alle 5 studies naar het effect van de Lactobacillus paracasei (LP) stammen op allergische rhinitis, dat deze stammen clinische significante verbeteringen ten opzichte van de placebo lieten zien.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica een significante verbetering van de nasale [SMD = -1.23, p 0.001] en oculaire symptomen [SMD = -1.84, p 0.001] van seizoensgebonden allergische rhinitis gaf.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van een verstopte neus, rinorree en een jeukende neus significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de TH1 en TH2 verhouding in de probioticagroep significant lager was ten opzichte van de placebogroep [SMD = -0.78, p = 0.045]. 

De onderzoekers concludeerden dat mensen met (met name seizoensgebonden) allergische rhinitis baat hadden bij het slikken van probiotica, met name met Lactobacillus paracasei (LP) stammen.

Oorspronkelijke titel:
Do probiotics have a role in the treatment of allergic rhinitis?: A comprehensive systematic review and meta analysis by Guvenc IA, Muluk NB, […], Cingi C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27442711

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Hooikoorts of allergische rhinitis kan verkoudheidachtige symptomen veroorzaken, zoals een lopende neus, verstopping, niezen of sinusdruk. In tegenstelling tot een verkoudheid wordt hooikoorts niet veroorzaakt door een virus, maar wel door een allergische reactie op specifieke substanties in uw omgeving.

Het woord hooikoorts is feitelijk onjuist. Hooikoorts heeft niets met “hooi” te maken en mensen met hooikoorts hebben geen koorts. Artsen geven om deze redenen er de voorkeur aan om te spreken van allergische rhinitis.

Hooikoorts komt voornamelijk voor van eind mei tot augustus. Wanneer het echter regent hebben de meeste mensen er minder last van dan bij mooi warm en droog weer. Doordat de pollen worden ingeademd reageert het afweermechanisme van het lichaam daarop. Het raakt een beetje in de war en dat zorgt ervoor dat de stof histamine wordt aangemaakt. Histamine wordt in het lichaam gebruikt om slechte stoffen in het lichaam te neutraliseren waardoor ziektes in het lichaam niet de kans krijgen om uit te breiden. Uiteindelijk zullen de slijmvliezen in neus- en keelholte hier fel op reageren wat leidt tot een loopneus, jeuk en andere ongemakken.

Hooikoorts kan slaaploosheid, vermoeidheid en irriteerbaarheid veroorzaken en kan uw prestaties op het werk of op school beïnvloeden.

Hooikoorts is een chronische aandoening, zonder behandeling kan het leiden tot de ontwikkeling van astma en nieuwe allergieën.

 

Magnesiumsupplementen gedurende 4 maanden of langer verlagen het nuchter glucosegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van magnesium de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesium de HOMA-IR waarde significant met 0.67 punt [WMD = -0.67, 95% BI  -1.20 tot -0.14, p = 0.013] verlaagde.
Echter, het slikken van magnesium verlaagde niet het plasma glucosegehalte [WMD = -0.20 mmol/L, 95% BI = -0.45 tot 0.05, p = 0.119], HbA1c-gehalte [WMD = 0.018 mmol/L, 95% BI = -0.10 tot 0.13, p = 0.756] en het insulinegehalte [WMD = -2.22mmol/L, 95% BI = -9.62 tot 5.17, p = 0.556].

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesium gedurende 4 maanden of langer de HOMA-IR waarde [p = 0.001] en het nuchter glucosegehalte [p 0.001] significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van magnesium gedurende 4 maanden of langer de HOMA-IR waarde en het nuchter glucosegehalte van zowel gezonde als suikerpatiënten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials on the effects of magnesium supplementation on insulin sensitivity and glucose control by Simental-Mendía LE, Sahebkar A, […], Guerrero-Romero F.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27329332

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium en suikerziekte type 2.

Deze maaltijden zijn magnesiumrijk.
 

Een seleniumbloedwaarde tussen 97.5 en 132.5 μg/L verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bestaat er een dosisafhankelijke relatie tussen de seleniumbloedwaarde en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 longitudinale studies en 2 cross-sectionele studies met in totaal 13460 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een seleniumbloedwaarde tussen 97.5 en 132.5 μg/L de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde. Echter de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 nam toe bij een seleniumbloedwaarde onder 97.5 μg/L en boven 132.5 μg/L.

De onderzoekers vonden dat een hoge seleniumbloedwaarde vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 63% [OR = 1.63, 95% BI = 1.04-2.56, p = 0.033, I2 = 70.3%] verhoogde.

De onderzoekers vonden een non-lineair dosisafhankelijke relatie tussen de seleniumbloedwaarde en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers concludeerden dat een seleniumbloedwaarde tussen 97.5 en 132.5 μg/L de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde. Echter, zowel onder  97.5 als boven 132.5 μg/L nam het risico toe.

Oorspronkelijke titel:
Association between serum selenium level and type 2 diabetes mellitus: a non-linear dose–response meta-analysis of observational studies by Wang XL, Yang TB, [...], Zeng C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4855440/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en suikerziekte type 2.

Deze maaltijd bevat veel selenium.

 

Alcohol verlaagt mogelijk ALS

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van ALS?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort en 7 patiënt-controle studies met in totaal 431943 deelnemers.

Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van ALS significant met 43% [95% = 0.51-0.64] verlaagde. De subgroepen- en sensitiviteitsanalyses bevestigden dit verlaagde risico.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van ALS mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende en bovendien was er sprake van publicatie bias.  

Oorspronkelijke titel:
Association between alcohol consumption and amyotrophic lateral sclerosis: a meta-analysis of five observational studies by E M, Yu S, […], Yang R.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27103621

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcoholconsumptie.

West-Europeanen met psoriasis hebben een hoog urinezuurgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met psoriasis een verhoogd urinezuurgehalte?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het urinezuurgehalte van West-Europeanen met psoriasis was significant 34% [MD = 0.68, 95% BI = 0.26-1.09, p = 0.002] hoger dan West-Europeanen zonder psoriasis. Echter, dit verhoogde urinezuurgehalte was niet significant bij mensen in Oost-Azië, India en het Midden-Oosten.

De onderzoekers concludeerden dat het urinezuurgehalte onder West-Europeanen met psoriasis verhoogd was.

Oorspronkelijke titel:
Association of Serum Uric Acid Levels in Psoriasis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Li X, Miao X, […], Li B.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27175702

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten.

Het verhoogde urinezuurgehalte ontstaat doordat uw lichaam te veel urinezuur aanmaakt of aanvoert. Een verhoogd urinezuurgehalte kan tot jicht leiden.

Vrouwen hebben in het algemeen een lager urinezuurgehalte dan mannen. Dit komt omdat met de maandelijkse menstruatie vrouwen veel zure afvalstoffen, waaronder urinezuur, afvoeren. Na de menopauze is deze mogelijkheid verdwenen en is het urinezuurgehalte in het algemeen gelijk aan die van de man.
Bij het meten van urinezuur in het bloed wordt bij mannen een bovengrens van 7 mg per 100 ml gehanteerd en bij vrouwen is dat 6 mg per 100 ml.

 

Suikerpatiënten type 2 hebben een laag vitamine D-bloedgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben suikerpatiënten een laag vitamine D-bloedwaarde?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 studies met 2003 suikerpatiënten type 1 en 1882 mensen zonder suikerziekte type 1 en 11 studies met 2236 suikerpatiëten type 2 en 2438 mensen zonder suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met mensen zonder suikerziekte type 1 dat het vitamine D-gehalte van suikerpatiënten type 1 significant verlaagd was met 0.70 nmol/L [95% BI = -1.02 tot -0.37]. Echter, dit verlaagde vitamine D-gehalte was niet significant in suikerpatiënten type 1 boven 14 jaar.  

De onderzoekers vonden vergeleken met mensen zonder suikerziekte type 2 dat het vitamine D-gehalte van suikerpatiënten type 2 significant verlaagd was met 0.58 nmol/L [95% BI = -1.16 tot -0.00].

De onderzoekers concludeerden dat zowel patiënten met suikerziekte type 1 als 2 een lager vitamine D-bloedgehalte hadden dan mensen zonder suikerziekte.

Oorspronkelijke titel:
Assessment of vitamin D levels in type 1 and type 2 diabetes patients: Results from metaanalysis by Shen L, Zhuang QS and Ji HF.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26898922

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en suikerziekte type 2.

 

Dagelijks 0.2-1.2 gram flavonoïdensupplementen verlaagt de bovenste luchtweginfecties

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van flavonoïden de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 interventiestudies. De dosering van flavonoïden varieerde van 0.2 tot 1.2 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van flavonoïden de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties bij gezonde personen significant met 33% [95% BI = 0.64-0.69] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.2 tot 1.2 gram flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties bij gezonde personen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Flavonoids on Upper Respiratory Tract Infections and Immune Function: A Systematic Review and Meta-Analysis by Somerville VS, Braakhuis AJ and Hopkins WG.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27184276

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden.

Suikerziekte type 2 verhoogt de ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 populatie gebaseerde cohort studies (6 prospectief en 1 retrospectief) met in totaal 1761632 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 38% [gepoolde adjusted RR =1.38, 95% BI = 1.18-1.62, p    0.001, I2  = 71.2%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson onder mannen significant met 40% [gepoolde adjusted RR =1.40, 95% BI = 1.17-1.67, I2  =  45.3%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson onder vrouwen significant met 50% [gepoolde adjusted RR =1.50, 95% BI = 1.07-2.10, p = 0.019, I2  =  63.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het significant verhoogde risico gelijk bleef in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Risk of Parkinson Disease in Diabetes Mellitus: An Updated Meta-Analysis of Population-Based Cohort Studies by Yue X, Li H, […], Li T.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4863785/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2.

 

Vet verhoogt niet colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 966 mensen met colitis ulcerosa en 171589 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen de vetinname en de kans op het krijgen van colitis ulcerosa.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram vet per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant met 2.3% [RR = 1.023, 95% BI = 0.963-1.087, I2  = 24%, n = 6] verhoogde.
Dit verhoogde risico was ook niet significant voor verzadigd vet [RR = 1.063, 95% BI = 0.845-1.337, I2  = 44.5%, n = 4], enkelvoudig onverzadigd vet [RR = 1.214, 95% BI = 0.911-1.618, I2  = 63.1%, n = 4] en meervoudig onverzadigd vet [RR = 1.247, 95% BI = 0.948-1.640, I2  = 25.4%, n = 4]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge DHA-inname via voeding de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 35.8% [RR = 0.642, 95% BI = 0.403-1.024, I2  = 34.4%, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vet(soorten) de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet verhoogde. Echter, een hoge DHA-inname verlaagde de kans op het krijgen van colitis ulcerosa.

Oorspronkelijke titel:
Fat intake and risk of ulcerative colitis: systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Lin X, […], Li J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27097307

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie, chronische ziekten en DHA.

 

Dagelijks 2-3 glazen wijn verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 prospectieve cohort studies met 20641 mensen met suikerziekte type 2 onder 397296 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van wijn de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 15% verlaagde. Het significant verlaagde risico voor bier was 4% en voor spiritus 5%.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het drinken van alcohol en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 20-30 gram alcohol afkomstig van wijn de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 20% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 20-30 gram alcohol afkomstig van bier de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 7-15 gram alcohol afkomstig van spiritus de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde, met het grootste effect bij dagelijks 20-30 gram alcohol afkomstig van wijn.

Oorspronkelijke titel:
Specific Types of Alcoholic Beverage Consumption and Risk of Type 2 Diabetes: A Systematic Review and Meta-analysis by Huang J, Wang X and Zhang Y.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27181845

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcoholconsumptie en suikerziekte type 2.

1 standaardglas wijn levert 10 gram alcohol.
 

Vitamine D-bloedwaarde lager dan <50 nmol/L verhoogt mogelijk late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een lage vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cross-sectionele studies en 1 cohort studie met het aantal deelnemers varieerde tussen 65 en 17045 en het aantal mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (AMD) varieerde tussen 31 en 1440. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) van mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie 15% lager was dan van mensen zonder leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat een hoge 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.71-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 53% [OR = 0.47, 95% BI = 0.28-0.79] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) lager dan 50 nmol/L de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 118% [OR = 2.18, 95% BI = 1.34-3.56] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) lager dan 50 nmol/L de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende.

Oorspronkelijke titel:
Circulating vitamin D concentration and age-related macular degeneration: Systematic review and meta-analysis by Annweiler C, Drouet M, […], Milea D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27105707

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Er bestaan twee types van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (of AMD van Age-Related Macular Degeneration):

  1. Droge of atrofische maculaire degeneratie (ook vroege AMD genoemd). Vroege AMD (netvliesveroudering) is de meest voorkomende vorm die veroorzaakt wordt door ouderdom en verdunning van de weefsels van de macula (de gele vlek). De ziekte wordt gekenmerkt door de vorming van witte vlekjes onder de retina (zg. drusen) en afbraak van de retina (het netvlies). Het verlies aan gezichtsscherpte gebeurt geleidelijk. Op termijn kan deze vorm van maculaire degeneratie evolueren naar de natte AMD.
  2. Natte of neovasculaire maculaire degeneratie (ook late AMD genoemd). Late AMD komt in ongeveer 10% van de gevallen voor. Dit is het gevolg van de vorming van abnormale bloedvaten onder het netvlies. Deze bloedvaten veroorzaken een uitsijpeling van vocht en soms bloed dat het centraal zicht verstoort. Dit kan leiden tot littekenvorming in de macula. Het verlies van de gezichtsscherpte kan dan snel (enkele maanden) en zeer uitgesproken zijn.

Leeftijd is de belangrijkste risicofactor. Vanaf 60 jaar verdubbelt de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie nagenoeg elke tien jaar. Zo is de kans ongeveer 5 procent op 6-jarige leeftijd, 10 procent bij 70 jaar en 20 procent op 80-jarige leeftijd.

Isoflavonen verlagen suikerziekte type 2 bij menopauzale vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van soja-isoflavonen het nuchter bloedsuikergehalte, het nuchter insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van menopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s met in totaal 1529 menopauzale vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random effect model dat het nuchter bloedsuikergehalte van menopauzale vrouwen in de isoflavonen-groep significant 0.22 mmol/L [95% BI = -0.38 tot -0.07 mmol/L] lager was dan in de placebogroep.

De onderzoekers vonden in het random effect model dat het nuchter insulinegehalte van menopauzale vrouwen in de isoflavonen-groep significant 0.43 μIU/mL [95% BI = -0.71 tot -0.14 μIU/mL] lager was dan in de placebogroep.

De onderzoekers vonden in het random effect model dat de HOMA-IR waarde van menopauzale vrouwen in de isoflavonen-groep significant 0.52 [5% BI = 0.76 tot -0.28] lager was dan in de placebogroep.

De onderzoekers concludeerden dat er een causaal verband bestond tussen soja-isoflavonen, met name genisteïne en het verlagen van het nuchter bloedsuikergehalte, het nuchter insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van menopauzale vrouwen.

Oorspronkelijke titel:
Soy isoflavones and glucose metabolism in menopausal women: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Ke F, Hui D, [...], Fuer L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27004555

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en isoflavonen.

Deze maaltijd is isoflavonenrijk.

Suikerpatiënten hebben een hoog nuchter bloedsuikergehalte, een hoog nuchter insulinegehalte en een hoge HOMA-IR waarde.

Bij de HOMA-IR test (Homeostasis Model of Assessment - Insulin Resistance test) wordt het nuchter serum glucosegehalte vermenigvuldigd met het nuchter serum insulinegehalte en gedeeld door 22.5. Er is sprake van insulineresistentie bij een waarde groter dan 2.71.
 

Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies (met 549 kinderen die astma kregen onder in totaal 6037 deelnemers) en 8 cross-sectionele studies.

Er was heterogeniteit onder de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten in het fixed model significant met 35% [OR = 1.35, 95% BI = 1.13-1.62, I2 = 60.6%] verhoogde. Echter, het verhoogde risico in het random model was niet significant [OR = 1.32, 95% BI = 0.95-1.84].

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat er sprake was van heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Childhood asthma and physical activity: a systematic review with meta-analysis and Graphic Appraisal Tool for Epidemiology assessment by Lochte L, Nielsen KG, […], Platts-Mills TA.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4836150/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve kanten van het hebben van een hoog lichamelijk activiteitenniveau.

Obesitas (BMI>30) verhoogt seronegatieve reuma onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van overgewicht of obesitas de kans op het krijgen van reuma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies, 7 patiënt-controle studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 13562 reumapatiënten onder 400609 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van overgewicht de kans op het krijgen van reuma niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.97-1.13] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.02-1.44, I2  =  66.3%, p  =  0.001] verhoogde. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.44. RR van 1 betekent geen risico.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma significant met 13% [RR = 1.13, 95% BI = 1.01-1.26] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.40] verhoogde. Het risico voor het hebben van overgewicht was 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.07-1.18) verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 47% [RR = 1.47, 95% BI = 1.11-1.96] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.06-1.39] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van obesitas (BMI>30) en niet overgewicht de kans op het krijgen van seronegatieve reuma onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Body Mass Index and Risk of Rheumatoid Arthritis: A Meta-Analysis of Observational Studies by Feng J, Chen Q, […], He J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4779014/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het hebben van obesitas en reuma.

Reuma of reumatoïde artritis (RA) is een onstekingsproces. Gedurende dit proces wordt de structuur van de eiwitten veranderd doordat citrulline aan het eiwit wordt gekoppeld. Het immuunsysteem van het lichaam maakt antistoffen tegen lichaamseigen eiwitten die veel citrulline bevatten. Deze antistoffen worden anti-CCP antistoffen genoemd. Gewoonlijk maakt het afweersysteem antistoffen (of antilichamen) aan om de ongewenste ziekteverwekkers onschadelijk te maken. In dit geval leiden deze antistoffen echter tot het ziektebeeld reuma.

Anti-citrullinated proteïne antilichamen (anti-CCP's) zijn antilichamen die aangemaakt worden tegen proteïnen in het lichaam die dan een proces ondergaan (citrullination = een moleculaire verandering in structuur). Ze zijn aanwezig bij ongeveer 60 tot 80 procent van de mensen met de diagnose reuma. Als u symptomen hebt die lijken op reuma en u test positief op het antilichaam, dan is de diagnose van reuma bijna een zekerheid.

Er zijn 2 soorten reuma: de anti-CCP positieve (ook wel seropositieve genoemd) en anti-CCP negatieve reuma (ook wel seronegatieve reuma genoemd).

In 2000 is een test ontwikkeld die antistoffen ontdekt die alleen bij mensen met reumatoïde artritis lijken voor te komen, de anti-CCP test. De anti-CCP test wordt gebruikt als hulpmiddel om de diagnose reumatoïde artritis vast te stellen. De anti-CCP test is met name nuttig om de ziekte in een vroeg stadium vast te stellen. Mensen die niet lijden aan reumatoïde artritis hebben geen antistoffen tegen CCP in het bloed.