Voeding en gezondheid

Dagelijks 1 glas alcohol verhoogt botontkalking

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van botontkalking?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies, 3 patiënt-controle studies en 1 cross-sectionele studie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analysis dat het drinken van 0.5 tot 1 glas alcohol per dag, de kans op het krijgen van botontkalking niet signficant met 38% [adjusted RR = 1.38, 95% BI = 0.90-2.12] verhoogde.
Niet significant omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.90 tot 2.12 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in gepoolde analysis dat het drinken van 1 tot 2 glazen alcohol per dag, de kans op het krijgen van botontkalking signficant met 34% [adjusted RR = 1.34, 95% BI = 1.11-1.62] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.11 tot 1.62 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in gepoolde analysis dat het drinken van 2 glazen alcohol of meer per dag, de kans op het krijgen van botontkalking signficant met 63% [adjusted RR = 1.63, 95% BI = 1.01-2.65] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken van alcohol, de kans op het krijgen van botontkalking signficant met 195% [adjusted RR = 2.95, 95% BI = 1.78-4.90] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van 1 glas alcohol of meer per dag, de kans op het krijgen van botontkalking verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of alcohol on osteoporosis: A systematic review and meta-analysis by Cheraghi Z, Doosti-Irani A, Almasi-Hashiani A, […], Mansournia MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30844616

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol en ouderdom.

 

Veel zink via voeding verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt zink de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 prospectieve cohort studies en 1 cross-sectionele studie (146027 deelnemers tussen 18 en 84 jaar, waarvan 11511 mensen met suikerziekte type 2) dat een hoge zinkinname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% [OR = 0.87, 95% BI = 0.78 tot 0.98, I2 = 64.5%, p = 0.003] verlaagde.
Dit verlaagde risico was sterker en duidelijker op het platteland in vergelijking tot stedelijke gebieden [platteland: OR = 0,59, 95% BI = 0.48 tot 0.73, I2 = 0.0%, p = 0.843 versus stedelijke gebieden: OR = 0.94, 95% BI = 0.86 tot 1.02, I2 = 43.9%, p = 0.113].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge zinkinname (zowel via voeding als voedingssupplementen) en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [OR = 0.95, 95% BI = 0.82 tot 1.11, I2 = 56.5%, p = 0.129].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge zinkinname via voedingssupplementen en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [OR = 0.94, 95% BI = 0.75 tot 1.19, I2 = 85.4%, p = 0.009].

De onderzoekers vonden dat een hoog serum/plasma zinkgehalte de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 64% [OR = 1.64, 95% BI = 1.25 tot 2.14, I2 > 22.5%, p = 0.275] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge zinkinname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde, terwijl een hoog serum/plasma zinkgehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 juist verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Zinc Intake and Status and Risk of Type 2 Diabetes Mellitus: A Systematic Review and Meta-Analysis by Fernández-Cao JC, Warthon-Medina M, […], Lowe NM.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/11/5/1027/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en zink

Het serum/plasma zinkgehalte kan verhoogd worden door producten te eten die veel zink bevattten en/of zinksupplementen te slikken.
 

Hoge eiwitinname verlaagt heupfracturen onder ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben ouderen (65 jaar of ouder) baat bij een hoge eiwitinname (hoger dan 0.8 gram eiwit per kg lichaamsgewicht per dag)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 cohort studies en 1 RCT.
De duur van de studies was minimaal 6 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 4 cohort studies dat een hoge eiwitinname het risico op het krijgen van heupfracturen onder ouderen significant met 11% [gepoolde HR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94, p 0.001, I2 = 0.0%, p = 0.614] verlaagde.
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge eiwitinname (hoger dan 0.8 gram eiwit per kg lichaamsgewicht per dag) het risico op het krijgen van heupfracturen onder ouderen (65 jaar of ouder) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
High Versus low Dietary Protein Intake and Bone Health in Older Adults: a Systematic Review and Meta-Analysis by Groenendijk I, den Boeft L , [...], de Groot LCPGM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6704341/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over eiwit en ouderdom.

Een eiwitinname hoger dan 0.8 gram eiwit per kg lichaamsgewicht per dag komt overeen met een dieet met minimaal 11 En% eiwit. De makkelijkste manier om een dieet met minimaal 11 En% eiwit te volgen is door te kiezen voor alleen maar producten die minimaal 11 En% eiwit bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten minimaal 11 En% eiwit.

100 mg magnesium verlaagt suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt magnesium de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 35 cohort studies en 26 RCT’s (1168 deelnemers).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de laagste inname, verlaagde de hoogste inname van magnesium via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 22%.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg magnesium via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 6% verlaagde.

De onderzoekers vonden in 26 RCT’s met in totaal 1168 deelnemers, dat het slikken van magnesiumsupplementen het nuchter plasma glucosegehalte significant verlaagde [SMD = -0.32, 95% BI = -0.59 tot -0.05].

De onderzoekers vonden in 26 RCT’s met in totaal 1168 deelnemers, dat het slikken van magnesiumsupplementen de orale glucosetolerantietest significant verbeterde [SMD = -0.30, 95% BI = -0.58 tot -0.02].

De onderzoekers vonden in 26 RCT’s met in totaal 1168 deelnemers, dat het slikken van magnesiumsupplementen het nuchter insulinegehalte significant verlaagde [SMD = -0.17, 95% BI = -0.30 tot -0.04].

De onderzoekers vonden in 26 RCT’s met in totaal 1168 deelnemers, dat het slikken van magnesiumsupplementen de HOMA-IR waarden significant verlaagde [SMD = -0.41, 95% BI = -0.71 tot -0.11].

De onderzoekers vonden in 26 RCT’s met in totaal 1168 deelnemers, dat het slikken van magnesiumsupplementen ook het triglyceridengehalte, de systolische bloeddruk en de diastolische bloeddruk significant verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van magnesium, minimaal 100 gram per dag als het slikken van magnesiumsupplementen, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Magnesium Consumption with Type 2 Diabetes and Glucose Metabolism: a Systematic Literature Review and Pooled Study with Trial Sequential Analysis by Zhao B, Deng H, [...], Zhang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31758631

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en magnesium.  
 

Een laag vitamine B12-gehalte verhoogt depressie onder ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag vitamine B12-gehalte of een laag folaatgehalte de kans op het krijgen van een depressie onder ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies over folaat (foliumzuur) (7949 deelnemers) en 9 studies over vitamine B12 (6308 deelnemers).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van een laag vitamine B12-gehalte, de kans op het krijgen van een depressie onder ouderen significant met 20% [OR = 1.20, 95% BI = 1.02-1.42] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het hebben van een laag folaatgehalte, de kans op het krijgen van een depressie onder ouderen significant met 23% [OR = 1.23, 95% BI = 1.07-1.43] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de supgroepenanalyses dat het hebben van een laag vitamine B12-gehalte, de kans op het krijgen van een depressie bij vrouwelijke ouderen significant met 33% [OR = 1.33, 95% BI = 1.02-1.74] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van zowel een laag vitamine B12-gehalte als een laag folaatgehalte, de kans op het krijgen van een depressie onder ouderen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Folate and B12 serum levels in association with depression in the aged: a systematic review and meta-analysis by Petridou ET, Kousoulis AA, [...], Stefanadis C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26055921

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over foliumzuur, vitamine B12 en ouderdom.

Pinda’s verlagen het nuchter insulinegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Observationeel bewijs suggereert dat een hoge notenconsumptie de glykemische controle verbetert. Echter, het is onduidelijk of deze associatie causaal is en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een causaal verband tussen het eten van noten en de verbeterde glykemische controle, zoals HOMA-IR, nuchter insulinegehalte en nuchter bloedglucosegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 40 RCT’s met in totaal 2832 deelnemers met een gemiddelde interventieduur (duur van de studie) van 3 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van boomnoten of pinda’s de HOMA-IR waarden verbeterde [WMD = -0.23, 95% BI = -0.40 tot -0.06, I2 = 51.7%].

De onderzoekers vonden dat het eten van boomnoten of pinda’s het nuchter insulinegehalte verbeterde [WMD = -0.40 μIU/mL, 95% BI = -0.73 tot -0.07 μIU/mL, I2 = 49.4%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van boomnoten of pinda’s gedurende 3 maanden de HOMA-IR waarden en het nuchter insulinegehalte verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of nuts on markers of glycemic control: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Tindall AM, Johnston EA, […], Petersen KS.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30722007

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en het eten van noten.

Suikerpatiënten hebben een verhoogd nuchter insulinegehalte.

Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen uit observationele studies en klinische studies naar het verband tussen vitamine E en dementie blijven controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine E-gehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [SMD = -0.97, 95% BI = -1.27 tot -0.68, p  0.00001].

De onderzoekers vonden dat het vitamine E-gehalte van mensen met leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen significant lager was dan van mensen zonder leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen [SMD = -0.72, 95% BI = -1.12 tot -0.32, p  0.0005].

De onderzoekers vonden dat het vitamine E-gehalte van mensen met milde cognitieve stoornissen significant lager was dan van mensen zonder milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.72, 95% BI = -1.12 tot -0.32, p  0.0005].

De onderzoekers concludeerden dat een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, met name de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of peripheral tocopherol levels in age-related cognitive decline and Alzheimer's disease by Ashley S, Bradburn S and Murgatroyd C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31661399

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en dementie.

Een hoog vitamine E-gehalte in het bloed wordt verkregen door producten te eten die veel vitamine E bevattten en/of vitamine E-supplementen te slikken.

Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen uit observationele studies en klinische studies naar het verband tussen vitamine E en dementie blijven controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine E-gehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [SMD = -0.97, 95% BI = -1.27 tot -0.68, p  0.00001].

De onderzoekers vonden dat het vitamine E-gehalte van mensen met leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen significant lager was dan van mensen zonder leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen [SMD = -0.72, 95% BI = -1.12 tot -0.32, p  0.0005].

De onderzoekers vonden dat het vitamine E-gehalte van mensen met milde cognitieve stoornissen significant lager was dan van mensen zonder milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.72, 95% BI = -1.12 tot -0.32, p  0.0005].

De onderzoekers concludeerden dat een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, met name de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of peripheral tocopherol levels in age-related cognitive decline and Alzheimer's disease by Ashley S, Bradburn S and Murgatroyd C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31661399

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en dementie.

Een hoog vitamine E-gehalte in het bloed wordt verkregen door producten te eten die veel vitamine E bevattten en/of vitamine E-supplementen te slikken.

 

Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen uit observationele studies en klinische studies naar het verband tussen vitamine E en dementie blijven controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine E-gehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [SMD = -0.97, 95% BI = -1.27 tot -0.68, p  0.00001].

De onderzoekers vonden dat het vitamine E-gehalte van mensen met leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen significant lager was dan van mensen zonder leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen [SMD = -0.72, 95% BI = -1.12 tot -0.32, p  0.0005].

De onderzoekers vonden dat het vitamine E-gehalte van mensen met milde cognitieve stoornissen significant lager was dan van mensen zonder milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.72, 95% BI = -1.12 tot -0.32, p  0.0005].

De onderzoekers concludeerden dat een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, met name de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of peripheral tocopherol levels in age-related cognitive decline and Alzheimer's disease by Ashley S, Bradburn S and Murgatroyd C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31661399

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en dementie.

Een hoog vitamine E-gehalte in het bloed wordt verkregen door producten te eten die veel vitamine E bevattten en/of vitamine E-supplementen te slikken.

 

Vetarme zuivelproducten verlagen buikomtrek en lichaamsgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De incidentie van diabetes mellitus type 2 (suikerziekte type 2) is de afgelopen jaren in de VS toegenomen. De consumptie van vetarme zuivelproducten wordt in verband gebracht met het verlaagde risico op het krijgen van suikerziekte type 2. Echter, de studies hebben nog geen duidelijke correlatie (verband) aangetoond. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een causaal verband tussen het eten van vetarme zuivelproducten en de verlaagde kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 30 RCTs met in totaal 2900 deelnemers.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 18 en 63 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vetarme zuivelproducten de HOMA-IR waarde significant verlaagde [MD = -1.21, 95% BI = -1.74 tot -0.67, p 0.00001, I2 = 92%].

De onderzoekers vonden dat het eten van vetarme zuivelproducten de buikomtrek significant verlaagde [MD = -1.09 cm, 95% BI = 1.68 tot -0.58, p 0.00001, I2 = 94%].

De onderzoekers vonden dat het eten van vetarme zuivelproducten het lichaamsgewicht significant verlaagde [MD = 0.42 kg, p 0.00001, I2 = 92%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vetarme zuivelproducten de HOMA-IR waarde, de buikomtrek en het lichaamsgewicht verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Effects of Dairy Intake on Insulin Resistance: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Clinical Trials by Sochol KM, Johns TS, […], Melamed ML.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/11/9/2237/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en zuivelproducten.
 

Een hoog urinezuurgehalte verhoogt de botdichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het urinezuurgehalte in het lichaam is verantwoordelijk voor ongeveer 50% van de extracellulaire antioxidantenactiviteit, wat suggereert dat hyperurikemie (een stofwisselingsstoornis waarbij een extreem hoog urinezuurgehalte aanwezig is in het bloed) een beschermende rol kan spelen bij ziekten die gekenmerkt worden door hoge niveaus van oxidatieve stress, zoals osteoporose. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een hoog urinezuurgehalte de botdichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 cross-sectionele studies met in totaal 55859 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 6 studies dat de botdichtheid van het wervelkolom bij mensen met een hoog urinezuurgehalte significant hoger was dan bij mensen met een normaal urinezuurgehalte [SMD = 0.29, 95% BI = 0.22 tot 0.35, I2 = 47%].

De onderzoekers vonden in 7 studies dat de botdichtheid van de heup bij mensen met een hoog urinezuurgehalte significant hoger was dan bij mensen met een normaal urinezuurgehalte [SMD = 0.29, 95% BI = 0.24 tot 0.34, I2 = 33%].

De onderzoekers vonden in 6 studies dat de botdichtheid van de dijhals bij mensen met een hoog urinezuurgehalte significant hoger was dan bij mensen met een normaal urinezuurgehalte [SMD = 0.25, 95% BI = 0.16 tot 0.34, I2 = 71%].

De onderzoekers vonden in 3 studies dat een verhoging van het urinezuurgehalte met 1 standaarddeviatie, de kans op het krijgen van nieuwe fracturen signficant met 17% [HR = 0.83, 95% BI = 0.74 tot 0.92, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog urinezuurgehalte de botdichtheid verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Hyperuricemia protects against low bone mineral density, osteoporosis and fractures: a systematic review and meta-analysis by Veronese N, Carraro S, […], Cereda E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27636234

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en urinezuur.

Graanvezels via voeding verlagen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De afgelopen jaren zijn hart- en vaatziekten een aandachtspunt en een wereldwijd probleem geworden. Er zijn tegenstrijdige onderzoeken naar de relatie tussen de inname van volkoren of graanvezels en het risico op diabetes type 2 (suikerziekte type 2). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van graanvezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies en 1 patiënt-controle studie met in totaal 434903 deelnemers, waarvan 14728 mensen met suikerziekte type 2.
De gemiddelde follow-up duur was 12.6 jaar in de cohort studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van (volkoren)graanvezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 26% [gecombineerde RR = 0.74, 95% BI = 0.67 tot 0.82, I2 = 56.8%, p = 0.06] verlaagde.
Dit verlaagde risico was in de sensitiviteitsanalyses 32% [gecombineerde RR = 0.68, 95% BI = 0.64 tot 0.73, I2 = 0.0%, p = 0.452].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van (volkoren)graanvezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder mannen significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.49 tot 0.88] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van (volkoren)graanvezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder vrouwen significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.64 tot 0.77] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van (volkoren)graanvezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Whole grain and cereal fiber intake and the risk of type 2 diabetes: a meta-analysis by Wang Y, Duan Y, […], Jin Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6627783/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en graanvezels.
 

Dagelijks 1 portie groentes en fruit verlaagt heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de consumptie van groentes en fruit een beschermend effect lijkt te hebben op het botmetabolisme, blijft het effect op risico op fracturen onzeker. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van groentes en fruit de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies (met in totaal 225062 deelnemers (134365 vrouwen en 90697 mannen) van 50 jaar of ouder. De follow-up duur (de duur van de studie) varieerde tussen 2.8 en 20 jaar) en 4 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van minstens 1 portie groentes en fruit per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen bij mensen van 50 jaar of ouder significant met 8% [HR = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.98, I2 = 55.7%, p = 0.060] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat het eten van minstens 1 portie groentes en fruit per dag, de kans op het krijgen van fracturen bij mensen van 50 jaar of ouder significant met 10% [HR = 0.90, 95% BI = 0.86 tot 0.96, I2 = 24.9%, p = 0.249] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 4 RCT’s geen verband tussen de botresorptiemerker CTx (C-terminaal telopeptide vrijgekomen uit type I collageen) en consumptie van groente en fruit gedurende 3 maanden.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minstens 1 portie groentes en fruit per dag, de kans op het krijgen van (heup)fracturen bij mensen van 50 jaar of ouder verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruit and vegetable intake and bones: A systematic review and meta-analysis by Brondani JE, Comim FV, […], Premaor MO.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6544223/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groetes en fruit consumptie en ouderdom.

Patiënten met suikerziekte hebben baat bij voeding met een lage n-6/n-3 ratio

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een voeding met een lage n-6/n-3 ratio  de risicofactoren (zoals nuchter glucosegehalte, het HbA1c-gehalte, enz.) van suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio het nuchter suikergehalte niet verlaagde [WMD = 0.057 mmol/L, 95% BI = -0.090 tot 0.204 mmol/L].

De onderzoekers vonden dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio het nuchter insulinegehalte niet verlaagde [WMD = -0.757 mIU/L, 95% BI = -2.419 tot 0.904 mIU/L].

De onderzoekers vonden dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio de HOMA-IR waarde niet verlaagde [WMD = -0.201, 95% BI = -0.566 tot 0.165].

De onderzoekers vonden dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio het HbA1c-gehalte niet verlaagde [WMD = -0.063%, 95% BI = -0.061 tot 0.186%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een lage n-6/n-3 ratio het nuchter insulinegehalte onder Noord-Amerikanen significant verlaagde [WMD = -3.473 mIU/L, 95% BI = -5.760 tot -1.185 mIU/L].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio het nuchter insulinegehalte van mensen met suikerziekte significant verlaagde [WMD = -3.010 mIU/L, 95% BI = -5.371 tot -0.648 mIU/L].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio de HOMA-IR waarde van mensen met suikerziekte significant verlaagde [WMD = -0.460, 95% BI = -0.908 tot -0.012].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio gedurende minimaal 8 weken, het nuchter insulinegehalte significant verlaagde [WMD = -2.782 mIU/L, 95% BI = -4.946 tot -0.618 mIU/L].

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met suikerziekte baat hadden bij een voeding met een lage n-6/n-3 ratio gedurende minimaal 8 weken.

Oorspronkelijke titel:
Effect of low-ratio n-6/n-3 PUFA on blood glucose: a meta-analysis by Li N, Yue H, […], Xu T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31292599

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en n-6/n-3 ratio.

De n-6/n-3 ratio van een product kan opgezocht worden in de NEVO-tabel

Verzadigd vet verhoogt cognitieve stoornissen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associaties tussen de vetinname via voeding en de cognitieve functies zijn inconsistent en niet doorslaggevend. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van de verschillende vetsoorten en het krijgen van cognitieve stoornissen en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 23402 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met weinig, dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.02 tot 1.91] verhoogde.

De onderzoekers vonden vergeleken met weinig, dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 87% [RR = 1.87, 95% BI = 1.09 tot 3.20] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van zowel cognitieve stoornissen als de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Intake and Cognitive Function among Older Populations: A Systematic Review and Meta-Analysis by Cao GY, Li M, […], Xu B.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31062836

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over verzadigd vet en ziekte van Alzheimer.

Een dieet met veel verzadigd vet is een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet.
De makkelijkste manier om dit dieet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met meer dan 10 En% verzadigd vet.

Echter, de meest praktische manier om dit dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten. Deze  producten/maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.

Een dieet met weinig verzadigd vet is een dieet met maximaal 7 En% verzadigd vet.
7 En% verzadigd vet wil zeggen, dat het aantal gram verzadigd vet 7% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van het desbetreffende dieet.

Zinksupplementen verlagen suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel veel studies aangetoond hebben dat een lage zinkstatus (zinkgehalte in het lichaam) in verband wordt gbracht met het krijgen van diabetes (suikerziekte), zijn de vermeende effecten van zinksuppletie (het slikken van zinksupplementen) op de glykemische controle niet doorslaggevend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert het slikken van zinksupplementen de risicofactoren (zoals nuchter glucosegehalte, het HbA1c-gehalte, enz.) van suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s met in totaal 1700 deelnemers, verdeeld over 14 landen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen het nuchter glucosegehalte significant verlaagde [WMD = -14.15 mg/dL, 95% BI = -17.36 tot -10.93 mg/dL]. Het verlaagde effect was het grootst bij mensen met suikerziekte en bij anorganisch zinksupplement.

De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen het glucosegehalte 2 uur post prandiaal (2 uur na de maaltijd) significant verlaagde [WMD = -36.85 mg/dL, 95% BI = -62.05 tot -11.65 mg/dL].

De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen het nuchter insulinegehalte significant verlaagde [WMD = -1.82 mU/L, 95% BI = -3.10 tot -0.54 mU/L].

De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen de HOMA-IR waarde significant verlaagde [WMD = -0.73, 95% BI = -1.22 tot -0.24].

De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen het HbA1c-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.55%, 95% BI = -0.84 tot -0.27%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen het hooggevoelige CRP-gehalte (hooggevoelige C-reactieve proteïne) significant verlaagde [WMD = -1.31 mg/L, 95% BI = -2.05 tot -0.56 mg/L].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van zinksupplementen de risicofactoren van suikerziekte verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Zinc supplementation improves glycemic control for diabetes prevention and management: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Wang X, Wu W, [...], Wang F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31161192

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en zink.

Hoge eiwitconsumptie verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eiwitten in voeding, inclusief die verkregen uit dierlijke en plantaardige bronnen, zijn inconsistent gecorreleerd met het risico op het krijgen van diabetes mellitus type 2 (suikerziekte type 2). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van eiwit en het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 cohort studies met in totaal 487956 deelnemers, waarvan 38350 mensen met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge totale eiwit-inname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 10% [RR = 1.10, p = 0.006] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge dierlijk eiwit-inname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% [RR = 1.13, p = 0.013] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een matige plantaardig eiwit-inname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 6% [RR = 0.94, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge totale eiwit-inname als een hoge dierlijk eiwit-inname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogden. Terwijl een matige plantaardig eiwit-inname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary protein intake and subsequent risk of type 2 diabetes: a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Ye J, Yu Q, [...], Wang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30929078

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en eiwit.

Een dieet met een hoge eiwitconsumptie is een dieet met minimaal 35 En% eiwit. Deze producten uit de supermarkt bevatten minimaal 35 En% eiwit.
35 En% eiwit wil zeggen dat het aantal gram eiwit 35% bijdraagt aan het totale kcal van het dieet. Als het dieet 2000 kcal bevat, draagt 175 gram eiwit 35% bij aan deze 2000 kcal.
1 gram eiwit levert 4 kcal. Dus 175 gram eiwit levert 700 kcal en 700 kcal is 35% van 2000 kcal.

Een dieet met een matige eiwitconsumptie is een dieet met 20-25 En% eiwit. De makkelijkste manier om een dieet met een matige eiwitconsumptie te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden die ook 20-25 En% eiwit bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten 20-25 En% eiwit.
 

Probiotica en prebiotica verlagen onstekingen bij suikerpatiënten

Onderzoeksvraag:
De rol van de darmflora bij de behandeling van diabetes (suikerziekte) is aangetoond. Echter, verschillende lopende studies onderzoeken het effect van probiotica en prebiotica, die op grote schaal worden gebruikt voor het moduleren van de darmflora (de intestinale microbiota), op de inflammatoire factoren en indicatoren van oxidatieve stress bij suikerpatiënten laten tegenstrijdige bevindingen zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren het slikken van probiotica en prebiotica supplementen het gehalte van de hooggevoelige CRP (hooggevoelige C-reactieve proteïne) en het gehalte van de indicatoren van oxidatieve stress bij suikerpatiënten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 RCT’s met in totaal 1060 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen, het gehalte van de hooggevoelige C-reactieve proteïne van suikerpatiënten significant verlaagde [SMD = -0.38, 95% BI = -0.51 tot -0.24, p = 0.000].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen, het gehalte van de indicator van oxidatieve stress de malondialdehyde van suikerpatiënten significant verlaagde [SMD = -0.61, 95% BI = -0.89 tot -0.32, p = 0.000].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen, de Totale Antioxidatieve Capaciteit (TAC) van suikerpatiënten significant verhoogde [SMD = 0.31, 95% BI = 0.09 tot 0.52, p = 0.006].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen, het gehalte van stikstofmonoxide van suikerpatiënten significant verhoogde [SMD = 0.62, 95% BI = 0.25 tot 0.99, p = 0.001].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen, het gehalte van glutathione van suikerpatiënten significant verhoogde [SMD = 0.41, 95% BI = 0.26 tot 0.55, p = 0.000].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen zowel het gehalte van de hooggevoelige CRP (hooggevoelige C-reactieve proteïne) als het gehalte van de indicatoren van oxidatieve stress bij suikerpatiënten verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of probiotic and synbiotic supplementation on biomarkers of inflammation and oxidative stress in diabetic patients: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Zheng HJ, Guo J, [...], Wang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30794924

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en probiotica.

Oxidatieve stress is een stofwisselingstoestand, waarbij meer dan een normale fysiologische hoeveelheid reactieve zuurstofverbindingen (ROS - reactive oxygen species) in de cel gevormd wordt of aanwezig is. Oxidatieve stress kan leiden tot ontstekingen in het lichaam. Chronische ontstekingen kunnen leiden tot ziektes, zoals suikerziekte en hart- en vaatziekten. Antioxidanten kunnen ontstekingen in het licham remmen.

Onstekingen in het lichaam leiden tot een verhoogd gehalte aan hooggevoelige C-reactieve proteïne, een verhoogd gehalte aan malondialdehyde, een verlaagd gehalte aan Totale Antioxidatieve Capaciteit, een verlaagde gehalte aan stikstofmonoxide en een verlaagde gehalte aan glutathione.

 

Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende mechanismen verbinden een hoger totaal homocysteïnegehalte aan een hoger insulineresistentie en het risico op diabetes type 2 (suikerpatiënten type 2). Folaatsuppletie (het slikken van folaatsupplementen) wordt gezien als een manier om het homocysteïnegehalte te verlagen. Echter, gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) laten inconsistente resultaten op de insulineresistentie en de diabetes type 2 uitkomsten zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren folaatsupplementen (ook wel foliumzuursupplementen genoemd) de risicofactoren van diabetes type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCTs met in totaal 22250 deelnemers.
De heterogeniteit tussen de studies was laag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van foliumzuursupplementen het nucher insulinegehalte significant verlaagde [WMD = -13.47 pmol/L, 95% BI = -21.41 tot -5.53 pmol/L, p 0.001].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van foliumzuursupplementen de HOMA-IR waarde significant verlaagde [WMD = -0.57 punten, 95% BI = -0.76 tot -0.37 punten, p 0.0001].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van foliumzuursupplementen geen significant effect had op het nuchter glucosegehalte en het HbA1c-gehalte.

De onderzoekers vonden in 2 studies dat het slikken van foliumzuursupplementen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.80 tot 1.04, p = 0.16].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuursupplementen het nucher insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of folate supplementation on insulin sensitivity and type 2 diabetes: a meta-analysis of randomized controlled trials by Lind MV, Lauritzen L, [...], Eriksen JN.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30615110

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en foliumzuur.
 

Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is geen overtuigende informatie beschikbaar over het verband tussen de Totale Antioxidatieve Capaciteit (TAC) van voeding en het risico op sterfte en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding het risico op sterfte (mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies met een follow-up duur van 4.3-16.5 jaar met 38449 doden aan alle oorzaken (all-cause mortalliteit), 4470 doden aan kanker (kankermortaliteit) en 2841 doden aan hart- en vaatziekten (hart- en vaatziekten mortaliteit) onder in totaal 226297 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 38% [gecombineerrde effectengrootte = 0.62, 95% BI = 0.60-0.64] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding, de kans op doodgaan aan kanker significant met 19% [gecombineerrde effectengrootte = 0.81, 95% BI = 0.75-0.88] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 21% [gecombineerrde effectengrootte = 0.71, 95% BI = 0.63-0.82] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Ferric Reducing Ability of Plasma (FRAP), met 5 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 7% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Oxygen Radical Absorbance Capacity (ORAC), met 5 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de non-lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Ferric Reducing Ability of Plasma (FRAP), van 2 tot 12 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant verlaagde [p non lineair = 0.002].

De onderzoekers vonden in de non-lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Oxygen Radical Absorbance Capacity (ORAC), van 5 tot 11 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant verlaagde [p non-lineair 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding (oftewel een voeding met veel antioxidanten) de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken, kanker als hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary total antioxidant capacity and mortality from all causes, cardiovascular disease and cancer: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Parohan M, Anjom-Shoae J, […], Sadeghi O

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30756144

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/significant, antioxidanten en mortaliteit.

De Totale Antioxidatieve Capaciteit (TAC) van voeding van ieder voedingsmiddel wordt gemeten met behulp van de volgende vier analysemethoden:

  1. Ferric Reducing Ability of Plasma (FRAP)
  2. Oxygen Radical Absorbance Capacity (ORAC)
  3. Trolox Equivalent Antioxidant Capacity (TEAC) en
  4. Total Radical-trapping Antioxidant Parameter (TRAP).
     

Produkt

ORAC waarde per 100 gram

Kruidnagel

314.446

Kaneel

267.536

Oregano poeder

200.129

Geelwortel

159.277

Sorghum, bran (negergierst)

100.800

Cacao poeder, ongezoet

80.933

Basilicum (gedroogd)

67.556

Peper, zwart, poeder

27.618

Tijm, vers

27.426

Chili poeder

23.636

Chocolade, puur

20.823

Noten, pecan

17.940

Paprika poeder

17.919

Gember, rauw

14.840

Vlierbessen

14.697

Pepermunt, vers

13.978

Oregano, vers

13.970

Noten, walnoten

13.541

Noten, hazelnoten

9.645

Cranberries, rauw

9.584

Artichok (gekookt)

9.416

Bonen, kidney, rauw

8.459

Bonen, zwart, rauw

8.040

Noten, pistache

7.983

Linzen, rauw

7.282

Agave (gedroogd)

7.274

Appels (gedroogd)

6.681

Knoflookpoeder

6.665

Bessen, blauwe

6.552

Pruimen, gedroogd

6.552

Bessen, zwarte

5.347

Knoflook, rauw

5.346

Koriander, rauw

5141

Frambozen

4.882

Basilicum (vers)

4.805

Noten, amandelen

4.454

Appels – Granny Smith

3.898

Dadels, Medjool

3.895

Rode wijn

3.873

Wijn, rood

3.873

Vijgen

3.383

Kersen

3.365

Kruisbessen

3.277

Pinda’s, rauw

3.166

Rozijnen

3.037

Appels – Red Delicious

2.936

Appels – Gala

2.828

Appels – Golden Delicious

2.670

Appels – Fuji

2.589

Broccoli, gekookt

2.386

Sla, rood

2.380

Asperge

2.150

Brood, roggebrood

1.963

Cashewnoten

1.948

Avocado

1.933

Sinasappels, navels

1.819

Peer

1.814

Bieten, Rood, rauw

1.767

Noten, macademia

1.695

Mandarijnen

1.620

Grapefruit

1.548

Uien, rood, rauw

1.521

Sla, groen

1.447

Brood, 7 granen

1.421

Noten, para

1.419

Broccoli, rauw

1362

Citroensap

1.225

Kiwi, gold

1.210

Olijfolie

1.150

Abrikozen

1.115

Uien,rauw

1.034

Mango

1.002

Pepers, oranje

984

Aubergine, rauw

933

Kiwi

882

Banaan

879

Pepers, rood

847

Bloemkool, rauw

829

Wortels, rauw

666

Bloemkool, gekookt

620

Pepers, groen

615

Tomaat, vers

546

Bleekselderij, rauw

497

Sla, ijsberg

438

Wortels baby, rauw

436

Wijn, wit

392

Ananas

385

Wortels, gekookt

317

Aubergine, gekookt

245

Bonen, lima, rauw

243

Komkommer

214

 

Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische bewijzen met betrekking tot het verband tussen lichamelijke activiteit en het risico op het krijgen van longkanker zijn nog steeds controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het uitvoeren van lichamelijke activiteiten de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies met in totaal 2965811 deelnemers, waarvan 31807 mensen met longkanker.

De onderzoekspopulatie bestond uit volwassenen met een leeftijd van boven 18 jaar.
De meeste studies werden gecorrigeerd voor grote verstorende factoren (=adjusted for major confounders) zoals leeftijd, geslacht, rookstatus en body mass index, etc.

De studies waren goed opgezet met een gemiddelde score van 8.

Er was sprake van een kleine aanwijzing op publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.77 tot 0.90, I2 = 62.6%, p 0.001] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij vrouwen significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij mannen significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.73 tot 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij rokers significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.97] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant bij niet rokers [RR = 0.95, 95% BI = 0.88 tot 1.03].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.97 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in studies waarbij niet gecorrigeerd werd voor de voedingsfactoren (zoals energieinname) dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.71 tot 0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor de voedingsfactoren (zoals energieinname) dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Physical Activity and Lower Risk of Lung Cancer: A Meta-Analysis of Cohort Studies by Liu Y, Li Y, [...], Fan XX.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6349707/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding en kanker.

Dagelijks 500 mg vitamine C via voeding verlaagt oogziekte leeftijdsgebonden cataract

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bestaande studies suggereren dat vitamines en carotenoïden kunnen worden geassocieerd met een verminderd risico op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract (grijze staar). Echter, een kwantitatieve samenvatting van deze associatie ontbreekt. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamines en carotenoïden (beta-caroteen, luteïne en zeaxanthine) de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s en 12 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine A, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.71 tot 0.92, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine C, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.72 tot 0.88, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine E, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 1.00, p = 0.049] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van beta-caroteen, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.99, p = 0.023] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van luteïne of zeaxanthine, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.75 tot 0.89, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract [RR = 0.97, 95% BI = 0.91 tot 1.03, p = 0.262].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.91 tot 1.03 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het slikken van beta-caroteen supplementen en de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract [RR = 0.99, 95% BI = 0.92 tot 1.07, p = 0.820].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 10 mg luteïne of zeaxanthine per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.67 tot 0.80, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 500 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.74 tot 0.91, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 5 mg beta-caroteen per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.88 tot 0.96, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 5 mg vitamine A per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 tot 0.98, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vitamine A (minimaal 5 mg per dag), vitamine C (minimaal 500 mg per dag), vitamine E, beta-caroteen (minimaal 5 mg per dag) en luteïne of zeaxanthine (minimaal 10 mg per dag), de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary vitamin and carotenoid intake and risk of age-related cataract by Jiang H, Yin Y, […], Ma L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30624584

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamines, carotenoïden en ouderdom
 

Suikerpatiënten type 2 hebben baat bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bewijs uit gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) suggereert dat viskeuze voedingsvezels gunstige effecten kunnen hebben op de glykemische controle en dus op een verbeterd risicoprofiel voor hart- en vaatziekten. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben suikerpatiënten type 2 baat bij viskeuze voedingsvezelssupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s (van minstens 3 weken) met in totaal 1394 deelnemers.

De gemiddelde dosering van de viskeuze voedingsvezels was 13.1 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen het HbA1c-gehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.58% [MD = -0.58%, 95% BI = -0.88 tot -0.28, p = 0.0002] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen het nuchter bloedsuikergehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.82 mmol/L [MD = -0.82 mmol/L, 95% BI = -1.32 tot -0.31, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen de HOMA-IR waarde van suikerpatiënten type 2 significant met 1.89 punten [MD = -1.89, 95% BI = -3.45 tot -0.33, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat suikerpatiënten type 2 baat hadden bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen per dag gedurende minstens 3 weken.

Oorspronkelijke titel:
Should Viscous Fiber Supplements Be Considered in Diabetes Control? Results From a Systematic Review and Meta-analysis of Randomized Controlled Trials by Jovanovski E, Khayyat R, […], Vuksan V.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30617143

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en voedingsvezels.