Voeding en gezondheid

Suikerziekte

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar suikerziekte: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2022:

  1. Dagelijks 500 mg flavonoïden via voeding verlaagt hart- en vaatziekte, suikerziekte en een hoge bloeddruk
  2. Vitamine D-tekort verhoogt blindheid bij mensen met suikerziekte
  3. Dagelijks 50 mg amandelen verlagen causaal slecht cholesterol bij mensen met suikerziekte type 2
  4. Gembersupplementen verlagen nuchter bloedsuikergehalte van patiënten met suikerziekte type 2

2021:

  1. Veel carotenoïden via voeding verlagen suikerziekte type 2
  2. Zoutverlaging verlaagt causaal bloeddruk bij mensen met suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 80 gram aardappelen verhogen suikerziekte type 2
  4. Vitamine C supplementen verlagen cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2
  5. Spirulina supplementen verlagen nuchter bloedglucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2
  6. Druiven verlagen causaal HOMA-IR waarde bij volwassenen
  7. Chromiumsupplementen verhogen goed cholesterol van mensen met suikerziekte type 2
  8. L-arginine supplementen verlagen niet suikerziekte bij volwassenen
  9. 1.5 g/d knoflooksupplementen verhogen adiponectinegehalte bij mensen onder 30 jaar
  10. Veel pindakaas verlaagt mogelijk suikerziekte type 2
  11. Dieet met <30 En% koolhydraten verhoogt causaal adiponectinegehalte bij volwassenen
  12. Dagelijks 1.5 g EPA + DHA verbetert insulinegevoeligheid bij kinderen
  13. Vitamine C supplementen verlagen mogelijk bloeddruk bij patiënten met suikerziekte type 2
  14. Suikerziekte type 1 verlaagt botmineraaldichtheid bij kinderen en adolescenten

2020:

  1. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  2. Vitamine B3-supplementen verlagen slecht cholesterol van patiënten met suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 8.4 tot 10 gram inulinesupplementen voor 8 weken verlagen suikerziekte type 2
  4. Zuurbessen verlagen insulinegehalte
  5. Dagelijks 40 gram soja consumptie gedurende 12 weken verhoogt het IGF-1 gehalte
  6. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  7. Dagelijks 100 gram (rood)vlees verhoogt suikeziekte type 2
  8. Probiotica verlagen hart- en vaatziekte
  9. Psylliumvezel verlaagt slecht cholesterol bij mensen met suikerziekte
  10. Tofu verlaagt suikerziekte type 2
  11. Obesitas verhoogt dementie

2019:

  1. Veel zink via voeding verlaagt suikerziekte type 2
  2. 100 mg magnesium verlaagt suikerziekte type 2
  3. Pinda’s verlagen het nuchter insulinegehalte
  4. Vetarme zuivelproducten verlagen buikomtrek en lichaamsgewicht
  5. Graanvezels via voeding verlagen suikerziekte type 2
  6. Patiënten met suikerziekte hebben baat bij voeding met een lage n-6/n-3 ratio
  7. Zinksupplementen verlagen suikerziekte
  8. Hoge eiwitconsumptie verhoogt suikerziekte type 2
  9. Probiotica en prebiotica verlagen onstekingen bij suikerpatiënten
  10. Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte
  11. Suikerpatiënten type 2 hebben baat bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen

2018:

  1. 88 µg vitamine D per dag verlaagt suikerziekte type 2
  2. 1 portie aardappelen per dag verhoogt suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 150 gram friet verhoogt suikerziekte type 2
  4. Knoflook verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte
  5. Gembersupplementen verlagen lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas
  6. Dagelijks veel granenvezels verlaagt mogelijk suikerziekte type 2
  7. Een voeding met 6 En% plantaardig eiwit verlaagt suikerziekte type 2
  8. Minimaal 550 mg flavonoïden per dag verlaagt suikerziekte type 2
  9. Vetrijk dieet verhoogt suikerziekte type 2
  10. Foliumzuursupplementen verlagen het nuchter glucosegehalte
  11. Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij lage GI-diëten
  12. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte type 2
  13. 3 gram L-carnitinesupplementen verlagen het leptinegehalte van suikerpatiënten

2017:

  1. Een hoog kaliumgehalte in het bloed verlaagt suikerziekte type 2
  2. Granaatappelsupplementen verlagen niet suikerziekte
  3. Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij een koolhydratenarm dieet
  4. Een dieet met 4.4 gram alfa-linoleenzuur gedurende 3 maanden verlaagt niet suikerziekte type 2
  5. Vetegarisch dieet verlaagt suikerziekte type 2
  6. Wekelijks 30-180 gram chocolade verlaagt hart- en vaatziekten en suikerziekte
  7. Probiotica-supplementen verlagen bloedglucosegehalte van suikerpatiënten type 2
  8. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  9. Olijfolie verlaagt suikerziekte type 2
  10. Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij een dieet met minder 45 En% koolhydraten
  11. Vitamine C-supplementen gedurende minimaal 30 dagen verlaagt het glucosegehalte van suikerpatiënten type 2
  12. Magnesiumsupplementen verlagen hart- en vaatziekten onder suikerpatiënten type 2
  13. Appels en peren verlagen suikerziekte type 2
  14. Een laag folaat- en vitamine B12-gehalte verhogen zenuwpijn bij suikerpatiënten type 2
  15. Vitamine C en D verlagen de bloeddruk van suikerpatiënten type 2

2016:

  1. Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2
  2. Suikerziekte verhoogt borstkanker onder vrouwen
  3. Probiotica verlagen het nuchter glucosegehalte van suikerpatiënten
  4. Flavanolen uit cacao verlagen hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2
  5. Suikerziekte type 2 verhoogt mogelijk dikke darmkanker
  6. Dagelijks 260 mg co-enzym Q10 supplementen verlagen het nuchter glucosegehalte
  7. Dagelijks 1-6 gram EPA + DHA verlaagt mogelijk ontstekingen in mensen met suikerziekte type 2
  8. Een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten verhoogt suikerziekte type 2
  9. Minimaal 17 gram bessen per dag verlaagt suikerziekte type 2
  10. Magnesiumsupplementen verlagen  het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte
  11. Soja-eiwitten verlagen nuchter glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2
  12. Minimaal 8 weken probiotica verlaagt suikerziekte type 2
  13. Dagelijks 1 portie suikergezoete dranken verhoogt suikerziekte type 2
  14. Magnesiumsupplementen gedurende 4 maanden of langer verlagen het nuchter glucosegehalte
  15. Een seleniumbloedwaarde tussen 97.5 en 132.5 μg/L verlaagt suikerziekte type 2
  16. Suikerpatiënten type 2 hebben een laag vitamine D-bloedgehalte
  17. Suikerziekte type 2 verhoogt de ziekte van Parkinson
  18. Dagelijks 2-3 glazen wijn verlaagt suikerziekte type 2
  19. Isoflavonen verlagen suikerziekte type 2 bij menopauzale vrouwen
  20. Vitamine D-supplementen verlaagt bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2
  21. Een lichte tot matige alcoholconsumptie verlaagt suikerziekte type 2
  22. Krachttraining verlaagt systolische bloeddruk van mensen met het metabole syndroom
  23. Patiënten met suikerziekte type 2 hebben alleen baat bij het slikken van chromium afkomstig van biergist
  24. Een laag vet-dieet of een laag koolhydraten-dieet verlaagt gewichtsverlies
  25. Minimaal 3 eieren per week verhoogt suikerziekte type 2 onder Amerikanen
  26. Veel bessen, donkergroene bladgroenten en kruisbloemige groenten verlaagt suikerziekte type 2
  27. Veel kruisbloemige groenten verlaagt suikerziekte type 2
  28. 2.5-3.5 gram haver beta-glucanen gedurende 3 tot 8 weken verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte type 2

2015:

  1. Suikerpatiënten hebben mogelijk baat bij plantaardig eiwit
  2. Dagelijks 50 gram bewerkt vlees verhoogt het nuchter glucosegehalte bij mensen met overgewicht
  3. Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt suikerziekte type 2

2014:

  1. Dagelijks 1 portie fruit verlaagt suikerziekte type 2
  2. Vitamine D-supplementen verlaagt niet suikerziekte type 2
  3. Minstens 200 gram fruit per dag verlaagt suikerziekte type 2
  4. Dagelijks 330 ml frisdrank verhoogt suikerziekte type 2
  5. Havermout verlaagt het nuchter insulinegehalte
  6. Matig alcoholgebruik verbetert de insulinegevoeligheid bij vrouwen
  7. Een hoge inname van suikergezoete vruchtensap verhoogt suikerziekte type 2
  8. 1-6 kopjes koffie per dag verlagen suikerziekte type 2 
  9. Minstens 25 gram vezels per dag verlaagt suikerziekte type 2

2013:

  1. Zinksupplementen verlagen het nuchter bloedsuikergehalte
  2. Een kransslagader calcium score boven 10 verhoogt hart- en vaatziekten onder patiënten met suikerziekte type 2
  3. Een vitamine D-bloedwaarde lager dan 50 nmol/L tijdens de zwangerschap verhoogt pre-eclampsie, zwangerschapdiabetes, een vroeggeboorte en een SGA-baby
  4. Een hoog vitamine D bloedniveau verlaagt suikerziekte type 2
  5. Dagelijks 50 mg magnesium via voeding verlaagt het nuchter glucose- en insulinegehalte
  6. 250 mcg chromiumsupplementen verlaagt het nuchter bloedsuikerniveau van suikerpatiënten type 2
  7. Visoliesupplementen verlagen mogelijk suikerziekte type 2
  8. 12 weken groene thee of langer verlaagt het nuchter bloedsuikergehalte
  9. Veel flavonoïden via voeding verlaagt suikerziekte type 2
  10. Mensen met suikerziekte hebben baat bij een koolhydratenarm-, eiwitrijk-, Mediterraan- of een laag GI-dieet
  11. Heemijzer verhoogt suikerziekte type 2
  12. Meer dan 95 gram suikers per 2000 kcal verhoogt suikerziekte type 2
  13. Een verhoogde CRP- en IL-6-bloedconcentratie verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2

2012:

  1. Witte rijst verhoogt de kans op suikerziekte type 2
  2. Suikerziektepatiënten type 2 hebben baat bij vezelinname
  3. Een hoog ferritinegehalte en een hoge heem-ijzerinname verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2
  4. Koffie verlaagt de kans op suikerziekte type 2
  5. Geen verband tussen transvetzuren en de suikerhuishouding
  6. Foliumzuursupplementen verlagen het homocysteïnegehalte bij mensen met suikerziekte type 2
  7. Suikerziekte verhoogt de kans op primaire leverkanker

2010:

  1. Donkergroene bladgroenten verlagen mogelijk de kans op het krijgen van suikerziekte type 2

2009:

  1. Peulvruchten verlagen mogelijk de bloedsuikerwaarden in mensen met of zonder suikerziekte

2008:

  1. Een GI-voeding van 58 verhoogt suikerziekte type 2 en borstkanker

XXXXXXXXXXXXXXXX

De bloedsuikerspiegel (bloedglucosegehalte) van het lichaam wordt geregeld door het hormoon insuline, dat gemaakt wordt in de eilandjes van Langerhans van de alvleesklier.
Insuline zorgt ervoor dat het bloedsuikergehalte gedurende de dag binnen de bepaalde grenzen blijft. Bij gezonde mensen ligt het bloedsuikergehalte tussen 4 tot 6 millimol per liter (nuchter) en 9 millimol per liter (na een maaltijd).
Wanneer na het eten het bloedsuikerspiegel stijgt, maakt de alvleesklier veel insuline aan. Door de hoge hoeveelheid insuline daalt het bloedsuikerspiegel en zo houdt het lichaam de bloedsuikerspiegel binnen de grens van 4 tot 6 millimol per liter.

Suikerziekte is eigenlijk een misleidende naam want in principe wordt suikerziekte niet veroorzaakt door de (hoge) consumptie van suiker. Bij suikerziekte kan het lichaam het bloedsuikergehalte namelijk niet meer in evenwicht (tussen 4 en 6 millimol per liter) houden. Het nuchter bloedsuikergehalte van suikerpatiënten ligt daardoor boven 8 millimol per liter.
De medische term voor suikerziekte is diabetes mellitus. Diabetes mellitus is Latijn voor honingzoete doorstroming. De naam is ontleend aan één van de belangrijkste verschijnselen bij diabetes, namelijk de productie van grote hoeveelheden zoete urine. De zoete urine is het gevolg van een te hoge concentratie van suiker in het bloed. Door het verwijderen van suiker via de urine probeert het lichaam de hoge bloedsuikerspiegel te verlagen. Dit verklaart waarom suikerpatiënten vaak naar de toilet moeten. Een langdurig hoger suikergehalte in het bloed, wat bij suikerziekte vaak het geval is, kan nier-, oog- en voetproblemen geven; de genaamde diabetes complicaties.

Suikerziekte is een chronische stofwisselingsziekte waarbij het suikergehalte in het bloed verhoogd is. Suikerziekte kan in 2 typen worden ingedeeld: type 1 en type 2.
Bij suikerziekte type 1 kan het lichaam niet goed of niet meer insuline produceren. Suikerziekte type 1 komt veel voor bij jongeren en kinderen, maar is in het algemeen een vorm die minder vaak voorkomt dan type 2. Suikerziekte type 1 is ongeneesbaar en de precieze oorzaak is vaak onbekend. Suikerziekte type 1 wordt ook insuline-afhankelijke diabetes mellitus genoemd.
Bij suikerziekte type 2 reageert het lichaam niet meer goed op de insuline. Suikerziekte type 2 komt voornamelijk voor bij ouderen en bij mensen met overgewicht (BMI>25). De behandeling van suikerziekte type 2 bestaat in de eerste instantie uit dieetadviezen in combinatie met het bereiken van een gezond gewicht (BMI = 18.5-25). In tegenstelling tot type 1 is type 2 geneesbaar. Suikerziekte type 2 wordt ook niet-insuline-afhankelijke diabetes mellitus genoemd.
Aangezien suikerziekte type 1 en type 2 níet dezelfde oorzaken hebben, worden ze heel verschillend van elkaar behandeld. Terwijl de behandeling van type 2 voornamelijk uit voedingsadviezen in combinatie met afvallen bestaat, bestaat de behandeling van type 1 voornamelijk uit het toedienen van insuline of het transplanteren van de alvleesklier.

Dit zijn de gevolgen waar veel suikerpatiënten mee te maken kunnen krijgen:

  • Amputatie van ledematen
  • Depressie
  • Hart- en vaatziekten
  • Huidproblemen
  • Maag- en darmenproblemen
  • Nieraandoeningen
  • Oogaandoeningen
  • Problemen aan de gewrichten
  • Problemen met de hersenen
  • Seksualiteitsproblemen
  • Voetproblemen
  • Zenuwenaandoeningen

Suikerziekte kan vastgesteld worden aan de hand van de volgene biomerkers (stof die door een verhoging of verlaging in het bloed/lichaam een indicator is van een bepaalde ziekte):

  • HOMA-IR test. Bij deze test wordt de nuchtere serum glucoseconcentratie vermenigvuldigd met de nuchtere serum insulineconcentratie en gedeeld door 22.5. Er is sprake van insulineresistentie bij een waarde groter dan 2.71.
    Suikerpatiënten hebben een HOMA-IR waarde boven 2.71.
  • Nuchter bloedsuikerspiegel. De bloedglucosespiegel (glykemie, suikerspiegel, suikergehalte) is een maat voor de hoeveelheid glucose die opgelost is in het bloed en wordt uitgedrukt in millimol per liter (mmol/l). Een normale nuchtere waarde (acht uur daarvoor niets gegeten of gedronken behalve water) ligt tussen de 4.0 en de 6.0 mmol/L.
    Suikerpatiënten hebben een nuchter bloedglucosespiegel boven 6.0 mmol/L.
  • HbA1c-gehalte. Rode bloedcellen in het lichaam hebben een levensduur van 2-3 maanden. Het HbA1c (of glyHb) geeft het percentage rode cellen aan waaraan glucose is geplakt en weerspiegelt dus het gemiddelde glucosegehalte in de voorafgaande 2-3 maanden. Het HbA1c-gehalte in het bloed wordt vooral gebruikt om te beoordelen of mensen met suikerziekte goed worden behandeld of niet.
    Suikerpatiënten hebben een HbA1c-gehalte boven 7%.
  • De albumine/kreatinine ratio is de verhouding tussen de hoeveelheid albumine en de hoeveelheid kreatinine die is uitgescheiden in een urine portie. Met deze bepalingen wordt het risico op het ontwikkelen van een nierziekte of een hart- en vaatziekte ingeschat en vervolgd bij met name suikerpatiënten.
  • Adiponectine is een eiwit dat door gezonde vetcellen wordt afgescheiden. Het remt de eetlust en verbetert de werking van insuline waardoor spierweefsel meer energie kan opnemen.
    Bij de mensen met overgewicht (BMI>25) is de adiponectine-gehalte in het bloed lager dan bij de mensen met een normaal gewicht. Een lager adiponectine-gehalte wordt geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Suikerpatiënten hebben een verminderde insulinegevoeligheid.
 GoedAanvaardbaarSuikerziekte type 2
Nuchter glucosegehalte (mmol/l)4-77 - 8> 8
Glucose 2 uur post prandiaal (mmol/l)< 99 - 10> 10
HbA1c-gehalte (%)< 77 - 8.5> 8.5

Voedingsadviezen bij suikerziekte:

  • Kies voor producten die minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, voor producten met maximaal 30 En% vet, voor producten met maximaal 7 En% verzadigde vet, voor producten met 10-20 En% eiwit, voor producten met maximaal 10 En% eenvoudige suikers en voor producten met een laag GI-getal (55 of lager) oftewel een dagelijkse voeding met:

    10-20 En% eiwit, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal, maximaal 10 En% eenvoudige suikers en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
     
  • Streef naar een gezond gewicht. Een gezond gewicht heeft een BMI van 18.5-25. BMI is gewicht gedeeld door lengte in kwadraat oftewel gewicht (kg)/lengte2 (m).
  • Minimaal 60-90 minuten per dag besteden aan lichaamsbeweging of minimaal 10.000 stappen per dag.
  • Eet minimaal 3 keer per week vette vis. Vette vis bevat meer EPA en DHA dan niet-vette vis.
  • Eet ten minste 200 gram groente en ten minste 200 gram  fruit per dag oftewel 30-40 gram voedingsvezels per dag.
  • Eet veel volkorenproducten, zoals bruinbrood en havermout en peulvruchten.
  • Beperk tot 1-2 glazen alcohol voor mannen en 0-1 glas voor vrouwen per dag oftewel <20 gram alcohol per dag.

Sportvoeding

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen sporten en het voorkomen van ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2021:

  1. Stoeloefeningen zorgen voor krachtbehoud bij ouderen
  2. Argininesupplementen als L-arginine verhogen maximale zuurstofopname bij gezonde personen
  3. Wei-eiwitsupplementen verhogen spiermassa bij volwassenen
  4. Zure kers supplementen verbeteren herstel na zware inspanning
  5. 3 keer per week 30-60 minuten aërobe training met een matige intensiteit verlaagt causaal buikvet

2020:

  1. Geen verschil tusssen krachttraining met hoge belasting en lage belasting op botmineraaldichtheid
  2. 1.5-2 gram arginine per dag gedurende 4-7 weken verhogen sportprestaties
  3. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  4. Eiwittensupplementen verhogen vetvrije massa bij ouderen
  5. Whole body vibration training verhoogt botdichtheid bij postmenopauzale vrouwen

2019:

  1. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte
  2. Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade
  3. Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten
  4. 3 mg creatine/kg/dag gedurende 14 dagen bevordert anaërobe prestaties van voetballers
  5. Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

2018:

  1. 1 tot 6 gram taurinesupplementen per dag verbeteren het uithoudingsvermogen

2017:

  1. Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30
  2. Dagelijks 688 mg polyfenolen gedurende minimaal 7 dagen verbetert de sportprestatie
  3. Lopen verlaagt dementie onder ouderen

2016:

  1. Lichamelijke activiteit verlaagt maagkanker onder mannen en Aziaten
  2. Regelmatige lichamelijke activiteiten verlaagt ziekte van Alzheimer
  3. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  4. Creatinesupplementen verbetert de krachtprestatie geleverd door de bovenste ledematen
  5. Veel lichamelijke activiteiten verlaagt galstenen
  6. Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen
  7. Lichamelijke acitviteiten verlagen ontstekingen in het lichaam

2013:

  1. Lycopeensupplementen verlichten mogelijk de oxidatieve stress
  2. 500-2000 mg vitamine C verlaagt mogelijk inspanningsastma
  3. 200 mg vitamine C per dag verlaagt de kans op een verkoudheid bij sporters

2012:

  1. Een hoog lichamelijk activiteitsniveau verlaagt mogelijk astma
  2. 200-1000 mg vitamine C per dag verlaagt de oxidatieve stress
  3. Beter opgezette studies naar de werking van sportproducten zijn nodig
  4. Het effect van energiedranken op kwaliteit van leven en welzijn is dubbelzinnig

XXXXXXXXXXXXX

Sporters die gezond en gevarieerd eten, hebben geen vitamine- en mineralensupplementen nodig. Vitamine- en mineralensupplementen kunnen de sportprestaties niet direct verhogen. Ze kunnen wel de herstelperiode tussen de trainingen door verkorten.

Wanneer u toch voedingssupplementen slikt, dan is het goed om te weten, dat:

  • De werking afhankelijk is van de dosering én de duur.
  • De opname nooit 100% is. Zo is de opname van L-carnitinesupplement 15-20%. Dat wil zeggen wanneer u 300 mg L-carnitine slikt, dan heeft het lichaam slechts 45-60 mg opgenomen. De fabrikant is niet wettelijk verplicht te vermelden hoeveel van een voedingssupplement uiteindelijk in het lichaam wordt opgenomen.
  • Voedingssupplementen niet altijd dopingvrij zijn.
  • Vitamines en mineralen de sportprestaties niet direct maar indirect verhogen. Het slikken van vitamines en mineralen kunnen namelijk de herstelperiode verkorten.
  • De werking is pás echt wanneer een positieve conclusie gevonden is in een overzichtsartikel van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde, dubbelblinde humane studies of wanneer de claim goedgekeurd is door de EFSA.
  • NOC*NSF de werking van een aantal voedingsupplementen goedgekeurd heeft.

Slik tijdens het sporten geen supplementen. Ze beïnvloeden namelijk de sportprestaties nadelig.

Het is wetenschappelijk bewezen dat water, suiker, creatine en cafeïne-inname tijdens het sporten de sportprestaties verhogen.

Voeding met minder dan 55 En% koolhydraten en/of minder 20 En% vet heeft nadelige invloed op de sportprestaties.

Bij een koolhydraatarme voeding (<5 gram  koolhydraten per kg lichaamsgewicht) kan het 2-3 dagen duren voordat het glycogeenvoorraad ná het sporten weer op het oude niveau is.

Opbouw van het glycogeen- en creatinevoorraad:
Tijdens het sporten halen sporters voornamelijk energie uit koolhydraten die als glycogeen in het lichaam worden opgeslagen. Voor de sporttak die in zeer korte tijd heel veel energie nodig heeft, is creatine ook een belangrijke energieleverancier. Daarom wordt aangeraden kort een wedstrijd het glycogeen- en creatinevoorraad op te bouwen.

Sinds 2016 gelden de volgende richtlijnen:

  1. Bij het sporten langer dan 90 minuten moeten sporters 10-12 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per dag tot zich nemen gedurende 36-48 uur voor de wedstrijd.
  2. Bij het sporten korter dan 90 minuten moeten sporters 7-12 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per dag tot zich nemen gedurende 24 uur voor de wedstrijd.

Het aanleggen van het creatinevoorraad in het lichaam gebeurt in 2 fasen: de ladings- en onderhoudsfase. Creatine kan het best worden ingenomen met koolhydraten. De 2 manieren om het creatinevoorraad aan te leggen zijn:

  1. 0.3 gram creatine per kg lichaamsgewicht per dag (5-7 gram creatine per keer met een interval van 3-4 uur) en dat 3-7 dagen lang. Daarna 3-5 gram creatine per dag voor 4-10 weken lang.
  2. 2-3 gram creatine per dag en dat 30 dagen lang.

De glycogeenresynthese (het weer aanvullen van het glycogeenvoorraad na het sporten) verloopt het snelste binnen 30-60 minuten na het sporten. De snelheid van de glycogeenresynthese bereikt haar maximum bij 0.8 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per uur.

Tijdens 24-48 uur na het sporten vindt de spier- en botopbouw plaats.

Het is een misvatting dat isotone sportdrank sneller wordt opgenomen dan hypotone sportdrank. Het suikergehalte en het type suiker blijken van essentiële betekenis te zijn.

Rehydratiedranken dienen een osmolaliteit van beneden 500 mOsm/l te hebben, bij voorkeur beneden 300 en een suikergehalte van 40-80 gram per liter. Rehydratie is het aanvullen van vocht tijdens een fysieke inspanning.

Isotone sportdrank heeft een osmolaliteit van rond 300 mOsm/l en een suikergehalte van 40-80 gram per liter. Tijdens het sporten wordt de voorkeur gegeven aan isotone sportdrank en wordt hypertone sportdrank (>80 gram suiker per liter) afgeraden. De osmolaliteit van ons bloed is ongeveer 275-300 mOsm/l.

Sportdranken met 40-80 gram koolhydraten en 280-660 mg natrium per liter wordt het snelst in het lichaam opgenomen. Dit is de ideale isotone sportdrank. Sportdrank is aan te raden bij het matige sporten langer dan 60-90 minuten.

Een sportdrank oftewel dorstlesser bevat 40-80 gram suiker per liter. Een sportenergiedrank bevat meer dan 80 gram suiker per liter. Het bevat naast suiker ook vaak cafeïne, taurine en koolzuurgas.

Er wordt internationaal aanbevolen om tijdens het sporten per 15 minuten 250 ml vocht (oftewel 1000 ml vocht per uur) in te nemen om zo uitdroging te voorkomen, maar ook om de sportprestaties op peil te kunnen houden. Verder is het een wetenschappelijk feit dat het lichaam maximaal 60 gram koolhydraten per uur kan afbreken om daaruit energie voor het sporten te halen.

Wanneer u zich tijdens het sporten energiek voelt, betekent dat u genoeg koolhydraten hebt gegeten.

Het beste is om tussen de 2 en 4 uur voor het sporten te eten.

Pap in de benen duidt op uitputting van het glycogeen.

De dagelijkse eiwitbehoefte van een sporter kan als volgt berekend worden:
Dagelijkse eiwitbehoefte = vetvrije massa (VVM) x 2.75.

De ruststofwisseling (RMR) van een sporter kan als volgt berekend worden:
RMR (Kcal/d) = (11.797 x gewicht in kg) + (6.487 x lengte in cm) - (5.180 x leeftijd) + (186.017 x geslacht (man = 1, vrouw = 0)) - 139.444.

De veel voorkomende nutriëntentekorten onder sporters zijn calcium-, vitamine D- en ijzer-tekort (vaak onder vrouwelijke sporters).

Hoe ziet de energieverdeling tijdens het sporten eruit?




Voedingsadviezen bij het sporten:

  • De laatste maaltijd moet 2-4 uur voor het sporten genuttigd zijn.
  • Professionele sporters worden aangeraden te kiezen voor producten met 60-70 En% (minimaal 55 En%) koolhydraten, voor producten met 20-30 En% vet en voor producten met 15-25 En% eiwit oftewel een dagelijkse voeding met:

    15-25 En% eiwit, 20-30 En% vet, maximaal 10 En% verzadigd vet, maximaal 0.5 gram natrium per 100 gram (100 ml), minimaal 25 En% eenvoudige suikers, minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal en 60-70 En% (minimaal 55 En%) koolhydraten.
     
  • Slik voedingssupplementen alleen onder deskundige begeleiding!
  • 0.5 mg vitamine B1 per 1000 kcal.
  • 0.6 mg vitamine B2 per 1000 kcal.
  • 0.02 milligram vitamine B6 per gram geconsumeerd eiwit.
  • De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is 6 mg magnesium per kg lichaamsgewicht.
  • De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is 5-7 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per dag en 8-10 gram koolhyrdaten per kg lichaamsgewicht tijdens de tapering-off periode.
  • De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid eiwitten voor sporters is 1.2-1.8 gram per kg lichaamsgewicht en voor krachtsporters is dat 1.5 gram per kg lichaamsgewicht tijdens de onderhoudsfase en 2.0 gram per kg lichaamsgewicht tijdens de opbouwfase.
  • De ruststofwisseling kan berekend worden met de volgende formule:
    Ruststofwisseling (kcal/d) = (11.797 x gewicht in kg) + (6.487 x lengte in cm) – (5.180 x leeftijd) + (186.017 x geslacht) – 139.444.
    Bij geslacht moet bij mannen een 1 worden ingevuld en bij vrouwen een 0.

Voor het sporten:

  • Drink de laatste 2 uur voor de wedstrijd 500-1000 ml vocht.
  • 5-30 minuten vóór het sporten 50 gram koolhydraten innemen.
  • Neem 10 gram eiwit vlak voor het sporten in want het bevordert de herstel van  de spierschade.
  • Drink de laatste 3-5 minuten voor de inspanning 150-300 ml water of dorstlesser. Dit heet prehydratie.

Tijdens het sporten:

  • Neem tijdens het sporten niet meer dan 35 gram fructose per liter want fructose wordt langzaam opgenomen en geven daarom maag- en darmklachten.
  • Drink tijdens het sporten 125-250 ml vocht per kwartier.
  • Kies tijdens het sporten voor een sportdrank met een osmolaliteit rond 300 of beneden 500 mOsm/l.
  • Vermijd tijdens het sporten hypertone sportdranken.
  • Drink tijdens het sporten water, isotone of hypotone sportdranken. Isotone sportdrank heeft een osmolaliteit van rond 300 mOsm/l en een suikergehalte van 40-80 gram per liter. Hypotone sportdranken heeft een suikergehalte van minder dan 40 gram per liter.
  • De optimale sportdrank tijdens het sporten is een sportdrank met 6 g suiker per 100 ml.
  • Drink tijdens het sporten geen koffie want koffie werkt vochtdrijvend waardoor u vaker naar de WC moet en daarmee veel vocht verliest.

Na het sporten:

  • Na het sporten zijn er 2 manieren om het glycogeenvoorraad weer aan te vullen:
    1. De eerste mannier is: neem direct (bínnen 30 minuten) na het sporten 1.2 gram koolhydraten (bij voorkeur snel opneembare suikers, zoals glucose) per kg lichaamsgewicht in. Herhaal dit om het uur gedurende 4-6 uur.
    2. De twee manier is: 0.8 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht + 0.4 gram eiwit of aminozuren per kg lichaamsgewicht per uur. Herhaal dit om het uur gedurende 4-6 uur.
  • Het is aan te raden om na de inspanning 1.5 keer  de hoeveelheid water die tijdens de inspanning verloren is gegaan aan te vullen.
  • Weeg u voor en na het sporten. Bedraagt uw gewichtsverlies meer dan 1 kg dan hebt u tijdens het sporten te weinig gedronken. Iedere kg gewichtsverlies na het sporten staat gelijk aan 1 liter water. Vochtverlies en -aanvulling is per sporttak verschillend. Raadpleeg hiervoor een sportdiëtist!
  • Neem 10 gram eiwit bínnen 30 minuten na een intensieve krachttraining in want het bevordert de herstel van  de spierschade.

Handige websites voor topspporters:

Chocolade

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar het eten van chocolade en het voorkomen van ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Wekelijks 30-180 gram chocolade verlaagt hart- en vaatziekten en suikerziekte
  2. Chocolade verlaagt een ischemische hartziekte
  3. Het eten van flavonoïden verlaagt de bloeddruk en het LDL-cholesterolgehalte
  4. Dagelijks 927 mg polyfenolen verlaagt de bloeddruk

Dagelijks 200 tot 700 mg calcium via voeding verlaagt een beroerte onder Aziaten

Onderzoeksvraag:
Prospectieve cohort studies zijn inconsistent met betrekking tot het verband tussen calciuminname via voeding en het risico op het krijgen van een beroerte en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 prospectieve cohort studies met in totaal 19557 mensen met een beroerte onder 882181 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 5% [RR = 0.92 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd alleen teruggevonden onder Aziaten.

De onderzoekers vonden dat het eten van 300 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 6% [RR = 0.90 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd alleen teruggevonden onder Aziaten.

De onderzoekers vonden dat het eten van 500 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 5% [RR = 0.90 tot 0.99] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd alleen teruggevonden onder Aziaten.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van 700 mg calcium per dag of meer en de verlaagde kans op het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 200 tot 700 mg calcium per dag (via voeding), de kans op het krijgen van een beroerte onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary calcium intake and the risk of stroke: Meta-analysis of cohort studies by Wang ZM, Bu XX, […], Nie ZL.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36958976/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium en het verlagen van een beroerte.
 

30 gram volkoren granen verlagen hart- en vaatziekte

Onderzoeksvraag:
Hoewel de relatie tussen de inname van volkoren granen en geraffineerde granen en de incidentie van cardiovasculaire aandoeningen en sterfte door alle oorzaken onderzocht zijn, zijn de conclusies niet doorslaggevend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 68 prospectieve cohort studies met in totaal 1624407 deelnemers.

De studies hadden een follow-up duur tussen 5.4 en 26 jaar, met een studiegrootte variërend van 535 tot 461047 deelnemers.
De studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram volkoren granen via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96 tot 0.99, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram volkoren granen via voeding, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.92 tot 0.97, I2 = 54.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram volkoren granen via voeding, de kans op het krijgen van een hart- en vaatziekte significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.88 tot 0.96, I2 = 82.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram volkoren granen via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.92 tot 0.97, I2 = 89.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een linear verband tussen het eten van volkoren granen en de verlaagde kans op het krijgen van een coronaire hartziekte.

De onderzoekers vonden een non-linear verband tussen het eten van volkoren granen en de verlaagde kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.

De onderzoekers vonden een non-linear verband tussen het eten van volkoren granen en de verlaagde kans op doodgaan aan alle oorzaken.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 30 gram volkoren granen, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekte, beroerte als doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of whole grains and refined grains and associated risk of cardiovascular disease events and all-cause mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Hu H, Zhao Y, […], Hu D.

Link:
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0002916522105186?via%3Dihub

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over volkoren granen en het verlagen van hart- en vaatziekte.

 

Veel vitamine B6 via voeding verlaagt dikke darmkanker

Onderzoeksvraag:
Verlagen zowel een hoge inname van vitamine B6 via voeding als een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies en 8 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 20% [gepoolde OR = 80, 95% BI = 0.68 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 46% [gepoolde OR = 0.54, 95% BI = 0.35 tot 0.84] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.65 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 59% [OR = 0.41, 95% BI = 0.30 tot 0.57] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding, de kans op het krijgen van colonkanker onder zowel vrouwen als mannen significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.64 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van colonkanker onder zowel vrouwen als mannen significant met 44% [OR = 0.56, 95% BI = 0.42 tot 0.73] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van vitamine B6 via voeding als een hoge vitamine B6 bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker, met name colonkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Vitamin B6 and the Risk of Colorectal Cancer: A Meta-analysis of Observational Studies by Lai J, Guo M, […], Li J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36961108/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine B6 en dikke darmkanker.

Het vitamine B6 gehalte in het bloed kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine B6 bevatten en/of vitamine B6 supplementen te slikken.

 

Peulvruchten verlagen mogelijk een beroerte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel peulvruchten mortaliteit (zoals, doodgaan aan alle oorzaken, kanker of hart- en vaatziekten)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 cohort studies met in totaal 1141793 deelnemers, waarvan 93373 doden aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit).

De bewijslast van de studies was zwak tot matig.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [HR = 0.94, 95% BI = 0.91 tot 0.98, n = 27] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 9% [HR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, n = 5] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 50 gram peulvruchten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [HR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99, n = 19] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel peulvruchten, minimaal 50 gram per dag, de kans op zowel doodgaan aan alle oorzaken als de kans op het krijgen van een beroerte mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies zwak tot matig was.

Oorspronkelijke titel:
Legume Consumption and Risk of All-Cause and Cause-Specific Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Studies by Zargarzadeh N, Mousavi SM, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36811595/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, peulvruchten en beroerte.

Dagelijks 500 ml sinaasappelsap verlaagt causaal slecht cholesterol

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van sinaasappelsap causaal het cholesterolgehalte of triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 386 deelnemers.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 36 en 56 jaar.
De hoeveelheid sinaasappelsap varieerde tussen 250 en 1000 ml per dag.
De interventieduur varieerde tussen 3 en 12 weken.
Er was geen publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van sinaasappelsap het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [WMD = -8.35 mg/dL, 95% BI = -15.43 tot -1.26, p = 0.021, I2 = 45.8%, p = 0.055].
Dit significante verlaagde effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het drinken van minimaal 500 ml sinaasappelsap per dag, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [WMD = -9.85 mg/dL, 95% BI = -18.18 tot -1.52, p = 0.02, I2 = 45.8%, p = 0.055].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van minimaal 500 ml sinaasappelsap per dag, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Orange juice intake and lipid profile: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials by Amini MR, Sheikhhossein F, […], Askarpour M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10052563/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over fruit, cholesterol en het verlagen van hart- en vaatziekte.

 

Een hoog gehalte aan linolzuur in het lichaam verlaagt prostaatkanker

Onderzoeksvraag:
Bevindingen over de associatie tussen zowel de inname van linolzuur via voeding als de weefselbiomarkers van linolzuur en het risico op het krijgen van prostaatkanker zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartkel uitgevoerd.

Verlaagt zowel het hebben van een hoog weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam als het eten van veel linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker bij mannen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies met in totaal 11622 deelnemers.

Tijdens de follow-up duur van 5 tot 21 jaar werden 39993 mensen met prosttaatkanker, 5929 mensen met gevorderde prostaatkanker en 1661 mensen met fatale prostaatkanker gediagnosticeerd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoger weefselgehalte aan linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.77 tot 0.96] verlaagde.
Ecther, dit significante, verlaagde risico werd niet teruggevonden bij een hoge consumptie van linolzuur via voeding.

De onderzoekers vonden in een dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 5% in het weefselgehalte aan linolzuur, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 14% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een hoog weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam, de kans op het krijgen van prostaatkanker bij mannen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake and biomarkers of linoleic acid and risk of prostate cancer in men: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Yousefi M, Eshaghian N, […], Sadeghi O.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37077161/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over linollzuur en prostaatkanker.

Het weefselgehalte aan linolzuur in het lichaam kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel linolzuur bevatten en/of linolzuursupplementen te slikken.

Zonnebloemolie, maïsolie, sojaolie, rijstzemelenolie, koolzaadolie bevatten veel linolzuur.

 

Veel selenium via voeding verhoogt botdichtheid

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies hebben gesuggereerd dat selenium als sporenelement betrokken is bij de botgezondheid, maar de bevindingen met betrekking tot het specifieke effect van selenium op de botgezondheid blijven onduidelijk en daarom werd dit overzicchtsartikel uitgevoerd.

Verhogen zowel een hoge inname van selenium via voeding als een hoog serum seleniumgehalte de botdichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cross-sectionele studies, 7 patiënt-controle studies, 3 cohort studies en 1 RCT met in totaal 69672 deelnemers.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 39.4 en 75.8 jaar.
De gemiddelde inname van selenium via voeding varieerde tussen 41.2 en 154.4 μg/d.
Het gemiddelde serum seleniumgehalte (seleniumgehalte in het lichaam) varieerde tussen 66.7 en 131.1 μg/L.
De NOS score was ≥ 4, namelijk gemiddeld tot hoog.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van selenium via voeding de botdichtheid significant verhoogde [β = 0.04, 95% BI = 0.00 tot 0.07, p = 0.029, I2 = 95.91%].

De onderzoekers vonden dat een hoog serum seleniumgehalte de botdichtheid significant verhoogde [β = 0.13, 95% BI = 0.00 tot 0.26, p = 0.046, I2 = 86.60%].

De onderzoekers vonden dat mensen met botontkalking een lager serum seleniumgehalte hadden dan mensen zonder botontkalking [WMD = -2.01, 95% BI = -3.91 tot -0.12, p = 0.037, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van selenium via voeding de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 56% [OR = 0.44, 95% BI = 0.37 tot 0.52, p < 0.001, I2 = 65.2%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van selenium via voeding als een hoog serum seleniumgehalte de botdichtheid verhoogden. Verder, verlaagde een hoge inname van selenium via voeding de kans op het krijgen van heupfracturen.

Oorspronkelijke titel:
The association between selenium and bone health: a meta-analysis by Xie H, Wang N, […], Wang Y.

Link:
https://boneandjoint.org.uk/article/10.1302/2046-3758.127.BJR-2022-0420.R1

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en het voorkomen van fracturen.

De circulerende concentratie van selenium in het bloed (serum seleniumgehalte) kan worden verhoogd door levensmiddelen te eten die rijk zijn aan selenium en/of seleniumsupplementen te slikken.

 

Vrouwen met zwangerschapsdiabetes hebben baat bij probiotica/synbiotica supplementen

Onderzoeksvraag:
Misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap zijn veel voorkomende symptomen tijdens de zwangerschap. Hoewel er geen effectieve behandeling hiervoor is, wordt suppletie met pyridoxine (vitamine B6) op grote schaal gebruikt en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben vrouwen met zwangerschapsdiabetes baat bij het slikken van probiotica/synbiotica supplementen gedurende de zwangerschap?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met in totaal 390 deelnemers in de interventiegroep (vrouwen met zwangerschapsdiabetes die probiotica/synbiotica supplementen kregen) en 389 in de placebo groep (vrouwen met zwangerschapsdiabetes die geen probiotica/synbiotica supplementen kregen).

De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 26.4 en 33.5 jaar.
De interventieduur varieerde tussen 4 tot 8 weken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met vrouwen met zwangerschapsdiabetes die geen probiotica/synbiotica supplementen kregen, dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes die probiotica/synbiotica supplementen kregen, hadden een significante verbetering in het nuchter bloedsuikergehalte [MD = -2.33, 95% BI = -4.27 tot -0.40, p = 0.02, I2 = 74%].  

De onderzoekers vonden vergeleken met vrouwen met zwangerschapsdiabetes die geen probiotica/synbiotica supplementen kregen, dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes die probiotica/synbiotica supplementen kregen, hadden een significante verbetering in het nuchter bloed insulinegehalte [MD = -2.47, 95% BI = -3.82 tot -1.12, p = 0.0003, I2 = 73%].

De onderzoekers vonden vergeleken met vrouwen met zwangerschapsdiabetes die geen probiotica/synbiotica supplementen kregen, dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes die probiotica/synbiotica supplementen kregen, hadden een significante verbetering in de HOMA-IR waarde [MD = -0.40, 95% BI = -0.74 tot -0.06, p = 0.02, I2 = 76%].  

De onderzoekers vonden vergeleken met vrouwen met zwangerschapsdiabetes die geen probiotica/synbiotica supplementen kregen, dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes die probiotica/synbiotica supplementen kregen, hadden een significante verbetering in het (totale) cholesterolgehalte [MD = -6.59, 95% BI = -12.23 tot -0.95, p = 0.02].  

De onderzoekers concludeerden dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes baat hadden bij het slikken van probiotica/synbiotica (Lactobacillus acidophilus en Bifidobacterium bifidum >1 × 106 kve/g) supplementen gedurende de zwangerschap.

Oorspronkelijke titel:
The Effects of Probiotics/Synbiotics on Glucose and Lipid Metabolism in Women with Gestational Diabetes Mellitus: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Mu J, Xian Guo X, […], Cao G.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/15/6/1375

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap, suikerziekte en probiotica.
 

10 mg isoflavonen per dag via voeding verlaagt borstkanker

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies die zich richten op de relatie tussen de inname van isoflavonen via voeding en het risico op het krijgen van borstkanker leiden nog steeds tot inconsistente conclusies en daarom werd dit overzichtsartkel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies en 17 patiënt-controle studies met in totaal 902438 vrouwen.

De studies waren goedopgezet met een gemiddelde NOS score van 7.6.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage inname, dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kan op het krijgen van borstkanker significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.62 tot 0.81, I2 = 82.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.50 tot 0.76] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [OR = 0.94, 95% BI = 0.86 tot 1.02].

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van isoflavonen via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder Aziaten significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.52 tot 0.74] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden onder niet-Aziaten [OR = 0.97, 95% BI = 0.88 tot 1.06].

De onderzoekers vonden dat een inname van minimaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.53 tot 0.75] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor maximaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding [OR = 1.01, 95% BI = 0.94 tot 1.08].

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 10 mg isoflavonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen, met name onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Isoflavone Consumption and Risk of Breast Cancer: An Updated Systematic Review with Meta-Analysis of Observational Studies by Yang J, Shen H,  […], Qin Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10224089/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over isoflavonen en borstkanker.

Veel vitamine E via voeding verlaagt ziekte van Parkinson

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge inname van vitamine C, vitamine E of beta-caroteen via voeding de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.77 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van beta-caroteen via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson onder vrouwen significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.64 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verlaagde. Verder verlaagde een hoge inname van beta-caroteen via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson onder vrouwen.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C, vitamin E, β-carotene and risk of Parkinson's disease: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Niu F, Xie W, […], Yu X.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36961747/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, vitamine C, E, beta-caroteen en ziekte van Parkinson.
 

Suikergezoete frisdrank verhoogt causaal BMI en lichaamsgewicht

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen suikergezoete frisdrank en het verhogen van het BMI en het lichaamsgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 85 studies, waarvan 48 in kinderen (40 cohort studies met 91713 deelnemers en 8 RCT’s met 2783 deelnemers) en 37 in volwassenen (21 cohort studies met 448661 deelnemers en 16 RCT’s met 1343 deelnemers).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met een portie suikergezoete frisdrank, het BMI van kinderen significant met 0.07 punt [95% BI= 0.04 tot 0.10 kg/m2] verhoogde.

De onderzoekers vonden in RCT’s, vergeleken met de controlegroep, dat een vermindering in suikergezoete frisdrank tot een lage BMI toename [MD = -0.21 kg/m2 [95% BI = -0.40 tot 0.01 kg/m2] onder kinderen leidde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met een portie suikergezoete frisdrank, het lichaamsgewicht van volwassenen significant met 0.42 kg [95% BI= 0.26 tot 0.56 kg] verhoogde.

De onderzoekers vonden in RCT’s, vergeleken met de controlegroep, dat het toevoegen van  suikergezoete frisdrank aan het dieet tot een grotere toename van het lichaamsgewicht [MD = 0.83 kg [95% BI = 0.47 tot 1.19 kg] onder volwassenen leidde.

De onderzoekers vonden in RCT’s, vergeleken met de controlegroep, dat het verwijderen van suikergezoete frisdrank uit het dieet tot gewichtsverlies [MD = -0.49 kg, 95% BI = -0.66 tot -0.32 kg] onder volwassenen leidde.

De onderzoekers concludeerden dat suikergezoete frisdrank het BMI en het lichaamsgewicht onder zowel kinderen als volwassenen causaal (oorzakelijk) deed toenemen.

Oorspronkelijke titel:
Sugar-sweetened beverage consumption and weight gain in children and adults: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies and randomized controlled trials by Nguyen M, Jarvis SE, [...], Malik VS.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36789935/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over frisdrank, BMI en overgewicht.

Studies 2023

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en overgewicht:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Vitamine D-tekort verhoogt blindheid bij mensen met suikerziekte

Onderzoeksvraag:
Er is aangetoond dat vitamine D bloedgehaltes geassocieerd zijn met diabetische retinopathie, maar tot op heden is er geen onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen vitamine D en zichtsbedreigende diabetische retinopathie en niet-zichtbedreigende diabetische retinopathie. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een vitamine D tekkort (gedefinieerd als 25(OH)D <20 ng/mL) de kans op het krijgen van diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cross-sectionele studies en 1 patiënt-controle studie met in total 9057 deelnemers.
De studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een vitamine D tekort (25(OH)D <20 ng/mL) de kans op het krijgen van zichtsbedreigende diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte significant met 80% [OR = 1.80, 95% BI = 1.40 tot 2.30, p ≤ 0.001, I2 = 39.39%] verhooogde.
Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden voor niet-zichtbedreigende  diabetische retinopathie [OR = 1.10, 95% BI = 0.90 tot 1.27, p = 0.48, I2 = 30.2%].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D tekort (gedefinieerd als 25(OH)D <20 ng/mL) de kans op het krijgen van zichtsbedreigende diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte verhoogde en daarom is het belangrijk dat een vitamine D-tekort adequaat en tijdig wordt behandeld om het risico op blindheid bij mensen met suikerziekte te verminderen.

Oorspronkelijke titel:
Associations between vitamin D status and sight threatening and non-sight threatening diabetic retinopathy: a systematic review and meta-analysis by Trott M, Driscoll R, […], Pardhan S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9167360/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en suikerziekte.

Netvliesafwijkingen (diabetische retinopathie, DRP) is een ziekte van de kleine bloedvaten in het netvlies waarbij vaatwandlekkage en nieuwvorming van vaten de functie van het oog en daarmee het gezichtsvermogen bedreigen.

Het is opvallend dat het 5-20 jaar kan duren voordat iemand met diabetes klinische netvliesafwijkingen ontwikkelt. Hoe langer de diabetes bestaat, des te groter de kans op netvliesafwijkingen. De kans op netvliesafwijkingen neemt tevens toe naarmate de diabetes slecht gereguleerd is.

Patiënten met diabetes type 1 (suikerziekte type 1)

  • gedurende de eerste 5 jaar komt bij patiënten zelden netvliesafwijkingen voor.
  • na 5 jaar  heeft 25% van de patiënten een retinopathie.
  • na 10 jaar heeft 60% van de patiënten een retinopathie.
  • na 15 jaar heeft ongeveer 80% van de patiënten een retinopathie.
  • na 20 jaar heeft ongeveer 95% van de patiënten een retinopathie.

Patiënten met diabetes type 2 (suikerziekte type 2)

  • bij het stellen van de diagnose suikerziekte blijkt 20-38% al diabetische retinopathie te hebben.
  • binnen 5 jaar  na het stellen van de diagnose heeft 24% (patiënten zonder insulinetherapie) tot 40% (patiënten met insulinetherapie) een retinopathie.
  • bij 22% van de patiënten zonder diabetische retinopathie bij het stellen van de diagnose bleek er na 6 jaar diabetische retinopathie te  zijn ontstaan.
  • na 20 jaar heeft zo’n 85% van de patiënten een retinopathie.

De meest betrouwbare manier om een vitamine D-tekort vast te stellen is door het vitamine D gehlate in het bloed via de huisarts te laten meten.


 

Dagelijks 500 mg flavonoïden via voeding verlaagt hart- en vaatziekte, suikerziekte en een hoge bloeddruk

Onderzoeksvraag:
Is er een dosisafhankelijk verband tussen het eten van flavonoïden en de verlaagde kans op het krijgen van een cardiometabole ziekte, zoals hart- en vaatziekte, suikerziekte (diabetes), hypertensie (een hoge bloeddruk), chronische nierschade, obesitas en dyslipidemie (een verstoorde verhouding van de vetstoffen (cholesterol) in het bloed)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 47 prospectieve cohort studies met in totaal 1346676 deelnemers, waarvan 127507 mensen met een cardiometabole ziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.98] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte werkelijk met 11% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.94 tot 0.99] verlaagde.
Significant omdat gepoolde RR van 1 niet in de 95% BI van 0.94 tot 0.99 zat. Gepoolde RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden ook een lineair-dosisafhankelijk verband tussen de totale inname van flavonoïden via voeding en het krijgen van hart- en vaatziekte [p niet-lineariteit = 0.541] en suikerziekte [p niet-lineariteit = 0.077].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 500 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekte, suikerziekte als het hebben van een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Total dietary flavonoid intake and risk of cardiometabolic diseases: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Li T, Zhao Y, […], Liu J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36148848/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden, diabetes en het voorkomen van een hoge bloeddruk.


 

Vitamine E-supplementen verbeteren kwaliteit van leven van mensen met reumatoïde artritis

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met reumatoïde artritis (chronische gewrichtsreuma) baat bij het slikken van vitamine E supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 39845 patiënten. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gevoelige gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -1.66, 95% BI = -6.32 tot -2.99, I2 = 93%, p < 0.00001].

De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gezwollen gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -0.46, 95% BI = -1.98 tot -1.07, I2 = 56%,p = 0.08].

De onderzoekers concludeerden dat het vermogen van vitamine E om de darmbarrière te herstellen en het maagdarmkanaal te verbeteren, kan verband houden met de preventie en behandeling van reumatoïde artritis. Vitamine E-supplementen die regelmatig worden gebruikt, kunnen mensen met reumatoïde artritis helpen gewrichtspijn, oedeem en stijfheid te verminderen en hun algehele kwaliteit van leven te verbeteren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation in rheumatoid arthritis: a systematic review and meta-analysis by Kou H, Qing Z, […], Ma J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35468933/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over reuma, significant/RCT’s en vitamine E.

 

Reumatoïde artritis

 

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies (overzichtsartikelen) over de relatie tussen voeding en reumatoïde artritis:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vitamine E-supplementen verbeteren kwaliteit van leven van mensen met reumatoïde artritis

XXXXXXXXXXXXXXXX

  • Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening, waarbij uw gewrichten ontstoken zijn.
  • In de volksmond wordt reumatoïde artritis vaak reuma genoemd. Maar dat klopt niet helemaal. Reuma is een verzamelnaam voor meer dan 100 verschillende gewrichtsaandoeningen. Reumatoïde artritis is daar een van.
  • Er bestaan een paar grote groepen van reuma:
    • artrose, de meest voorkomende vorm van reuma in Nederland. Artrose is aandoening van het kraakbeen en bot van de gewrichten. Het kraakbeen, dat zorgt voor soepele beweging, neemt af of verdwijnt helemaal.
    • auto-immuunziekten/ontstekingsreuma, zoals reumatoïde artritis en jicht. Ontstekingsreuma is en auto-immuunziekte waarbij het immuunsysteem gezonde cellen aanvalt, wat zorgt voor ontstekingen in de gewrichten.
    • osteoporose
    • weke delen-reuma. Weke delen-reuma zijn aandoeningen aan de spieren, pezen of slijmbeurzen. De bekendste vorm hiervan is fibromyalgie.
  • Reuma is onvoorspelbaar. Het is een grillige ziekte.
  • Ruim meer dan de helft van alle reumapatiënten is jonger dan 65 jaar.
  • Reumatoïde artritis ontstaat doordat uw lichaam afweerstoffen maakt tegen uw eigen gewrichten. Die afweerstoffen (antilichamen) gaan aan de binnenkant van uw gewrichten zitten. Ze zorgen daar voor een ontsteking.
    Reumatoïde artritis wordt daarom een auto-immuunziekte – uw afweersysteem keert zich tegen uw eigen lichaam – genoemd.
  • Reumamedicijnen heten DMARD's (disease modifying drugs). Ze zorgen ervoor dat uw gewrichten minder snel of niet beschadigen door de ontstekingen.
  • Bij reumatoïde artritis is de stijfheid ’s ochtends het ergst. Of na lang liggen of stilzitten.
  • Bij reumatoïde artritis heeft u meestal dezelfde klachten links en rechts.
  • Genoeg bewegen is belangrijk om uw gewrichten zo soepel mogelijk te houden.
  • Reumatoïde artritis kan sluipend beginnen of plotseling ontstaan.
  • Reumatoïde artritis is geen erfelijke ziekte. Wel komt reumatoïde artritis soms voor bij meerdere mensen uit één familie.
  • De exacte oorzaak van reumatoïde artritis is niet bekend.
  • Reumatoïde artritis komt op alle leeftijden voor. Vrouwen hebben vaker reumatoïde artritis dan mannen.
  • Omgevingsfactoren hebben invloed op het ontstaan van reumatoïde artritis. Zo hebben mensen die roken een grotere kans op het krijgen van reumatoïde artritis dan mensen die niet roken.
  • Reumatoïde artritis verloopt bij iedereen anders. Meestal wisselen periodes waarin u veel klachten hebt zich af met rustige periodes waarin u spontaan minder klachten krijgt.
  • Meer dan de helft van de mensen met reumatoïde artritis is 6 maanden na de start van de behandeling klachtenvrij. 

 

Dagelijks 20-25 mcg vitamine D3 supplementen verlagen kans op osteoporotische breuk en vallen bij ouderen

Onderzoeksvraag:
Hoewel recente studies gepubliceerd zijn waarin de verschillende doseringen en intervallen van vitamine D suppletie vergeleken worden, moet er nog worden opgehelderd of er een geschikte dosering of interval bestaat voor het verminderde risico op het krijgen van fracturen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt het slikken van vitamine D3 supplementen de kans op het krijgen van breuk of de kans op vallen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s met in totaal 104363 patiënten.

De gemiddelde studiegrootte was 3162 patiënten per studie.
De gemiddelde vitamine D3 dosering was 800 IE per dag.
De gemiddelde vitamine D interventie was 24 maanden.
De gemiddelde leeftijd was 72 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE vitamine D3 supplementen de kans op het krijgen van osteoporotische breuk bij ouderen significant met 13% [gepoold relatieve risico = 0.87, 95% BI = 0.78 tot 0.97, I2 = 23.5%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden beneden 800 IE en boven 1000 IE vitamine D3 supplementen.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE vitamine D3 supplementen de kans op vallen bij ouderen significant met 9% [gepoold relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.85 tot 0.98, I2 = 70.9%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden beneden 800 IE en boven 1000 IE vitamine D3 supplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE (20-25 mcg) vitamine D3 supplementen gedurende 24 maanden zowel de kans op het krijgen van osteoporotische breuk als de kans op vallen bij ouderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Vitamin D Supplementation on Risk of Fractures and Falls According to Dosage and Interval: A Meta-Analysis by Kong SH, Jang HN, […], Shin CS.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9081312/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en botontkalking
 

Hoge vezelinname verlaagt causaal hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Verbetert een hoge vezelinname causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c en nuchter insuline gehalte, bloeddruk en HOMA-IR waarde)?

Studieopzet:
Dit paraplu-overzichtsartikel bevatte 52 meta-analyses (overzichtsartikelen) van RCT’s met in totaal 47197 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het nuchter bloedsuikergehalte significant verlaagde [ES = -0.55, 95% BI = -0.73 tot -0.38, p < 0.001].
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een hoge vezelinname het nuchter bloedsuikergehalte werkelijk verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het nuchter plasma insulinegehalte significant verlaagde [ES = -1.22, 95% BI = -1.63 tot -0.82, p < 0.001].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname de HOMA-IR waarde significant verlaagde [ES = -0.43, 95% BI = -0.60 tot -0.27, p < 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het HbA1c gehalte significant verlaagde [ES = -0.38, 95% BI = -0.50 tot -0.26, p < 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [ES = -0.28, 95% BI = -0.39 tot -0.16, p < 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [ES = -0.25, 95% BI = -0.34 tot -0.16, p < 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het tumornecrosefactor-alfa (TNFα)  gehalte significant verlaagde [ES = -0.78, 95% BI = -1.39 tot -0.16, p < 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde [ES = -0.67, 95% BI = -0.96 tot -0.37, p < 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vezelinname de risicofactoren van hart- en vaatziekten, met name cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c, het tumornecrosefactor-alfa en nuchter insuline gehalte, bloeddruk en HOMA-IR waarde causaal verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Associations between dietary fiber intake and cardiovascular risk factors: An umbrella review of meta-analyses of randomized controlled trials by Fu L, Zhang G, […], Tan M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9511151/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezel, cholesterol, hoge bloeddruk, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Een hoge vezelinname komt overeen met een dieet met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijkse voeding 1.5 gram vezels per 100 kcal bevat.
Deze producten in de supermarkt bevat 1.5 gram vezels per 100 kcal.

Tumornecrosefactor-alfa (TNFα, ook wel cachectine of cachexine genoemd) is een van de twee bekende tumornecrosefactoren en een cytokine. Tumornecrosefactor-alfa speelt een belangrijke rol bij de ontstekingsprocessen en de acutefasereactie.

De overproductie van tumornecrosefactor-alfa wordt in verband gebracht met een aantal ziekten, zoals kanker. Tumornecrosefactor-alfa activeert namelijk door aan Tumor Necrosis Factor receptor 1 (TNFr1) of Tumor Necrosis Factor receptor 2 (TNFr2) te binden.

Een paraplu overzichtsartikel is een wetenschappelijk artikel met alleen maar overzichtsartikelen over een bepaald onderwerp (zoals hart- en vaatziekten). De conclusie in een paraplu overzichtsartikel is nog betrouwbaarder dan in een afzonderlijk overzichtsartikel.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten

Onderzoeksvraag:
Hebben COPD patiënten baat bij het slikken van vitamine C supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 487 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het percentage geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1%) bij COPD patiënten verbeterde [SMD = 1.08, 95% BI = 0.03 tot 2.12, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, de FEV1/FVC verhouding bij COPD patiënten verbeterde [WMD = 0.66, 95% BI = 0.26 tot 1.06, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum vitamine C gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 0.63, 95% BI = 0.02 tot 1.24, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum GSH gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 2.47, 95% BI = 1.06 tot 3.89, p = 0.0006].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum gehalte aan antioxidanten, met name vitamine C en GSH verhoogde en de longfunctie, met name FEV1% en FEV1/FVC verbeterde van COPD patiënten.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of Vitamin C Supplementation on Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD): A Systematic Review and Meta-Analysis by Lei T, Lu T, […], Liu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9473551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over COPD en vitamine C.

Geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) of de éénsecondewaarde (ESW) is de maximale hoeveelheid lucht die u na een volledige inademing snel en geforceerd kunt uitademen in één seconde. Het is belangrijk om die FEV1 waarde te vergelijken met de “normale” waarde van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.

FVC of de geforceerde vitale capaciteit is de totale hoeveelheid lucht die na een volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd.

Tiffeneau index of FEV1/FVC verhouding zegt iets over hoe open de luchtwegen staan. Normaal gesproken moet deze waarde groter dan 0.7 zijn. Bij een waarde onder 0.7 is er sprake van vernauwde luchtwegen.

 

Vegetarische pizza met vitamin water en vetvrije yoghurt

HOE GEZOND IS MIJN VEGETARISCH AVONDETEN?
      - 1 vegetarische pizza (430 gram)
      - 1 kommetje vetvrije yoghurt (250 ml)
      - 1 flesje vitamin water mango guave (500 ml)

7-punten voedingsprofiel van een gezond diner/avondeten ziet als volgt uit:

1. maximaal 35 En% vet
2. maximaal 10 En% verzadigd vet
3. maximaal 70 En% koolhydraten
4. maximaal 25 En% suikers
5. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal
6. maximaal 35 En% eiwit
7. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal

Maximaal 35 En% vet wil zeggen, dat het aantal gram vet maximaal 35% bijdraagt aan het totale caloriegehalte (kcal) van het avondeten. 

7-punten voedingsprofiel van mijn AVONDETEN van 856 kcal ziet als volgt uit:
19,44    En% vet
2,26      En% verzadigd vet
57,12    En% koolhydraten
10,72    En% suikers
2,40      gram vezels per 100 kcal
18,64    En% eiwit
0,42      gram zout per 100 kcal

CONCLUSIE:
Mijn avondeten bevat teveel ZOUT

 

Regelmatig visconsumptie verlaagt leeftijdsgebonden oogziekte

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (vis, magere melk, gevogelte en vlees) en de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 observationele studies met in totaal 51695 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 15 studies met 51695 deelnemers, dat het regelmatig eten van vis de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.62 tot 0.79] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 3 studies met 7723 deelnemers dat het regelmatig eten van magere melk, gevogelte of dierlijke producten behalve vlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.61 tot 0.79] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.79 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 8 studies met 28753 deelnemers dat het regelmatig eten van roodvlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 41% [OR = 1.41, 95% BI = 1.07 tot 1.86] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het regelmatig eten van vis, magere melk, gevogelte of dierlijke producten behalve vlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte verlaagde. Echter, het regelmatig eten van roodvlees verhoogde juist de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte.

Oorspronkelijke titel:
Linkage between a plant-based diet and age-related eye diseases: a systematic review and meta-analysis by Cirone C, Cirone KD and Malvankar-Mehta MS.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36102832/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vis, melk, gevogelte, vlees en oogziekte

Regelmatig visconsumptie komt in de praktijk neer op minimaal 2 keer vis (100-150 gram per keer) per week.

Hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte verlaagt dikke darmkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte of een hoge alfa-linoleenzuur inname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cohort studies met 12239 mensen met dikke darmkanker onder 861725 deelnemers.
De gemiddelde follow-up duur was 9.3 jaar.
Er was geen publicatie bias.
13 van de 15 studies hadden een NOS waarde van 8. Anders gezegd, 13 studies waren goed opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.69 tot 0.99, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het alfa-linoleenzuur bloedgehalte met 0.1%, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 0.99, I2 = 38.6%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Dietary Intake and Biomarker of α-Linolenic Acid With Incident Colorectal Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Dai ZB, Ren XL, […], Xu L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9301188/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, alfa-linoleenzuur en dikke darmkanker.

Vind hier welke producten veel alfa-linoleenzuur bevatten.

Een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte kan verkregen worden door producten te eten die veel alfa-linoleenzuur bevatten en/of alfa-linoleenzuur supplementen te slikken.