Voeding en gezondheid

Veel noten leiden tot gewichtsafname

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Noten worden aanbevolen voor de cardiovasculaire gezondheid, maar er blijft bezorgdheid bestaan dat noten bij kunnen dragen aan de gewichtstoename vanwege hun hoge energiedichtheid. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Leidt het eten van veel noten tot gewichtstoename?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 569910 deelnemers en 86 RCTs met in totaal 5873 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van noten de kans op het krijgen van overgewicht/obesitas significant met 7% [RR 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.98, p 0.001, matig bewijslast] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het eten van noten en gewichtstoename [MD = 0.09 kg, 95% BI = -0.09 tot 0.27 kg, p 0.001, hoog bewijslast].

De onderzoekers vonden in de meta-regressie analyses dat het eten van veel noten tot een verlaging van het lichaamsgewicht en het lichaamsvet leidde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel noten tot een verlaging van het lichaamsgewicht en het lichaamsvet leidde.

Oorspronkelijke titel:
Are fatty nuts a weighty concern? A systematic review and meta-analysis and dose-response meta-regression of prospective cohorts and randomized controlled trials by Nishi SK, Viguiliouk E, [...], Sievenpiper JL.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34494363/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten en overgewicht.

Obesitas verhoogt dikke darmkanker bij mannen met Lynch Syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt obesitas (BMI>30) de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen met het Lynch Syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies met in totaal 2463 deelnemers, waarvan 735 mensen met dikke darmkanker.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat obese mannen met het Lynch Syndroom hadden significant 2 keer zoveel kans op het krijgen van dikke darmkanker dan niet obese mannen met het Lynch Syndroom [SRR = 2.09, 95% BI = 1.23 tot 3.55, I2 = 33%].
Dit signifcante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor obese vrouwen met het Lynch Syndroom [SRR = 1.41, 95% BI = 0.46 tot 4.27, I2 = 68%].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 49% verhoogde bij mensen met het MLH1-mutatie [SRR = 1.49, 95% BI = 1.11 tot 1.99, I2 = 0%, heel hoge kwaliteitslast].

De onderzoekers concludeerden dat obesitas (BMI>30) de kans op het krijgen van dikke darmkanker verhoogde bij mannen met het Lynch Syndroom, met name met een mutatie in het MLH1-gen.

Oorspronkelijke titel:
A Meta-Analysis of Obesity and Risk of Colorectal Cancer in Patients with Lynch Syndrome: The Impact of Sex and Genetics by Lazzeroni M, Bellerba F, […], Gandini S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8160758

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en overgewicht.

Het Lynch syndroom (HNPCC-Lynch) is een erfelijke aandoening die een verhoogde kans geeft op het krijgen van darmkanker. Bij ongeveer 4% van alle patiënten met darmkanker wordt de ziekte veroorzaakt door het Lynch syndroom. Darmkanker ontstaat bij patiënten met het Lynch syndroom op relatief jonge leeftijd, vaak voor hun 50ste levensjaar.

Er zijn momenteel 5 genen bekend die betrokken zijn bij het Lynch syndroom, namelijk MLH1, MSH2, MSH6, PMS2 en EpCAM. Mensen met een MLH1-mutatie hebben een kans van 25-70% om tijdens het leven darmkanker te krijgen.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

 

Een hoge GI dieet verhoogt metabool syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Diëten met een hoge glycemische index (GI) of een hoge glycemische belasting (GL) worden in verband gebracht met de belangrijke risicofactoren die verband houden met het krijgen  van het metabool syndroom, zoals dyslipidemie, een hoge bloedglucose- en insulineconcentratie. Echter, de rol van GI en GL in relatie tot het metabool syndroom is nog steeds onderbelicht en controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verhoogt een hoge GI of een hoge GL dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie and 11 cross-sectionele studies met in totaal 36295 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage GI dieet, dat een hoge GI dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom significant met 5% [OR = 1.05, 95% BI = 1.01 tot 1.09, I2 = 58.1%, p = 0.004] verhoogde.
Dit significante, verhoogde risico werd ook teruggevonden in alle subgroepenanalyses, behalve in studies waarbij 24-uurs recalls werden gebruikt.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging van de GI met 5 punten de kans op het krijgen van het metabool syndroom significant met 2% [OR = 1.02, 95% BI = 1.01 tot 1.02] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge GL dieet en de kans op het krijgen van het metabool syndroom.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge GI dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Glycemic index, but not glycemic load, is associated with an increased risk of metabolic syndrome: Meta-analysis of observational studies by Askari M, Dehghani A, […], Alizadeh S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33928722/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over GI en GL en het metabool syndroom.

De glycemische index (GI) is een manier/methode om aan te geven hoe snel glucose (eenvoudige suiker) in het bloed kan worden opgenomen of hoe snel koolhydraten (complexe suikers) in de darm verteerd kunnen worden. Koolhydraten (complexe suikers) moeten in de darmen afgeproken worden tot eenvoudige suikers anders kunnen ze niet in het lichaam opgenomen worden.

Een product met een hoge GI is een product met een GI van 70 of hoger.
Een product met een lage GI is een product met een GI tot 55.

Bij de glycemische last (GL) wordt zowel rekening gehouden met de hoeveelheid koolhydraten in een product als de hoeveelheid dat iemand van een bepaald product eet. Het berekenen van de GL gaat als volgt: GL = (hoeveelheid koolhydraten in een portie keert GI) gedeeld door 100. De GL kan ook worden ingeschat voor complete maaltijden door het gemiddelde van de GI van alle ingrediënten in de maaltijd te vermenigvuldigen met de totale hoeveelheid koolhydraten in de maaltijd.

Een product met een hoge GL is een product met een GL van 20 of hoger.
Een product met een lage GL is een product met een GL tot 10.

De voedselinname (wat iemand per dag eet) van personen in een studie is lastig te meten en er is niet één techniek die voor elk doel en elke toepassing geschikt is. De voedselinname kan worden nagevraagd door middel van verschillende methodes, zoals dietary history-methode, 24-uurs recall, voedseldagboek of voedselfrequentievragenlijst.

1.2 tot 60 mg/d carotenoïdensupplementen verlagen overgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Teveel lichaamsgewicht, inclusief overgewicht en obesitas, is een van de belangrijkste factoren die de menselijke gezondheid beïnvloeden en speelt een belangrijke rol bij de wereldwijde ziektelast. Carotenoïden dienen als voorlopers van vitamine A-gerelateerde retinoïden en worden geacht potentiële effecten te hebben op vele ziekten. Echter, de invloed van carotenoïden op mensen met overgewicht is onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van carotenoïdensupplementen (lycopeen, astaxanthine, cryptoxanthine, α-caroteen en β-caroteen) het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek van mensen met overgewicht (BMI>25) of obesitas (BMI>30)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s en 8 observationele studies met in totaal 28944 deelnemers.
De interventieduur (duur van de studie) varieerde tussen 20 dagen en 16 weken.

De dosering van de carotenoïden varieerde tussen 1.2 en 60 mg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een laag serum carotenoïdengehalte de kans op het krijgen van overgewicht en obesitas significant met 73% [OR = 1.73, 95% BI = 1.57 tot 1.91, p 0.001] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -2.34 kg, 95% BI = -3.80 tot -0.87 kg, p 0.001].
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het slikken van carotenoïdensupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas werkelijk verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de BMI van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.95 kg/cm2, 95% BI = -1.88 tot -0.01 kg/cm2, p 0.001].
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.001 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de buikomtrek van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -1.84 cm, 95% BI = -3.14 tot -0.54 cm, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 1.2 tot 60 mg carotenoïdensupplementen (lycopeen, astaxanthine, cryptoxanthine, α-caroteen en β-caroteen) het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek van mensen met overgewicht of obesitas verlaagde. Verder verlaagde het hebben van een laag serum carotenoïdengehalte de kans op het krijgen van overgewicht en obesitas.

Oorspronkelijke titel:
The association between carotenoids and subjects with overweight or obesity: a systematic review and meta-analysis by Yao N, Yan S, […], Cui W.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33977977/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het slikken van carotenoïdensupplementen en overgewicht.

Om te weten hoeveel carotenoïden in het lichaam zit, wordt het gehalte van carotenoïden in het serum van het bloed gemeten. Het serum carotenoïdengehalte in het lichaam kan verhoogd worden door producten te eten die veel carotenoïden bevatten en/of carotenoïdensupplementen te slikken.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

 

Vitamine E supplementen verhoogt BMI van mensen met een normale BMI

Onderzoeksvraag:
Er zijn verschillende mechanismen voorgesteld voor het effect van vitamine E op het gewichtsverlies. Toch hebben verschillende interventionele onderzoeken (studies in mensen) met een breed scala aan doseringen en tijdsduur tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine E supplementen het krijgen van overgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en gewichtsverlies [WMD = 0.15, 95% BI = -1.35 tot 1.65, p = 0.847].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.0847 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en het verlagen van de BMI [WMD = 0.04, 95% BI = -0.29 to 0.37, p = 0.815].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en het verlagen van de buikomtrek [WMD = -0.19 kg, 95% BI = -2.06 to 1.68, p = 0.842].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine E supplementen de BMI van mensen met een normale BMI (18.5 tot 24.9) significant verhoogde [p = 0.047].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine E supplementen de BMI van mensen met een normale BMI (18.5 tot 24.9) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Can vitamin E supplementation affect obesity indices? A systematic review and meta-analysis of twenty-four randomized controlled trials by Emami MR, Jamshidi S, […], Aryaeian N.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33632535/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E, BMI en overgewicht.

Heb ik overgewicht?

Dagelijks 1 kopje groene thee verbetert geheugen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol, koffie of thee het risico op het krijgen van cognitieve gebreken/stoornissen (zoals dementie of ziekte van Alzheimer)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 prospectieve cohort studies (131777 deelnemers voor alcohol, 333843 deelnemers voor koffie 20411 deelnemers voor thee).
De NOS score was 8.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 11 gram alcohol per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken of alleen dementie significant verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet meer significant boven 11 gram alcohol per dag.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 2.8 kopjes koffie per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken significant verlaagde.
Echter, koffiedrinken was geen significante beschermende factor voor cognitieve stoornissen in groepen met een gemiddelde leeftijd kleiner dan 60 jaar.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 2.3 kopjes koffie per dag, het risico op het krijgen van dementie significant verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat elk verhoging met 1 kopje groene thee per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken significant met 6% [relatieve risico = 0.94, 95% BI = 0.92 tot 0.97] verlaagde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 0.92 tot 0.97 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks drinken van zowel minder dan 11 gram alcohol, minder dan 2.8 kopjes koffie als minimaal 1 kopje groene thee, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol, coffee and tea intake and the risk of cognitive deficits: a dose-response meta-analysis by Ran LS, Liu WH, […], Wang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8061189/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee-, koffie- en alcoholconsumptie en het verbeteren van het cognitief geheugen. 
 

Vitamine D supplementen tijdens zwangerschap of kindertijd verlaagt vetzucht bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Een vitamine D-tekort tijdens de zwangerschap of kindertijd wordt geassocieerd met een ongunstige groei bij kinderen. Echter, er is geen systematische review uitgevoerd naar het effect van de vitamine D suppletie (het slikken van vitamine D supplementen) tijdens de zwangerschap en kindertijd op de groei en lichaamssamenstelling bij kinderen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd de kans op het krijgen van adipositas (vetzucht) bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 4583 deelnemers.
De dosering van vitamine D supplementen in de interventiegroep (groep met vitamine D supplementen) was 60.000 IE/4 weken (1.500 mcg/4 weken) of 60.000 IE/8 weken en in de controle groep (groep zonder vitamine D supplementen) was 400 IE/dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap tot een hogere huidplooidikte van de triceps (mm) [MD = 0.33, 95% BI = 0.12 tot 0.54, I2 = 34%] bij pasgeborenen leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een hoge z-score van lengte-bij-leeftijd [MD = 0.29, 95% BI = 0.03 tot 0.54, I2 = 0%] bij zuigelingen van 1 jaar oud leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een lage BMI [MD = -0.19, 95% BI = -0.34 tot -0.04, I2 = 0%] bij zuigelingen van 3-6 jaar oud leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een lage BMI z-score [MD = -0.12, 95% BI = -0.21 tot -0.04, I2 = 0%] bij zuigelingen van 3-6 jaar oud leidde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd de kans op het krijgen van adipositas (vetzucht) bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Vitamin D Supplementation in Early Life on Children's Growth and Body Composition: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ma K, Wei SQ, [...], Wen SW.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/13/2/524/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D, BMI en overgewicht.

Met een huidplooimeter kan de dikte van de huidplooi bepaald worden. Met behulp van de gemeten huidplooien kan een voorspelling worden gedaan over de totale lichaamsvetmassa. De metingen zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat het vet regelmatig verdeeld is over het lichaam en de dikte van huidplooien dus een maat is voor de hoeveelheid subcutaan vet die representatief is voor de totale hoeveelheid lichaamsvet.

Subcutaan vet is het vet dat voor iedereen zichtbaar is. Dit is het vet dat u vast kunt pakken.

Adipositas (vetzucht) verhoogt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte en diabetes mellitus type 2 (suikerziekte type 2).

Een hoog serum kopergehalte verhoogt obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De relatie tussen het serum kopergehalte in het lichaam en overgewicht/obesitas blijft controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een hoog serum kopergehalte de kans op het krijgen van overgewicht/obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum kopergehalte van kinderen met obesitas significant hoger was dan van kinderen zonder obesitas [SMD = 0.74, 95% = 0.16 tot 1.32].

De onderzoekers vonden dat het serum kopergehalte van volwassenen met obesitas significant hoger was dan van volwassenen zonder obesitas [SMD = 0.39, 95% = 0.02 tot 0.76].

De onderzoekers vonden geen significant verschil tussen het serum kopergehalte van kinderen met overgewicht en kinderen zonder overgewicht [SMD = 1.52, 95% =  -0.07 tot 3.12].

De onderzoekers vonden geen significant verschil tussen het serum kopergehalte van volwassenen met overgewicht en volwassenen zonder overgewicht [SMD = 0.16, 95% =  -0.06 tot 0.38].

De onderzoekers vonden een significant verschil in de SMD tussen kinderen met obesitas die gediagnosticeerd werden door gewicht-voor-lengte en kinderen zonder obesitas [SMD = 1.56, 95% BI = 0.57 tot 2.55].  

De onderzoekers vonden een significant verschil in de SMD tussen volwassenen met obesitas die gediagnosticeerd werden door het BMI (WHO) en volwassenen zonder obesitas [SMD = 0.54, 95% BI = 0.08 tot 1.01].  

De onderzoekers concludeerden dat zowel kinderen als volwassenen met obesitas een hoog serum kopergehalte in het lichaam hadden.

Oorspronkelijke titel:
The Relationship Between Serum Copper and Overweight/Obesity: a Meta-analysis by Gu K, Li X, […], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31300957

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koper en overgewicht.

100 gram fruit per dag verlagen het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groenten of fruit de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cross-sectionele studies en 2 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 3% verlaagde [OR = 0.97, 95% BI = 0.95 tot 0.99, I2 = 26.7%]. 
Dit verlaagde risico was niet significant voor elke verhoging met 100 gram groente per dag [OR = 0.98, 95% BI = 0.96 tot 1.01, I2 = 54.6%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van fruit, minimaal 100 gram per dag, de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruit and vegetable consumption and the metabolic syndrome: a systematic review and dose-response meta-analysis by Lee M, Lim M and Kim J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31514758

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente en fruit en het metabole syndroom.
 

Dagelijks 280 mg calcium verlaagt mogelijk het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische onderzoeken naar de relatie tussen de inname van calcium via voeding en het risico op het krijgen van het metabole syndroom hebben controversiële resultaten opgeleverd. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt calcium-inname via voeding de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cross-sectionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 20% [gepoolde OR = 0.80, 95% BI = 0.70 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van calcium en de kans op het krijgen van het metabole syndroom.

De onderzoekers vonden dat het eten van 280 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 13% [OR = 0.87, 95% BI = 0.82 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 280 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van het metabole syndroom mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar cross-sectionele studies en geen cohort studies bevatte.

Oorspronkelijke titel:
Dietary calcium intake and the risk of metabolic syndrome: evidence from observational studies by Cheng L, Hu D and Jiang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30846011

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, het metabole syndroom en overgewicht.
 

Hoog homocysteïnegehalte verhoogt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen, zoals dementie en ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 prospectieve cohort studies met in totaal 28257 deelnemers, waarvan 2557 mensen met cognitieve stoornissen (1035 mensen met dementie door alle oorzaken, 530 mensen met de ziekte van Alzheimer, 92 mensen met vasculaire dementie en >900 mensen met cognitieve stoornissen maar zonder dementie).

De gemiddelde follow-up duur varieerde tussen 2.7 en 35 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een duidelijk lineair, dosisafhankelijk verband tussen het homocysteïnegehalte en de ziekte van Alzheimer.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het homocysteïnegehalte met 5 μmol/L, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 15% [gepoolde RR = 1.15, 95% BI = 1.04 to 1.26, I2 = 56.6%, n = 5] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Hyperhomocysteinemia and risk of incident cognitive outcomes: An updated dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Zhou F and Chen S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30826501

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de ziekte van Alzheimer.

Dagelijks 400 μg chromiumsupplementen verlagen het vetgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De rol van chromium als afslankmiddel blijft twijfelachtig. Hoewel eerdere bevindingen van meta-analyses kleine reducties in het lichaamsgewicht na een chromiumsuppletie (het slikken van chromiumsupplementen) bij personen met overgewicht/obesitas lieten zien, zijn er aanzienlijke beperkingen met deze bevindingen. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Hebben mensen met overgewicht/obesitas baat bij het slikken van chromiumsupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s met in totaal 1316 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.75 kg, 95% BI = -1.04 tot -0.45, p  0.001].  
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het BMI van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.40 kg/m2, 95% BI = -0.66 tot -0.13, p  0.003].  
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het slikken van chromiumsupplementen het BMI van mensen met overgewicht/obesitas werkelijk verlaagde

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het vetgehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.68%, 95% BI = -1.32 tot -0.03, p = 0.04].  
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.04 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van maximaal 400 μg chromiumsupplementen per dag gedurende maximaal 12 weken, het vetgehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat het slikken van maximaal 400 μg (400 mcg oftewel 400 microgram) chromiumsupplementen per dag gedurende maximaal 12 weken, het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van maximaal 400 μg chromiumsupplementen per dag gedurende maximaal 12 weken zowel het vetgehalte als het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of the effect of chromium supplementation on anthropometric indices of subjects with overweight or obesity by Tsang C, Taghizadeh M, […], Jafarnejad S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31115179

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chromium, overzichtsartikel/significant en overgewicht.

Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), kanker of hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met 25208 mensen die doodgingen aan all-cause mortaliteit, 4877 mensen die doodgingen aan kanker en 2366 mensen die doodgingen aan hart- en vaatziekten.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) [RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 1.02, p = 0.096].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan kanker (kanker mortaliteit) [RR = 1.09, 95% BI = 0.96 tot 1.24, p = 0.204].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband was tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken, kanker of hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Potato consumption and risk of all cause, cancer and cardiovascular mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Darooghegi Mofrad M, Milajerdi A, […], Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30638040

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over aardappelenconsumptie en ouderdom
 

Boomnoten verlagen metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cross-sectionele studies en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 89224 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van noten, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 16% [multivariable adjusted RR = 0.84, 95% BI = 0.76-0.92, p  0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van boomnoten, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 3% [multivariable adjusted RR = 0.97, 95% BI = 0.94-1.00, p = 0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van pinda’s, de kans op het krijgen van het metabole syndroom niet verlaagde [multivariable adjusted RR = 1.01, 95% BI = 0.96-1.06, p = 0.68].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van noten, met name boomnoten de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Relationship Between Nut Consumption and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Observational Studies by Zhang Y and Zhang DZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30716015

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten, significant/RR en het metabole syndroom.

Voorbeelden van boomnoten zijn amandelen, cashewnoten, hazelnoten, macadamia’s, paranoten, pistachenoten en walnoten. Pinda’s zijn geen noten, maar peulvruchten, die onder de grond groeien en worden daarom aardnoten genoemd.

 

Veel vitamine C via voeding verlaagt metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen vitamine C consumptie en het metabole syndroom (MetS) is geëvalueerd in de verschillende epidemiologische onderzoeken maar de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine C inname via voeding of het hebben van een hoog vitamine C gehalte in het bloed de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 26 cross-sectionele studies met in totaal 110771 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage inname dat een hoge inname van vitamine C via voeding, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 7% [multivariable-adjusted RR = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.97, p = 0.003, I2 = 54.5%, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met een lager vitamine C gehalte dat een hoger vitamine C gehalte in het lichaam de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 40% [multivariable-adjusted RR = 0.60, 95% BI = 0.49 tot 0.74, I2 = 22.7%, p = 0.249] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding als het hebben van een hoog vitamine C gehalte in het bloed, de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Observational Studies by Guo H, Ding J, [...], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8531097/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C en het metabole syndroom.

Een hoge vitamine C consumptie via voeding komt in de praktijk neer op 200 tot 300 gram groente en 2-5 stuks fruit per dag. Vitamine  C zit namelijk in groente en fruit.

Een hoog vitamine C gehalte in het lichaam kan verkregen worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine C bevatten en/of vitamine C supplementen te slikken.

Roodvlees verhoogt metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van roodvlees of gevogelte en het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 21869 deelnemers, Alle studies hadden zowel mannelijke als vrouwelijke deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 35% [gepoolde multi-variable adjusted RR = 1.35, 95% BI = 1.13 tot 1.62, p = 0.001, I2 = 54.4%, p = 0.032] verhoogde.
Dit significante verhoogde risico werd ook teruggevonden voor studies waarbij gecorrigeerd werd voor BMI [RR = 1.4, 95% BI = 1.23 tot 1.6, p 0.001] en lichamelijke activiteiten [RR = 1.48, 95% BI = 1.29 tot 1.71, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van bewerkt roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 48% [multi-variable adjusted RR = 1.48, 95% BI = 1.11 tot 1.97, p = 0.007, I2 = 64.7%, p = 0.037] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van onbewerkt roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 32% [multi-variable adjusted RR = 1.32, 95% BI = 1.14 tot 1.54, p = 0.0003, I2 = 0%, p = 0.397] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van gevogelte de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 15% [gepoolde multi-variable adjusted RR = 0.85, 95% BI = 0.75 tot 0.97, p = 0.02, I2 = 0%, p = 0.707] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van roodvlees (zowerl bewerkt als onbewerkt) de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde, terwijl het eten van gevogelte de kans op het krijgen van het metabole syndroom juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Red Meat and Poultry Consumption With the Risk of Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Guo H, Ding J, [...], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8295459/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over roodvlees, gevogelte en het metabole syndroom.

Bewerkt roodvlees zijn onder andere hamburgers, gehakt, vleeswaren (ham, salami), worst (rookworst, ossenworst). rosbief, bacon en filet americain.