Voeding en gezondheid

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en overgewicht.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas
  2. Dagelijks 280 mg calcium verlaagt mogelijk het metabole syndroom
  3. Mensen met overgewicht/obesitas hebben baat bij probiotica
  4. Dagelijks 400 μg chromiumsupplementen verlagen het vetgehalte
  5. Boomnoten verlagen metabole syndroom

Vis verlaagt ziekte van Crohn

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen visconsumptie of het eten van n-3 PUFA’s en het krijgen inflammatoire darmziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 282610 deelnemers, waarvan 2002 mensen met inflammatoire darmziekten (1061 mensen met de ziekte van Crohn en 937 mensen met colitis ulcerosa).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 46% [gepoolde effectgrootte = 0.54, 95% BI = 0.31-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten niet significant met 17% [gepoolde effectgrootte = 1.17, 95% BI = 0.80-1.72, p = 0.41] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 25% [gepoolde effectgrootte = 0.75, 95% BI = 0.57-0.98, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van alfa-linoleenzuur de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten niet significant met 17% [gepoolde effectgrootte = 1.17, 95% BI = 0.63-2.17, p = 0.62] verhoogde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn verlaagde en het eten van n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of fish, n-3 polyunsaturated fatty acids, and risk of inflammatory bowel disease: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Mozaffari H, Daneshzad E, […], Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30680455

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie, n-3 PUFA’s en chronische ziekten.
 

Dagelijks 3 kopjes koffie verlaagt doodgaan aan alle oorzaken

Onderzoeksvraag:
Eerdere meta-analyse liet een omgekeerde associatie zien tussen koffieconsumptie en mortaliteit door alle oorzaken (all-cause mortaliteit oftewel doodgaan aan alle oorzaken). Echter, de relatie tussen cafeïnehoudende en cafeïnevrije koffieconsumptie en mortaliteit door alle oorzaken is inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van koffie de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 cohort studies met in totaal 10103115 deelnemers, waarvan 240303 mensen die dood waren gegaan aan alle oorzaken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het drinken van koffie en all-cause mortaliteit [p < 0.001].

De onderzoekers vonden vergeleken met geen koffieconsumptie, dat het drinken van 3 kopjes koffie per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.84 tot 0.89] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van 3 kopjes koffie per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Caffeinated and decaffeinated coffee consumption and risk of all-cause mortality: a dose-response meta-analysis of cohort studies by Li Q, Liu Y, […], Hu D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30786114

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het drinken van koffie en chronische ziekten.
 

Zoete aardappelen met spruitjes en chorizo voor 4 personen

Voedingswaarden:
Dit recept levert per persoon 530 kcal, 30 gram vet, 18 gram eiwit en 47 gram koolhydraten oftewel 51 En% vet, 14 En% eiwit en 35 En% koolhydraten. Dit recept bevat 18 En% verzadigd vet en 1.8 gram vezels per 100 kcal.
51 En% vet wil zeggen, dat 30 gram vet 51% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 530 kcal.
35 En% (En% = spreekt uit als energieprocent) koolhydraten wil zeggen, dat 47 gram koolhydraten 35% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 530 kcal.
1 gram eiwit en 1 gram koolhydraten leveren 4 kcal. 1 gram vet levert 9 kcal.
1.8 gram vezels per 100 kcal wil zeggen dat in dit recept van 530 kcal 9.5 gram vezels zit.

Het hoge vetgehalte (16 En% boven de norm van een gezonde maaltijd van 35 En% vet) van deze maaltijd wordt veroorzaakt door de Spaanse chorizo.

Het hoge verzadigd vetgehalte (8 En% boven de norm van een gezonde maaltijd van 10 verzadigd vet) van deze maaltijd wordt veroorzaakt door de Spaanse chorizo.
Spaanse chorizo is een ongezond product. Een ongezond product is een product met meer dan 35 En% vet, waarvan meer dan 10 En% verzadigd vet, meer dan 0.3 gram zout per 100 kcal en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt ongezond zijn, kunt u hier opzoeken.

Het hoge vezelgehalte (0.5 boven de norm van een gezonde maaltijd van 1.3 gram vezels per 100 kcal) van deze maaltijd wordt veroorzaakt door spruitjes en zoete aardappelen. Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.
Eet spruitjes en zoete aardappelen voor vezels.

Deze maaltijd levert 51 En% vet, waarvan 18 En% verzadigd vet en is daarom vetrijk want een vetrijke maaltijd bevat minimaal 35 En% vet, waarvan minimaal 10 En% verzadigd vet.  Minimaal 35 En% vet wil zeggen, dat het aantal gram vet minimaal 35% mag bijdragen aan het totale caloriegehalte van de desbetreffende maaltijd.
Om te corrigeren voor het ongezonde deel van deze maaltijd moet het volgende product maximaal 19 En% vet en maximaal 2 En% verzadigd vet bevatten, want:
51 + 19 = 70. 70/2 (2 producten) = 35 En% vet (richtlijn van een gezond(e) product/maaltijd).
18 + 2 = 20. 20/2 (2 producten) = 10 En% verzadigd vet (richtlijn van een gezond(e) product/maaltijd).
Mensen met overgewicht worden aangeraden vetrijke maaltijden te laten staan.
Welke producten uit de supermarkt maximaal 19 En% vet en maximaal 2 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijd levert dankzij de spruitjes en de zoete aardappelen per persoon 1 gram kalium.
Eet spruitjes en zoete aardappelen voor kalium. Kalium verlaagt de bloeddruk.

Deze maaltijd levert dankzij de spruitjes per persoon 100 mcg (100 microgram) foliumzuur.
Eet spruitjes voor foliumzuur.

Deze maaltijd dekt dankzij de zoete aardappelen per persoon de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine A van 1 dag.
Eet zoete aardappelen voor vitamine A. In zoete aardappelen komt vitamine A voor in de vorm van retinolactiviteitequivalent (RAE).

Deze maaltijd levert dankzij de spruitjes per persoon 170 mg vitamine C.
Eet spruitjes voor vitamine C.

Deze maaltijd levert dankzij de zoete aardappelen per persoon 12 mg beta-caroteen.
Eet zoete aardappelen voor beta-caroteen.

Deze maaltijd dekt dankzij de spruitjes per persoon de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine K van 1 dag.
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) is de (minimale) hoeveelheid die nodig is om het dagelijkse verlies van een bepaalde voedingsstof (bijvoorbeeld vitamine K) in het menselijk lichaam te compenseren.
Eet spruitjes voor vitamine K.

In combinatie met:
Dit recept in combinatie met 5 sneetjes lijnzaadbrood en 200 gram grapefruit levert 27 gram vezels op.
25-30 gram vezels per dag verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, dikke darmkanker en overgewicht.
Een makkelijke manier om 30 gram vezels per dag binnen te krijgen, is door te kiezen voor producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

Bijzonderheden:
Deze maaltijd levert 160 gram groenten per persoon.
Deze maaltijd bevat ook uien, zoete aardappelen en knoflook.

Bereiding & Ingrediënten van zoete aardappelen met spruitjes en chorizo voor 4 personen

Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), kanker of hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met 25208 mensen die doodgingen aan all-cause mortaliteit, 4877 mensen die doodgingen aan kanker en 2366 mensen die doodgingen aan hart- en vaatziekten.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) [RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 1.02, p = 0.096].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan kanker (kanker mortaliteit) [RR = 1.09, 95% BI = 0.96 tot 1.24, p = 0.204].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband was tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken, kanker of hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Potato consumption and risk of all cause, cancer and cardiovascular mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Darooghegi Mofrad M, Milajerdi A, […], Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30638040

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over aardappelenconsumptie en ouderdom
 

Aardappel

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over het eten van aardappel en gezondheid:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 80 gram aardappelen verhogen suikerziekte type 2
  2. Aardappelen verhogen niet kanker
  3. Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker

Een hoog vitamine D-gehalte voor de geboorte verlaagt ADHD

Onderzoeksvraag:
Diverse onderzoeken hebben de invloed van prenatale (vóór de geboorte) blootstelling aan het vitamine D-gehalte op de ontwikkeling van de hersenen (van het ongeboren kind) onderzocht. Echter, de bewijslast bij mensen is nooit systematisch beoordeeld en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft een hoog vitamine D gehalte vóór de geboorte positieve invloed op de ontwikkeling van de hersenen van  het geboren kind?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een laag prenataal vitamine D-gehalte, dat een hoog prenataal vitamine D-gehalte geen significant effect had op de cognitie [β = 0.95, 95% BI = -0.03 tot 1.93, p = 0.05] en de psychomotorische ontwikkeling [β = 0.88, 95% BI = -0.18 tot 1.93, p = 0.10] van het geboren kind.

De onderzoekers vonden vergeleken met een laag prenataal vitamine D-gehalte, dat een hoog prenataal vitamine D-gehalte het risico op het krijgen van ADHD bij het geboren kind significant met 28% [gepoolde relatieve risico = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.89, p = 0.002]  verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met een laag prenataal vitamine D-gehalte, dat een hoog prenataal vitamine D-gehalte het risico op het krijgen van autisme-gerelateerde eigenschappen bij het geboren kind significant met 58% [gepoolde odds ratio = 0.42, 95% BI = 0.25 tot 0.71, p = 0.001]  verlaagde.

De onderzoekers vonden dat er weinig bewijs was voor de beschermende effecten van een hoog prenataal vitamine D-gehalte en de taalontwikkeling en de gedragsproblemen bij het geboren kind.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog vitamine D-gehalte vóór de geboorte het risico op het krijgen van ADHD en autisme-gerelateerde eigenschappen bij het geboren kind verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Neurodevelopmental effects of prenatal vitamin D in humans: systematic review and meta-analysis by García-Serna AM and Morales E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30696940

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en vitamine D.
 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar zwangerschap en babyvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Foliumzuur tijdens zwangerschap verlaagt acute lymfatische leukemie bij kinderen
  2. 0.6-2 gram calciumsupplementen per dag verlaagt zwangerschapsvergiftiging
  3. Steady state bloed foliumzuurconcentratie wordt bereikt met 100 mcg foliumzuur 
  4. Een hoog vitamine D-gehalte voor de geboorte verlaagt ADHD

Een hoge transvetzurenconcentratie verhoogt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen

Onderzoeksvraag:
Hoewel de relatie tussen de inname van transvetzuren via voeding en de serum concentratie van transvetzuren (transvetzuurconcentratie in het bloed) en het risico op borstkanker uitgebreid zijn onderzocht, zijn de bevindingen inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhogen een hoge inname van transvetzuren via voeding en een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies en 1 geneste patient-controle studie over de inname van transvetzuur via voeding en 1 cohort studie en 4 geneste patient-controle studies over de serum concentratie van transvetzuren. 

De deelnemers waren gezonde personen vanaf 26 jaar oud.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van transvetzuren via voeding en het krijgen van borstkanker [gepoolde effectengrootte = 1.02, 95% BI = 0.95-1.10, p = 0.403].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van geconjugeerd linolzuur (CLA) via voeding en het krijgen van borstkanker [gepoolde effectengrootte = 1.05, 95% BI = 0.95-1.17, p = 0.513].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname 1 gram transvetzuren per dag via voeding en het krijgen van borstkanker [RR = 1.00, 95% BI = 0.99-1.01].

De onderzoekers vonden dat een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen significant met 37% verhoogde. [gepoolde effectengrootte = 1.37, 95% BI = 1.04 -1.81, p = 0.02].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake and serum levels of trans fatty acids and risk of breast cancer: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective studies by Anjom-Shoae J, Sadeghi O, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30954361

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en transvetzuren.

Transvetten zijn van nature aanwezig in dierlijke producten, zoals melk-, schapen- en koeienvlees, roomboter en kaas.

Tegenwoordig ontstaan er geen transvetzuren meer bij het bewerken van oliën en vetten.

 

Steady state bloed foliumzuurconcentratie wordt bereikt met 100 mcg foliumzuur

Onderzoeksvraag:
De drempelwaarde voor de optimale foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd ter preventie van de neurale buisdefecten wordt geschat op 906 nmol/L. Echter, de dosisafhankelijke relatie tussen foliumzuurinname en foliumzuurconcentratie in het bloed is niet gekarakteriseerd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Bestaat er een dosisafhankelijke relatie tussen foliumzuurinname en de bloed foliumzuurconcentratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 artikelen over foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen en 97 artikelen over serum/plasma foliumzuurconcentratie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat 375 tot 570 mcg foliumzuur per dag, de foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen met 1.78 keer [95% BI = 1.66 tot 1.93] deed stijgen van de baseline naar de evenwichtssituatie (steady state foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen) in 36 weken [95% BI = 27 tot 52]. 

De onderzoekers vonden in de regressie-analyse dat elke 100 mcg foliumzuur per dag, de bloed folaatconcentratie met 11.6% [95% BI = 8.4 tot 14.9] deed toenemen van de baseline naar de evenwichtssituatie in 13 weken [95% BI = 10 tot 16].

De onderzoekers concludeerden dat de steady state foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen werd bereikt met 375 tot 570 mcg foliumzuur per dag gedurende 36 weken. Verder werd de steady state bloed foliumzuurconcentratie bereikt met 100 mcg foliumzuur per dag gedurende 13 weken.

Oorspronkelijke titel:
Systematic Review and Bayesian Meta-analysis of the Dose-response Relationship between Folic Acid Intake and Changes in Blood Folate Concentrations by Crider KS, Devine O, […], Berry RJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6356991/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over foliumzuur (ook wel folaat genoemd) en zwangerschap.
 

Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische bewijzen met betrekking tot het verband tussen lichamelijke activiteit en het risico op het krijgen van longkanker zijn nog steeds controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het uitvoeren van lichamelijke activiteiten de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies met in totaal 2965811 deelnemers, waarvan 31807 mensen met longkanker.

De onderzoekspopulatie bestond uit volwassenen met een leeftijd van boven 18 jaar.
De meeste studies werden gecorrigeerd voor grote verstorende factoren (=adjusted for major confounders) zoals leeftijd, geslacht, rookstatus en body mass index, etc.

De studies waren goed opgezet met een gemiddelde score van 8.

Er was sprake van een kleine aanwijzing op publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.77 tot 0.90, I2 = 62.6%, p < 0.001] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij vrouwen significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij mannen significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.73 tot 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij rokers significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.97] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant bij niet rokers [RR = 0.95, 95% BI = 0.88 tot 1.03].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.97 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in studies waarbij niet gecorrigeerd werd voor de voedingsfactoren (zoals energieinname) dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.71 tot 0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor de voedingsfactoren (zoals energieinname) dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Physical Activity and Lower Risk of Lung Cancer: A Meta-Analysis of Cohort Studies by Liu Y, Li Y, [...], Fan XX.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6349707/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding en kanker.

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar sportvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2019:

  1. Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade
  2. 3 mg creatine/kg/dag gedurende 14 dagen bevordert anaërobe prestaties van voetballers
  3. Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

3 mg creatine/kg/dag gedurende 14 dagen bevordert anaërobe prestaties van voetballers

Onderzoeksvraag:
Studies hebben aangetoond dat creatinesuppletie (het slikken van creatinesupplementen) de intramusculaire creatineconcentratie verhoogt, waardoor het energiesysteem van fosfaten wordt bevorderd, wat de waargenomen verbeteringen in de training met een hoge intensiteit kan helpen verklaren. Onderzoek naar fysieke prestaties bij voetballers heeft echter controversiële resultaten opgeleverd, deels omdat het gebruikte energiesysteem niet in het onderzoek wordt meegenomen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van creatine de sportprestaties van voetballers?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 168 voetballers (118 mannen en 50 vrouwen) met een gemiddelde leeftijd van 20.3 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van creatine geen significant effect had op de aërobe (met zuurstof) prestaties van voetballers [SMD = -0.05, 95% BI = -0.37 tot 0.28, I2 = 0%, p = 0.78].

De onderzoekers vonden dat het slikken van creatine geen significant effect had op het energiesysteem van fosfaten van voetballers [SMD = 0.21, 95% BI = -0.03 tot 0.45, p = 0.08].

De onderzoekers vonden dat het slikken van creatine de anaërobe (zonder zuurstof) prestaties van voetballers bevorderde [SMD = 1.23, 95% BI = 0.55 tot 1.91, p < 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van creatine significante effecten had op de Wingate-test prestaties [SMD = 2.26, 95% BI = 1.40 tot 3.11, p < 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van creatine met een loading dose van 20-30 gram per dag (verdeeld over 3-4 keer gedurende de dag) gedurende 6-7 dagen, gevolgd door 5 gram creatine per dag gedurende 9 weken, de anaërobe (zonder zuurstof) prestaties van voetballers bevorderde. Verder, bevorderde 3 mg creatine per kg lichaamsgewicht per dag gedurende 14 dagen ook de anaërobe (zonder zuurstof) prestaties van voetballers.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Creatine Supplementation on Athletic Performance in Soccer Players: A Systematic Review and Meta-Analysis by Mielgo-Ayuso J, Calleja-Gonzalez J, […], Fernández-Lázaro D.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/11/4/757/htm

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding en creatine.

3 mg creatine per kg lichaamsgewicht per dag (3 mg creatine/kg/dag) wil zeggen dat een persoon van 65 kg per dag 195 mg (65x3) creatine moet slikken.

De Wingate-test is een sprinttest op een fietsergometer waarbij het sprintvermogen gedurende 30 seconden gemeten wordt. Het is de bedoeling om vanuit stilstand zo snel mogelijk een zo hoog mogelijk toerental te halen. Het hoogst behaalde vermogen is een indicator voor het anaërobe vermogen van de sporter. Het gemiddelde vermogen over 30 seconden en het verval in vermogen geven een indicatie over de anaërobe capaciteit. Vooral voor (anaërobe) sporten als baanwielrennen en schaatsen levert de Wingate Test interessante informatie op.

De Wingate-test werd in de jaren 1970 ontwikkeld door het Wingate Instituut in Israël.
 

Pinda’s gedurende 12 weken verhoogt goed cholesterol

Onderzoeksvraag:
Er zijn verschillende studies uitgevoerd naar de relatie tussen het eten van pinda en het  krijgen van hart- en vaatziekten. Echter, de bevindingen zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van pinda’s de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het gewicht [WMD = -0.11 kg, p = 0.773].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.773 groter was dan p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op de buikomtrek [WMD = -1.41 cm, p = 0.139].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het BMI [WMD = -0.14 kg/m2, p = 0.428].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op de systolische bloeddruk [WMD = -0.09 mmHg, p = 0.939].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op de diastolische bloeddruk [WMD = 0.60 mmHg, p = 0.652].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) [WMD = -3.31 mg/dL, p = 0.472].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het triglyceridengehalte [WMD = -7.59 mg/dL, p = 0.180].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het totale cholesterolgehalte [WMD = 3.15 mg/dL, p = 0.171].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het nuchter bloedsuikergehalte [WMD = 0.57 mg/dL p = 0.604].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het insulinegehalte [WMD = -0.40, p = 0.582].

De onderzoekers vonden dat het eten van (totaal) pinda’s het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant verhoogde [WMD = 2.72 mg/dlL p = 0.001], met name bij pinda olie, hoog oliezuur pinda, pinda pit, bij gezonde personen en bij pinda consumptie langer dan 12 weken.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van (hoog oliezuur) pinda’s gedurende minimaal 12 weken het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) bij gezonde personen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Peanut and cardiovascular disease risk factors: A systematic review and meta-analysis by Jafari Azad B, Daneshzad E and Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30638042

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten en hart- en vaatziekten.

 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. <400 mg groene koffiebonen-extract supplementen verlagen de bloeddruk
  2. 150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas
  3. Dagelijks 2 gram L-carnitine verlaagt bloeddruk van mensen met overgewicht
  4. Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  5. Anthocyaninen via voeding verlaagt hypertensie
  6. Cashewnoten verlagen de bloeddruk
  7. Coënzym Q10 supplementen verlagen ontstekingen in patiënten met coronaire hartziekte
  8. Kiwi verlaagt niet hart- en vaatziekten
  9. Transvetzuren verhogen hart- en vaatziekten
  10. Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten
  11. Pinda’s gedurende 12 weken verhoogt goed cholesterol

 

Vis verlaagt borstkanker onder Aziaten

Onderzoeksvraag:
Verlagen omega-3 vetzuren in vis de kans op het krijgen van borstkanker onder Aziatische vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies en 7 patient-controle studies met in totaal 130365 Aziatische patiënten.

Er was geen publicatiie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van borstkanker onder Aziatische patiënten significant met 20% [OR = 0.80, 95% BI = 0.73-0.87, p < 0.00001] verlaagde. Dit verlaagde risico werd toegeschreven aan de omega-3 vetzuren in vis.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.73 tot 0.87 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis de kans op het krijgen van borstkanker onder Aziatische patiënten verlaagde. Dit verlaagde risico werd toegeschreven aan de omega-3 vetzuren in vis.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effect of Omega-3 Fatty Acids in Fish Consumption Against Breast Cancer in Asian Patients: A Meta-Analysis by Nindrea RD, Aryandono T, […], Dwiprahasto I.

Link:
http://journal.waocp.org/?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:30803190&key=2019.20.2.327

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en visconsumptie.

Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Er is geen overtuigende informatie beschikbaar over het verband tussen de Totale Antioxidatieve Capaciteit (TAC) van voeding en het risico op sterfte en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding het risico op sterfte (mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies met een follow-up duur van 4.3-16.5 jaar met 38449 doden aan alle oorzaken (all-cause mortalliteit), 4470 doden aan kanker (kankermortaliteit) en 2841 doden aan hart- en vaatziekten (hart- en vaatziekten mortaliteit) onder in totaal 226297 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 38% [gecombineerrde effectengrootte = 0.62, 95% BI = 0.60-0.64] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding, de kans op doodgaan aan kanker significant met 19% [gecombineerrde effectengrootte = 0.81, 95% BI = 0.75-0.88] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 21% [gecombineerrde effectengrootte = 0.71, 95% BI = 0.63-0.82] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Ferric Reducing Ability of Plasma (FRAP), met 5 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 7% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Oxygen Radical Absorbance Capacity (ORAC), met 5 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de non-lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Ferric Reducing Ability of Plasma (FRAP), van 2 tot 12 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant verlaagde [p non lineair = 0.002].

De onderzoekers vonden in de non-lineaire dosisafhankelijke meta-analyse dat een verhoging van de totale antioxidatieve capaciteit van voeding, gemeten met behulp van Oxygen Radical Absorbance Capacity (ORAC), van 5 tot 11 mmol per day, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant verlaagde [p non-lineair < 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge totale antioxidatieve capaciteit van voeding (oftewel een voeding met veel antioxidanten) de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken, kanker als hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary total antioxidant capacity and mortality from all causes, cardiovascular disease and cancer: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Parohan M, Anjom-Shoae J, […], Sadeghi O

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30756144

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/significant, antioxidanten en mortaliteit.

De Totale Antioxidatieve Capaciteit (TAC) van voeding van ieder voedingsmiddel wordt gemeten met behulp van de volgende vier analysemethoden:

  1. Ferric Reducing Ability of Plasma (FRAP)
  2. Oxygen Radical Absorbance Capacity (ORAC)
  3. Trolox Equivalent Antioxidant Capacity (TEAC) en
  4. Total Radical-trapping Antioxidant Parameter (TRAP).
     

Produkt

ORAC waarde per 100 gram

Kruidnagel

314.446

Kaneel

267.536

Oregano poeder

200.129

Geelwortel

159.277

Sorghum, bran (negergierst)

100.800

Cacao poeder, ongezoet

80.933

Basilicum (gedroogd)

67.556

Peper, zwart, poeder

27.618

Tijm, vers

27.426

Chili poeder

23.636

Chocolade, puur

20.823

Noten, pecan

17.940

Paprika poeder

17.919

Gember, rauw

14.840

Vlierbessen

14.697

Pepermunt, vers

13.978

Oregano, vers

13.970

Noten, walnoten

13.541

Noten, hazelnoten

9.645

Cranberries, rauw

9.584

Artichok (gekookt)

9.416

Bonen, kidney, rauw

8.459

Bonen, zwart, rauw

8.040

Noten, pistache

7.983

Linzen, rauw

7.282

Agave (gedroogd)

7.274

Appels (gedroogd)

6.681

Knoflookpoeder

6.665

Bessen, blauwe

6.552

Pruimen, gedroogd

6.552

Bessen, zwarte

5.347

Knoflook, rauw

5.346

Koriander, rauw

5141

Frambozen

4.882

Basilicum (vers)

4.805

Noten, amandelen

4.454

Appels – Granny Smith

3.898

Dadels, Medjool

3.895

Rode wijn

3.873

Wijn, rood

3.873

Vijgen

3.383

Kersen

3.365

Kruisbessen

3.277

Pinda’s, rauw

3.166

Rozijnen

3.037

Appels – Red Delicious

2.936

Appels – Gala

2.828

Appels – Golden Delicious

2.670

Appels – Fuji

2.589

Broccoli, gekookt

2.386

Sla, rood

2.380

Asperge

2.150

Brood, roggebrood

1.963

Cashewnoten

1.948

Avocado

1.933

Sinasappels, navels

1.819

Peer

1.814

Bieten, Rood, rauw

1.767

Noten, macademia

1.695

Mandarijnen

1.620

Grapefruit

1.548

Uien, rood, rauw

1.521

Sla, groen

1.447

Brood, 7 granen

1.421

Noten, para

1.419

Broccoli, rauw

1362

Citroensap

1.225

Kiwi, gold

1.210

Olijfolie

1.150

Abrikozen

1.115

Uien,rauw

1.034

Mango

1.002

Pepers, oranje

984

Aubergine, rauw

933

Kiwi

882

Banaan

879

Pepers, rood

847

Bloemkool, rauw

829

Wortels, rauw

666

Bloemkool, gekookt

620

Pepers, groen

615

Tomaat, vers

546

Bleekselderij, rauw

497

Sla, ijsberg

438

Wortels baby, rauw

436

Wijn, wit

392

Ananas

385

Wortels, gekookt

317

Aubergine, gekookt

245

Bonen, lima, rauw

243

Komkommer

214

 

Magnesiumtekort verhoogt ADHD

Onderzoeksvraag:
Huidige onderzoeken laten tegenstrijdige resultaten zien over de associatie tussen de magnesiumconcentratie in het bloedserum en de diagnose ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder). Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhoogt een tekort aan magnesiumconcentratie in het bloed de kans op het krijgen van ADHD?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de random effects meta-analyse dat de magnesiumconcentratie in het bloedserum van mensen met ADHD significant lager was dan van mensen zonder ADHD [-0.105 mmol/L, 95% BI = -0.188 tot -0.022, p < 0.013, I2 = 96.2%, p = 0.0103].

De onderzoekers concludeerden dat een verband bestond tussen een magnesiumtekort en het ontstaan van ADHD.

Oorspronkelijke titel:
Magnesium status and attention deficit hyperactivity disorder (ADHD): A meta-analysis by Effatpanah M, Rezaei M, […], Hashemi R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30807974

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over random effects meta-analysse en magnesium.
 

Carotenoïden via voeding verlagen mogelijk het metabole syndroom

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoiden de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cross-sectionele studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 5 studies dat het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 44% [gepoolde OR = 0.66, 95% BI = 0.56-0.78] verlaagde. Dit verlaagde risico was het grootst voor beta-caroteen, gevolgd door alfa-caroteen en beta-crypotoxanthine.

De onderzoekers vonden in 6 studies geen verband tussen het eten van retinol (dierlijke vorm van vitamine A) en de kans op het krijgen van het metabole syndroom [gepoolde OR = 1.00, 95% BI = 0.88-1.13].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van carotenoïden, met name beta-caroteen, alfa-caroteen en beta-crypotoxanthine, de kans op het krijgen van het metabole syndroom mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het overzichtsartikel alleen maar cross-sectionele studies kende en geen cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids, vitamin A, and their association with the metabolic syndrome: a systematic review and meta-analysis by Beydoun MA, Chen X, [...], Canas JA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30202882

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carotenoïden en het metabole syndroom.
 

Dagelijks 100 μg foliumzuur via voeding verlaagt slokdarmkanker

Onderzoeksvraag:
is er een relatie tussen de vitamine-inname via voeding en de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 patiënt-controle studies en 2 cohort studies met in totaal 6404 mensen met slokdarmkanker onder 510954 deelnemers.

De kwaliteit van de studies was gemiddeld een 7.

Er was geen publicatie bias.

Het gepoolde resultaat veranderde niet in de sensitiviteitsanalyses.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge foliumzuur-inname via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 38% [gepoolde OR = 0.62, 95% BI = 0.56-0.68, I2 = 40.2%] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 100 μg foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.86-0.91] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.86 tot 0.91 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B12-inname via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 30% [gepoolde OR = 1.30, 95% BI = 1.05-1.62, I2 = 73.5%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 μg vitamine B12 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 2% [OR = 1.02, 95% BI = 1.00-1.03] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6-inname via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 41% [gepoolde OR = 0.59, 95% BI = 0.52-0.66, I2 = 46.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat 2.0 mg vitamine B6 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 18% [OR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.88] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat 2.5 mg vitamine B6 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.59-0.75] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat 3.0 mg vitamine B6 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 45% [OR = 0.55, 95% BI = 0.44-0.67] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 mg vitamine B6 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 16% [OR = 0.84, 95% BI = 0.80-0.89] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 100 μg foliumzuur per dag via voeding of 1 mg vitamine B6 per dag via voeding, de kans op het krijgen van slokdarmkanker verlaagde. Echter, 1 μg vitamine B12 per dag via voeding verhoogde de kans op het krijgen van slokdarmkanker.

Oorspronkelijke titel:
Intake of Dietary One-Carbon Metabolism-Related B Vitamins and the Risk of Esophageal Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis by Qiang Y, Li Q, […], Wang F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6073467/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over vitamine B6, B12, foliumzuur en kanker.

Middellangketenige verzadigde vetzuren verhogen sneller goed cholesterol

Onderzoeksvraag:
Middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) kunnen de circulerende lipiden en de lipoproteïnen anders beïnvloeden dan langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's), maar de resultaten in menselijke interventiestudies zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) en langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's) verschillende invloeden op de circulerende lipiden en de lipoproteïnen in het menselijk lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 crossover en 1 parallel interventiestudies met in totaal 299 deelnemers (gemiddelde leeftijd was 38 jaar en gemiddelde BMI was 24).

Er was geen statistische heterogeniteit voor het HDL-cholesterol, apoA-I en triglyceridengehalte maar wel voor het totale cholesterol [I2 = 49%] en LDL-cholesterolgehalte [I2 = 58%].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden ten opzichte van een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren, dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.11 mmol/L [MD = 0.11 mmol/L, 95% BI = 0.07 tot 0.15 mmol/L] verhoogde, zonder effect te hebben op het triglyceriden-, LDL- (slecht cholesterol) en totaal cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden ten opzichte van een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren het apolipoprotein A-I (apoA-I) gehalte significant met 0.08 g/L [MD = 0.08 g/L, 95% BI = 0.02 tot 0.14 g/L] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) het HDL-cholesterolgehalte en het apolipoprotein A-I (apoA-I) gehalte sneller verhoogde dan een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's).

Oorspronkelijke titel:
Differential effects of medium- and long-chain saturated fatty acids on blood lipid profile: a systematic review and meta-analysis by Panth N, Abbott KA, […], Garg ML.

Link:
https://academic.oup.com/ajcn/article-abstract/108/4/675/5100313?redirectedFrom=fulltext

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, vetconsumptie en hart- en vaatziekten.

Door het meten van het apolipoprotein A-I (apoA-I) en het cholesterolgehalte kan de arts het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten bepalen. Het apolipoprotein A-I (apoA-I) en het cholesterolgehalte worden in het vakjargon de biomerkers van hart- en vaatziekten genoemd.

Aan de hand van het aantal koolstofatomen in de keten worden vetzuren (in de volksmond ook vet genoemd) in 3 groepen verdeeld:
korte-keten-vetzuren (6 of minder)
middellange-keten-vetzuren (6-12) en
lange-keten-vetzuren (12 of meer).

Kokosolie bevat in tegenstelling tot de meeste vetten veel middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's).

Header search-page gefilterd

Hier ziet u alle producten. U kunt op voedingsingrediënt filteren. Zo kunt u direct op zoek naar gerechten die voldoen aan uw criteria. De ingredienten worden nu op zout 20% gefilterd.

1 portie aardappelen per dag verhoogt suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van aardappelen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 4545230 personenjaren en 17758 mensen met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elk verhoging met 1 portie aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikziekte type 2 significant met 20% [HR = 1.20, 95% BI = 1.13 tot 1.127, p < 0.001, I2 = 27.1%, p = 0.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elk verhoging met 2 porties aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikziekte type 2 significant met 44% [HR = 1.44, 95% BI = 1.28 tot 1.63] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elk verhoging met 3 porties aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikziekte type 2 significant met 74% [HR = 1.74, 95% BI = 1.45 tot 2.09] verhoogde.

De onderzoekers vonden een significant non-lineair verband tussen het eten van aardappelen en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [p < 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 1 portie aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Potato consumption and risk of type 2 diabetes: A dose-response meta-analysis of cohort studies by Bidel Z, Teymoori F, […], Nazarzadeh M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30144898

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over suikerziekte.

1 portie aardappelen in dit onderzoek komt overeen met 180 gram.
 

Dagelijks 30 gram donkere chocolade verlaagt lichaamsgewicht

Onderzoeksvraag:
Cacao en donkere chocolade hebben naar verluidt positieve effecten op de gezondheid. Echter, het exacte effect van cacao en dondere chocolade op de antropometrische metingen (zoals lichaamsgewicht, BMI en buikomtrek) is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben het eten van cacao en donkere chocolade positieve effecten op het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 35 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van cacao en donkere chocolade het lichaamsgewicht niet significant verlaagde [-0.108 kg, 95% BI = -0.262 tot 0.046, p = 0.168].

De onderzoekers vonden dat het eten van cacao en donkere chocolade de BMI niet significant verlaagde [-0.014 kg/m2, 95% BI = -0.105 tot 0.077, p = 0.759].

De onderzoekers vonden dat het eten van cacao en donkere chocolade de buikomtrek niet significant verlaagde [0.025 cm, 95% BI = -0.083 tot 0.129, p = 0.640].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van minstens 30 gram cacao en donkere chocolade per dag gedurende 4 tot 8 weken, het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minstens 30 gram cacao en donkere chocolade per dag gedurende 4 tot 8 weken, het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does cocoa/dark chocolate supplementation have favorable effect on body weight, body mass index and waist circumference? A systematic review, meta-analysis and dose-response of randomized clinical trials by Kord-Varkaneh H, Ghaedi E, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29553824

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chocolade en overgewicht.
Mensen met overgewicht worden aangeraden te kiezen voor producen met:
maximaal 30 En% vet
maximaal 7 En% verzadigd vet
minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal

Deze producten in de supermarkt zijn geschikt voor mensen met overgewicht.


 

7-punten voedingsapp

Met deze nieuwe voedingsapp kunt u diëstist worden over uw dagelijks voeding zonder tussenkomst van een diëstist.