Voeding en gezondheid

Glucosamine en chondroïtinesupplementen verbeteren structuur en symptomen bij artrose

Onderzoeksvraag:
Welke voedingssupplementen hebben positieve effecten op de knie- en heupartrose bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s met in totaal 11890 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van glucosaminesupplementen zowel de structuur  van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: netwerkresultaten: SMD = 0.16, 95% BI = 0.04 tot 0.28] als de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.15, 95% BI = -0.25 tot -0.05 en functie = -0.17, 95% BI = -0.28 tot -0.07] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chondroïtinesupplementen zowel de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: netwerkresultaten: SMD = 0.21, 95% BI = 0.10 tot 0.32] als de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.06. 95% BI = -0.15 tot -0.03 en functie = -0.15, 95% BI = -0.26 tot -0.03] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van strontiumsupplementen de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: SMD = 0.20, 95% BI = 0.02 tot 0.38] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.15. 95% BI = -0.27 tot -0.03 en functie = -0.18, 95% BI = -0.31 tot -0.06] significant verbeterde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van glucosamine en chondroïtinesupplementen een statistisch significant maar klinisch twijfelachtig langetermijn voordeel opleverde voor wat betreft de structuur en de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen.
Strontiumsupplementen verbeterden de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen en vitamine D supplementen de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen.

Oorspronkelijke titel:
The Efficacy and Safety of Disease-Modifying Osteoarthritis Drugs for Knee and Hip Osteoarthritis-a Systematic Review and Network Meta-Analysis by Yang W, Sun C, […], Zhuo Q.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33846938/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over glucosamine en chondroïtinesupplementen, vitamine D en het verbeteren van de botdichtheid. 
 

Glucosamine&Chondroïtine

Wetenschappelijkes studies (overzichtsartikelen) over de relatie tussen glucosamine&chondroïtine en ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Glucosamine en chondroïtinesupplementen verbeteren structuur en symptomen bij artrose
  2. Glucosamine-supplementen verlichten pijn bij mensen met knie-osteoarthritis

XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Glucosamine is een lichaamseigen stof die bestaat uit glucose en het aminozuur glutamine.
  • De wetenschappelijke naam van glucosamine is 2-amino-2-deoxy-alfa-en-bèta-D-glucopyranose.
  • Onder normale omstandigheden wordt glucosamine gesynthetiseerd (geproduceerd) door de chondrocyten (kraakbeencellen) met behulp van het enzym glucosaminesynthetase.
  • Glucosamine is nodig voor de biosynthese (productie) van glucosamineglycanen (proteoglycanen), die het belangrijkste bestanddeel van het gewrichtskraakbeen vormen.
  • Glucosamine is ook een bouwsteen van hyaluronan (ook wel hyaluronzuur genoemd) in de gewrichten.
    Hyaluronan verhoogt de viscositeit in de synoviale vloeistof (gewrichtssmeer) en verbetert zo de stootkussenfunctie en de smering van de gewrichten.
  • Glucosamine is ook een bouwsteen van collageen.
  • De productie van glucosamine in het lichaam neemt af met de leeftijd.
  • Vrijwel alle commercieel verkrijgbare glucosaminesupplementen wordt geïsoleerd (gewonnen) uit chitine, dat in de meeste gevallen uit het exoskelet van schaaldieren (meestal garnalen) afkomstig is.
  • De staarten en schelpen van garnalen, kreeften, krabben en rivierkreeften leveren een kleine hoeveelheden glucosamine.
  • Er zijn 3 vormen van glucosaminesupplementen:
    1. glucosaminesulfaat
    2. glucosaminehydrochloride
    3. n-acetyl glucosamine
  • Glucosaminesulfaat bevat  58% zuivere glucosamine.
    Glucosaminehydrochloride daarentegen bevat 82% zuivere glucosamine.
  • Circa 90% van de oraal (via de mond) ingenomen glucosaminehydrochloride en glucosaminesulfaat wordt intact vanuit het maag-darmkanaal geabsorbeerd.
    Berekening: 1500 mg glucosaminesulfaat  supplementen geven 870 mg (58x(1500/100)) zuivere glucosamine. Van 870 mg zuivere glucosamine wordt 90% in het lichaam opgenomen. Met andere woorden, als u 1500 mg glucosaminesulfaat  supplementen slikt, neemt het lichaam 783 mg (90x(870/100)) glucosamine op in de bloedbaan.
  • Mensen kunnen glucosaminesupplementen over het algemeen 30 tot 90 dagen verdragen, maar er kunnen nog steeds bijwerkingen optreden.
  • Bijwerkingen van glucosaminesupplementen zijn onder andere maagpijn, braken, misselijkheid, winderigheid, obstipatie (verstopping) en diarree en sommige personen kunnen ook een tijdelijke verhoging van de bloeddruk of hartslag ervaren.
  • De gangbare aanbevolen hoeveelheid van glucosaminesulfaat is maximaal 900 tot 1500 mg per dag, verdeeld over 3 doses van 300 tot 500 mg.
  • Ongeveer 5% van de orale toegediende hoeveelheid glucosamine wordt binnen 48 uur in de urine uitgescheiden.   
  • Vrij glucosamine is niet detecteerbaar in  het bloedplasma.
  • Glucosamine wordt in voedingssupplementen dikwijls gecombineerd met chondroïtine.
  • Chondroïtinesulfaat behoort tot de zeer grote moleculen genaamd glycosaminoglycanen (GAG), die bestaan uit glucuronzuur en galactosamine.
  • Chondroïtinesulfaat wordt vervaardigd uit dierlijke bronnen, zoals haaien- en koeienkraakbeen.
  • De gangbare aanbevolen hoeveelheid van chondroïtinesulfaat is maximaal 1200 mg per dag.
  • Verschillende onderzoeken geven aan dat de biologische beschikbaarheid van chondroïtinesulfaat tussen 15 en 24% van de orale toegediende dosis (ook wel dosering of hoeveelheid genoemd) ligt.
  • Na orale toediening van chondroïtinesulfaat wordt de maximale concentratie van chondroïtinesulfaat in het bloed bereikt in ongeveer 4 uur.
  • Chondroïtine is geclassificeerd als “symptomatic slow acting drug in osteoarthritis’ (SYSADOA)”,  dat wil zeggen dat het enige tijd (veelal 1 tot 2 maanden) duurt  alvorens het effect van suppletie (het slikken) merkbaar is.
  • In Europa worden glucosamine en chondroïtinesulfaat sinds 1980 gebruikt om osteoartritis (OA) bij mensen te behandelen.
  • Glucosaminesulfaat is sinds 2005 in Nederland geregistreerd als niet receptplichtig geneesmiddel voor de behandeling van knieartrose.
  • Glucosamine en chondroitine zijn voedingssupplementen  en vallen daarom in Nederland niet onder de wet op geneesmiddelenvoorziening, maar onder de levensmiddelentwetgeving oftewel de warenwet. Het is voor de warenwet niet verplicht de werkzame dosering (hoeveelheid) of bijwerkingen op de verpakking van voedingssupplementen te zetten.
  • Artrose is een aandoening waarbij het kraakbeen wordt afgebroken en ook het bot onder het kraakbeen vervormt. De kwaliteit van zowel het kraakbeen als bot gaat geleidelijk achteruit of anders gezegd, artrose ontstaat wanneer het evenwicht tussen de aanmaak en afbraak van het hyaluronzuur verstoord is, waardoor de functie van het synoviale vocht aangetast wordt.
  • Reumatoïde artritis is een ontstekingsziekte waarbij er een ontsteking in het gewrichtskapsel zit.

 

 

 

Druiven verlagen causaal HOMA-IR waarde bij volwassenen

Onderzoeksvraag:
Verbetert suppletie met druiven of druivenproducten de glycemische biomerkers (zoals, HOMA-IR waarde, nuchter bloedsuikergehalte, insuline- en HbA1c gehalte) bij volwassenen of anders gezegd, verbetert het eten van druiven of druivenproducten causaal de glycemische biomerkers bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCT’s met in totaal 1297 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met druiven of druivenproducten de HOMA-IR waarde bij volwassenen significant verlaagde [WMD = -0.54, 95% BI = -0.91 tot -0.17, p = 0.004].
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.004 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van druiven of druivenproducten de HOMA-IR waarde bij volwassenen causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of grapes/grape products on glycemic response: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Moodi V, Abedi S, […], Miraghajani M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33893683/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over druiven en suikerziekte.

Een hoge HOMA-IR waarde leidt tot een hoge insuline resistentie. Suikerpatiënten hebben vaak een hoge insuline resistentie of anders gezegd, een hoge HOMA-IR waarde. Met andere woorden, suikerpatiënten hebben baat bij het eten van druiven.

Een causaal verband kan gevonden worden in RCTs.

 

Veel verzadigd vet verhoogt doodgaan aan borstkanker

Onderzoeksvraag:
De invloed van vet in voeding op de sterfte aan borstkanker blijft grotendeels onderbelicht, ondanks uitgebreid onderzoek naar de invloed ervan op het risico op het krijgen van borstkanker en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van veel vet of verzadigd vet de kans op doodgaan aan borstkanker (borstkanker mortaliteit of sterfte) onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met het eten van weinig verzadigd vet, dat het eten van veel verzadigd vet de kans op doodgaan aan borstkanker onder vrouwen significant met 51% [HR = 1.51, 95% BI = 1.09 tot 2.09, p < 0.01, n = 4] verhoogde.
Significant omdat HR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 2.09 zat. HR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel (totaal) vet en de kans op doodgaan aan borstkanker onder vrouwen [HR = 1.14, 95% BI = 0.86 tot 1.52, p = 0.34, n = 6].
Geen verband omdat HR van 1 in de 95% BI van 0.86 tot 1.52 zat. HR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op doodgaan aan borstkanker onde vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fat and breast cancer mortality: A systematic review and meta-analysis by Brennan SF, Woodside JV, […], Cantwell MM.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25692500/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en verzadigd vet.

Een dieet met veel verzadigd vet is een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet.
De makkelijkste manier om een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden die ook meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet. 
Echter, de meest praktische manier om een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet te volgen, is al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten.

Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijks voeding meer dan 10 En% verzadigd vet bevat.

Meer dan 10 En% verzadigd vet wil zeggen dat het aantal gram vet meer dan 10% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van het desbetreffende dieet. Dus als een dieet 2000 kcal bevat, draagt 22.2 gram verzadigd vet 10% bij aan 2000 kcal. 22.2 gram verzadigd vet levert 200 kcal want 1 gram verzadigd vet levert 9 cal. 200 kcal draagt 10% bij aan een dieet van 2000 kcal.

Een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet is een ongezond dieet.

Een dieet met weinig verzadigd vet is een dieet met maximaal 7 En% verzadigd vet.
 

Wei-eiwitsupplementen verhogen spiermassa bij volwassenen

Onderzoeksvraag:
Essentiële aminozuren bevorderen het regulatieproces van de spiersynthese (spierproductie). Wei-eiwit dat een grote hoeveelheid essentiële aminozuren bevat, kan dus een aanzienlijk effect hebben op de wijziging van de spiersynthese. Echter, er is onvoldoende bewijs voor het effect van suppletie met soja- en wei-eiwit op de lichaamssamenstelling en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft suppletie met wei-eiwit of soja-eiwit positieve effecten op de lichaamssamenstelling (zoal spiermassa, lichaamsgewicht, vetmassa en vetpercentage) bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met 596 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat wei-eiwitsuppletie de spiermassa bij volwassenen significant verhoogde [WMD = 0.91, 95% BI = 0.15 tot 1.67, p= 0.019].
Dit significante verhoging van de spiermassa werd niet teruggevonden voor soja-eiwitsuppletie.

De onderzoekers vonden geen significante verandering tussen wei-eiwitsuppletie en lichaamsgewicht, vetmassa of vetpercentage bij volwassenen.

De onderzoekers vonden geen significante verandering tussen soja-eiwitsuppletie en lichaamsgewicht, vetmassa of vetpercentage bij volwassenen.

De onderzoekers concludeerden dat wei-eiwitsuppletie de spiermassa bij volwassenen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Comparison of the effect of soya protein and whey protein on body composition: a meta-analysis of randomised clinical trials by Damaghi MP, Mirzababaei A, […], Mirzaei K.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33971994/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over wei-eiwit en sportvoeding.

 

Overgewicht verhoogt leverkanker

Onderzoeksvraag:
Verhoogt overgewicht (BMI>25) of obestias (BMI>30) de kans op het krijgen van primaire leverkanker en doodgaan aan leverkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 prospectieve cohort studies met in totaal 8135906 deelnemers, waarvan 6059561 mensen met primaire leverkanker en 2077425 mensen gestorven aan leverkanker.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een verhoging van de BMI de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 69% [HR = 1.69, 95% BI = 1.50 tot 1.90, I2 = 56%] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een BMI hoger dan 25 (overgewicht) de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 36% [HR = 1.36, 95% BI = 1.02 tot 1.81] verhoogde.
Significant omdat HR van 1 niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.81 zat. HR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een BMI hoger dan 30 (obesitas) de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 77% [HR = 1.77, 95% BI = 1.56 tot 2.01] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een BMI hoger dan 30 de kans op het krijgen van primaire leverkanker werkelijk met 77% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een BMI hoger dan 35 (morbide obesitas) de kans op het krijgen van primaire leverkanker significant met 208% [HR = 3.08, 95% BI = 1.21 tot 7.86] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een verhoging van de BMI de kans op doodgaan aan leverkanker significant met 61% [HR = 1.61, 95% BI = 1.14 tot 2.27, I2 = 80%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat overgewicht (BMI>25) en obestias (BMI>30) de kans op het krijgen van primaire leverkanker en doodgaan aan leverkanker verhogen.

Oorspronkelijke titel:
Obesity and the risk of primary liver cancer: A systematic review and meta-analysis by Sohn W, Lee S, [...], Yoon SK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7820201/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en overgewicht.

Er zijn 2 soorten leverkanker. Primaire leverkanker is een vorm van kanker die in de lever of galwegen ontstaat. Secundaire leverkanker is ergens anders in het lichaam ontstaan en uitgezaaid naar de lever.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijkse gegeten producten geschikt zijn voor u wanneer u overgewicht hebt.

 

Dagelijks 100 mg coënzym Q10 supplementen verlaagt ontstekingen bij mensen met borstkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van coënzym Q10 supplementen ontstekingen bij mensen met borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van vasculaire endotheliale groeifactoren (VEGF) van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -1.88, 95% BI = -2. 62 tot -1.13, I2 = 93.1%, p < 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van IL-8 van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -2.24, 95% BI = -2.68 tot -1.8, I2 = 79.6%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van matrix metalloproteïnase 2 (MMP-2) van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -1.49, 95% BI = -1.85 tot -1.14, I2 = 76.3%, p = 0.005].

De onderzoekers vonden dat slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, het gehalte van matrix metalloproteïnase 9 (MMP-9) van mensen met borstkanker significant verlaagde [SMD = -1.58, 95% BI = -1.97 tot -1.19, I2 = 79.6%, p = 0.002].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 100 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 45 tot 90 dagen, zowel ontstekingen als het gehalte van matrix metalloproteïnasen bij mensen met borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of coenzyme Q10 supplementation on inflammation, angiogenesis, and oxidative stress in breast cancer patients: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Alimohammadi M, Rahimi A, […], Rafiei A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34008150/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over coënzym Q10 en borstkanker.

Vasculaire endotheliale groeifactor is een signaaleiwit dat door de lichaamscellen wordt geproduceerd en de vorming van bloedvaten stimuleert. Vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF)-expressie neemt toe met de progressie van kanker.

Interleukine-8 (IL-8) is een ontstekingsbevorderende chemokine die door verschillende celtypen wordt geproduceerd. Overexpressie (overexpressie houdt in dat een gen te actief is en teveel van het eiwit produceert waarvoor het codeert) van IL-8 en/of zijn receptoren CXCR1 en CXCR2 wordt vaak waargenomen bij kanker waaronder borstkanker, baarmoederhalskanker, melanoom en prostaatkanker.

Matrix metalloproteïnasen (MMP's) zijn zinkafhankelijke endopeptidasen die betrokken zijn bij kankerinvasie en metastase (uitzaaiing van een kwaadaardige tumor ergens anders in het lichaam).
 

Spirulina supplementen verlagen nuchter bloedglucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van spirulina supplementen zowel het bloedvetgehalte (zoals cholesterol- en triglyceridengehalte) als het nuchter bloedsuikergehalte van mensen met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het nuchter bloedglucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [-17.88 mg/dL, 95% BI = -26.99 tot -8.78, I2 = 25%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het triglyceridengehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [-30.99 mg/dL, 95% BI = -45.20 tot -16.77, I2 = 50%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het totale cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [-18.47 mg/dL, 95% BI = -33.54 tot -3.39, I2 = 73%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [-20.04 mg/dL, 95% BI = -34.06 tot -6.02, I2 = 75%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het VLDL cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [-6.96 mg/dL, 95% BI = -9.71 tot -4.22, I2 = 33%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van spirulina supplementen het HDL cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met suikerziekte type 2 significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat slikken van spirulina supplementen zowel het bloedvetgehalte als het nuchter bloedsuikergehalte van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of spirulina on type 2 diabetes: a systematic review and meta-analysis by Hatami E, Ghalishourani SS, […], Mansour-Ghanaei F.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34178867/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over cholesterol en suikerziekte.

Mensen met suikerziekte type 2 hebben vaak een hoog bloedvetgehalte en een hoog nuchter bloedsuikergehalte.

Spirulina wordt ook wel blauwalg (alg is afgeleid van het Latijnse alga wat zeewier betekent) genoemd. Echter, deze naam is misleidend want spirulina is namelijk geen alg, maar een spiraalvormige bacterie met een kenmerkende blauw/groene kleur. Spirulina behoort tot de zogenaamde groep van cyanobacteriën. Veel van deze bacteriën maken gifstoffen. Spirulina doet dat niet en lijkt veilig te zijn.
 

Groene bladgroenten verlagen hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:.
Verlaagt het eten van groene bladgroenten, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van groene bladgroenten, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.92 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van groene bladgroenten, de kans op het krijgen van een herseninfarct significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.88 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het eten van groene bladgroenten, de kans op het krijgen van een hartziekte significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.87 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van groene bladgroenten, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, met name een herseninfarct verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intakes of green leafy vegetables and incidence of cardiovascular diseases by Ojagbemi A, Okekunle AP, […], Owolabi M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34128951/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, groene bladgroenten en hart- en vaatziekten.

Groene bladgroenten zijn andijvie, boerenkool, brave hendrik, groenlof, krulandijvie, lamsoren, paksoi, palmkool, postelein, raapstelen, snijbiet, spinazie, waterkers en zuring.

Een hoge GI dieet verhoogt metabool syndroom

Onderzoeksvraag:
Diëten met een hoge glycemische index (GI) of een hoge glycemische belasting (GL) worden in verband gebracht met de belangrijke risicofactoren die verband houden met het krijgen  van het metabool syndroom, zoals dyslipidemie, een hoge bloedglucose- en insulineconcentratie. Echter, de rol van GI en GL in relatie tot het metabool syndroom is nog steeds onderbelicht en controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verhoogt een hoge GI of een hoge GL dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie and 11 cross-sectionele studies met in totaal 36295 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage GI dieet, dat een hoge GI dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom significant met 5% [OR = 1.05, 95% BI = 1.01 tot 1.09, I2 = 58.1%, p = 0.004] verhoogde.
Dit significante, verhoogde risico werd ook teruggevonden in alle subgroepenanalyses, behalve in studies waarbij 24-uurs recalls werden gebruikt.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging van de GI met 5 punten de kans op het krijgen van het metabool syndroom significant met 2% [OR = 1.02, 95% BI = 1.01 tot 1.02] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge GL dieet en de kans op het krijgen van het metabool syndroom.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge GI dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Glycemic index, but not glycemic load, is associated with an increased risk of metabolic syndrome: Meta-analysis of observational studies by Askari M, Dehghani A, […], Alizadeh S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33928722/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over GI en GL en het metabool syndroom.

De glycemische index (GI) is een manier/methode om aan te geven hoe snel glucose (eenvoudige suiker) in het bloed kan worden opgenomen of hoe snel koolhydraten (complexe suikers) in de darm verteerd kunnen worden. Koolhydraten (complexe suikers) moeten in de darmen afgeproken worden tot eenvoudige suikers anders kunnen ze niet in het lichaam opgenomen worden.

Een product met een hoge GI is een product met een GI van 70 of hoger.
Een product met een lage GI is een product met een GI tot 55.

Bij de glycemische last (GL) wordt zowel rekening gehouden met de hoeveelheid koolhydraten in een product als de hoeveelheid dat iemand van een bepaald product eet. Het berekenen van de GL gaat als volgt: GL = (hoeveelheid koolhydraten in een portie keert GI) gedeeld door 100. De GL kan ook worden ingeschat voor complete maaltijden door het gemiddelde van de GI van alle ingrediënten in de maaltijd te vermenigvuldigen met de totale hoeveelheid koolhydraten in de maaltijd.

Een product met een hoge GL is een product met een GL van 20 of hoger.
Een product met een lage GL is een product met een GL tot 10.

De voedselinname (wat iemand per dag eet) van personen in een studie is lastig te meten en er is niet één techniek die voor elk doel en elke toepassing geschikt is. De voedselinname kan worden nagevraagd door middel van verschillende methodes, zoals dietary history-methode, 24-uurs recall, voedseldagboek of voedselfrequentievragenlijst.

Veel transvet verhoogt prostaatkanker en dikke darmkanker

Onderzoeksvraag:
Afgezien van herkauwers, wordt transvet ook geproduceerd tijdens de gedeeltelijke hydrogenering van plantaardige oliën (bijvoorbeeld bij de productie van ultrabewerkte voedingsmiddelen). Schadelijke cardiovasculaire (betrekking hebbend op hart- en bloedvaten) effecten van transvet zijn al bewezen, maar het verband met het risico op het krijgen van kanker is nog niet samengevat in een overzichtsartikel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verhoogt het eten van veel transvet de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies (cohort en patiënt-controle studies) naar de relatie tussen transvet en borstkanker, 11 studies (cohort en patiënt-controle studies) naar de relatie tussen transvet en prostaatkanker en 9 studies (cohort en patiënt-controle studies) naar de relatie tussen transvet en dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel totaal transvet de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 49% [OR = 1.49, 95% BI = 1.13 tot 1.95] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel totaal transvet de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 26% [OR = 1.26, 95% BI = 1.08 tot 1.46] verhoogde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 1.08 tot 1.46 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel totaal transvet en de kans op het krijgen van borstkanker [OR = 1.12, 95% BI = 0.99 tot 1.26].
Geen verband omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.99 tot 1.26 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel totaal transvet de kans op het krijgen van zowel prostaatkanker als dikke darmkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary trans-fatty acid intake in relation to cancer risk: a systematic review and meta-analysis by Michels N, Specht IO and Huybrechts I.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34104953/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over transvet, prostaatkanker, dikke darmkanker en borstkanker.

Een dieet met veel transvet is een dieet met meer dan 1 En% transvet.
1 En% transvet wil zeggen dat het aantal gram transvet 1% bijdraagt aan het totale caloriegehalte (kcal) van het desbetreffende dieet. Dus als een dieet 2000 kcal bevat, draagt 2.2 gram transvet 1% bij aan 2000 kcal. 2.2 gram transvet levert 20 kcal want 1 gram transvet levert 9 cal. 20 kcal draagt 1% bij aan een dieet van 2000 kcal.

Transvet komt van nature voor in melk en vlees van herkauwers. Verder kan transvet zitten in harde margarines, frituur-, bak- en braadvetten en in gebak, koek en snacks.

Herkauwers (onderorde Ruminantia) zijn herbivoren (dieren die plantaardig voedsel eten) die hun eten nadat het in de maag geweest is nogmaals in de mond kauwen. Herkauwers zijn giraffen, bizons, schapen en koeien. Het woord "herkauwer" komt van het Latijnse woord “ruminare”, wat "opnieuw kauwen" betekent.

Herkauwers hebben vier magen: de pens, de netmaag, de boekmaag en de lebmaag. De eerste 3 magen zijn de voormagen, de lebmaag is de echte maag. Een herkauwer kauwt het eten eerst oppervlakkig, waarna het eten in de netmaag en de pens terechtkomt. Dit vertraagt de passage van het voedsel door het maag-darmkanaal, waardoor het voedsel in de netmaag/pens de tijd krijgt om langer voor te verteren.

Na 20 tot 45 minuten gaan de grofvezelige materialen als spijsbrokken terug naar de mond van de herkauwer waar ze fijngemalen en vermengd wordt met speeksel. Bij de terugkeer in de magen gaan de fijndelige materialen via de netmaag naar de boekmaag. In de boegmaag wordt de vloeistof uit de spijsbrok geperst. De vloeistof en daarna de spijsbrok gaat vervolgens van de boegmaag naar de lebmaag voor de verdere vertering door de maagsappen.

Boeren en winden/scheten van herkauwers zijn rijk aan methaangas; het gas wordt gevormd door de bacteriën in de voormagen, tijdens het verteren van het voedsel.

Argininesupplementen als L-arginine verhogen maximale zuurstofopname bij gezonde personen

Onderzoeksvraag:
De werkzaamheid en veiligheid van L-argininesupplementen en hun effect op de maximale zuurstofopname (VO2max) bleven onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van arginine de maximale zuurstofopname (VO2max) bij gezonde personen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van arginine in de vorm van L-arginine de maximale zuurstofopname bij gezonde personen significant verhoogde [WMD = 0.11 L/min, I2 = 0.0%, p = 0.485]. 

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van argininesupplementen in de vorm van L-arginine de maximale zuurstofopname bij gezonde personen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of L-arginine supplementation on maximal oxygen uptake: A systematic review and meta-analysis by Rezaei S, Gholamalizadeh M, […], Doaei S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7883807/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over eiwitten en sportvoeding.

Arginine is een semi-essentieel aminozuur (bouwstenen van eiwitten) of conditioneel essentieel aminozuur omdat ons lichaam uit het aminozuur glutamine, glutaminezuur en proline zelf arginine kan maken. Arginine zit in zuivel, vis, vlees, granen, peulvruchten, noten en zaden.

Baby's kunnen nog geen arginine aanmaken, maar zij krijgen arginine binnen via borst- of flesvoeding.

Arginine is een voorloper van stikstofoxide, ureum en ornithine (een stof die het verwijderen van urem en ammoniak bespoedigt). Arginine is ook nodig voor de lichaamseigen productie van creatine en kan tevens gebruikt worden voor de vorming van citrulline.

Argininesupplementen komen in de verschillende vormen voor, als arginine-aspartaat, arginine-alpha-ketuglutaraart (AAKG), arginine-ethyl-ester, (di)arginine-ketoisocaproaat (AKIC), arginine-malaat, arginine-nitraat en (100% vrije vorm) L-arginine.

Het maximale zuurstofopname (VO2max) vermogen bepaalt hoeveel zuurstof iemand tijdens de maximale inspanning kan benutten. Dus, hoe hoger dit getal hoe beter de zuurstofvoorziening naar de spieren is. Spieren met een hoge zuurstofvoorziening kunnen een hoge sportsprestatie leveren dan spieren met een lage zuurstofvoorziening.
 

Vegetariërs en veganisten hebben een lage botmineraaldichtheid dan alleseters

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen die een plantaardig dieet volgen, een lage botmineraaldichtheid (=botmassa) dan mensen die alles eten (de omnivoren)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cross-sectionele studies met in totaal 13888 patiënten.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met alleseters, dat mensen die een plantaardig dieet volgden, een lagere botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom hadden [MD = -0.04, 95% BI = -0.06 tot -0.02, p < 0.0001].
Dit lagere botmineraaldichtheid geldde zowel voor vegetariërs als veganisten.

De onderzoekers vonden vergeleken met alleseters, dat mensen die een plantaardig dieet volgden, een lagere botmineraaldichtheid van de femurhals hadden [MD = -0.04, 95% BI = -0.05 tot -0.02, p < 0.00001].
Dit lagere botmineraaldichtheid geldde zowel voor vegetariërs als veganisten.

De onderzoekers vonden vergeleken met alleseters, dat mensen die een plantaardig dieet volgden, een lagere totale botmineraaldichtheid hadden [MD = -0.03, 95% BI = -0.06 tot -0.01, p < 0.0009].
Dit lagere botmineraaldichtheid geldde zowel voor vegetariërs als veganisten.

De onderzoekers concludeerden dat vegetariërs en veganisten een lagere botmineraaldichtheid hadden dan alleseters.

Oorspronkelijke titel:
Comparison of human bone mineral densities in subjects on plant-based and omnivorous diets: a systematic review and meta-analysis by Li  T, Li  Y and Wu S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34145511/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vegetariërs en veganisten en het verhogen van de botmineraaldichtheid.
 

Studies 2021

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen het vegetarische dieet en de gezondheid: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vegetariërs en veganisten hebben een lage botmineraaldichtheid dan alleseters

Calcium via voeding verlaagt colorectale adenomen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt calcium via voeding of voedingssupplementen de kans op het krijgen van colorectale adenomen (kwaadaardige poliepen in de dikke darm)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 37 relevante klinische studies en observationele studies met in totaal 10964 mensen met (geavanceerde) colorectale adenomen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat calciumconsumptie de kans op het krijgen van colorectale adenomen significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.89 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat calciumconsumptie via (totale) voeding de kans op het krijgen van colorectale adenomen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.72 tot 0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat calciumconsumptie via zuivelproducten de kans op het krijgen van colorectale adenomen significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.78 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van calciumsupplementen en de kans op het krijgen van colorectale adenomen [RR = 0.97, 95% BI = 0.89 tot 1.05].

De onderzoekers vonden dat totale calciumconsumptie de kans op het krijgen van geavanceerde colorectale adenomen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.73 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat totale calciumconsumptie de kans op het terugkeren van colorectale adenomen significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.84 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat calcium via voeding zowel de kans op het krijgen als het terugkeren van colorectale adenomen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Calcium and dairy products in the chemoprevention of colorectal adenomas: a systematic review and meta-analysis by Emami MH, Salehi M, […], Maghool F.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33951958/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, zuivelproducten en dikke darmkanker.

Een poliep in de dikke darm is een woekering van het slijmvlies van de dikke darm.

Poliepen in de dikke darm komen vrij vaak voor. Naar schatting heeft ongeveer 5 à 25% van alle mensen boven de 50 jaar darmpoliepen. Dit aantal stijgt van 15 à 30% op 50-60 jaar, tot 35 à 50% op de leeftijd van 80 jaar.

Darmpoliepen kunnen goedaardig of kwaadaardig zijn. Kwaadaardige darmpoliepen worden ook wel darm adenomen of adenomateuze poliepen genoemd. Slechts 5 procent van deze kwaadaardige darmpoliepen groeit uit tot darmkanker. Kwaadaardige dikke darmpoliepen (ook wel colorectale adenomen) kunnen uitgroeien tot dikke darmkanker.

Kanker van de dikke darm heet ook colorectale kanker of colorectaal (adeno)carcinoom.
 

Obesitas verhoogt dikke darmkanker bij mannen met Lynch Syndroom

Onderzoeksvraag:
Verhoogt obesitas (BMI>30) de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen met het Lynch Syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies met in totaal 2463 deelnemers, waarvan 735 mensen met dikke darmkanker.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat obese mannen met het Lynch Syndroom hadden significant 2 keer zoveel kans op het krijgen van dikke darmkanker dan niet obese mannen met het Lynch Syndroom [SRR = 2.09, 95% BI = 1.23 tot 3.55, I2 = 33%].
Dit signifcante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor obese vrouwen met het Lynch Syndroom [SRR = 1.41, 95% BI = 0.46 tot 4.27, I2 = 68%].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 49% verhoogde bij mensen met het MLH1-mutatie [SRR = 1.49, 95% BI = 1.11 tot 1.99, I2 = 0%, heel hoge kwaliteitslast].

De onderzoekers concludeerden dat obesitas (BMI>30) de kans op het krijgen van dikke darmkanker verhoogde bij mannen met het Lynch Syndroom, met name met een mutatie in het MLH1-gen.

Oorspronkelijke titel:
A Meta-Analysis of Obesity and Risk of Colorectal Cancer in Patients with Lynch Syndrome: The Impact of Sex and Genetics by Lazzeroni M, Bellerba F, […], Gandini S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8160758

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en overgewicht.

Het Lynch syndroom (HNPCC-Lynch) is een erfelijke aandoening die een verhoogde kans geeft op het krijgen van darmkanker. Bij ongeveer 4% van alle patiënten met darmkanker wordt de ziekte veroorzaakt door het Lynch syndroom. Darmkanker ontstaat bij patiënten met het Lynch syndroom op relatief jonge leeftijd, vaak voor hun 50ste levensjaar.

Er zijn momenteel 5 genen bekend die betrokken zijn bij het Lynch syndroom, namelijk MLH1, MSH2, MSH6, PMS2 en EpCAM. Mensen met een MLH1-mutatie hebben een kans van 25-70% om tijdens het leven darmkanker te krijgen.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

 

Patiënten met knieartrose hebben baat bij vitamine D supplementen

Onderzoeksvraag:
Hebben patiënten met knieartrose baat bij het slikken van vitamine D supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 studies met in totaal 1599 patiënten met knieartrose.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen de WOMAC-score [SMD = -0.67, 95% BI = -1.23 tot -0.12] significant verbeterde bij patiënten met knieartrose, inclusief WOMAC-pijnscore [SMD = -0.32, 95% BI = -0.63 tot -0.02], functiescore [SMD = -0.34, 95% BI = -0.60 tot -0.08] en stijfheidsscore [SMD = -0.13, 95% BI = -0.26 tot -0.01].

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyse, dat het slikken van minder dan 2000 IE (50 microgram) vitamine D supplementen tot significante vermindering van de stijfheidsscore leidde [SMD = -0.22, 95% BI = -0.40 tot -0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen de afname van het synoviaal vochtvolume significant remde bij patiënten met knieartrose [SMD = -0.20, 95% BI -0.39 tot -0.02].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen de pijn en functie van de WOMAC verbeterde bij patiënten met knieartrose.

Oorspronkelijke titel:
Does vitamin D improve symptomatic and structural outcomes in knee osteoarthritis? A systematic review and meta-analysis by Zhao ZX, He Y, […], Chen J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33783714/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, vitamine D en knieartrose.

De “Western Ontario and McMaster Universities Osteoarthritis Index” (WOMAC) is een zelfevaluatieformulier om de pijn en handicaps als gevolg van heup- en knieartrose in de afgelopen 48 uur in kaart te brengen. De WOMAC vragenlijst bestaat uit 24 vragen.
 

Vitamine C supplementen verlagen cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine C supplementen het triglyceridengehalte en het cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 studies met in totaal 872 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine C supplementen het triglyceridengehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -16.48 mg/dL, 95% BI = -31.89 tot -1.08, p < 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine C supplementen het totale cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -13.00 mg/dL, 95% BI = -23.10 tot -2.91, p < 0.001].                    

De onderzoekers vonden in de meta-regressieanalyse dat de verbetering van het lipidenprofiel (het triglyceridengehalte en het cholesterolgehalte) beïnvloed werd door de duur van het slikken van vitamine C supplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het (langdurig) slikken van vitamine C supplementen het triglyceridengehalte en het totale cholesterolgehalte van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does vitamin C supplementation exert profitable effects on serum lipid profile in patients with type 2 diabetes? A systematic review and dose-response meta-analysis by Namkhah Z, Ashtary-Larky D, […], Asbaghi O.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33984490/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over cholesterol, vitamine C en suikerziekte.

Kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten verlagen mogelijk dikke darmkanker

Onderzoeksvraag:
Gepersonaliseerde voeding en beschermende diëten en levensstijlen vormen een belangrijke prioriteit binnen de kankeronderzoek. De associatie tussen consumptie van specifieke voedingscomponenten en het ontstaan van dikke darmkanker is geëvalueerd in een aantal populatiegebaseerde studies, die vastgesteld hebben dat bepaalde voedingsmiddelen potentiële bescherming hebben. Echter, de bevindingen waren inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (zoals, tomaten, kruisbloemige groenten, citrusvruchten en noten) en het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 studies (cohort en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.85 tot 0.95, p = 0.00, I2= 31.02%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van citrusvruchten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.96, p = 0.00, I2 = 21.65%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% verlaagde [OR = 0.83, 95% BI = 0.76 tot 0.91, p = 0.00, I2 = 32.64%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 11% verlaagde [OR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95, p = 0.00, I2 = 0%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van noten de kans op het krijgen van dikke darmkanker in cohort studies significant met 26% verlaagde [OR = 0.74, 95% BI = 0.58 tot 0.94, p = 0.01, I2 = 35.48%].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet terug werd gevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Phytochemically rich dietary components and the risk of colorectal cancer: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Borgas P, Gonzalez G, […], Reza Mirnezami R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8223713/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenten en fruit, noten, knoflook en dikke darmkanker.

Kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten verlagen mogelijk dikke darmkanker

Onderzoeksvraag:
Gepersonaliseerde voeding en beschermende diëten en levensstijlen vormen een belangrijke prioriteit binnen de kankeronderzoek. De associatie tussen consumptie van specifieke voedingscomponenten en het ontstaan van dikke darmkanker is geëvalueerd in een aantal populatiegebaseerde studies, die vastgesteld hebben dat bepaalde voedingsmiddelen potentiële bescherming hebben. Echter, de bevindingen waren inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (zoals, tomaten, kruisbloemige groenten, citrusvruchten en noten) en het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 studies (cohort en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.85 tot 0.95, p = 0.00, I2= 31.02%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van citrusvruchten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.96, p = 0.00, I2 = 21.65%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% verlaagde [OR = 0.83, 95% BI = 0.76 tot 0.91, p = 0.00, I2 = 32.64%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 11% verlaagde [OR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95, p = 0.00, I2 = 0%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van noten de kans op het krijgen van dikke darmkanker in cohort studies significant met 26% verlaagde [OR = 0.74, 95% BI = 0.58 tot 0.94, p = 0.01, I2 = 35.48%].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet terug werd gevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Phytochemically rich dietary components and the risk of colorectal cancer: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Borgas P, Gonzalez G, […], Reza Mirnezami R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8223713/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenten en fruit, noten, knoflook en dikke darmkanker.

Dagelijks 600 mg omega-3 vetzurensupplementen verlagen mogelijk chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met kanker baat bij het slikken van omega-3 vetzurensupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 RCTs.
De dosering van de omega-3 vetzurensupplementen was 600 mg per dag of hoger gedurende minimaal 3 weken.
De meeste RCTs werd bestempeld als "onduidelijk" of "hoog" risico op bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzurensupplementen de kans op het krijgen van door chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie bij patiënten met kanker significant met 80% [OR = 0.20, 95% BI = 0.10 tot 0.40, p < 0.001, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minimaal 600 mg omega-3 vetzurensupplementen per dag gedurende minimaal 3 weken, de kans op het krijgen van door chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie bij patiënten met kanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de meeste RCTs als "onduidelijk" of "hoog" risico op bias werd bestempeld.

Oorspronkelijke titel:
The effect of oral omega-3 polyunsaturated fatty acid supplementation on muscle maintenance and quality of life in patients with cancer: A systematic review and meta-analysis by Lam CN, Watt AE, [...], van der Meij BS.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34130028/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over omega-3 vetzuren en kanker.

Chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) is een van de meest gevreesde dosis beperkende bijwerkingen van de behandeling met chemokuren bij kanker.
Chemotherapie geinduceerde perifere neuropathie is de beschadiging van de zenuwvezels in de armen of benen door toedoen van chemotherapie.

Veel pindakaas verlaagt mogelijk suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 3 cross-sectionele studies. 

De bewijslast in de studies was erg laag voor alle blootstellingen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses geen verband tussen het eten van veel totale noten en het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers vonden in prospectieve cohort studies dat het eten van veel pindakaas de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.77 tot 0.98, I2 = 50.6%, p = 0.16] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor pinda’s en boomnoten.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel pindakaas de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de studies niet goed opgezet waren (de bewijslast was erg laag).

Oorspronkelijke titel:
Nut consumption and type 2 diabetes risk: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Becerra-Tomás N, Paz-Graniel I, […], Salas-Salvadó J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33471083/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over notenconsumptie en suikerziekte.


 

Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt doodgaan aan kanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van magnesium het risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten als kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 prospectieve cohort studies met in totaal 1168756 deelnemers, waarvan 52378 doden aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), 23478 doden aan hart- en vaatziekten en 11408 doden aan kanker (kankermortaliteit of kankersterfte).

De follow-up duur varieerde tussen 3.5 en 32 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van magnesium het risico op doodgaan aan alle oorzaken significant met 13% [ES = 0.87, 95% BI = 0.79 tot 0.97, p = 0.009, I2 = 70.7%, p < 0.001] verlaagde.
Significant omdat ES van 1 niet in de 95% BI van 0.79 tot 0.97 zat. ES van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van magnesium het risico op doodgaan aan kanker significant met 20% [ES = 0.80, 95% BI = 0.67 tot 0.97, p = 0.023, I2 = 55.7%, p = 0.027] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van magnesium en het verlaagde risico op doodgaan aan hart- en vaatziekten [ES = 0.93, 95% BI = 0.82 tot 1.07, p = 0.313, I2 = 72.3%, p < 0.001].
Geen verband omdat ES van 1 in de 95% BI van 0.82 tot 1.07 zat. ES van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het eten van elke 100 mg magnesium per dag, het risico op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% verlaagde. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het eten van elke 100 mg magnesium per dag, het risico op doodgaan aan kanker significant met 5% verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van magnesium (minimaal 100 mg per dag) het risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken als kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Total, Dietary, and Supplemental Magnesium Intakes and Risk of All-Cause, Cardiovascular, and Cancer Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Bagheri A, Naghshi S, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33684200/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium, hart en vaatziekten en kanker.


 

Rijst met zonnebloempitten en paprika voor 4 personen

Voedingswaarden:
Dit recept bevat per persoon 625 kcal, 35 gram eiwit, 32 gram vet en 49 gram koolhydraten oftewel 23 En% eiwit, 46 En% vet en 31 En% koolhydraten. Dit recept bevat 7 En% verzadigd vet.
Deze maaltijd bevat 46 En% vet, waarvan 7 En% verzadigd vet. Dit komt door zonnebloempitten. Zonnebloempitten bevatten veel vet maar dit vet is vaak onverzadigd oftewel goede vetten. Verzadigd vet wordt slecht vet genoemd.

Deze maaltijd levert de maximale dagelijkse hoeveelheid cholesterol (200 mg) voor personen met een hoog LDL-cholesterolgehalte. Kreeften zijn rijk aan cholesterol.

De maaltijd levert dankzij de kreeften de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid EPA en DHA van 1.5 dag. 450 mg EPA en DHA verlagen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten. Voedingsdeskundigen raden aan om de visvetzuren EPA en DHA uit vis en niet uit voedingssupplementen te halen.

Deze maaltijd levert 330 mg magnesium. Magnesium speelt een rol bij de spiergroei en de energievoorziening.
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid magnesium voor sporters is 6 mg per kg lichaamsgewicht.

In combinatie met:
Deze maaltijd in combinatie met 3 kiwi’s levert 440 mg vitamine C op.
400-500 mg vitamine C is per dag nodig om een optimale bloedwaarde te bereiken.  Kiwi en paprika bevatten namelijk veel vitamine C.

Deze maaltijd in combinatie met 6 sneetjes tarwebrood met zonnebloempitten en 50 gram gedroogde abrikozen levert 26 gram vezels op.
25-30 gram vezels per dag verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, dikke darmkanker en overgewicht.
Het eten van volkorenbrood en gedroogde fruit is een goede manier om vezels binnen te krijgen.

Deze maaltijd in combinatie met 6 sneetjes tarwebrood met zonnebloempitten, 50 gram gedroogde abrikozen en 50 gram ongezouten cashewnoten levert 650 mg magnesium.

Vervangen door:
Door 200 gram zonnebloempitten te vervangen door 220 gram cashewnoten of 260 gram pijnboompitten of 300 gram walnoten blijft de hoeveelheid magnesium per persoon hetzelfde, namelijk 330 mg.

Door 500 gram rivierkreeftenvlees te vervangen door 500 gram runderlever dekt de maaltijd per persoon de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine A van 14 dagen, de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid selenium van 1 dag, de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid foliumzuur van 4 dagen, de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine B12 van 40 dagen en de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid magnesium van 1 dag.
Lever bevat heel veel vitamine A en daarom wordt aangeraden om niet meer dan 1 keer per 14 dagen 100 gram lever te eten want teveel vitamine A is niet ongevaarlijk voor het lichaam.

Door 500 gram rivierkreeftenvlees t e vervangen door 500 gram zalm dekt de maaltijd per persoon de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid EPA en DHA van 5 dagen en de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid magnesium van 1 dag.

Zilvervliesrijst met cashewnoten en bleekselderij voor 4 personen

Voedingswaarden:
Dit recept bevat per persoon 994 kcal, 40 gram eiwit, 52 gram vet en 91 gram koolhydraten oftewel 16 En% eiwit, 47 En% vet en 37 En% koolhydraten. Dit recept bevat 15 En% verzadigd vet en 0.7 gram vezels per 100 kcal.
Het hoge vet- en verzadigd vetgehalte komen door de cashewnoten en het rundergehakt. Rundergehakt is roodvlees en er wordt door de Wereld Kanker Onderzoek Fonds aangeraden niet meer dan 500 gram roodvlees per week te eten.
Dit is een ongezonde maaltijd want een gezonde maaltijd bevat maximaal 35 En% vet, maximaal 10 En% verzadigd vet en minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal.

Deze maaltijd is geschikt voor (top-)sporters die 75 kg wegen en dírect na het sporten hun glycogeenvoorraad snel aangevuld willen krijgen, want:
-de aanbeveling van koolhydraten dírect (binnen 2 uur) na het sporten is 1.2 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht.

Deze maaltijd kan deel uit maken van een dagelijkse gezonde voeding mits in het volgende product maar gecorrigeerd wordt voor het hoge vetgehalte (47 En%), het hoge verzadigd vetgehalte (15 En%) en het lage vezelgehalte (0.7 gram per 100 kcal) van deze maaltijd.
Het volgende product moet maximaal 23 En% vet, maximaal 5 En% verzadigd vet en minimaal 1.9 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Een ongezonde maaltijd kan altijd deel uit maken van een gezonde voeding mits in de volgende producten gecorrigeerd wordt voor het ongezonde gedeelte van de vorige maaltijd.

Deze maaltijd levert dankzij de zilvervliesrijst en het rundergehakt per persoon 10 mg vitamine B3.
Deze maaltijd dekt per persoon 7 mg ijzer.

Deze maaltijd levert dankzij de cashewnoten per persoon 200 mg magnesium.  Magnesium en vitamine B3 spelen een rol bij de energieproductie. Tijdens het sporten neemt de energieproductie toe.

In combinatie met:
Dit recept in combinatie met 5 stuks volkoren knäckebröd, 50 gram cashewnoten en 6 sneetjes notenbrood levert 28 gram vezels en 15 mg ijzer. Deze combinatie dekt ook de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine B3 van 1 dag en levert 490 mg magnesium. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid magnesium is 6 mg per kg lichaamsgewicht. Dus iemand van 60 kg heeft per dag 60x6 = 360 mg magnesium nodig.
25-30 gram vezels per dag verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, dikke darmkanker en overgewicht.

Vervangen door:
Door 400 gram rundergehakt te vervangen door 400 gram tofu bevat de maaltijd per persoon 870 kcal,  36 gram eiwit, 40 gram vet en 91 gram koolhydraten oftewel 17 En% eiwit, 41 En% vet en 42 En% koolhydraten. Dit recept bevat 8 En% verzadigd vet en 0.8 gram vezels per 100 kcal.

Bereiding & Ingrediënten van zilvervliesrijst met cashewnoten en bleekselderij voor 4 personen