Voeding en gezondheid

Eiwittensuppletie + lichaamsbeweging verhogen spierkracht van Aziatische ouderen met sarcopenie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhogen eiwittensupplementen in combinatie met lichaamsbeweging de spierkracht bij gezonde ouderen met sarcopenie (sarcopenie is leeftijdsgebonden verlies van spiermassa en spierfunctie)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 888 ouderen.
De kracht van de onderste extremiteit werd beoordeeld met behulp van knie-extensie (n = 3) of beenextensie (n = 1) in de 4 Aziatische studies met in totaal 138 mensen in de groep met zowel lichamelijke oefeningen en eiwittensuppletie en 142 mensen in de groep met alleen lichamelijke oefeningen.

De interventieduur was 12 weken.
De dagelijkse hoeveelheid eiwit varieerde tussen 3 gram en 40 gram.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de Aziatische studies, vergeleken met de groep met alleen lichamelijke oefeningen, een significante toename in de spierkracht van de onderste extremiteiten in de groep met zowel lichamelijke oefeningen en eiwittensupplementen [SMD = 0,24, 95% BI = 0.00 tot 0.47, p = 0.048, I2 = 0.0%, p = 0.513].

De onderzoekers concludeerden dat eiwittensupplementen (3-40 gram per dag gedurende 12 weken) in combinatie met lichaamsbeweging (knie- en beenextensie) de spierkracht van de onderste extremiteiten bij gezonde Aziatische ouderen met sarcopenie verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of protein supplementation and exercise on delaying sarcopenia in healthy older individuals in Asian and non-Asian countries: A systematic review and meta-analysis by Li L, He Y, […], Liu X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8808080/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over eiwit, krachttraining en ouderdom.

De onderste extremiteit wordt anatomisch verdeeld in bekkengordel, boven- en onderbeen en voet.
 

Dagelijks 50 mg flavanonen via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies geven aan dat een hogere inname van flavonoïden geassocieerd is met een verminderd risico op het krijgen van een beroerte, maar welke subtypes van flavonoïden een belangrijke rol spelen bij de bescherming tegen een beroerte, blijft onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subtypes (flavanonen, flavanolen) van flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 387076 deelnemers waarvan 9564 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavanonen via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.78 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 mg flavanonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.75 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel 50 mg flavanonen als 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of prospective cohort studies of flavonoid subclasses and stroke risk by Li XQ, Wang C, […], Guo XF.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35023220/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van flavonoïden en het voorkomen van een beroerte.

Haver verlaagt mogelijk causaal hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt haversuppletie in de vorm van haver, bèta-glucaanrijke haverextracten of avenanthramides (fenolische alkaloïden in haver) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 74 RCTs met in totaal 4937 overwegend hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen.

De meerderheid van de RCT's (81.1%) had enige bezorgdheid over het risico op bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het cholesterolgehalte van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.42 mmol/L, 95% BI = -0.61 tot -0.22].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.29 mmol/L, 95% BI = -0.37 tot -0.20].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het nuchter glucosegehalte van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.25 mmol/L, 95% BI = -0.36 tot -0.14].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het BMI van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.13 kg/m2, 95% BI = -0.26 tot -0.01].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het gewicht van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.94 kg, 95% BI = -1.84 tot -0.05].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie de buikomtrek van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -1.06 cm, 95% BI = -1.85 tot -0.27].

De onderzoekers concludeerden dat haversuppletie in de vorm van haver, bèta-glucaanrijke haverextracten of avenanthramides (fenolische alkaloïden in haver) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de meerderheid van de RCT's enige bezorgdheid over het risico op bias had of anders gezegd, de RCT’s waren niet goed opgezet en waren daarom gevoelig voor het trekken van de verkeerde conclusies.

Oorspronkelijke titel:
Effect of oat supplementation interventions on cardiovascular disease risk markers: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Llanaj E, Dejanovic GM, […], Muka T.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34977959/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van haver en hart- en vaatziekten.

Wanneer de RCT’s niet goed opgezet zijn, zijn de gevonden resultaten niet echt betrouwbaar.

Een causaal verband kan worden aangetoond in RCT’s.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met hart- en vaatziekten.

 


 

Matig alcoholconsumptie verlaagt mogelijk nierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verlagend of verhoogd effect tussen het eten van de verschillende producten (zoals groenten, alcohol) en de kans op he krijgen van nierkanker?

Studieopzet:
Dit paraplu-overzichtsartikel bevatte 22 meta-analyses met in totaal 502 individuele studies (59% cohort studies (n = 298), 39% patiënt-controle studies (n = 196) en 2% gepoolde studies (n = 8)) en 64 gepoolde hazard ratios (gepoolde HR).
Geen enkele meta-analyse (overzichtsartikel) had een hoge methodologische kwaliteit.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat het eten van groente de kans op het krijgen van nierkanker significant met 26% [gepoolde HR = 0.74, 95% BI = 0.63 tot 0.86, suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat vitamine C inname via voeding de kans op het krijgen van nierkanker significant met 23% [gepoolde HR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.90, suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat een matige alcoholconsumptie de kans op het krijgen van nierkanker onder zowel Europeanen als Noord-Amerkianen significant met 23% [gepoolde HR = 0.77, 95% BI = 0.70 tot 0.84, overtuigend bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat het eten van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van nierkanker onder Noord-Amerkianen significant met 22% [gepoolde HR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.86, zeer suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat groente en vitamine C inname via voeding de kans op het krijgen van nierkanker mogelijk verlaagden. Verder, verlaagde het matig drinken mogelijk de kans op het krijgen van nierkanker onder zowel Europeanen als Noord-Amerikanen en het eten van kruisbloemige groenten mogelijk de kans op het krijgen van nierkanker onder Noord-Amerikanen. Mogelijk omdat geen enkele meta-analyse (overzichtsartikel) een hoge methodologische kwaliteit had.

Oorspronkelijke titel:
The role of diet in renal cell carcinoma incidence: an umbrella review of meta-analyses of observational studies by Liao Z, Fang Z, […], Luo Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8812002/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, vitamine C, groente en kanker.

Een paraplu overzichtsartikel is een wetenschappelijk artikel met alleen maar overzichtsartikelen over een bepaald onderwerp (zoals nierkanker). De conclusie in een paraplu overzichtsartikel is nog betrouwbaarder dan in een afzondelijk overzichtsartikel.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Niercelcarcinoom is de medische term voor nierkanker.

Een hoge vitamine A en B inname via voeding verlagen glaucoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is momenteel een gebrek aan kwalitatief hoogstaand onderzoek naar de beste voedingsaanbevelingen voor patiënten met vroeg glaucoom of met een verhoog risico op glaucoom. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine inname via voeding de kans op het krijgen van glaucoom (groene staar)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies met in totaal 262189 patiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine A inname via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.53 tot 0.76, p 001, I2 = 49%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B inname (een combinatie van B1, B2, B3, B6 en B12) via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.64 tot 0.80, p 0.001, I2 = 29%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine C inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.69, 95% BI = 0.48 tot 1.01].

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine D inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.90, 95% BI = 0.45 tot 1.83].
Geen verlaagd effect omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.45 tot 1.83 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico/effect.

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine E inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.91, 95% BI = 0.71 tot 1.16].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine A inname en een hoge vitamine B (een combinatie van B1, B2, B3, B6 en B12) inname via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin intake and glaucoma risk: A systematic review and meta-analysis by Han FF and Fu XX.         

Link:
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0181551222000419?via%3Dihub

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, glaucoom en vitamine A en B.

Gembersupplementen verlagen nuchter bloedsuikergehalte van patiënten met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is enig bewijs voor de positieve effecten van gembersupplementen op het metabole profiel van patiënten met type 2 diabetes. Echter, ze zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert het slikken van gembersupplementen het metabole profiel (nuchter bloedsuiker-, HbA1c-, triglyceriden- en cholesterolgehalte, de bloedruk) van patiënten met type 2 diabetes?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen het nuchter bloedsuikergehalte van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -18.81, 95% BI = -28.70 tot -8.92, I2 = 77.4%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen het HbA1c gehalte van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -0.57, 95% BI = -0.93 tot -0.20, I2 = 88.6%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen de bovendruk (systolische bloeddruk) van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -4.20, 95% BI = -7.64 tot -0.77, I2 = 97%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen de onderdruk (diastolische bloeddruk) van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -1.61, 95% BI = -3.04 tot -0.18, I2 = 93.2%].

De onderzoekers concludeerden dat gembersupplementen het nuchter bloedsuikergehalte, het HbA1c gehalte en de bloeddruk van patiënten met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of ginger supplementation on metabolic profiles in patients with type 2 diabetes mellitus: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Ebrahimzadeh A, Ebrahimzadeh A, […], Milajerdi A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35031435/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk en suikerziekte.

 

Hoge consumptie van olijfolie verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge consumptie van olijfolie (via voeding) de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 37 patiënt-controle studies met 17369 kankergevallen en 28294 mensen zonder kanker (de controles) en 8 cohort studies met 12461 kankergevallen onder 929771 deelnemers.

Significante publicatie bias werd gedetecteerd via de Egger-test in de analyse van (elke type) kanker [p 0.001], borstkanker [p = 0.013] en gastro-intestinale kanker [p = 0.048].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van (elke type) kanker significant met 31% [RR = 0.69, 95% BI = 0.62 tot 0.77] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies [RR = 0.90, 95% BI = 0.77 tot 1.05] oftewel dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.
Maar dit verlaagde risico was wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.72, 95% BI = 0.65 tot 0.81] en hoogwaardige studies [RR = 0.72, 95% BI = 0.64 tot 0.81].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van borstkanker significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.52 tot 0.86] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.52 tot 0.86 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van gastro-intestinale kanker significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.89] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies maar wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.90] en hoogwaardige studies [RR = 0.73, 95% BI = 0.62 tot 0.86].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van bovenste aerodigestieve kanker significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.60 tot 0.91] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies maar wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.75, 95% BI = 0.66 tot 0.86] en hoogwaardige studies [RR = 0.68, 95% BI = 0.52 tot 0.89].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van alleen maar patiënt-controle studies dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van urinewegkanker significant met 54% [RR = 0.46, 95% BI = 0.29 tot 0.72] verlaagde.
Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses ook significant in de multivariate analyses [RR = 0.28, 95% BI = 0.20 tot 0.42] en hoogwaardige studies [RR = 0.46, 95% BI = 0.32 tot 0.66].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van olijfolie via voeding de kans op het krijgen van kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil intake and cancer risk: A systematic review and meta-analysis by Markellos C, Ourailidou ME, […], Psaltopoulout T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8751986/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, olijfolie en kanker.

De conclusies in wetenschappelijke studies zijn nog betrouwbaarder wanneer ze ook teruggevonden worden in de cohort studies, de multivariate analyses (studies waarbij gecorrigeerd werd voor meerdere verstorende factoren) en hoogwaardige studies.


 

Veel antioxidanten via voeding verlaagt ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge antioxianten (zoals vitamine C en E, luteïne, beta-caroteen, anthocyaninen en zink) inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies, 2 geneste patiënt-controle studies (448737 deelnemers waarvan 4654 mensen met de ziekte van Parkinson) en 6 patiënt-controle studies (1948 mensen zonder de ziekte van Parkinson en 1273 mensen met de ziekte van Parkinson).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat een hoge vitamine E inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 16% [gepoode RR = 0.84, 95% BI = 0.71 tot 0.99] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat een hoge anthocyaninen inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 24% [gepoode RR = 0.76, 95% BI = 0.61 tot 0.96] verlaagde.
Significant omdat gepoolde RR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.96 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 3 patiënt-controle studies dat een hoge luteïne inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 86% [gepoode RR = 1.86, 95% BI = 1.20 tot 2.88] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.88 tot 0.99, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 mg vitamine E per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.70 tot 0.99, n = 7] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 2 mg beta-caroteen per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 mg zink per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 35% [OR = 0.65, 95% BI = 0.49 tot 0.86, n = 1] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge antioxianten (zoals vitamine C en E, luteïne, beta-caroteen, anthocyaninen en zink) inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Antioxidants and Risk of Parkinson's Disease: A Systematic Review and Dose-response Meta-analysis of Observational Studies by Talebi S, Ghoreishy SM, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35030236/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en antioxidaten.

Koffie of cafeïne na de operatie verlaagt causaal postoperatieve ileus

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, causaal de kans op het krijgen van postoperatieve ileus bij patiënten die electieve colorectale chirurgie ondergingen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s met in totaal 312 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, de tijd tot de eerste stoelgang significant verkortte [MD = -10.36 uur, 95% BI = - 14.61 tot -6.11].

De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, het ziekenhuisverblijf signifcant verkortte [MD = -0.95 dagen, 95% BI = -1.57 tot -0.34]. 

De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, het gebruik van laxeermiddelen na de operatie significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.44 tot 0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie de stoelgang causaal verbeterde en het verminderde causaal de duur van het ziekenhuisverblijf bij patiënten die electieve colorectale chirurgie ondergingen. Deze methode is veilig en kan postoperatieve ileus (POI) voorkomen of behandelen.
 

Oorspronkelijke titel:
The effect of coffee/caffeine on postoperative ileus following elective colorectal surgery: a meta-analysis of randomized controlled trials by Yang TW, Wang CT, […], Tsai MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34993568/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koffie, kanker en dikke darmkanker.

Electieve chirurgie is een chirurgische ingreep waar iemand bewust voor kiest, in tegenstelling tot noodzakelijke chirurgie en spoedoperaties.

Postoperatieve ileus is een veelvoorkomende complicatie na abdominale chirurgie. Een ileus is een plotselinge verstoring in de passage van voedsel door de darmen. Een ileus wordt ook wel een darmafsluiting genoemd.
Abdominale chirurgie omvat de operaties aan de verschillende organen in en rond de buik, zoals bijvoorbeeld blinde darm, galblaas, liesbreuk, buikwandbreuk.

Colorectale chirurgie zijn operaties aan de dikke- en/of endeldarm.

 

Bessen verlagen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
De associaties tussen de inname van anthocyaninen en anthocyanine-rijke bessen en het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten moeten nog worden vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt zowel het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen als het eten van anthocyanine-rijke bessen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 44 RCT’s met in totaal 2353 deelnemers en 15 prospectieve cohort studies met in totaal 554638 deelnemers.
The gemiddelde interventieduur van de RCT’s was 8 weken. 22 van de 44 RCT’s waren van hoge kwaliteit.
De gemiddeld follow-up duur van de 15 cohort studies was 12 jaar. 12 van deze 15 studies waren van hoge kwaliteit.

Er was geen publicatie bias, behalve bij het effect van gezuiverde anthocyaninensupplementen op het HDL cholesterolgehalte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [WMD = -5.43 mg/dL, 95% BI = -8.96 tot -1.90 mg/dL, p = 0.003].
 

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het triglyceridengehalte significant verlaagde [WMD = -6.18 mg/dL, 95% CI = -11.67 tot -0.69 mg/dL, p = 0.027, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het HDL cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant verhoogde [WMD = 2.76 mg/dL, 95% CI = 1.34 tot 4.18 mg/dL, p 0.001, I2 = 43.5%].
Dit verhoogde effect werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte significant verlaagde [WMD = -1.62 pg/mL, 95% BI = -2.76 tot -0.48 pg/mL, p = 0.005, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.028 mg/dL, 95% BI = -0.050 tot -0.005 mg/dL, p = 0.014, I2 = 26%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat suppletie van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [WMD = -4.48 mg/dL, 95% BI = -8.94 tot -0.02 mg/dL, p = 0.049].  

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat suppletie van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.046 mg/dL, 95% BI = -0.070 tot -0.022 mg/dL, p 0.001, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op het krijgen van coronaire hatziekte significant met 17% [relatieve risico = 0.83, 95% BI = 0.72 tot 0.95, p = 0.009, I2 = 51.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 27% [relatieve risico = 0.73, 95% BI = 0.55 tot 0.97, p = 0.03, I2 = 76.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 9% [relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.87 tot 0.96, p 0.001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd in de subgroepenanalyses alleen teruggevonden bij vrouwen maar niet bij mannen.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen gedurende 8 weken als het eten van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) de kans op het krijgen van en doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden. 

Oorspronkelijke titel:
Anthocyanins, Anthocyanin-Rich Berries, and Cardiovascular Risks: Systematic Review and Meta-Analysis of 44 Randomized Controlled Trials and 15 Prospective Cohort Studies by Xu L, Tian Z, […], Yang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8714924/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over bessen, anthocyaninen, het verlagen van het cholesterolgehalte en het verlagen van hart- en vaatziekten.

HDL cholesterolgehalte tot 2.05 mmol/L verlaagt doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Eerdere studies hebben de relatie tussen HDL-cholesterol en de overlijdensrisico's door alle oorzaken en door hart- en vaatziekten niet volledig beschreven. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 prospectieve cohort studies met in totaal 369904 deelnemers, waarvan 33473 doden (9426 doden aan hart- en vaatziekten).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog HDL-cholesterolgehalte (goed colesterol) de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73 to 0.93] verlaagde.
Dit verlaagde risico was het hoogste bij 1.34 mmol/L HDL-cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden dat een hoog HDL-cholesterolgehalte de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.46 to 0.89] verlaagde.
Dit verlaagde risico was het hoogste bij 1.55 mmol/L HDL-cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het HDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.79 to 0.92] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.
 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het HDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.69 to 0.87] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het HDL cholesterolgehalte tot 2.05 mmol/L de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde, terwijl het HDL cholesterolgehalte tot 2.33 mmol/L de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagde. 

Oorspronkelijke titel:
A dose-response meta-analysis to evaluate the relationship between high-density lipoprotein cholesterol and all-cause and cardiovascular disease mortality by Liu L, Han M, […], Hong F.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34676492/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, het verlagen van het cholesterolgehalte en het verlagen van hart- en vaatziekten.

Eiwitrijk dieet verlaagt causaal lichaamsgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het volgen van een eiwitrijk dieet causaal het lichaamsgewicht bij volwassenen met overgewicht of obesitas?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 37 RCT’s.
De gemiddelde studieduur was 32 weken (8-104 weken).
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het volgen van een eiwitdieet met 18 tot 59 energieprocent (18-59 En% eiwit), het lichaamsgewicht significant met 1.6 kg [95% BI = 1.2 tot 2.0 kg, I2 = 56%] verlaagde.
Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een eiwitdieet met 18 tot 59 energieprocent (18-59 En% eiwit) gedurende 32 weken, het lichaamsgewicht bij volwassenen met overgewicht of obesitas causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Are Dietary Proteins the Key to Successful Body Weight Management? A Systematic Review and Meta-Analysis of Studies Assessing Body Weight Outcomes after Interventions with Increased Dietary Protein by Hansen TT, Astrup A and Sjödin A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8468854/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht en eiwit.

Een eiwitdieet met 18 tot 59 energieprocent (18-59 En% eiwit) wilt zeggen dat het aantal gram eiwit 18 tot 59% bijdraagt aan het totale kcal van het desbetreffende dieet.
Dus als een dieet 2000 kcal bevat, draagt 90 gram eiwit 18% bij aan 2000 kcal. 90 gram eiwit levert 360 kcal want 1 gram eiwit levert 4 cal. 360 kcal draagt dus 18% bij aan een dieet van 2000 kcal.

De makkelijkste manier om een dieet met 18-59 En% eiwit te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden die ook 18-59 En% eiwit bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten 18-59 En% eiwit. 
Echter, de meest praktische manier om een dieet met 18-59 En% eiwit te volgen, is al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld 18-59 En% eiwit bevatten.

Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijks voeding ook 18-59 En% eiwit bevat.

Een eiwitrijk dieet is een dieet met minimaal 20 En% eiwit.

Veel vitamine C via voeding verlaagt metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen vitamine C consumptie en het metabole syndroom (MetS) is geëvalueerd in de verschillende epidemiologische onderzoeken maar de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine C inname via voeding of het hebben van een hoog vitamine C gehalte in het bloed de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 26 cross-sectionele studies met in totaal 110771 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage inname dat een hoge inname van vitamine C via voeding, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 7% [multivariable-adjusted RR = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.97, p = 0.003, I2 = 54.5%, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met een lager vitamine C gehalte dat een hoger vitamine C gehalte in het lichaam de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 40% [multivariable-adjusted RR = 0.60, 95% BI = 0.49 tot 0.74, I2 = 22.7%, p = 0.249] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding als het hebben van een hoog vitamine C gehalte in het bloed, de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Observational Studies by Guo H, Ding J, [...], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8531097/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C en het metabole syndroom.

Een hoge vitamine C consumptie via voeding komt in de praktijk neer op 200 tot 300 gram groente en 2-5 stuks fruit per dag. Vitamine  C zit namelijk in groente en fruit.

Een hoog vitamine C gehalte in het lichaam kan verkregen worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine C bevatten en/of vitamine C supplementen te slikken.

Koolhydraten verhogen metabool syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associaties tussen de koolhydratenconsumptie en diverse gezondheidsresultaten blijven controversieel en verwarrend. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Wat is het verband tussen de koolhydratenconsumptie (het eten van koolhydraten) en de diverse gezondheidsresultaten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 meta-analyses van observationele studies met 23 gezondheidsresultaten, waaronder kanker (n = 26), mortaliteit (n = 4), stofwisselingsziekten (n = 4), het spijsverteringsstelsel (n = 3) en andere uitkomsten [coronaire hartziekte (n = 2), beroerte (n = 1), ziekte van Parkinson (n = 1) en botbreuk (n = 2)].
Dit overkoepelende overzichtsartikel bevatten 281 individuele studies met in totaal 13164365 deelnemers.

33.3% van de studies werd als hoge kwaliteit en 66.7% als matige kwaliteit beschouwd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 25% [adjusted OR = 1.25, 95% BI = 1.15 tot 1.37, zeer suggestief bewijs] verhoogde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 19% [adjusted HR = 1.19, 95% BI = 1.09 tot 1.30, suggestief bewijs] verhoogde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 43% [adjusted HR = 0.57, 95% BI = 0.42 tot 0.78, suggestief bewijs] verlaagde.  

De onderzoekers concludeerden dat er geen overtuigend bewijs was voor een duidelijke rol van de inname van koolhydraten. Echter, zeer suggestief bewijs liet zien dat de inname van koolhydraten de kans op het krijgen van het metabool syndroom verhoogde. Daarnaast, liet suggestief bewijs zien dat de inname van koolhydraten het risico op doodgaan aan alle oorzaken verhoogde terwijl het risico op het krijgen van slokdarmkanker juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Carbohydrate and Diverse Health Outcomes: Umbrella Review of 30 Systematic Reviews and Meta-Analyses of 281 Observational Studies by Liu YS, Wu QJ […], Zhao YH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8116488/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en het metabole syndroom.

600 mg/d vitamine E suppletie verbetert chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie is een veel voorkomend symptoom, maar profylactische (preventieve) maatregelen kunnen nog steeds niet effectief worden uitgevoerd. Bovendien is de werkzaamheid van vitamine E bij het voorkomen van perifere neurotoxiciteit veroorzaakt door chemotherapie niet overtuigend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt vitamine E suppletie de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 488 kankerpatiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met 600 mg vitamine E per dag, de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie signifcant met 69% [risk ratio = 0.31, 95% BI = 0.14 tot 0.65, p = 0.002, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie bij kankerpatiënten die cisplatine kregen signifcant met 72% [risk ratio = 0.28, 95% BI = 0.14 tot 0.54, p = 0.0001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit signficante verlaagde risico werd niet teruggevonden bij kankerpatiënten die oxaliplatine kregen [risk ratio = 1.08, 95% BI = 0.95 tot 1.22, p = 0.24, I2 = 34%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de surale sensorische amplitude na 3 chemokuren significant verlaagde [MD = -2.66, 95% BI = -5.09 tot -0.24, p = 0.03, I2 = 0%].
Echter, dit significante verlaagde effect werd niet teruggevonden na 6 chemokuren [MD = -1.28, 95% BI = -3.11 tot 0.54, p = 0.17, I2 = 40%].

De onderzoekers vonden dat kankerpatiënten die vitamine E kregen, hadden een grotere verbetering van de neurotoxiciteitsscore en een lagere incidentie van reflexen en distale paresthesieën (paresthesieën = het tintelend, jeukend en/of brandend gevoel of de gevoelloosheid in de ledematen dat ontstaat door een druk op een zenuw) dan de controlegroep (groep zonder vitamine E suppletie).

De onderzoekers concludeerden dat 600 mg vitamine E suppletie per dag tot een bescheiden verbetering leidde in de preventie (het voorkomen) van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie, met name bij kankerpatiënten die cisplatine kregen.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effects of Vitamin E on Chemotherapy-Induced Peripheral Neuropathy: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Miao H, Li R [...], Wen Z.

Link:
https://www.karger.com/Article/FullText/515620

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en kanker.

Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Cytostatica zijn stoffen die de kankercellen doden of afremmen en zich via het bloed verspreiden.

Cisplatine behoort tot een groep geneesmiddelen die cytostatica genoemd worden en die gebruikt worden voor de behandeling van kanker.

 

100 µg/d vitamine K + 1000 mg/d calciumsupplementen verhogen botmineraaldichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Met de toenemende incidentie van osteoporose (botontkalking) worden vitamine K en calcium in veel onderzoeken in verband gebracht met botmineraaldichtheid (BMD) en ondergecarboxyleerd osteocalcine (UcOC), maar de resultaten van de onderzoeken naar het gecombineerde effect van vitamine K en calcium op botmineraaldichtheid en ondergecarboxyleerd osteocalcine in mensen zijn inconsequent (tegenstrijdig). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het sikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 1346 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.20, 95% BI = 0.07 tot 0.32, I2 = 46.9%, p = 0.049].
Echter, dit significant verhoogde effect was niet signifcant in de trim and fill methode (waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias) [SMD = 0.067, 95% BI = -0.044 tot 0.178].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen het gehalte van ondergecarboxyleerd osteocalcine significant verlaagde [SMD = -1.71, 95% BI = -2.45 tot -0.96, I2 = 95.7%, p  0.01].
Dit significant verlaagde effect werd ook teruggevonden in analyses waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias [SMD = - 0.947, 95% BI = -1.211 tot -0.687].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van  ≤100 µg/d vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.20 tot 0.61, I2 = 49.9%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K2 supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.30, 95% BI = 0.10 tot 0.51, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.19, 95% BI = 0.05 tot 0.32, I2 = 62.3%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.38, 95% BI = 0.19 tot 0.57, I2 = 40%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van ≤100 µg/d vitamine K2 supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The combined effect of vitamin K and calcium on bone mineral density in humans: a meta-analysis of randomized controlled trials by Hu L, Ji J, [...], Yu B.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8515712/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/publicatie bias/RCT’s, vitamine K, calcium en botontkalking.

Een hoog gehalte aan ondergecarboxyleerd osteocalcine verhoogt de kans op het krijgen van botontkalking.

Ondergecarboxyleerd osteocalcine (ucOC of PIVKA-osteocalcine) is een gevoeliger marker voor vitamine K-insufficiëntie.

De incidentie is het aantal nieuwe zieken of ziekten in een populatie over een bepaalde periode.
 

Magnesiumsupplementen verlagen niet krampen in de benen tijdens zwangerschap

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van magnesiumsupplementen krampen in de benen tijdens de zwangerschap?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s met in totaal 332 zwangere vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen de frequentie van de krampen in de benen tijdens de zwangerschap niet verlaagde [WMD = -0.47, 95% BI = -1.14 tot 0.20, p = 0.167].

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het herstel van de krampen in de benen tijdens de zwangerschap niet verlaagde [OR = 0.47, 95% BI = 0.14 to 1.52, p = 0.207].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van magnesiumsupplementen niet effectief was bij de behandeling van de krampen in de benen tijdens de zwangerschap.

Oorspronkelijke titel:
Effect of oral magnesium supplementation for relieving leg cramps during pregnancy: A meta-analysis of randomized controlled trials by Liu J, Song G, [...], Meng T.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34247796/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en magnesium.

 

Kalium verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Is er een dosisafhankeljijk verband tussen het eten van natrium en kalium, gemeten in meerdere 24-uurs urine, en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 10709 gezonde volwassenen (54.2% vrouwen), waarvan 571 mensen met hart- en vaatziekten.
De gemiddelde leeftijd was 51.5±12.6 jaar.
De gemiddelde follow-up duur was 8.8 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 1000 mg natrium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [hazard ratio = 1.18, 95% BI = 1.08 tot 1.29] verhoogde.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 1000 mg kalium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [hazard ratio = 0.82, 95% BI = 0.72 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hogere natrium- en lagere kaliumconsumptie, zoals gemeten in de meerdere 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhoogde. Deze verhoogde risico was dosisafhankelijk.

Oorspronkelijke titel:
24-Hour Urinary Sodium and Potassium Excretion and Cardiovascular Risk by Ma Y, He FJ, […], Hu FB.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34767706/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, zout- en kaliumconsumptie en het verlagen van hart- en vaatziekten.

De 24-uurs urine is de hoeveelheid urine die verzameld is gedurende 1 dag. Het bepalen van het natriumgehalte in de 24-uurs urine is een betrouwbare manier om de zoutiname via voeding bij een (proef)persoon gedurende 1 dag vast te stellen. Een hogere zoutinname leidt tot een hogere natriumgehalte in de 24-uurs urine. Zout bestaat uit natrium en chloride en verlaat het lichaam via de urine.

1 gram zout oftewel natriumchoride levert 400 mg natrium en 600 mg chloride. Dus 1000 mg natrium in de 24-uurs urine komt overeen met 2.5 (1000 mg/400 mg) gram zout.

Paddenstoelen verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Onderzoeksvraag:
Of de consumptie van paddenstoelen - een rijke bron aan krachtige antioxidanten ergothioneïne en glutathion, vitamines en mineralen (bijv. selenium en koper) - geassocieerd is met een lager sterfterisico, is niet goed begrepen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies met in totaal 601893 deelnemers, waarvan 50787 doden aan all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [gepoolde risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.91 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Prospective study of dietary mushroom intake and risk of mortality: results from continuous National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) 2003-2014 and a meta-analysis by Ba DM, Gao X, [...], Richie Jr JP.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8454070/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over paddenstoelen en ouderdom.

Veel carotenoïden via voeding verlagen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere meta-analyses hebben een beschermend effect aangetoond tussen sommige carotenoïden en het risico op het krijgen van het metabole syndroom, hart- en vaatziekten, kanker en doodgaan aan alle oorzaken. Echter, de resultaten voor de associaties tussen carotenoïden en het krijgen van diabetes type 2 (suikerziekte type 2) blijven inconsistent en er is geen systematische review (een overzichtsartikel) over dit onderwerp uitgevoerd. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het eten van veel carotenoïden of het hebben van een hoog carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.87, I2 = 13.7%, n = 6] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het eten van veel (totale) carotenoïden, alfa-caroteen en luteïne/zeaxanthine.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteengehalte de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 40% [gepoolde RR = 0.60, 95% BI = 0.46 tot 0.78, I2 = 56.2%, n = 7] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het hoge (totale) carotenoïden-, lycopeen- en luteïnegehalte.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, een non-lineair verband tussen het gehalte van alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne en het totale carotenoïden en het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel veel (totale) carotenoïden als het hebben van een hoog (totale) carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Intake and Circulating Concentrations of Carotenoids and Risk of Type 2 Diabetes: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Observational Studies by Jiang YW, Sun ZH, [...], Pan A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33979433/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over carotenoïden en suikerziekte.

Een hoog beta-caroteengehalte in het lichaam kan verkregen worden door voeding te eten die veel beta-carotten bevat en/of beta-caroteensupplementen te slikken.

 

Dagelijks 200-700 gram groente en fruit verlaagt fragiliteit

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en/of fruit de kans op fragiliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies en 4 cross-sectionele studies met in totaal 18616 mensen met fragiliteit en 101969 mensen zonder fragiliteit (de controles).

De bewijslast was matig, gebaseerd op de NutriGrade-score.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 cohort studies, vergeken met een lage groente- en fruitconsumptie, dat een hoge groente- en fruitconsumptie de kans op fragiliteit significant met 35% [RR = 0.65, 95% BI = 0.50 tot 0.84, I2 = 81%] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor alleen groenteconsumptie of alleen fruitconsumptie.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram groente en fruit per dag, de kans op fragiliteit significant met 14% verlaagde.
Deze significante verlaagde risio steeg lineair tot 700 gram groente en fruit per dag en vlakte daarna af.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 200-700 gram groente en fruit (samen) de kans op fragiliteit verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruit and vegetable intake and risk of frailty: A systematic review and dose response meta-analysis by Ghoreishy SM, Asoudeh F, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34534684/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente- en fruitconsumptie en ouderdom.

Fragiliteit (breekbaarheid, broosheid) bij ouderen is een dynamische toestand waarin een oudere verkeert die tekorten heeft in één of meerdere gebieden van het menselijk functioneren (lichamelijk, psychisch, sociaal), die onder invloed van een diversiteit aan variabelen wordt veroorzaakt en die de kans op het optreden van ongewenste uitkomsten vergroot.
 

4000 mg inositolsupplementen verlagen bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
De mogelijke effecten van het slikken van inositolsupplementen op de bloeddruk zijn onderzocht in de verschillende interventiestudies. Toch zijn de bevindingen in deze context controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van inositolsupplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van inositolsupplementen de systolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -5.69 mmHg, 95% BI = -7.35 tot -4.02, p 0.001].
Dit signifcante verlagende effect werd in de subgroepenanalyses met name teruggevonden bij mensen met het metabole syndroom, bij het slikken van minimaal 8 weken inositolsupplementen en bij 4000 mg inositolsupplementen.

De onderzoekers vonden dat het slikken van inositolsupplementen de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -7.12 mmHg, 95% BI = -10.18 tot -4.05, p 0.001].
Dit signifcante verlagende effect werd in de subgroepenanalyses met name teruggevonden bij mensen met het metabole syndroom, bij het slikken van minimaal 8 weken inositolsupplementen en bij 4000 mg inositolsupplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 4000 mg inositolsupplementen gedurende minimaal 8 weken de bloeddruk, met name bij mensen met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of inositol supplementation on blood pressure: A systematic review and meta-analysis of randomized-controlled trials by Tari SH, Sohouli MH, […], Rahideh ST.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34330516/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, inositol en het verlagen van de bloeddruk.

Een RCT is een interventiestudie.
 

Dagelijks 0.8-10 mg foliumzuursupplementen verlagen CRP gehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Foliumzuursuppletie verlagen ontstekingen. Echter, de bewezen effecten op de ontstekingsmarkers zijn onduidelijk omdat klinische studies over dit onderwerp inconsistente resultaten laten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.  

Verlaagt het slikken van foliumzuursupplementen het gehalte van de ontstekingsmarkers, zoals het CRP en IL-6 en TNF-α gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 1392 deelnemers.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 24.2 en 68.1 jaar.

De studiegrootte varieerde tussen 19 en 530 deelnemers.
De suppletieduur (duur van de studie) varieerde tussen 2 en 52 weken.

De dagelijkse dosering van foliumzuursupplementen varieerde tussen 0.8 mg en 10 mg.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuursupplementen het CRP gehalte significant verlaagde [WMD = -0.59 mg/L, 95% BI = -0.85 tot -0.33, p 0.001, I2 = 91.3%, p 0.001, n = 1279 deelnemers].
Dit significante verlaagde effect werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyes en de sensitiviteitsanalyses. 

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuursupplementen en het verlagende effect op het IL-6 [WMD = -0.12, 95% BI = -0.95 tot 0.72 pg/mL, p = 0.780] en TNF-α gehalte [WMD = -0.18, 95% BI = -0.86 tot 0.49 pg/mL, p = 0.594].  
Geen verband omdat de gevonden p-waarde van 0.594 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.8-10 mg foliumzuursupplementen per dag het CRP gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Folic Acid Supplementation on Inflammatory Markers: A Grade-Assessed Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Asbaghi O, Ashtary-Larky D, […], Naeini AA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8308638/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, foliumzuur en CRP.

 

Roodvlees verhoogt metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van roodvlees of gevogelte en het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 21869 deelnemers, Alle studies hadden zowel mannelijke als vrouwelijke deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 35% [gepoolde multi-variable adjusted RR = 1.35, 95% BI = 1.13 tot 1.62, p = 0.001, I2 = 54.4%, p = 0.032] verhoogde.
Dit significante verhoogde risico werd ook teruggevonden voor studies waarbij gecorrigeerd werd voor BMI [RR = 1.4, 95% BI = 1.23 tot 1.6, p 0.001] en lichamelijke activiteiten [RR = 1.48, 95% BI = 1.29 tot 1.71, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van bewerkt roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 48% [multi-variable adjusted RR = 1.48, 95% BI = 1.11 tot 1.97, p = 0.007, I2 = 64.7%, p = 0.037] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van onbewerkt roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 32% [multi-variable adjusted RR = 1.32, 95% BI = 1.14 tot 1.54, p = 0.0003, I2 = 0%, p = 0.397] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van gevogelte de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 15% [gepoolde multi-variable adjusted RR = 0.85, 95% BI = 0.75 tot 0.97, p = 0.02, I2 = 0%, p = 0.707] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van roodvlees (zowerl bewerkt als onbewerkt) de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde, terwijl het eten van gevogelte de kans op het krijgen van het metabole syndroom juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Red Meat and Poultry Consumption With the Risk of Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Guo H, Ding J, [...], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8295459/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over roodvlees, gevogelte en het metabole syndroom.

Bewerkt roodvlees zijn onder andere hamburgers, gehakt, vleeswaren (ham, salami), worst (rookworst, ossenworst). rosbief, bacon en filet americain.

Dagelijks 50 mg anthocyaninen of 100 mg proanthocyanidinen via voeding verlagen coronaire hartziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Epidemiologische studies hebben aangetoond dat een hogere inname van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte verlaagt. Echter, welke subklassen van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte zou kunnen verminderen, is controversieel gebleven en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subklassen (zoals anthocyaninen, flavonolen, isoflanonen) van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 onafhankelijke prospectieve cohort studies met in totaal  894471 deelnemers, waarvan 34707 mensen met een coronaire hartziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van anthocyaninen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd (gelijk) in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van proanthocyanidinen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.65 tot 0.94] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavonolen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van isoflanonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 50 mg anthocyaninen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 100 mg proanthocyanidinen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 25 mg flavonolen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 5 mg flavonen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 0.5 mg isoflavonen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 50 mg anthocyaninen, 100 mg proanthocyanidinen, 25 mg flavonolen, 5 mg flavonen of 0.5 mg isoflavonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Flavonoid subclasses and coronary heart disease risk: a meta-analysis of prospective cohort studies by Fan ZK, Wang C, [...], Li D.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34470681/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, flavonoïden en hart- en vaatzieke.