Voeding en gezondheid

Coënzym Q10-supplementen verlagen het triglyceridengehalte van patiënten met stofwisselingsziekten

Onderzoeksvraag:
Oxidatieve stress en ontstekingen zijn belangrijke parameters bij het ontstaan van stofwisselingsstoornissen. Daarom kan de inname van antioxidanten een geschikte aanpak zijn. Verschillende studies hebben het effect geëvalueerd van coënzym Q10 (CoQ10) op het vetprofiel van patiënten met stofwisselingsziekten. Echter, de bevindingen zijn controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren coënzym Q10-supplementen het vetprofiel (zoals het triglyceriden- en cholesterolgehalte) van patiënten met stofwisselingsziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s met in totaal 514 patiënten met stofwisselingsziekten in de coënzym Q10-groep en 525 patiënten met stofwisselingsziekten in de controlegroep (groep zonder coënzym Q10).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het triglyceridengehalte van patiënten met stofwisselingsziekten significant verlaagde [SMD = -0.28, 95% BI = -0.56 tot -0.005].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het totale cholesterolgehalte van patiënten met stofwisselingsziekten niet significant verlaagde [SMD = -0.07, 95% BI = -0.45 tot 0.31].
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het LDL- cholesterogehalte (slecht cholesterol) van patiënten met stofwisselingsziekten niet significant verhoogde [SMD = 0.04, 95% BI = -0.27 tot 0.36].

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het HDL- cholesterogehalte (goed cholesterol) van patiënten met stofwisselingsziekten niet significant verhoogde [SMD = 0.10, 95% BI = -0.32 tot 0.51].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het triglyceridengehalte van patiënten met stofwisselingsziekten verlaagde. Echter, het had geen effect op het cholesterolgehalte van patiënten met stofwisselingsziekten.

Oorspronkelijke titel:
The effects of coenzyme Q10 supplementation on lipid profiles among patients with metabolic diseases: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Sharifi N, Tabrizi R, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29623830

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over coënzym Q10 en cholesterolgehalte.

Een hoog triglyceridengehalte verhoogt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.

Stofwisselingsziekten zijn erfelijke ziekten. Er zijn ongeveer 600 verschillende stofwisselingsziekten. Voorbeelden van stofwisselingsziekten zijn:

  • Ziekte van Fabry
  • MCAD
  • Familiaire hypercholesterolemie
  • Taaislijmziekte
  • PKU
  • Suikerziekte type 1

 

Resveratrol supplementen verlagen niet cholesterolgehalte

Onderzoeksvraag:
Nieuwe onderzoeken tonen aan dat resveratrol het gehalte van de bloedvetten aanzienlijk kan verlagen, maar de resultaat in RCT's is tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlagen resveratrol supplementen het gehalte van bloedvetten en cholesterol in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de analyse van alle studies dat resveratrol supplementen, ongeacht geslacht, leeftijd, BMI, dosering van resveratrol en interventieduur het totale cholesterolgehalte niet significant met 0.08 mmol/L [95% BI = -0.23 tot 0.08, p = 0.349, I2 = 87.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de analyse van alle studies, dat resveratrol supplementen het triglyceridengehalte significant verhoogde [WMD = 0.58 mmol/L, 95% BI = 0.34 tot 0.82, p 0.0001, I2 = 99.8%]. Echter, deze significantie verdween na het weglaten van 1 studie.

De onderzoekers vonden in de analyse van alle studies, dat resveratrol supplementen geen effect hadden op het slechte LDL-cholesterolgehalte [WMD = -0.04 mmol/L, 95% BI = -0.21 tot 0.12, p  = 0.620, I2 = 93.4%].

De onderzoekers vonden in de analyse van alle studies, dat resveratrol supplementen geen effect hadden op het goede HDL-cholesterolgehalte [WMD = -0.01 mmol/L, 95% BI = -0.04 tot 0.02, p = 0.269, I2 = 88.6%].

De onderzoekers concludeerden dat resveratrol supplementen geen effect hadden op zowel het cholesterol- als bloedvetgehalte.

Oorspronkelijke titel:
Effect of resveratrol on lipid profile: An updated systematic review and meta-analysis on randomized clinical trials by Haghighatdoost F and Hariri M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29305228

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten, resveratrol en cholesterol.
Resveratrol is een flavonoïde.

 

Dagelijks veel cholesterol verhoogt mogelijk longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van veel cholesterol de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 patiënt-controle studies (6894 mensen met longkanker en 29736 mensen zonder longkanker) en 6 cohort studies (1769 mensen met longkanker onder 241920 deelnemers).
De studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatie bias.
 
Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel cholesterol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 70% [OR = 1.70, 95% BI = 1.43-2.03, I2 = 42.3%, p = 0.067] verhoogde. Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in cohort studies geen verband tussen het eten van veel cholesterol en de kans op het krijgen van longkanker [RR = 1.08, 95% BI = 0.94-1.25, I2 = 0.0%, p = 0.833]. Er werd ook geen verband gevonden in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in 6 patiënt-controle studies dat het eten van veel vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 64% [OR = 1.64, 95% BI = 1.16-2.33, I2 = 68.7%, p = 0.004] verhoogde. Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel cholesterol, de kans op het krijgen van longkanker mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat het verhoogde risico niet significant was in de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Cholesterol Intake and Risk of Lung Cancer: A Meta-Analysis by Lin X, Liu L, […], Lian X.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/10/2/185/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort studies/significant/overzichtsartikel, cholesterol en kanker.
Het dagelijks eten van meer dan 200-300 mg cholesterol wordt als veel beschouwd.

Het resultaat van een overzichtsartikel is pas betrouwbaar wanneer het ook teruggevonden wordt in cohort studies (dus niet alleen in patiënt-controle studies).
 

Dagelijks veel gekookte tomaten verlaagt prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van tomaten(producten) de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 30 studies met 24222 mensen met prostaatkanker onder 260461 deelnemers. 
 
Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel tomaten en tomatenproducten het risico op het krijgen van prostaatkanker significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.71-0.92, p = 0.001] verlaagde. Dit verlaagde risico was dosis-afhankelijk [p = 0.040].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse, dat het eten van veel tomatenproducten het risico op het krijgen van prostaatkanker significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.72-0.98, p = 0.030] verlaagde. Dit verlaagde risico was niet dosis-afhankelijk [p-lineair = 0.511, p-nonlineair = 0.289].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse, dat het eten van veel gekookte tomaten en tomatensaus het risico op het krijgen van prostaatkanker significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.98, p = 0.029] verlaagde. Dit verlaagde risico was dosis-afhankelijk [p  0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het eten van veel rauwe tomaten het risico op het krijgen van prostaatkanker niet verlaagde [RR = 0.96, 95% BI = 0.84-1.09, p = 0.487].

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van zowel veel tomatenproducten, gekookte tomaten en tomatensaus het risico op het krijgen van prostaatkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Processed and raw tomato consumption and risk of prostate cancer: a systematic review and dose-response meta-analysis by Rowles JL, Ranard KM, […], Erdman JW Jr.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29317772

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over tomaten en prostaatkanker.
Tomatenproducten zijn producten waarin tomaten zijn verwerkt.

 

Een zink-tekort verhoogt auto-immuunziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een zinktekort de kans op het krijgen van auto-immuunziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 62 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in fixed model dat het serum zinkgehalte van mensen met auto-immuunziekte significant lager was dan van mensen zonder auto-immuunziekte [gemiddeld effect = -1.19, 95% BI = -1.26 tot -1.11].

De onderzoekers vonden in fixed model dat het plasma zinkgehalte van mensen met auto-immuunziekte significant lager was dan van mensen zonder auto-immuunziekte [gemiddeld effect = -3.97, 95% BI = -4.08 tot -3.87].

De onderzoekers concludeerden dat mensen met auto-immuunziekte een laag zinkgehalte in het bloed hadden.

Oorspronkelijke titel:
Zinc Status and Autoimmunity: A Systematic Review and Meta-Analysis by Sanna A, Firinu D, […], Valera P.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/10/1/68/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink.  

Het zinkgehalte in het lichaam kan gemeten worden in het serum of het plasma van het bloed.
Het zinkgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door het eten van levensmiddelen die veel zink bevatten en/of het slikken van zinksupplementen.
Deze maaltijden bevatten veel zink.

Auto-immuunziekten ontstaan doordat het immuunsysteem lichaamseigen eiwitten als lichaamsvreemd ziet. Auto-immuunziekten zijn onder andere:

  • Coeliakie (glutenallergie)
  • Colitis ulcerosa
  • Diabetes mellitus type1 (suikerziekte type 1)
  • Myasthenia gravis
  • Gastritis
  • Pernicieuze anemie
  • Polyarteritis nodosa
  • Prematuur ovarieel falen
  • Primaire biliaire cirrose
  • Reumatoïde artritis
  • Syndroom van Churg-Strauss
  • Syndroom van Goodpasture
  • Syndroom van Sjögren
  • Systemische lupus erythematodes
  • Ziekte van Addison
  • Ziekte van Crohn
  • Ziekte van Graves
  • Ziekte van Hashimoto
  • Ziekte van Wegener
     

Cranberry verlaagt mogelijk urineweginfectie bij vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vrouwen lopen 50% risico op het krijgen van urineweginfectie tijdens hun leven en bij 20 tot 30% van deze vrouwen komt de urineweginfectie terug. Cranberry (Vaccinium spp.) wordt geprezen voor de behandeling van urineweginfectie. Echter, de doeltreffendheid ervan is controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt cranberry de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met gezonde niet zwangere vrouwen boven 18 jaar met urineweginfectie (n = 1498 deelnemers).
2 studies hadden een hoog follow-up verlies (=veel mensen die de studie voortijdig verlieten) of het rapporteren van de outcome (resultaat) was selectief.
Slechts 2 studies hadden meer dan 300 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat cranberry de kans op de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.55-0.98, I2 = 54%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat cranberry waarschijnlijk de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen verlaagde. Waarschijnlijk omdat de studies te klein en/of van lage kwaliteit waren.

Oorspronkelijke titel:
Cranberry Reduces the Risk of Urinary Tract Infection Recurrence in Otherwise Healthy Women: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zhuxuan Fu, DeAnn Liska, […], Mei Chung.

Link:
http://jn.nutrition.org/content/147/12/2282.abstract

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/RCT’s/significant, chronische ziekten en fruit.

Studies van lage kwaliteit of met te weinig deelnemers geven onbetrouwbare resultaten. 
 

Veel thee verlaagt colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het drinken van de verschillende dranken en het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 patiënt-controle studies en 3 prospectieve cohort studies met in totaal 3689 mensen met colitis ulcerosa en 335339 mensen zonder colitis ulcerosa.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel frisdrank vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 69% [gepoolde RR = 1.69, 95% BI = 1.24-2.30,  I2  =  12.9%, p  = 0 .332] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 31% [gepoolde RR = 0.69, 95% BI = 0.58-0.83 I2  =  0.0%, p  = 0 .697] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van veel alcohol [gepoolde RR = 1.08, 95% BI = 0.66-1.51] of koffie [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.33-1.05, I2  =  87.5%, p    0.001] en het krijgen van colitis ulcerosa. Geen verband oftewel geen risico omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.33 tot 1.05 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen risico/verband.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel frisdrank, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verhoogde, terwijl het drinken van veel thee de kans op het krijgen van colitis ulcerosa juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Beverage consumption and risk of ulcerative colitis. Systematic review and meta-analysis of epidemiological studies by Nie JY and Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5728934/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten, frisdrank, alcohol en thee.


 

Kinderen en adolescenten met ADHD hebben een tekort aan n-3 PUFA vetzuren

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben kinderen en adolescenten met ADHD baat bij n-3 PUFA supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s en 7 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 RCT’s (n = 534) dat n-3 PUFA supplementen de clinische symptomen van ADHD significant verbeterden [g = 0.38, p 0.0001].

De onderzoekers vonden in 3 RCT’s (n = 214) dat n-3 PUFA supplementen de cognitieve prestaties van kinderen en adolescenten met ADHD significant verbeterden [g = 1.09, p = 0.001].

De onderzoekers vonden in 7 patiënt-controle studies (n = 412) dat kinderen en adolescenten met ADHD een lager DHA-bloedconcentratie [g = -0.76, p = 0.0002] hadden.

De onderzoekers vonden in 7 patiënt-controle studies (n = 468) dat kinderen en adolescenten met ADHD een lager EPA-bloedconcentratie [g = -0.38, p = 0.0008] hadden.

De onderzoekers vonden in 6 patiënt-controle studies (n = 396) dat kinderen en adolescenten met ADHD een lager n-3 PUFA-bloedconcentratie [g = -0.58, p = 0.0001] hadden.

De onderzoekers concludeerden dat n-3 PUFA supplementen de clinische symptomen en de cognitieve prestaties van kinderen en adolescenten met ADHD verbeterden en verder hadden deze groepen een lage n-3 PUFA-bloedconcentratie, met name DHA en EPA.

Oorspronkelijke titel:
Omega-3 Polyunsaturated Fatty Acids in Youths with Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD): A Systematic Review and Meta-Analysis of Clinical Trials and Biological Studies by Chang JC, Su KP, [...], Pariante CM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28741625

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten, significant/overzichtsartikel en n-3 PUFA.

EPA en DHA zijn n-3 PUFA. Vette vissen hebben meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
Deze maaltijden bevatten veel EPA en DHA.
De bloedwaarde van EPA en DHA kan verhoogd worden door EPA en DHA-rijke voedingsmiddelen/maaltijden te eten en/of visoliesupplementen te slikken.
 

Dagelijks 30 gram volle granen, 100 gram fruit, 100 gram groente of 200 gram zuivelproducten verlaagt dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen, zoals zuivel, groente en fruit en het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte cohort studies.  
 
Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 9 cohort studies dat elke 30 gram volle granen, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.93-0.97] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 15 cohort studies dat elke 100 gram groenten, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96-0.98] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke 100 gram groenten de kans op het krijgen van dikke darmkanker werkelijk met 3% verlaagde.

De onderzoekers vonden in 16 cohort studies dat elke 100 gram fruit, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.95-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 15 cohort studies dat elke 200 gram zuivelproducten, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.91-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 21 cohort studies dat elke 100 gram roodvlees, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.06-1.19] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 16 cohort studies dat elke 50 gram bewerkt vlees, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% [RR = 1.17, 95% BI = 1.10-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van groente, fruit en zuivelproducten en het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 100 gram roodvlees of 50 gram bewerkt vlees, de kans op het krijgen van dikke darmkanker verhoogde, terwijl 30 gram volle granen, 100 gram fruit, 100 gram groente of 200 gram zuivelproducten de kans op het krijgen van dikke darmkanker juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Food groups and risk of colorectal cancer by Schwingshackl L, Schwedhelm C, [...], Schlesinger S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29210053

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over verschillende voedingsgroepen en dikke darmkanker.
 

Dagelijks 2-4 gram carnitinesupplementen vermindert niet kankergerelateerde vermoeidheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het carnitine-tekort wordt gezien als een mogelijke reden voor kankergerelateerde vermoeidheid die behandeld kan worden met carnitinesupplementen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Vermindert het slikken van carnitinesupplementen de vermoeidheid, als gevolg van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 RCT’s met in totaal 659 deelnemers.
 
Er was niet genoeg studies om een sensitiviteitsanalyse uit te voeren.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 2-4 gram carnitinesupplementen per dag, de kankergerelateerde vermoeidheid niet verminderde [SMD = 0.06 punt, 95% BI = -0.09 tot 0.21, p = 0.45, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 2-4 gram carnitinesupplementen per dag, de kankergerelateerde vermoeidheid niet verminderde.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy and Effectiveness of Carnitine Supplementation for Cancer-Related Fatigue: A Systematic Literature Review and Meta-Analysis by Marx W, Teleni L, [...], Isenring E.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/9/11/1224/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carnitine en kanker.

 

Een hoge consumptie van gekookte wortels verlaagt mogelijk urineleiderkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van wortels de kans op het krijgen van urineleiderkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies en 2 cohort studies met in totaal 1523 mensen met urineleiderkanker.
 
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.44-0.90, I2 = 79.6%] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker significant met 55% [OR = 0.45, 95% BI = 0.25-0.81, I2 = 64.2%] verlaagde. Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.25 tot 0.81 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker niet significant met 9% [OR = 0.91, 95% BI = 0.67-1.24, I2 = 71.6%] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel gekookte wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker significant met 31% [OR = 0.69, 95% BI = 0.51-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rauwe wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker niet significant met 16% [OR = 0.84, 95% BI = 0.37-1.93, I2 = 76.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker onder mannen niet significant met 44% [OR = 0.56, 95% BI = 0.27-1.17, I2 = 63.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker onder vrouwen niet significant met 27% [OR = 0.73, 95% BI = 0.12-4.60, I2 = 79.3%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel wortels, met name gekookte wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was onder cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Carrot intake and incidence of urothelial cancer: a systematic review and meta-analysis by Luo X, Lu H, [...], Wang S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5652827/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/significantie, wortelconsumptie en kanker.
 

Vegetarisch dieet verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte observationele studies.

Resultaten en conclusies:  
De onderzoekers vonden dat een voedingspatroon met veel vlees vergeleken met veel plantaardige producten, de kans op het krijgen van kanker significant met 64% [RR =1.64, 95% BI = 1.02-2.63] verhoogde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een voedingspatroon met veel plantaardige producten vergeleken met een gemengd voedingspatroon (zowel met vlees als plantaardige producten), de kans op het krijgen van kanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.82-0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een voedingspatroon met veel vlees, de kans op het krijgen van kanker verhoogde, terwijl een voedingspatroon met veel plantaardige producten, de kans op het krijgen van kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Differences in the association between empirically derived dietary patterns and cancer: a meta-analysis by Bella F, Godos J, […], Sciacca S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27894200

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over veganisme en kanker.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Een makkelijke manier om een vegetarische dieet te volgen, is door te kiezen voor plantaardige producten die ook maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijkse gegeten producten moet maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Resveratrolsupplementen gedurende minimaal 3 maanden verlagen welvaartziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van resveratrol de kans op het krijgen van niet-besmettelijke ziekten, ook wel welvaartziekten (zoals kanker, hart- en vaatziekten, diabetes en longziekten) genoemd?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCT’s met 1069 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van resveratrol het nuchter glucosegehalte significant met 4.77 mg/dL [95% BI = -9.33 tot -0.21 mg/dL, p = 0.040] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het slikken van resveratrol het totale cholesterolgehalte significant met 9.75 mg/dL [95% BI = -17.04 tot -2.46 mg/dL, p = 0.009] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het slikken van resveratrol het C-reactief proteïne (CRP) significant met 0.81 mg/L [95% BI = -1.42 tot -0.21 mg/L, p = 0.009] verlaagde.

De onderzoekers vonden ook dat het slikken van resveratrol zowel de systolische als de diastolische bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van resveratrol gedurende minimaal 3 maanden het LDL-cholesterolgehalte, de diastolische bloeddruk en het HbA1c-gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van resveratrol gedurende minimaal 3 maanden, de kans op het krijgen van welvaartziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of resveratrol supplementation on risk factors of non-communicable diseases: A meta-analysis of randomized controlled trials by Guo XF, Li JM, [...], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28933578

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte, het verlagen van de bloeddruk en cholesterolgehalte.

Resveratrol is een polyfenol en zit in rode wijn, rode druiven, blauwe bessen, bosbessen, pinda’s, cacao, cranberry’s en pistachenoten. Polyfenolen worden onderverdeeld in tanninen, fenylpropanoïden en flavonoïden.

 

Veel roodvlees verhoogt longkanker onder niet-rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vlees de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 onafhankelijke observationele studies met in totaal 5368 mensen met longkaker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 11 studies dat het eten van veel roodvlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers significant met 24% [RR = 1.24, 95% BI = 1.01-1.51, I2 = 31%] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van zowel veel witvlees als vis en de kans op het krijgen van longkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel roodvlees de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Carcinogenicity of High Consumption of Meat and Lung Cancer Risk Among Non-Smokers: A Comprehensive Meta-Analysis by Gnagnarella P, Caini S, […], Gandini S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29016198

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie en kanker.
 

1 tot 724 mg anthocyaninen per dag verbetert hartfunctie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbeteren anthocyaninen de hartfunctie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCT’s met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar.
De dosering van anthocyaninen varieerde tussen 1 tot 724 mg per dag.
De studieduur voor acute inname van anthocyaninen viareerde tussen 1 en 6 uur.
De studieduur voor chronische inname van anthocyaninen viareerde tussen 1 week en 6 maanden.
Het aantal deelnemers per studie varieerde tussen 10 en 146 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat acute inname van anthocyaninen (7-724 mg gedurende 1-8 uur) de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) siginficant met 3.92% verbeterde [SMD = 3.92%, 95% BI = 1.47 tot 6.38, p = 0.00, I2 = 91.8%].

De onderzoekers vonden dat chronische inname van anthocyaninen (12-320 mg gedurende 1 week tot 6 maanden) de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) siginficant met 0.84% verbeterde [SMD = 0.84%, 95% BI = 0.55 tot 1.12, p = 0.000, I2 = 62.5%].  

De onderzoekers vonden dat acute inname van anthocyaninen de hartslag siginficant verlaagde [SMD = -1.27 m/s, 95% BI = -1.96 tot -0.58, p = 0.000, I2 = 17.8%].

De onderzoekers concludeerden dat zowel acute als chronische inname van anthocyaninen de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) verbeterde.  

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Anthocyanin-Rich Foods or Extracts on Vascular Function in Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomised Controlled Trials by Fairlie-Jones L, Davison K, […], Hill AM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5579701/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en flavonoïden.
Anthocyaninen zijn flavonoïden.
De hartfunctie wordt vaak gemeten aan de hand van flow-gemedieerde dilatatie.

Levensmiddelen 

Hoeveelheden anthocyaninen in mg per
100 gram levensmiddel

Aardbeien

15-35

Appelbessen

200-1000

Aubergine 

750

Bosbessen

25-497

Braambessen

83-326

Frambozen

10-60

Kersen

350-400

Radijs

11-60

Rode bessen

80-420

Rode druiven

30-750

Rode uien

7-21

Rode wijn

24-35

Sinaasappel

~200

Veenbessen

60-200

Vlierbessen

450

Zwarte bessen

130-400

 

Een hoog seleniumgehalte in het lichaam verlaagt baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies hebben de relatie tussen het serum seleniumgehalte en baarmoederhalskanker onderzocht, maar de resultaten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog seleniumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van baarmoederhalskanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies (12 studies met univariate analyses (studies waarbij gekeken werd naar slechts één variabele/risicofactor) en 5 studies met multivariate analyse).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in univariate analyse van 12 studies, dat het serum seleniumgehalte (het seleniumgehalte in het bloed) van vrouwen met baarmoederhalskanker significant lager was dan van vrouwen zonder baarmoederhalskanker [SMD = -4.86, 95% BI = -6.03 to -3.69]. Het verlaagde seleniumgehalte was ook consistent onder de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in multivariate analyse van 5 studies, dat het serum seleniumgehalte van vrouwen met baarmoederhalskanker significant lager was dan van vrouwen zonder baarmoederhalskanker [OR = 0.55, 95% BI = 0.42 tot 0.73].

De onderzoekers vonden dat na een seleniumbehandeling het serum seleniumgehalte significant werd verhoogd [SMD = 2.59, 95% BI = 0.50 tot 4.69].

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum seleniumgehalte vrouwen tegen het krijgen van baarmoederhalskanker beschermde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Selenium Levels and Cervical Cancer: Systematic Review and Meta-Analysis by He D, Wang Z, […], Chen D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28255860

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en kanker.

Een hoog serum seleniumgehalte in het lichaam kan verkregen worden door levensmiddelen die rijk zijn aan selenium te eten en/of seleniumsupplementen te slikken.

Een hoge vitamine E bloedwaarde verlaagt mogelijk baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen vitamine E en de kans op het krijgen van cervicale neoplasie (kan een voorstadium van baarmoederhalskanker zijn)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies met 3741 mensen met cervicale neoplasie en 6328 mensen zonder cervicale neoplasie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 42% [OR = 0.58, 95% BI = 0.47-0.72, I2 = 83%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 32% [OR = 0.68, 95% BI = 0.49-0.94, I2 = 70%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 48% [OR = 0.52, 95% BI = 0.40-0.69, I2 = 86%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses voor de verschillende type cervicale neoplasie, dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale kanker (baarmoederhalskanker) significant met 47% [OR = 0.53, 95% BI = 0.39-0.73, I2 = 77%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses voor de verschillende type cervicale neoplasie, dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale intra-epitheliale neoplasie significant met 46% [OR = 0.54, 95% BI = 0.43-0.70, I2 = 79%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine E via voeding als bloedwaarde, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie mogelijk verlaagde. Mogelijk, omdat het overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies bevatte en er was heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation on uterine cervical neoplasm: A meta-analysis of case-control studies by Hu X, Li S, [...], Zhu X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5567498/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E, overzichtsartikel/patiënt-controle studies/heterogeniteit tussen de studies en kanker.

Neoplasie (neoplasia) is een woord dat nieuwvorming betekent. Neoplasie omvat zowel goed- als kwaadaardige gezwellen. Uit kwaadaardige gezwellen kunnen kanker ontstaan.

Cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN), ook cervicale dysplasie genoemd, is een premaligne (pre-kwaadaardige) afwijking (dysplasie) van de cellen van de baarmoederhals.

Een hoge vitamine E inname is een inname die de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine E van minstens 1 dag dekt. Deze maaltijden leveren minstens 1 dag vitamine E.
 

Veel verzadigd vet verhoogt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van vet en de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 1445850 deelnemers, waarvan 18822 mensen met longkanker.
De gemiddelde follow-up duur (de duur van de studie) was 9.4 jaar. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 7% [HR = 1.07, 95% BI = 1.00 tot 1.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 14% [HR = 1.14, 95% BI = 1.07 tot 1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 23% [HR = 1.23, 95% BI = 1.13 tot 1.35] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kleincellige longkanker significant met 40% [HR = 1.40, 95% BI = 1.17 tot 1.67] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van niet-kleincellige longkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 61% [HR = 1.61, 95% BI = 1.38 tot 1.88] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel meervoudig onverzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 8% [HR = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vervanging met 5 energierprocent (5 En%) verzadigd vet door meervoudig onverzadgid vet, de kans op het krijgen van longkanker significant met 16-17% verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet en de kans op het krijgen van longkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van longkanker verhoogde, terwijl het eten van veel meervoudig onverzadigd vet de kans op het krijgen van longkanker verlaagde, met name onder rokers.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Intake and Lung Cancer Risk: A Pooled Analysis by Yang JJ, Yu D1, […], Shu XO.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28742456

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.

Een dagelijkse voeding met veel verzadigd vet is een dagelijkse voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet. Een dagelijkse voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet is een dagelijkse voeding met veel producten/maaltijden die meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijkse producten/maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.
Welke maaltijden en producten uit de supermarkt meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een dagelijkse voeding met weinig verzadigd vet is een dagelijkse voeding met minder dan 7 En% verzadigd vet. Welke maaltijden en producten uit de supermarkt minder dan 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Het slikken van vitamines of antioxidanten verlaagt niet blaaskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamines of antioxidanten het risico op het krijgen van blaaskanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 147383 deelnemers, waarvan 89972 mensen in de supplementengroep en 57411 mensen in de controle groep (de niet supplementengroep).
De duur van de studies varieerde tussen 1 en 13 jaar.
De supplementengroep bestond onder andere uit vitamine A, vitamine B6, vitamine C, vitamine D, vitamin E, beta-caroteen, foliumzuur en/of selenium.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse van 14 RCT’s, waarbij gebruikt werd van het  fixed-effect model, geen verband tussen het slikken van vitamines of antioxidanten en het risico op het krijgen van blaaskanker [RR = 1.04, 95% BI =  0.92-1.17, I2 = 39.7%]. Er werd ook geen verband teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine A en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.86, 95% BI = 0.65-1.13, I2 = 61.7%, n = 5]. Geen verband want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.65 tot 1.13. RR van 1 betekent geen risico/verband.
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine B6 en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.77, 95% BI = 0.49-1.20, I2 = 78.8%, n = 3].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine C en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.74, 95% BI = 0.36-1.54, I2 = 88.8%, n = 2].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine D en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.85-1.29, n = 1].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.91, 95% BI = 0.69-1.19, I2 = 60.9%, n = 6].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van beta-caroteen en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.19, 95% BI = 0.96-1.46, I2 = 0.0%, n = 6].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuur en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.85-1.29, n = 1].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van selenium en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.09, 95% BI = 0.81-1.46, I2 = 0.0%, n = 2].

De onderzoekers concludeerden dat geen verband bestond tussen het slikken van vitamines of antioxidanten en het risico op het krijgen van blaaskanker.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Vitamin and Antioxidant Supplements in Prevention of Bladder Cancer: a Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Park SJ, Myung SK, […], Lee YJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5334161/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamines, selenium, beta-caroteen, antioxidanten en kanker.

Dagelijks minimaal 1600 mg calcium verlaagt mogelijk terugkeer van kwaadaardige poliepen in de dikke darm

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van calcium het terugkeren van dikke darm adenomen (kwaadaardige poliepen in de dikke darm)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal  2234 patiënten met een dikke darm adenomen historie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse van 5 RCT’s, dat het slikken van calcium gedurende 3 tot 5 jaar het terugkeren van de dikke darm adenomen significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.75-0.93, I2  =  8.5%, p  = 0 .36] verlaagde. In de 3 goed opgezette RCT’s was het significant verlaagde risico 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79-0.99, I2  =  0%, p  =  0.54]. Echter, het signifcant verlaagde risico werd niet teruggevonden voor gevorderde dikke darm adenomen [RR = 1.02, 95% BI = 0.67-1.55, I2  =  17.5%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van maximaal 1200 mg elementaire calcium per dag, de kans op het terugkeren van dikke darm adenomen significant met 16% [RR = 0.84, 95% CI = 0.73-0.97, I2  =  38.5%, p  =  0.19] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van 2 RCT’s dat het slikken van minstens 1600 mg elementaire calcium per dag, de kans op het terugkeren van dikke darm adenomen significant met 26% [RR = 0.74, 95% CI = 0.56-0.97, I2  =  0%, p  =  0.70] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van calcium, bij voorkeur minstens 1600 mg elementaire calcium per dag, het terugkeren van de dikke darm adenomen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel weinig goed opgezette studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Effects of calcium on the incidence of recurrent colorectal adenomas: A systematic review with meta-analysis and trial sequential analysis of randomized controlled trials by Veettil SK, Ching SM, […], Chaiyakunapruk N.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5556213/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium en dikke darmkanker.

Uit de kwaadaardige poliepen in de dikke darm kan dikke darmkanker ontstaan.

100 ml halfvolle melk levert 123 mg elementaire calcium.
100 ml halfvolle kwark levert 125 mg elementaire calcium.
100 ml halfvolle yoghurt levert 139 mg elementaire calcium.
100 ml magere melkchocolade levert 112 mg elementaire calcium.
100 ml karnemelk levert 109 mg elementaire calcium.

Elementaire calcium in calciumsupplementen:
Een calciumacetaat-supplement levert 25% elementaire calcium.
Een calciumhydrogeenfosfaat-supplement levert 23% elementaire calcium.
Een calciumcitraat-supplement levert 21% elementaire calcium.
Een calciumlactaat-supplement levert 13% elementaire calcium.
Een calciumlactaatgluconaat-supplement levert 10-13% elementaire calcium.
Een calciumgluconaat-supplement levert 9% elementaire calcium.

Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies en 18 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI kleiner dan 25 (= vrouwen met een gezond gewicht) significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.79-0.92] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd echter niet teruggevonden in premenopauzale vrouwen.

De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI groter dan 25 (= vrouwen met overgewicht) significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.93] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd echter niet teruggevonden in premenopauzale vrouwen.

De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI van minimaal 30 (= vrouwen met obesitas) niet significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.76-1.13] verlaagde. Het verlaagde risico was ook niet significant in premenopauzale vrouwen. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does obesity modify the relationship between physical activity and breast cancer risk? by Neil-Sztramko SE, Boyle T, […], Campbell KL.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28803384

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lichamelijke activiteiten en borstkanker.

De Gezondheidsraad adviseert in augustus 2017 de volgende richtlijnen voor lichamelijke activiteiten:
Voor volwassenen en ouderen:
Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen (MET-waarden ≥5).
Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten (bijvoorbeeld krachtraining) voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.

Voor kinderen tot 18 jaar:
Doe minstens elke dag een uur aan matig intensieve inspanning (MET-waarden ≥5).
Doe minstens driemaal per week aan spier- en botversterkende activiteiten.

Vorm van lichamelijke activiteiten

MET-waarde 18 jaar en ouder

MET-waarde 4 tot 17 jaar

Aerobics

7,3

7,3

Afwassen

2,5

2,5

Aquarobics

5,5

5,5

Auto wassen

2

3

Badkamer schoonmaken

3,5

3,8

Badmintonnen

5,5

4,5

Boodschappen doen

2,3

2,3

Buiten spelen, lichte inspanning

3,8

3,8

Buitenspelen, zware inspanning

6,3

6,3

Circuittraining, zware inspanning

8

8

Dansen, ballroom, langzaam

3

3

Darten

2,5

2,5

Fietsen, rustig, 16-19 km/uur

4

4

Fietsen, stevig, 19-22 km/uur

8

6,2

Fitness

5,5

5,5

Frisbeeën

3

3

Hardlopen, algmeen

8

6,5

Hockey

7,8

8

Hond uitlaten

3

3

huishouden, lichte inspanning

2,8

2,8

Huishouden, zware inspanning

4,3

4,3

Judo

10,3

10,3

Klimmen

8

8

Nordic walking

4,8

4,8

Paardrijden

5,5

4

Power yoga

4

4

Ramen wassen

3,2

3

Roeien

3,5

3

Schaatsen

7

7

Schilderen, huis, binnen

3,3

3,3

Skateboarden

5

5

Skeeleren

7

6,5

Skiën, algemeen

7

6

Squash

7,3

7

Streetdance

7,3

7,3

Tafeltennis

4

4

Tai chi

3

2,5

Tennissen, algemeen

7,3

7

Trampoline springen

3,5

8,7

Traplopen, langzaam

4

5,3

Traplopen, snel

8,8

8,8

Tuinieren

3,8

3,7

Turnen

3,8

3,8

Vegen, buiten

4

3,6

Voetballen, algemeen

7

6,6

Volleyballen, algemeen

4

4

Wandelen, rustig, 3-5 km/uur

3,5

2,9

Wandelen, stevig, 5-6 km/uur

4,3

3,6

Wandelen, zeer stevig tempo, 6-7 km/uur

5

4,6

Wielrennen

15,8

15,8

Zandbak spelen

1,6

1,6

Zwemmen, spelen in zwembad

3,5

4

Zwemmen, zware inspanning

9,8

11,6

 

Dagelijks 100 gram bewerkt en roodvlees verhoogt slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is de relatie tussen voeding en de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 57 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke 100 gram groenten per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker adenocarcinoom significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.80-0.99, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2, de kans op het krijgen van slokdarmkanker adenocarcinoom significant met 47% [RR = 1.47, 95% BI = 1.34-1.61, n = 9] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.75-0.94, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.56-0.73, n = 8] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 59% [RR = 1.59, 95% BI = 1.11-2.28, n = 3] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram zowel bewerkt als roodvlees per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 37% [RR = 1.37, 95% BI = 1.04-1.82, n = 3] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 25% [RR = 1.25, 95% BI = 1.12-1.41, n = 6] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van groenten en fruit de kans op het krijgen van slokdarmkanker verlaagden, terwijl bewerkt en roodvlees en alcohol de kans op het krijgen van slokdarmkanker verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
An update of the WCRF/AICR systematic literature review and meta-analysis on dietary and anthropometric factors and esophageal cancer risk by Vingeliene S, Chan DSM, […], Norat T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28666313

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over BMI, groenten- en fruitconsumptie, alcohol- en vleesconsumptie en kanker.
 

Maximaal 175 mg DHA per dag via voeding verlaagt baarmoederkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van baarmoederkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 11 patiënt-controle studies.
De cohort studies hadden een gemiddelde studieduur (follow-up duur) van 6.5 tot 9.1 jaar. Het EPA-gehalte van de hoogste visinname categorie varieerde tussen 74.7 mg en 127 mg per dag.

Het DHA-gehalte van de hoogste visinname categorie varieerde tussen 143 mg en 227 mg per dag.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden na het corrigeren voor de mogelijke confounders, dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van baarmoederkanker niet significant met 4% [RR = 1.04, 95% BI = 0.84-1.30, I2 = 80.4%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 portie (=100 gram) vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker onder Europeanen significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 portie (=100 gram) vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker onder Aziaten significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 1.10-1.21] verhoogde. Significant omdat RR = 1 niet in de 95% BI van 1.10-1.21 zat. RR = 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor het roken, dat elke verhoging met 1 portie (100 gram) vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij niet gecorrigeerd werd voor het roken, dat elke verhoging met 1 portie vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 14% [RR = 1.14, 95% BI = 1.09-1.19] verhoogde.

De onderzoekers vonden een significant non-lineair verband tussen DHA en baarmoederkanker [p = 0.04]. Het verlaagde risico werd gevonden voor DHA tot 175 mg per dag via voeding.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vis, tenminste 100 gram per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker onder Europeanen verlaagde. Verder verlaagde een DHA-inname tot 175 mg per dag via voeding de kans op het krijgen van baarmoederkanker.

Oorspronkelijke titel:
Dietary n-3 polyunsaturated fatty acids, fish consumption, and endometrial cancer risk: a meta-analysis of epidemiological studies by Hou R, Yao SS, […], Jiang L.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=18295&path[]=58664

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en kanker.
Welke vissen 175 mg DHA leveren, kunt u hier opzoeken.

 

Dagelijks 621 mg calcium via voeding verlaagt slokdarmkanker onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van calcium de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies en 14 patiënt-controle studies met 3396 mensen met slokdarmkanker en 346815 mensen zonder slokdarmkanker.  

Er was geen publicatie bias.

De hoogste calciuminname-categorie onder Aziaten was gemiddeld 621 mg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 20% [gepoolde OR = 0.80, 95% BI = 0.71-0.91, I2 = 33.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.54-0.84, I2 = 23.6%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd ook teruggevonden in studies onder Aziaten [OR = 0.67, 95% BI = 0.52-0.86, I2 = 0.0%], studies uitgevoerd na het jaar 2000 [OR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77, I2 = 0.0%],  studies waarbij gecorrigeerd werd voor de calorieinname [OR = 0.83, 95% BI = 0.70-0.98, I2 = 3.6%], bij goed opgezette studies [OR = 0.76, 95% BI = 0.66-0.87, I2 = 12.7%] en bij plaveiselcel slokdarmkanker [OR = 0.76, 95% BI = 0.60-0.96, I2 = 28.3%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel calcium (621 mg calcium per dag) de kans op het krijgen van slokdarmkanker, met name plaveiselcel slokdarmkanker onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effect of Dietary Calcium Intake on Esophageal Cancer Risk: A Meta-Analysis of Observational Studies by Li Q, Cui, L, […], Wang L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5452240/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium en kanker.

500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van quercetine het CRP-gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van quercetine het CRP-gehalte significant met 0.33 mg/L [WMD = -0.33 mg/L, 95% BI =  -0.50 tot -0.15, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van minimaal 500 mg quercetine per dag het CRP-gehalte significant met 0.34 mg/L [WMD = -0.34 mg/L, 95% BI =  -0.52 tot -0.16, p ≤ 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van quercetine het CRP-gehalte van mensen met een CRP-gehalte lager dan 3 mg/L significant met 0.34 mg/L [WMD = -0.34 mg/L, 95% BI =  -0.51 tot -0.18, p ≤ 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minimaal 500 mg quercetine per dag het CRP-gehalte, met name bij mensen met een CRP-gehalte lager dan 3 mg/L verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of supplementation with quercetin on plasma C-reactive protein concentrations: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Mohammadi-Sartang M, Mazloom Z, […], Firoozi D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28537580

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten, significant/overzichtsartikel en flavonoïden. Quercetine is een flavonoïde.

Mensen met een chronische ziekte hebben vaak een hoger CRP-gehalte. Een hoger CRP-gehalte duidt op veel ontstekingen in het lichaam.