Voeding en gezondheid

Een hoog leptinegehalte verhoogt astma

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het leptinegehalte of adiponectinegehalte en de kans op het krijgen van astma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies met in totaal 3642 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = 0.867, 95% BI  = 0.416-1.318, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = -0.371, 95% BI = -0.728 tot -0.014, p = 0.042].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen [SDM = 1.374, 95% BI = 0.621 tot 2.126, p 0.001] als kinderen [SDM = 0.302, 95% BI = 0.010 tot 0.594, p = 0.042] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen [p = 0.05] maar niet bij kinderen [p = 0.509] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen als kinderen verhoogde, terwijl een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen maar niet bij kinderen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association of asthma diagnosis with leptin and adiponectin: a systematic review and meta-analysis by Zhang L, Yin Y, [...], Zhang J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27473714

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Leptine is een peptidehormoon, hetgene betekent dat leptine niet door de celmembranen van de lichaamscellen heen kan, maar het bindt aan de receptoren van de celmembranen. Leptine wordt door het vetweefsel geproduceerd wanneer de vetvoorraad toeneemt. Leptine wordt aan het bloed afgegeven en bindt aan de receptoren van het verzadigingscentrum in de hersenstam. Wanneer het verzadigingscentrum wordt geprikkeld, wordt er een signaal afgegeven dat de vetvoorraden groot genoeg zijn en dat er niet meer gegeten hoeft te worden. Het hongergevoel neemt dus af. Daarnaast vergroot leptine het energiegebruik, waardoor het lichaam meer calorieën gaat verbruiken.

Adiponectine is een eiwit dat vrijwel uitsluitend wordt geproduceerd in de vetcellen. Bij de mensen met overgewicht (BMI>25) is de adiponectine-concentratie in het bloed lager dan bij de mensen met een normaal gewicht. Een lage adiponectine-concentratie wordt geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Suikerpatiënten hebben een verminderde insulinegevoeligheid.

B-vitamines supplementen verlagen huidkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Observationele studies suggereren een verband tussen het slikken van B-vitamines en het risico op het krijgen van kanker, echter dit verband blijft controverseel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van B-vitamines de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 RCT’s met in totaal 74498 deelnemers, waarvan 16 RCT’s die 4103 kankergevallen rapporteerden, 6 RCT’s die 731 sterfgevallen aan kanker rapporteerden en 15 RCT’s die 7046 sterfgevallen rapporteerden.

De follow-up duur varieerde tussen 2.0 en 7.3 jaar. De dosering van foliumzuur varieerde tussen 0.4 en 40 mg per dag, van vitamine B6 tussen 3.0 en 250 mg per dag en van vitamine B12 tussen 20 en 2000 μg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van B-vitamines de kans op het krijgen van kanker niet significant met 4% [RR = 1.04, 95% BI = 0.98-1.10, p  =  0.216] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van B-vitamines de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.90-1.22, p  =  0.521] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van B-vitamines de kans op het krijgen van huidmelanomen (huidkanker) significant met 53% [RR = 0.47, 95% BI = 0.23-0.94, p  =  0.032] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van B-vitamines en de totale mortaliteit [RR = 1.00, 95% BI = 0.94-1.06, p =  0.952].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het slikken van B-vitamines en de kans op het krijgen van kanker of doodgaan aan kanker. Echter, het slikken van B-vitamines verlaagde wel de kans op het krijgen van huidmelanomen (huidkanker).

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin B supplementation on cancer incidence, death due to cancer, and total mortality. A PRISMA-compliant cumulative meta-analysis of randomized controlled trials by Zhang SL, Chen TS, […], Zhou YH. 

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4979769/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en B-vitamines.

Melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat uit de moedervlek.
Ongeveer 5% van alle Nederlandse huidkankerpatiënten heeft melanoom. Andere vormen van huidkanker zijn: basaalcelcarcinoom (ongeveer 80%), plaveiselcelcarcinoom (ongeveer 15%) en merkelcelcarcinoom (minder dan 1%).

 

30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken verlaagt ontstekingen in obese mensen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van lijnzaad ontstekingen (uitgedrukt in het CRP-gehalte) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 RCT’s met in totaal 1213 deelnemers. De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 25.6 en 65 jaar. De dosering van de lijnzaad was gemiddeld 30 gram per dag. De gemiddelde follow-up duur was 12 weken.

Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random effect model dat lijnzaad het CRP-gehalte niet significant met 0.13 mg/L [95% BI = −0.44 tot 0.19, p = 0.428, I2 = 63.8%, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat lijnzaad het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger significant met 0.83 mg/L [95% BI = -1.34 tot -0.31, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Flaxseed Intervention on Inflammatory Marker C-Reactive Protein: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ren GY, Chen CY, […], Chen LH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4808865/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht.

Mensen met overgewicht (BMI>25) hebben vaak veel ontstekingen in het lichaam oftewel een verhoogd CRP-gehalte.

Of u overgewicht hebt, kunt u hier berekenen.
 

Eieren en gevogelte verhogen niet non-Hodgkin lymfoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van eieren en gevogelte de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 patiënt-controle studies en 3 prospectieve cohort studies met in totaal 11271 mensen met non-Hodgkin lymfoom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom niet significant met 4% [RR = 1.04, 95% BI = 0.86-1.27, I2 = 84.0%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel eieren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom niet significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 0.87-1.51, I2 = 85.3%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van gevogelte of eieren de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Lack of association of poultry and eggs intake with risk of non-Hodgkin lymphoma: a meta-analysis of observational studies by Dong Y and Wu G.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27405484

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en vleesconsumptie.

 

Dagelijks 100 gram citrusvruchten verlaagt maagkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van citrusvruchten de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies.
De follow-up duur varieerde tussen 4.5 en 11 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van citrusvruchten de kans op het krijgen van maagkanker significant met 13% [sES = 0.87, 95% BI = 0.76-0.99, I2 = 69.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van citrusvruchten de kans op het krijgen van cardia maagkanker significant met 33% [sES = 0.67, 95% BI = 0.55-0.81, I2 = 46.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten 100 gram citrusvruchten per dag de kans op het krijgen van cardia maagkanker significant met 40% [sES = 0.60, 95% BI = 0.44-0.83] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van citrusvruchten (minimaal 100 gram per dag) de kans op het krijgen van maagkanker, met name cardia maagkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intakes of citrus fruit and risk of gastric cancer incidence: an adaptive meta-analysis of cohort studies by Bae JM and Kim EH.

Link:
http://e-epih.org/journal/view.php?doi=10.4178/epih.e2016034

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over fruitconsumptie en kanker.
Citrusvruchten zijn sinaasappel, citroen, mandarijn, limoen en grapefruit.


 

Probiotica verlaagt luchtweginfecties bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 RCT’s met in totaal 6269 kinderen. De leeftijd varieerde tussen 0 en 18 jaar.

De duur van het slikken van probiotica varieerde tussen 5 dagen en 12 maanden. 7 RCT’s gebruikten de Lactobacillus stammen, 5 RCT’s gebruikten de Bifidobacterium stammen, 1 RCT gebruikte de Lactobacillus fermentum stammen en 11 RCT’s een mengsel van probiotica stammen.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 17 RCT’s met in totaal 4513 kinderen dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van minstens 1 episode met luchtweginfecties significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.96, p = 0.004, I2  =  82%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 6 RCT’s met in totaal 2067 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen met luchtweginfecties significant verlaagde [MD = -0.16, 95% BI = -0.29 to 0.02, p  =  0.03, I2  = 0%].

De onderzoekers vonden in 8 RCT’s met in totaal 1499 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen afwezig op opvang/school (door toedoen van luchtweginfecties) significant verlaagde [MD = -0.94, 95% BI = -1.72 tot -0.15, p =  0.02, I2  =  87%].

De onderzoekers vonden in 9 RCT’s met in totaal 2817 kinderen geen significant verschil tussen de probiotica-groep en de placebo-groep voor de ziekte-episode [MD = -0.60, 95% BI   -1.49 tot 0.30, p =  0.19, I2  =  88%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Probiotics for prevention and treatment of respiratory tract infections in children: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Wang Y, Li X, [...], Zhang T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4979858/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Een ziekte-episode is in een zorgregistratie de periode tussen het moment dat de huisarts op de hoogte is van een gezondheidsprobleem van een patiënt (de diagnose is gesteld) en het moment dat de ziekte is genezen of de patiënt is overleden.

Groenten verlaagt een Barrett-slokdarm

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van bepaalde voeding de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 patiënt-controle studies en 2 cohort studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van fruit de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm niet significant met 35% [OR = 0.65, 95% BI = 0.37-1.13] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van groenten de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm significant met 55% [OR = 0.45, 95% BI = 0.29-0.71] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van verzadigd vet de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm niet significant met 25% [OR = 1.25, 95% BI = 0.82-1.91] verhoogde. Niet significant omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.82 tot 1.91 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm niet significant met 15% [OR = 0.85, 95% BI = 0.61-1.17] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bewerkt vlees de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm niet significant met 3% [OR = 1.03, 95% BI = 0.73-1.46] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van groenten, maar niet fruit, verzadigd vet, roodvlees of bewerkt vlees de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fruit, vegetable, fat, and red and processed meat intakes and Barrett's esophagus risk: a systematic review and meta-analysis by Zhao Z, Pu Z, [...], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4891687/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en groenten en fruit.

Een Barrett-slokdarm is een premaligne aandoening. Dit betekent dat er in het Barrettslijmvlies een hogere kans is op het ontstaan van kanker dan in ander slijmvlies. Met andere woorden, een Barrett-slokdarm geeft een hoger risico op het krijgen van slokdarmkanker. Ongeveer 3-5% van alle mensen met een Barrett-slokdarm zal op den duur slokdarmkanker krijgen. Een Barrett-slokdarm komt vooral voor bij blanke mannen die ouder zijn dan 50 jaar. Vaak hebben zij langdurig klachten van brandend maagzuur gehad. De Barrett-slokdarm begint altijd onderaan in de slokdarm op de plaats waar de slokdarm over gaat in de maag.

Sinds augustus 2016 kan aan de hand van de genetische opmaak van de cellen in de slokdarm de kans op slokdarmkanker op de lange termijn voorspelt worden. Dit wordt gezien als een doorbraak in het kankeronderzoek bij patiënten met een Barrett-slokdarm.

Veel anthocyaninen, flavanonen en flavonen via voeding verlagen mogelijk slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 6 patiënt-controle studies met in toaal 2629 mensen met slokdarmkanker en 481193 mensen zonder slokdarmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker niet significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.59-1.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel anthocyaninen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 40% [OR = 0.60, 95% BI = 0.49-0.74, I2 = 41.8%, p = 0.112] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel flavanonen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 35% [OR = 0.65, 95% BI = 0.49-0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel flavonen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.64-0.95, I2 = 0%, p = 0.743] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel anthocyaninen, flavanonen en flavonen de kans op het krijgen van slokdarmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende.

Oorspronkelijke titel:
Flavonoids, Flavonoid Subclasses, and Esophageal Cancer Risk: A Meta-Analysis of Epidemiologic Studies by Cui L, Liu X, […], Sun C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4924191/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden.

De kleur van de meeste vruchten, bessen en bloemen bestaat uit een mengsel van anthocyanen en anthocyanidines. De hoogste gehalten aan anthocyanen worden gevonden in bessensap, rode wijn, bessen en druiven.
Flavanonen komen voor in citrusvruchten.
De belangrijkste bronnen van flavonolen en flavonen zijn thee, wijn en uien.


 

Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 studies met in totaal 2689 deelnemers.

Resultaten en conclusies:  
De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het CRP-gehalte significant met 0.55 mg/L [95% BI = -0.78 tot -0.32, I2  = 94.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het IL6-gehalte niet significant met 0.25 ng/L [95% BI = -0.56 tot 0.06, I2  = 74%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het sICAM-gehalte niet significant met 25.07 ng/mL [95% BI = -52.32 tot 2.17, I2  = 93.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het volgen van een vegetarisch dieet en het  TNF-ɑ, resistine-, adiponectine- en leptine-gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een vegetarisch dieet het CRP-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of plant-based diets on obesity-related inflammatory profiles: a systematic review and meta-analysis of intervention trials by Eichelmann F, Schwingshackl L, […], Aleksandrova K.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27405372

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over het volgen van een vegetarisch dieet.

Overgewicht zorgt voor een chronische ontsteking in het lichaam. Chronische ontsteking in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de ontstekingsbiomarkers, zoals het CRP-, IL6- en sICAM-gehalte.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden zijn vegetarisch.

 

Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het uitvoeren van lichamelijke activiteiten of gewichtsverlies tot een daling in het CRP-gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 83 studies (RCT’s en niet-gerandomiseerde, gecontroleerde studies) met in totaal 3769 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte significant deed dalen [ES = 0.26, 95% BI = 0.18 tot 0.34, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten in combinatie met een daling van het BMI het CRP-gehalte sterker deed dalen dan lichamelijke activeiten alleen [ES = 0.38, 95% BI = 0.26 tot 0.50]. 

De onderzoekers vonden dat een daling van het BMI het CRP-gehalte significant met 11.1% deed dalen [β = 1.20, SE = 0.25, p 0.0001].

De onderzoekers vonden dat een daling van het vetgehalte het CRP-gehalte significant met 6.6% deed dalen [β = 0.76, SE = 0.21, p = 0.0002].

De onderzoekers concludeerden dat zowel lichamelijke activiteiten als een daling van het BMI en het vetgehalte het CRP-gehalte deed dalen. Echter, een sterkere daling werd bereikt met lichamelijke activiteiten in combinatie met een daling van het BMI.

Oorspronkelijke titel:
Effect of exercise training on C-reactive protein: a systematic review and meta-analysis of randomised and non-randomised controlled trials by Fedewa MV, Hathaway ED and Ward-Ritacco CL.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27445361

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lichamelijke activiteiten.

CRP en IL-6 zijn 2 ontstekingsbiomerkers in het lichaam. Door het meten van ontstekingsbiomerkers kunnen ontstekingen in het lichaam opgespoord worden.

Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/l. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/l.

Suikerziekte type 2, hart- en vaatziekten en kanker zijn ontstekingsziekten. Antioxidanten zoals, vitamine C, E, selenium en zink via voeding kunnen de kans op het krijgen van ontstekingen verlagen.

 

Nitrietrijke voeding verhoogt hersentumor en schildklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen het eten van nitraat/nitriet en de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 cohort studies en 38 patiënt-controle studies met in toaal 60627 mensen met kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel nitraat vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.67-0.91, I2 = 42.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel nitriet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van volwassen glioom significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.03-1.42] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel nitriet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van schildklierkanker significant met 52% [RR = 1.52, 95% BI = 1.12-2.05] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen significante associaties tussen het eten van nitraat/nitriet en de kans op het krijgen van borstkanker, blaaskanker, dikke darmkanker, slokdarmkanker, niercelkanker, non-Hodgkin lymfoom, eierstokkanker en alvleesklierkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel nitraat de kans op het krijgen van maagkanker verlaagde terwijl het eten van veel nitriet de kans op het krijgen van schildklierkanker en volwassen glioom (hersentumor) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between dietary nitrate and nitrite intake and sitespecific cancer risk: evidence from observational studies by Xie L, Mo M, [...], Zhu J.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=10917&path[]=34571

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker.

Nitraatrijke groenten zijn andijvie, rode bieten, snijbiet, bleekselderij, Chinese kool, koolrabi, paksoi, postelein, raapstelen, waterkers, alle soorten sla, spinazie, spitskool en venkel.

Nitriet wordt als conserveermiddel (als E250 natriumnitriet) gebruikt in vlees en vleeswaren. Het verlengt de houdbaarheid van de producten. E250 zit bijvoorbeeld in hotdogs, rookworsten, ham, spek, salami, boterhamworst, paté, gerookte kipfilet en diepvriespizza's. Verder bevatten biologische vleeswaren bevatten E250.

Lycopeen via voeding verlaagt colonkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van lycopeen de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel lycopeen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikde darmkanker niet significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.80-1.10] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel lycopeen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colonkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.81-0.96] verlaagde. Echter, er werd geen dosisafhankelijke relatie gevonden. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel lycopeen de kans op het krijgen van colonkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Lycopene Consumption and Risk of Colorectal Cancer: A Meta-Analysis of Observational Studies by Wang X, Yang HH, [...], Chen ZH.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27472298

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker.
Er zijn 2 soorten dikke darmkanker:

  1. colonkanker
  2. rectumkanker

Het eten van lycopeen is zeker niet hetzelfde als het slikken van lycopeen. De conclusie van het hier bovenstaande overzichtsartikel houdt praktisch in dat uw dagelijkse voedingspatroon meer lycopeen moet bevatten, wilt u de kans op het krijgen van colonkanker verkleinen.

Deze maaltijden bevatten veel lycopeen. Lycopeen is een carotenoïde.
 

Een hoog ijzergehalte in het bloed verhoogt de ziekte van Parkinson

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met de ziekte van Parkinson een verhoogd serum ijzergehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies (cohort en patiënt-controle studies) met 829 mensen met de ziekte van Parkinson en 1219 mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum ijzergehalte van patiënten met de ziekte van Parkinson significant hoger was dan van patiënten zonder de ziekte van Parkinson [SMD = 0.27, 95% BI = 0.18-0.37, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te verkrijgen) dat het serum ijzergehalte van patiënten met de ziekte van Parkinson significant hoger was onder Aziaten en Europeanen. Dit signficante verschil werd ook teruggevonden in cohort en patiënt-controle studies.

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met de ziekte van Parkinson een verhoogd serum ijzergehalte hadden.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of the association between serum iron levels and Parkinson's disease: Evidence from 11 publications by Jiao J, Guo H, […], Hu W.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27372885

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ijzer.

Enkelvoudig onverzadigd vet verlaagt baarmoederkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van baarmoederkanker?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies en 14 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat elke 10 En% totale vetinname de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 5% [p = 0.02] verhoogde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat elke 10 gram verzadigd vetinname per 1000 kcal de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 17% [p 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies met in totaal 3503 vrouwen met baarmoederkanker onder 524583 deelnemers dat het eten van enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 16% [OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.98] verlaagde. Echter, er werd geen significant verband gevonden voor meervoudig onverzadigde vetzuren en linolzuur.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van baarmoederkanker verlaagde. Verder verhoogden zowel totale vet- als verzadigd vetinname via voeding mogelijk de kans op het krijgen van baarmoederkanker. Mogelijk omdat dit verband alleen gevonden werd in patiënt-controle studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fat intake and endometrial cancer risk: A dose response meta-analysis by Zhao J, Lyu C, [...], Gao Y.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27399120

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetinname en kanker.

10 gram verzadigd vetinname per 1000 kcal komt in de praktijk overeen met een dieet met 9 En% verzadigd vet. Een dieet met 9% verzadigd vet wil zeggen dat het dieet voornamelijk uit producten met 9 En% verzadigd vet bestaat of het gemiddelde van uw dagelijks gegeten producten bevat 9 En% verzadigd vet. Welke producten uit de supermarkt maximaal 9 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden leveren maximaal 9 En% verzadigd vet.

Welke producten veel enkelvoudig onverzadigde vetzuren bevatten, kunt u hier opzoeken. Enkelvoudig onverzadigde vetzuren zitten o.a. in olijfolie, lijnzaadolie, pindaolie en sesamolie.

 

Mensen met allergische rhinitis hebben baat bij het slikken van probiotica

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met allergische rhinitis baat bij het slikken van probiotica?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in alle 5 studies naar het effect van de Lactobacillus paracasei (LP) stammen op allergische rhinitis, dat deze stammen clinische significante verbeteringen ten opzichte van de placebo lieten zien.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica een significante verbetering van de nasale [SMD = -1.23, p 0.001] en oculaire symptomen [SMD = -1.84, p 0.001] van seizoensgebonden allergische rhinitis gaf.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van een verstopte neus, rinorree en een jeukende neus significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de TH1 en TH2 verhouding in de probioticagroep significant lager was ten opzichte van de placebogroep [SMD = -0.78, p = 0.045]. 

De onderzoekers concludeerden dat mensen met (met name seizoensgebonden) allergische rhinitis baat hadden bij het slikken van probiotica, met name met Lactobacillus paracasei (LP) stammen.

Oorspronkelijke titel:
Do probiotics have a role in the treatment of allergic rhinitis?: A comprehensive systematic review and meta analysis by Guvenc IA, Muluk NB, […], Cingi C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27442711

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Hooikoorts of allergische rhinitis kan verkoudheidachtige symptomen veroorzaken, zoals een lopende neus, verstopping, niezen of sinusdruk. In tegenstelling tot een verkoudheid wordt hooikoorts niet veroorzaakt door een virus, maar wel door een allergische reactie op specifieke substanties in uw omgeving.

Het woord hooikoorts is feitelijk onjuist. Hooikoorts heeft niets met “hooi” te maken en mensen met hooikoorts hebben geen koorts. Artsen geven om deze redenen er de voorkeur aan om te spreken van allergische rhinitis.

Hooikoorts komt voornamelijk voor van eind mei tot augustus. Wanneer het echter regent hebben de meeste mensen er minder last van dan bij mooi warm en droog weer. Doordat de pollen worden ingeademd reageert het afweermechanisme van het lichaam daarop. Het raakt een beetje in de war en dat zorgt ervoor dat de stof histamine wordt aangemaakt. Histamine wordt in het lichaam gebruikt om slechte stoffen in het lichaam te neutraliseren waardoor ziektes in het lichaam niet de kans krijgen om uit te breiden. Uiteindelijk zullen de slijmvliezen in neus- en keelholte hier fel op reageren wat leidt tot een loopneus, jeuk en andere ongemakken.

Hooikoorts kan slaaploosheid, vermoeidheid en irriteerbaarheid veroorzaken en kan uw prestaties op het werk of op school beïnvloeden.

Hooikoorts is een chronische aandoening, zonder behandeling kan het leiden tot de ontwikkeling van astma en nieuwe allergieën.

 

Een hoog carotenoïdenbloedgehalte verlaagt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog bloedgehalte van de verschillende carotenoïden de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 prospectieve cohort studies met 3603 patiënten met longkanker onder 458434 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 5 studies dat elke verhoging van het bloed alfa-caroteengehalte met 5 μg/100 mL de kans op het krijgen van longkanker significant met 34% [RR = 0.66, 95% BI = 0.55-0.80] verlaagde. Significan wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 9 studies dat elke verhoging van het bloed beta-caroteengehalte met 20 μg/100 mL de kans op het krijgen van longkanker significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.76-0.94] verlaagde. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 0.76 tot 0.94. RR van 1 wil zeggen, er is geen risico.

De onderzoekers vonden in 4 studies dat elke verhoging van het bloed totale carotenoïdengehalte met 100 μg/100 mL de kans op het krijgen van longkanker significant met 36% [RR = 0.66, 95% BI = 0.54-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 studies dat elke verhoging van het bloed retinolgehalte met 70 μg/100 mL de kans op het krijgen van longkanker significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.73-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het verband tussen zowel bloed beta-caroteengehalte als het bloed retinolgehalte en het verlaagde risico op het krijgen van longkanker was alleen significant in mannen maar niet in vrouwen.  

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen zowel het bloed beta-caroteengehalte, het bloed beta-cryptoxanthinegehalte als het bloed lycopeengehalte en het verlaagde risico op het krijgen van longkanker.

Er was te weinig gegevens om een analyse uit te kunnen voeren waarbij gecorrigeerd werd het risicofactor roken.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog bloedgehalte aan verschillende carotenoïdentypen zoals, alfa- en beta-caroteengehalte de kans op het krijgen van longkanker verlaagde. Echter, het roken (belangrijkste risicofactor voor het krijgen van longkanker) kon niet als confounder uitgesloten worden.

Oorspronkelijke titel:
Blood concentrations of carotenoids and retinol and lung cancer risk: an update of the WCRF-AICR systematic review of published prospective studies by Abar L, Vieira AR, […], Norat T.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27384231

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carotenoïden en kanker.
 

370 mg cholesterol per dag of meer verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van cholesterol de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies en 3 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel cholesterol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 29% [95% BI = 1.06-1.56] verhoogde.

De onderzoekers vonden een nonlineair verband tussen het eten van cholesterol en het krijgen van borstkanker. Echter, dit verband werd pas significant boven 370 mg cholesterol per dag. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 370 mg cholesterol per dag de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Systematic review and meta-analysis suggest that dietary cholesterol intake increases risk of breast cancer by Li C, Yang L, [...], Jiang W.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27333953

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en cholesterol.

 

Antioxidanten via voeding verlaagt alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van antioxidanten de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 studies.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van selenium via voeding de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 53% [OR = 0.47, 95% BI = 0.26-0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine C via voeding de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 32% [OR = 0.68, 95% BI = 0.57-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine E via voeding de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.62-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van β-caroteen via voeding de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 26% [OR = 0.74, 95% BI = 0.56-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van β-cryptoxanthine via voeding de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.56-0.88] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel selenium, vitamine C en E, beta-caroteen en beta-cryptoxanthine de kans op het krijgen van alvleesklierkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between intake of antioxidants and pancreatic cancer risk: a meta-analysis by Chen J, Jiang W, […], Cai J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27356952

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en antioxidanten.

Selenium, vitamine C en E, beta-caroteen en beta-cryptoxanthine zijn antioxidanten.

Deze maaltijden bevatten veel vitamine C.

 

Veel flavonoïden via voeding verlaagt maagkanker onder Europeanen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende epidemiologische studies hebben het verband tussen de inname van flavonoïden via voeding en het risico op het krijgen van kanker aan het spijsverteringskanaal onderzocht. Echter, de resultaten zijn niet overtuigend. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van kanker aan het spijsverteringskanaal?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 312734 kankergevallen aan het spijsverteringskanaal en 1142276 mensen zonder kanker aan het spijsverteringskanaal.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat veel flavonoïden via voeding vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker niet significant met 9% [OR = 0.91, 95% BI = 0.75-1.10, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet significant met 2% [OR = 1.02, 95% BI = 0.92-1.14, I2 = 36.2%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van maagkanker niet significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.74-1.04, I2 = 63.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van maagkanker onder de Europeanen significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.62-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van maagkanker niet significant met 14% [OR = 0.86, 95% BI = 0.67-1.09] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van maagkanker niet significant met 10% [OR = 0.90, 95% BI = 0.72-1.13] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonoïden de kans op het krijgen van maagkanker onder de Europeanen, maar niet onder de andere bevolkingsgroepen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary flavonoid intake and the risk of digestive tract cancers: a systematic review and meta-analysis by Bo Y, Sun J, […], Yuan L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4845003/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en flavonoïdenconsumptie.

Alcohol verlaagt mogelijk ALS

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van ALS?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort en 7 patiënt-controle studies met in totaal 431943 deelnemers.

Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van ALS significant met 43% [95% = 0.51-0.64] verlaagde. De subgroepen- en sensitiviteitsanalyses bevestigden dit verlaagde risico.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van ALS mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende en bovendien was er sprake van publicatie bias.  

Oorspronkelijke titel:
Association between alcohol consumption and amyotrophic lateral sclerosis: a meta-analysis of five observational studies by E M, Yu S, […], Yang R.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27103621

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcoholconsumptie.

West-Europeanen met psoriasis hebben een hoog urinezuurgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met psoriasis een verhoogd urinezuurgehalte?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het urinezuurgehalte van West-Europeanen met psoriasis was significant 34% [MD = 0.68, 95% BI = 0.26-1.09, p = 0.002] hoger dan West-Europeanen zonder psoriasis. Echter, dit verhoogde urinezuurgehalte was niet significant bij mensen in Oost-Azië, India en het Midden-Oosten.

De onderzoekers concludeerden dat het urinezuurgehalte onder West-Europeanen met psoriasis verhoogd was.

Oorspronkelijke titel:
Association of Serum Uric Acid Levels in Psoriasis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Li X, Miao X, […], Li B.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27175702

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten.

Het verhoogde urinezuurgehalte ontstaat doordat uw lichaam te veel urinezuur aanmaakt of aanvoert. Een verhoogd urinezuurgehalte kan tot jicht leiden.

Vrouwen hebben in het algemeen een lager urinezuurgehalte dan mannen. Dit komt omdat met de maandelijkse menstruatie vrouwen veel zure afvalstoffen, waaronder urinezuur, afvoeren. Na de menopauze is deze mogelijkheid verdwenen en is het urinezuurgehalte in het algemeen gelijk aan die van de man.
Bij het meten van urinezuur in het bloed wordt bij mannen een bovengrens van 7 mg per 100 ml gehanteerd en bij vrouwen is dat 6 mg per 100 ml.

 

Minimaal 300 mg calcium per dag verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De bevindingen uit observationele studies lieten een mogelijke relatie tussen calcium en het risico op borstkanker zien. Echter, de resultaten van deze onderzoeken zijn onduidelijk en de dosisafhankelijke relatie tussen calcium-inname en het risico op borstkanker moet nog bepaald worden. Daarom wordt deze overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van calcium de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 26606 mensen met borstkanker onder 872895 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.85-0.99, I2 = 44.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.59-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen niet significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.87-1.01] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 300 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.87-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 300 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen significant met 2% [RR = 0.98, 95% BI = 0.97-0.99] verlaagde.  

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel calcium (minimaal 300 mg calcium per dag) de kans op het krijgen van borstkanker, met name onder premenopauzale vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Calcium intake and breast cancer risk: meta-analysis of prospective cohort studies by Hidayat K, Chen GC, […], Qin LQ.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27170091

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en calcium.

 

Het eten van isoflavonen verlaagt mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 studies (9 prospectieve cohort studies en 9 patiënt-controle studies) met in totaal 16917 mensen met dikke darmkanker onder 559486 deelnemers. De follow-up duur varieerde tussen 6 en 26 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge procyanidinen-inname vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 25% [OR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.86, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in alle studies dat een hoge isoflavonen-inname vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 13% [OR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.98, I2 = 59.5%] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico niet meer signifiant in de cohort studies.

De onderzoekers vonden in alle studies geen verband tussen een hoge totale flavonoïden-inname en de kans op het krijgen van dikke darmkanker [OR = 0.94, 95% BI = 0.81-1.09, I2 = 0.0%]. Dit verlaagde risico was ook niet significant wanneer de analyse beperkt werd tot alleen de cohort studies.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van veel procyanidinen als isoflavonen de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of flavonoid subclasses and risk of colorectal cancer: evidence from population studies by He X and Sun LM.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=8562&path[]=25494

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker, isoflavonen en flavonoïden.
Procyanidinen zitten in bessen (bosbessen, appelbessen aronia, cranberries) en druivenschillen.

Dagelijks 0.2-1.2 gram flavonoïdensupplementen verlaagt de bovenste luchtweginfecties

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van flavonoïden de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 interventiestudies. De dosering van flavonoïden varieerde van 0.2 tot 1.2 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van flavonoïden de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties bij gezonde personen significant met 33% [95% BI = 0.64-0.69] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.2 tot 1.2 gram flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van de bovenste luchtweginfecties bij gezonde personen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Flavonoids on Upper Respiratory Tract Infections and Immune Function: A Systematic Review and Meta-Analysis by Somerville VS, Braakhuis AJ and Hopkins WG.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27184276

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden.

Volkoren graanproducten verlaagt mogelijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van volkorenproducten de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 1 cohort studie met in totaal 2548 mensen met alvleesklierkanker onder 43629 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.64-0.91, p  =  0.002, I 2 = 11.7%, p  =  0.339] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker onder Amerikanen significant met 36% [OR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.79, p    0.001, I2 =  0%, p =  0.482, n  =  4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker onder Europeanen significant met 5% [OR = 0.95, 95% BI = 0.63-1.43, p  =  0.803, I 2 =  45.6%, p  =  0.175, n  =  2] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkoren graanproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.60-0.87, p  =  0.001, I2  = 0% , p  =  0.876, n  =  4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkoren tarweproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker niet significant met 26% [OR = 0.74, 95% BI = 0.27-2.02, p  =  0.554, I2  =  86.3%, p  =  0.007, n  =  2] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker in hoog kwalitatieve studies niet significant met 19% [OR = 0.81, 95% BI = 0.54-1.23, p  =  0.323] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker in ziekenhuisgebaseerde studies significant met 25% [OR = 0.75, 95% BI = 0.58-0.98, p  =  0.034] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant in populatiegebaseerde studies [OR = 0.70, 95% BI = 0.47-1.03, p  =  0.07].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel volkorenproducten met name graanproducten, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende en het verlaagde risico was niet significant in hoog kwalitatieve studies.

Oorspronkelijke titel:
Whole Grain Intake Reduces Pancreatic Cancer Risk: A Meta-Analysis of Observational Studies by Lei Q, Zheng H, [...], Li J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4782845/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker.