Voeding en gezondheid

1200 mg NAC per dag verkomt een longaanval bij CODP-patiënten

Onderzoeksvraag:
Hebben COPD-patiënten baat bij het slikken van NAC?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies (waarvan 10 RCT’s) met 1933 COPD-patiënten in de NAC-groep en 2222 COPD-patiënten in de controle-groep.

De duur van de studies varieerde tussen 4 en 36 maanden.
Er werden geen siginificante bijwerkingen in de NAC-groep gevonden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat patiënten behandeld met zowel een hoge (>600 mg per dag) als lage dosis NAC (600 mg per dag) lieten significant en consistent minder exacerbaties van chronische bronchitis of COPD zien [RR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.84, p 0.01].
Echter, dit beschermende effect was duidelijker bij patiënten zonder luchtwegobstructie.

De onderzoekers vonden dat 600 mg NAC per dag of hoger was ook effectief bij COPD-patiënten, die gediagnosticeerd waren met de spirometrische criteria [RR = 0.75, 95% BI = 0.68-0.82, p = 0.04].

De onderzoekers concludeerden dat NAC toegediend moest worden in een dosis van ≥1200 mg per dag om exacerbaties te voorkomen, terwijl voor patiënten die lijden aan chronische bronchitis, maar zonder luchtwegobstructie, een onderhoudsbehandeling van 600 mg per dag voldoende was.

Oorspronkelijke titel:
Influence of N-acetylcysteine on chronic bronchitis or COPD exacerbations: a meta-analysis by Cazzola M, Calzetta L, […], Matera MG.

Link:
http://err.ersjournals.com/content/24/137/451.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten. N-Acetyl Cysteïne oftewel NAC is een afgeleide van het zwavelhoudende aminozuur cysteïne. Cysteïne is een bouwsteen van glutathion. N-acetyl cysteïne kan een cel effectiever binnendringen dan cysteïne. Glutathion is één van de krachtigste lichaamseigen antioxidanten.

COPD komt vrijwel uitsluitend voor bij (ex-)rokers van 40 jaar en ouder.

Een longaanval wordt door artsen exacerbatie genoemd. Een longaanval is vaak te herkennen aan:

  • Duidelijk meer hoesten dan normaal.
  • Duidelijk meer en taaier slijm dan normaal.
  • Duidelijk meer benauwdheid dan normaal.

Voor de diagnostiek van COPD en monitoring van de behandeling wordt spirometrie aanbevolen. De spirometrische criteria, zoals FEV1, FVC en FEV1/FVC-ratio, worden geïnterpreteerd met behulp van referentiewaarden.

De verschillen tussen astma en COPD zijn:

 

Astma

COPD

Belangrijkste risicofactor

Atopie

Roken

Luchtwegobstructie

Wisselend, in de regel reversibel

Per definitie deels irreversibel

Pathofysiologie

Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden

Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden

Leeftijd

Alle leeftijden

Meestal > 40 jaar

Beloop

Overwegend gunstig met variabele symptomen

Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen

Allergologisch onderzoek

Geïndiceerd

Niet geïndiceerd

Longfunctie

Overwegend normaal (of met reversibele obstructie)

Blijvend verminderd (irreversibele obstructie)

Levensverwachting

(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling

Verminderd, ook bij optimale behandeling

Inhalatiecorticosteroïden (ICS)

Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten

Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties

 

Veel vezels via voeding verlaagt colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies, 1 geneste patiënt-controle studie en 5 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 20% [95% BI = 0.64-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 56% [95% BI = 0.29-0.69] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 13% [p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber intake reduces risk of inflammatory bowel disease: result from a meta-analysis by Liu X, Wu Y, [...], Zhang D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26126709

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van vezels.

Een vezelrijke maaltijd bevat minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Deze maaltijd is vezelrijk.
Welke producten uit de supermarkt 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.
 

Dagelijks 400 ml koffie verlaagt depressie

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op het krijgen van depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 observationele studies met in totaal 346913 deelnemers, waarvan 8146 mensen met depressie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.64-0.91] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een non-lineair J-vormige relatie tussen het drinken van koffie en het risico op het krijgen van depressie met de grootste bescherming voor 400 ml koffie per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel koffie, bij voorkeur 400 ml per dag, de kans op het krijgen van depressie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee, tea, caffeine and risk of depression: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26518745

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het drinken van koffie.

Een laag magnesiumgehalte verhoogt mogelijk depressie

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag magnesiumgehalte in het bloed de kans op het krijgen van depressie­?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies, 2 cross-sectionele studies en 1 patiënt-controle studie met in totaal 19137 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat patiënten met een laag magnesiumgehalte in het bloed een 34% verhoogde kans [RR = 1.34, 95% BI = 1.01-1.79, I2 = 33%]  hadden op het krijgen van depressie. Echter, dit verhoogde risico was niet meer significant wanneer het beperkt werd tot patiënt-controle en cohort studies [RR = 1.38, 95% BI = 0.92-2.07, I2 = 24%].
Niet significant (wil zeggen geen verband bij 95% betrouwbaarheid) want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.92 tot 2.07. RR van 1 betekent geen risico.  

Op grond van de gevonden resultaten concludeerden de onderzoekers dat een laag magnesiumgehalte in het bloed de kans op het krijgen van een depressie mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat het verhoogde risico niet significant was wanneer het beperkt werd tot patiënt-controle en cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Hypomagnesaemia linked to depression: a systematic review and meta-analysis by Cheungpasitporn W, Thongprayoon C, […], Erickson SB.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25827510

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium.
Deze maaltijden bevatten minimaal 200 mg magnesium.

 

0.9 g DHA en 1.4 g EPA gedurende 8 weken verlagen depressie onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verlagen de visvetzuren EPA en DHA de kans op het krijgen van depressie onder vrouwen­?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met 182 patënten in de placebo-groep en 185 patiënten die DHA en EPA kregen. De gemiddelde studieduur was 8 weken. De gemiddelde dosering was 1.4 g EPA en 0.9 g DHA.

Er was geen heterogeniteit tussen de studies en geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van DHA en EPA als monotherapie de kans op het krijgen van een depressie onder vrouwen significant met 35% [95% BI = 0.41-0.90, I2 = 13%] verlaagde

De onderzoekers concludeerden dat de inname van 0.9 g DHA en 1.4 g EPA gedurende 8 weken als monotherapie de kans op het krijgen van een depressie onder vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Combined application of eicosapentaenoic acid and docosahexaenoic acid on depression in women: a meta-analysis of double-blind randomized controlled trials by Yang JR, Han D, […], Qiu XH.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4536843/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve kant van EPA en DHA. Deze vissen bevatten 1.4 g EPA en 0.9 g DHA.

 

Vis verlaagt depressie

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen visconsumptie en het risico op het krijgen van depressie is controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van depressie­?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 studies met in totaal 150278 deelnemers.

Er was geen sprake van publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 17% [95% BI = 0.74 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.75 tot 0.94, n=10] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.68 tot 1.00, n=16] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie zowel onder mannen als vrouwen significant verlaagde.

Op grond van de gevonden resultaten concludeerden de onderzoekers dat het eten veel vis de kans op het krijgen van depressie verlaagde.  

Oorspronkelijke titel:
Fish consumption and risk of depression: a meta-analysis by Li F, Liu X and Zhang D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26359502

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie.

Tomaten verlagen causaal tumornecrosefactor-alfa gehalte bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Ontsteking is een belangrijke oorzaak van chronische ziekten. Verschillende studies hebben de effecten van het eten van tomaten op de inflammatoire biomarkers (C-reactieve proteïne (CRP), interleukine 6 (IL-6) en tumornecrosefactor-α (TNF-α) onderzocht maar de resultaten zijn dubbelzinnig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van tomaten causaal de kans op het krijgen van ontstekingen bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met in totaal 465 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) bij volwassenen significant verlaagde [Hedges' g = -0.45, 95% BI = -0.76 tot -0.13, p = 0.005, I2 = 0.0%].
Echter, het had geen effect op het CRP en IL-6 gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van tomaten het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) bij volwassenen causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of tomato consumption on inflammatory markers in health and disease status: A systematic review and meta-analysis of clinical trials by Widjaja G, Doewes RI, […], Aravindhan S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35871957/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over tomaten en chronische ziekten.

Tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) is een inflammatoir cytokine dat verhoogd is bij hartfalen.

Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben COPD patiënten baat bij het slikken van vitamine C supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 487 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het percentage geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1%) bij COPD patiënten verbeterde [SMD = 1.08, 95% BI = 0.03 tot 2.12, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, de FEV1/FVC verhouding bij COPD patiënten verbeterde [WMD = 0.66, 95% BI = 0.26 tot 1.06, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum vitamine C gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 0.63, 95% BI = 0.02 tot 1.24, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum GSH gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 2.47, 95% BI = 1.06 tot 3.89, p = 0.0006].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum gehalte aan antioxidanten, met name vitamine C en GSH verhoogde en de longfunctie, met name FEV1% en FEV1/FVC verbeterde van COPD patiënten.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of Vitamin C Supplementation on Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD): A Systematic Review and Meta-Analysis by Lei T, Lu T, […], Liu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9473551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over COPD en vitamine C.

Geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) of de éénsecondewaarde (ESW) is de maximale hoeveelheid lucht die u na een volledige inademing snel en geforceerd kunt uitademen in één seconde. Het is belangrijk om die FEV1 waarde te vergelijken met de “normale” waarde van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.

FVC of de geforceerde vitale capaciteit is de totale hoeveelheid lucht die na een volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd.

Tiffeneau index of FEV1/FVC verhouding zegt iets over hoe open de luchtwegen staan. Normaal gesproken moet deze waarde groter dan 0.7 zijn. Bij een waarde onder 0.7 is er sprake van vernauwde luchtwegen.

 

Vitamine E-supplementen verbeteren kwaliteit van leven van mensen met reumatoïde artritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met reumatoïde artritis (chronische gewrichtsreuma) baat bij het slikken van vitamine E supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 39845 patiënten. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gevoelige gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -1.66, 95% BI = -6.32 tot -2.99, I2 = 93%, p 0.00001].

De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gezwollen gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -0.46, 95% BI = -1.98 tot -1.07, I2 = 56%,p = 0.08].

De onderzoekers concludeerden dat het vermogen van vitamine E om de darmbarrière te herstellen en het maagdarmkanaal te verbeteren, kan verband houden met de preventie en behandeling van reumatoïde artritis. Vitamine E-supplementen die regelmatig worden gebruikt, kunnen mensen met reumatoïde artritis helpen gewrichtspijn, oedeem en stijfheid te verminderen en hun algehele kwaliteit van leven te verbeteren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation in rheumatoid arthritis: a systematic review and meta-analysis by Kou H, Qing Z, […], Ma J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35468933/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over reuma, significant/RCT’s en vitamine E.

 

Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoge inname (consumptie) van eiwitten via voeding de kans op het krijgen van niestenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.
Volgens het NutriGrade puntensysteem was de bewijslast van de studies laag.
Er was pubicatie bias voor dierlijke eiwitten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van dierlijke eiwitten (niet afkomstig van zuivelproducten) via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.03 tot 1.20, I2 = 0%, n = 4] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vlees en vleesproducten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 22% [RR = 1.22, 95% BI = 1.09 tot 1.38, I2 = 13%, n = 3] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 1.38 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van verwerkt vlees via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.10 tot 1.51, I2 = 0%, n = 2] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0%, n = 4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram roodvlees, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 39% [RR = 1.39, 95% BI = 1.13 tot 1.71] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat hoge inname van vlees en vleesproducten de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verhoogde, terwijl een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies laag was en er was sprake van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
Associations of Total Protein or Animal Protein Intake and Animal Protein Sources with Risk of Kidney Stones: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis by Asoudeh F, Talebi S, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35179185/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en eiwitten.

Wanneer in het overzichtsartikel de bewijslast van de studies laag is en er is sprake van publicatie bias, dan zijn de gevonden resultaten niet erg betrouwbaar.

 

Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoge inname (consumptie) van eiwitten via voeding de kans op het krijgen van niestenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.
Volgens het NutriGrade puntensysteem was de bewijslast van de studies laag.
Er was pubicatie bias voor dierlijke eiwitten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van dierlijke eiwitten (niet afkomstig van zuivelproducten) via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.03 tot 1.20, I2 = 0%, n = 4] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vlees en vleesproducten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 22% [RR = 1.22, 95% BI = 1.09 tot 1.38, I2 = 13%, n = 3] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 1.38 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van verwerkt vlees via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.10 tot 1.51, I2 = 0%, n = 2] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0%, n = 4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram roodvlees, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 39% [RR = 1.39, 95% BI = 1.13 tot 1.71] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat hoge inname van vlees en vleesproducten de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verhoogde, terwijl een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies laag was en er was sprake van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
Associations of Total Protein or Animal Protein Intake and Animal Protein Sources with Risk of Kidney Stones: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis by Asoudeh F, Talebi S, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35179185/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en eiwitten.

Wanneer in het overzichtsartikel de bewijslast van de studies laag is en er is sprake van publicatie bias, dan zijn de gevonden resultaten niet erg betrouwbaar.

 

Een hoge vitamine A en B inname via voeding verlagen glaucoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is momenteel een gebrek aan kwalitatief hoogstaand onderzoek naar de beste voedingsaanbevelingen voor patiënten met vroeg glaucoom of met een verhoog risico op glaucoom. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine inname via voeding de kans op het krijgen van glaucoom (groene staar)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies met in totaal 262189 patiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine A inname via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.53 tot 0.76, p 001, I2 = 49%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B inname (een combinatie van B1, B2, B3, B6 en B12) via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.64 tot 0.80, p 0.001, I2 = 29%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine C inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.69, 95% BI = 0.48 tot 1.01].

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine D inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.90, 95% BI = 0.45 tot 1.83].
Geen verlaagd effect omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.45 tot 1.83 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico/effect.

De onderzoekers vonden geen verlaagd effect tussen een hoge vitamine E inname via voeding en de kans op het krijgen van glaucoom [OR = 0.91, 95% BI = 0.71 tot 1.16].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine A inname en een hoge vitamine B (een combinatie van B1, B2, B3, B6 en B12) inname via voeding, de kans op het krijgen van glaucoom verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin intake and glaucoma risk: A systematic review and meta-analysis by Han FF and Fu XX.         

Link:
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0181551222000419?via%3Dihub

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, glaucoom en vitamine A en B.

Veel antioxidanten via voeding verlaagt ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge antioxianten (zoals vitamine C en E, luteïne, beta-caroteen, anthocyaninen en zink) inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies, 2 geneste patiënt-controle studies (448737 deelnemers waarvan 4654 mensen met de ziekte van Parkinson) en 6 patiënt-controle studies (1948 mensen zonder de ziekte van Parkinson en 1273 mensen met de ziekte van Parkinson).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat een hoge vitamine E inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 16% [gepoode RR = 0.84, 95% BI = 0.71 tot 0.99] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat een hoge anthocyaninen inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 24% [gepoode RR = 0.76, 95% BI = 0.61 tot 0.96] verlaagde.
Significant omdat gepoolde RR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.96 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 3 patiënt-controle studies dat een hoge luteïne inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 86% [gepoode RR = 1.86, 95% BI = 1.20 tot 2.88] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.88 tot 0.99, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 mg vitamine E per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.70 tot 0.99, n = 7] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 2 mg beta-caroteen per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 mg zink per dag via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 35% [OR = 0.65, 95% BI = 0.49 tot 0.86, n = 1] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge antioxianten (zoals vitamine C en E, luteïne, beta-caroteen, anthocyaninen en zink) inname via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Antioxidants and Risk of Parkinson's Disease: A Systematic Review and Dose-response Meta-analysis of Observational Studies by Talebi S, Ghoreishy SM, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35030236/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en antioxidaten.