Voeding en gezondheid

Steady state bloed foliumzuurconcentratie wordt bereikt met 100 mcg foliumzuur

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De drempelwaarde voor de optimale foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd ter preventie van de neurale buisdefecten wordt geschat op 906 nmol/L. Echter, de dosisafhankelijke relatie tussen foliumzuurinname en foliumzuurconcentratie in het bloed is niet gekarakteriseerd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Bestaat er een dosisafhankelijke relatie tussen foliumzuurinname en de bloed foliumzuurconcentratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 artikelen over foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen en 97 artikelen over serum/plasma foliumzuurconcentratie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat 375 tot 570 mcg foliumzuur per dag, de foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen met 1.78 keer [95% BI = 1.66 tot 1.93] deed stijgen van de baseline naar de evenwichtssituatie (steady state foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen) in 36 weken [95% BI = 27 tot 52]. 

De onderzoekers vonden in de regressie-analyse dat elke 100 mcg foliumzuur per dag, de bloed folaatconcentratie met 11.6% [95% BI = 8.4 tot 14.9] deed toenemen van de baseline naar de evenwichtssituatie in 13 weken [95% BI = 10 tot 16].

De onderzoekers concludeerden dat de steady state foliumzuurconcentratie in rode bloedcellen werd bereikt met 375 tot 570 mcg foliumzuur per dag gedurende 36 weken. Verder werd de steady state bloed foliumzuurconcentratie bereikt met 100 mcg foliumzuur per dag gedurende 13 weken.

Oorspronkelijke titel:
Systematic Review and Bayesian Meta-analysis of the Dose-response Relationship between Folic Acid Intake and Changes in Blood Folate Concentrations by Crider KS, Devine O, […], Berry RJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6356991/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over foliumzuur (ook wel folaat genoemd) en zwangerschap.
 

Een hoge transvetzurenconcentratie verhoogt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de relatie tussen de inname van transvetzuren via voeding en de serum concentratie van transvetzuren (transvetzuurconcentratie in het bloed) en het risico op borstkanker uitgebreid zijn onderzocht, zijn de bevindingen inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhogen een hoge inname van transvetzuren via voeding en een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies en 1 geneste patient-controle studie over de inname van transvetzuur via voeding en 1 cohort studie en 4 geneste patient-controle studies over de serum concentratie van transvetzuren. 

De deelnemers waren gezonde personen vanaf 26 jaar oud.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van transvetzuren via voeding en het krijgen van borstkanker [gepoolde effectengrootte = 1.02, 95% BI = 0.95-1.10, p = 0.403].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van geconjugeerd linolzuur (CLA) via voeding en het krijgen van borstkanker [gepoolde effectengrootte = 1.05, 95% BI = 0.95-1.17, p = 0.513].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname 1 gram transvetzuren per dag via voeding en het krijgen van borstkanker [RR = 1.00, 95% BI = 0.99-1.01].

De onderzoekers vonden dat een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen significant met 37% verhoogde. [gepoolde effectengrootte = 1.37, 95% BI = 1.04 -1.81, p = 0.02].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge serum concentratie van transvetzuren de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake and serum levels of trans fatty acids and risk of breast cancer: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective studies by Anjom-Shoae J, Sadeghi O, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30954361

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en transvetzuren.

Transvetten zijn van nature aanwezig in dierlijke producten, zoals melk-, schapen- en koeienvlees, roomboter en kaas.

Tegenwoordig ontstaan er geen transvetzuren meer bij het bewerken van oliën en vetten.

 

Een hoog vitamine D-gehalte voor de geboorte verlaagt ADHD

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Diverse onderzoeken hebben de invloed van prenatale (vóór de geboorte) blootstelling aan het vitamine D-gehalte op de ontwikkeling van de hersenen (van het ongeboren kind) onderzocht. Echter, de bewijslast bij mensen is nooit systematisch beoordeeld en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft een hoog vitamine D gehalte vóór de geboorte positieve invloed op de ontwikkeling van de hersenen van  het geboren kind?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een laag prenataal vitamine D-gehalte, dat een hoog prenataal vitamine D-gehalte geen significant effect had op de cognitie [β = 0.95, 95% BI = -0.03 tot 1.93, p = 0.05] en de psychomotorische ontwikkeling [β = 0.88, 95% BI = -0.18 tot 1.93, p = 0.10] van het geboren kind.

De onderzoekers vonden vergeleken met een laag prenataal vitamine D-gehalte, dat een hoog prenataal vitamine D-gehalte het risico op het krijgen van ADHD bij het geboren kind significant met 28% [gepoolde relatieve risico = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.89, p = 0.002]  verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met een laag prenataal vitamine D-gehalte, dat een hoog prenataal vitamine D-gehalte het risico op het krijgen van autisme-gerelateerde eigenschappen bij het geboren kind significant met 58% [gepoolde odds ratio = 0.42, 95% BI = 0.25 tot 0.71, p = 0.001]  verlaagde.

De onderzoekers vonden dat er weinig bewijs was voor de beschermende effecten van een hoog prenataal vitamine D-gehalte en de taalontwikkeling en de gedragsproblemen bij het geboren kind.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog vitamine D-gehalte vóór de geboorte het risico op het krijgen van ADHD en autisme-gerelateerde eigenschappen bij het geboren kind verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Neurodevelopmental effects of prenatal vitamin D in humans: systematic review and meta-analysis by García-Serna AM and Morales E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30696940

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en vitamine D.
 

Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), kanker of hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met 25208 mensen die doodgingen aan all-cause mortaliteit, 4877 mensen die doodgingen aan kanker en 2366 mensen die doodgingen aan hart- en vaatziekten.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) [RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 1.02, p = 0.096].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan kanker (kanker mortaliteit) [RR = 1.09, 95% BI = 0.96 tot 1.24, p = 0.204].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband was tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken, kanker of hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Potato consumption and risk of all cause, cancer and cardiovascular mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Darooghegi Mofrad M, Milajerdi A, […], Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30638040

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over aardappelenconsumptie en ouderdom
 

Dagelijks 3 kopjes koffie verlaagt doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere meta-analyse liet een omgekeerde associatie zien tussen koffieconsumptie en mortaliteit door alle oorzaken (all-cause mortaliteit oftewel doodgaan aan alle oorzaken). Echter, de relatie tussen cafeïnehoudende en cafeïnevrije koffieconsumptie en mortaliteit door alle oorzaken is inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van koffie de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 cohort studies met in totaal 10103115 deelnemers, waarvan 240303 mensen die dood waren gegaan aan alle oorzaken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het drinken van koffie en all-cause mortaliteit [p 0.001].

De onderzoekers vonden vergeleken met geen koffieconsumptie, dat het drinken van 3 kopjes koffie per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.84 tot 0.89] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van 3 kopjes koffie per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Caffeinated and decaffeinated coffee consumption and risk of all-cause mortality: a dose-response meta-analysis of cohort studies by Li Q, Liu Y, […], Hu D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30786114

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het drinken van koffie en chronische ziekten.
 

Vis verlaagt ziekte van Crohn

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen visconsumptie of het eten van n-3 PUFA’s en het krijgen inflammatoire darmziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 282610 deelnemers, waarvan 2002 mensen met inflammatoire darmziekten (1061 mensen met de ziekte van Crohn en 937 mensen met colitis ulcerosa).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 46% [gepoolde effectgrootte = 0.54, 95% BI = 0.31-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten niet significant met 17% [gepoolde effectgrootte = 1.17, 95% BI = 0.80-1.72, p = 0.41] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 25% [gepoolde effectgrootte = 0.75, 95% BI = 0.57-0.98, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van alfa-linoleenzuur de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten niet significant met 17% [gepoolde effectgrootte = 1.17, 95% BI = 0.63-2.17, p = 0.62] verhoogde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn verlaagde en het eten van n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of fish, n-3 polyunsaturated fatty acids, and risk of inflammatory bowel disease: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Mozaffari H, Daneshzad E, […], Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30680455

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie, n-3 PUFA’s en chronische ziekten.
 

Boomnoten verlagen metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cross-sectionele studies en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 89224 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van noten, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 16% [multivariable adjusted RR = 0.84, 95% BI = 0.76-0.92, p  0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van boomnoten, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 3% [multivariable adjusted RR = 0.97, 95% BI = 0.94-1.00, p = 0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van pinda’s, de kans op het krijgen van het metabole syndroom niet verlaagde [multivariable adjusted RR = 1.01, 95% BI = 0.96-1.06, p = 0.68].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van noten, met name boomnoten de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Relationship Between Nut Consumption and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Observational Studies by Zhang Y and Zhang DZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30716015

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten, significant/RR en het metabole syndroom.

Voorbeelden van boomnoten zijn amandelen, cashewnoten, hazelnoten, macadamia’s, paranoten, pistachenoten en walnoten. Pinda’s zijn geen noten, maar peulvruchten, die onder de grond groeien en worden daarom aardnoten genoemd.

 

Dagelijks 500 mg vitamine C via voeding verlaagt oogziekte leeftijdsgebonden cataract

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bestaande studies suggereren dat vitamines en carotenoïden kunnen worden geassocieerd met een verminderd risico op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract (grijze staar). Echter, een kwantitatieve samenvatting van deze associatie ontbreekt. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamines en carotenoïden (beta-caroteen, luteïne en zeaxanthine) de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s en 12 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine A, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.71 tot 0.92, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine C, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.72 tot 0.88, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vitamine E, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 1.00, p = 0.049] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van beta-caroteen, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.99, p = 0.023] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van luteïne of zeaxanthine, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.75 tot 0.89, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract [RR = 0.97, 95% BI = 0.91 tot 1.03, p = 0.262].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.91 tot 1.03 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het slikken van beta-caroteen supplementen en de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract [RR = 0.99, 95% BI = 0.92 tot 1.07, p = 0.820].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 10 mg luteïne of zeaxanthine per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.67 tot 0.80, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 500 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.74 tot 0.91, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 5 mg beta-caroteen per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.88 tot 0.96, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 5 mg vitamine A per dag via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 tot 0.98, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vitamine A (minimaal 5 mg per dag), vitamine C (minimaal 500 mg per dag), vitamine E, beta-caroteen (minimaal 5 mg per dag) en luteïne of zeaxanthine (minimaal 10 mg per dag), de kans op het krijgen van de oogziekte leeftijdsgebonden cataract verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary vitamin and carotenoid intake and risk of age-related cataract by Jiang H, Yin Y, […], Ma L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30624584

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamines, carotenoïden en ouderdom
 

Dagelijks 100 microgram foliumzuur via voeding verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies gericht op de associatie tussen foliumzuur en borstkanker lieten  tegenstrijdige bevindingen zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt de inname van foliumzuur via voeding de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 prospectieve cohort studies met in totaal 41516 mensen met borstkanker onder 1171048 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat foliumzuurinname via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door oestrogeen-negatieve tumoren, significant met 12% [gepoolde risk ratio = 0.88, 95% BI = 0.78-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat foliumzuurinname via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door zowel oestrogeen-negatieve als progesteron-negatieve tumoren, significant met 18% [gepoolde risk ratio = 0.82, 95% BI = 0.68-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 microgram foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door oestrogeen-negatieve tumoren, significant met 6% [risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.88-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 microgram foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door zowel oestrogeen-negatieve als progesteron-negatieve tumoren significant met 10% [risk ratio = 0.90, 95% BI = 0.85-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van foliumzuur via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen significant met 6% [risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.88-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van foliumzuur via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen met een matige of hoge alcoholconsumptie  significant met 18% [risk ratio = 0.82, 95% BI = 0.72-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 100 microgram (mcg of μg) foliumzuur per dag via voeding, de kans op het krijgen van borstkanker, veroorzaakt door zowel oestrogeen-negatieve tumoren als oestrogeen-negatieve en progesteron-negatieve tumoren, verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake and the risk of breast cancer: an up-to-date meta-analysis of prospective studies by Zeng J, Wang K, [...], Chang H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30647438

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over foliumzuur, meta-analyse/significant en borstkanker.

 

Suikerpatiënten type 2 hebben baat bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bewijs uit gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) suggereert dat viskeuze voedingsvezels gunstige effecten kunnen hebben op de glykemische controle en dus op een verbeterd risicoprofiel voor hart- en vaatziekten. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben suikerpatiënten type 2 baat bij viskeuze voedingsvezelssupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s (van minstens 3 weken) met in totaal 1394 deelnemers.

De gemiddelde dosering van de viskeuze voedingsvezels was 13.1 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen het HbA1c-gehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.58% [MD = -0.58%, 95% BI = -0.88 tot -0.28, p = 0.0002] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen het nuchter bloedsuikergehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.82 mmol/L [MD = -0.82 mmol/L, 95% BI = -1.32 tot -0.31, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen de HOMA-IR waarde van suikerpatiënten type 2 significant met 1.89 punten [MD = -1.89, 95% BI = -3.45 tot -0.33, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat suikerpatiënten type 2 baat hadden bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen per dag gedurende minstens 3 weken.

Oorspronkelijke titel:
Should Viscous Fiber Supplements Be Considered in Diabetes Control? Results From a Systematic Review and Meta-analysis of Randomized Controlled Trials by Jovanovski E, Khayyat R, […], Vuksan V.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30617143

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en voedingsvezels.
 

Vitamine D-tekort verhoogt de ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen vitamine D bloedwaarde en de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een vitamine D bloedwaarde lager dan 30 ng/mL, de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 77% [OR = 1.77, 95% BI = 1.29 tot 2.43, p 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een vitamine D bloedwaarde lager dan 20 ng/mL (=een vitamine D-tekort), de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 155% [OR = 2.55, 95% BI = 1.98 tot 3.27, p 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat 15 minuten zonlicht per week de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 98% [OR = 0.02, 95% BI = 0.00 tot  0.10, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen de vitamine D bloedwaarde van patiënten met de ziekte van Parkinson significant verhoogde [SMD = 1.79, 95% BI = 1.40 tot 2.18, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen geen significant effect had op de motorische functie van patiënten met de ziekte van Parkinson [MD = -1.82, 95% BI = -5.10 tot 1.45, p = 0.275].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D bloedwaarde lager dan 30 ng/mL de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verhoogde, terwijl 15 minuten zonlicht per week de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Association Between Vitamin D Status, Vitamin D Supplementation, Sunlight Exposure, and Parkinson's Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zhou Z, Zhou R, [...], Li K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30672512

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Dagelijks 100-300 gram groente of fruit verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en fruit de kans op het krijgen van kanker en hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 64 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 44% [RR = 0.56, 95% BI = 0.42 tot 0.74] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van mondkanker significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van keelkanker significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van strottenhoofdkanker significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.84 tot 0.88] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram fruit per dag.

De onderzoekers vonden dat 100 gram fruit per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.88 tot 0.90] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram fruit per dag.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van niercelkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van niercelkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom (lymfklierkanker) significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.84 tot 0.89] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram groente per dag.

De onderzoekers vonden dat 100 gram groente per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.84 tot 0.90] verlaagde.
Dit beschermde effect werd niet meer teruggevonden boven 300 gram groente per dag.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit in blik, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit in blik, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van ingemaakte groente, de kans het krijgen van maagkanker significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 100-300 gram groente of 100-300 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van bepaalde kanker, hart- en vaatziekten en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Associations of Fruit and Vegetable Intakes with Burden of Diseases: A Systematic Review of Meta-Analyses by Yip CSC, Chan W and Fielding R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30639206

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente en fruit, hart- en vaatziekten en kanker.

 

Daily 3 cups of tea decrease risk of depression

Research question:
Does tea consumption decrease depression risk?

Study design:
This meta-analysis (review article) contained 11 observational studies (22,817 participants with 4,743 cases of depression).

The Begg rank correlation test and the Egger linear regression test indicated no evidence of publication bias [Begg’s test: Z = 0.06, p = 0.951; Egger’s test: t = -0.1, p = 0.925].

Results and conclusions:
The researchers found in the meta-analysis of 22,817 participants with 4,743 cases of depression, a significant 31% decrease [RR = 0.69, 95% CI = 0.63-0.75, I2 = 41.9%] in the risk of developing depression for higher tea consumption compared with low tea consumption. Significant means, there is a relationship at a 95% confidence interval.

The researchers found overall, higher tea consumption had a protective effect against depression in all subgroups except for study location.

The researchers found a significant reduced risk of 32% [RR = 0.68, 95% CI = 0.62-0.75] in Asia populations for higher tea consumption compared with low tea consumption. Significant because RR of 1 was not found in the 95% confidence interval ranging from 0.62 to 0.75. RR of 1 means no relationship or risk.

The researchers found in the dose-response analysis consisted of 10,600 participants with 2,107 cases of depression a significant 37% decrease [95% CI = 0.55-0.71, I2 = 0.00%] in the risk of developing depression for every 3 cups/day increment in tea consumption.

The researchers concluded that higher consumption of tea was associated with lower risk of depression. The dose-response analysis identified a linear association between tea consumption, and the risk of depression, with every 3 cups/day increment in tea consumption associated with a 37% decrease in the risk of depression.

Original title:
Tea consumption and the risk of depression: a meta-analysis of observational studies by Dong X, Yang C, […], Lu Z.

Link:
http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/0004867414567759

Additional information of El Mondo:
Find more studies/information on tea consumption right here.

 

Teveel buikvet verhoogt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt abdominale obesitas (teveel buikvet) de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met 5827 mensen met longkanker onder 831535 deelnemers. 

De follow-up duur varieerde tussen 7 en 15.1 jaar.
De afzonderlijke studies werden gecorrigeerd voor potentiële confounders, zoals leeftijd, lichamelijke activiteit en roken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 cm in buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker significant met 10% [RR = 1.10, 95% BI = 1.04-1.17, I2 = 27.7%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 0.1 punt in de taille-heupverhouding, de kans op het krijgen van longkanker significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 1.00-1.11, I2 = 25.2%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge taille-heup verhouding, de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder niet rokers significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.03-1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.08-1.25] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat abdominale obesitas de kans op het krijgen van longkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Abdominal Obesity and Lung Cancer Risk: Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Studies by Hidayat K, Du X, […], Shi B.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/810/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en overgewicht.

Abdominale obesitas oftewel teveel buikvet kan vastgesteld worden aan de hand van de buikomtrek en de taille-heupverhouding (omtrek taille gedeeld door omtrek heupen).

Beta-caroteen via voeding verlaagt heupfracturen onder Aziatische mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van heupfractuur?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 2 patiënt-controle studies met in totaal 140265 deelnemers, waarvan 4324 mensen met fracturen. De leeftijd was 50 jaar en ouder (50-80 jaar). 80% van de studies was post-menopauzale vrouwen.

De follow-up duur van de cohort studies varieerde tussen 3.7 en 18 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel carotenoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur niet significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.51-1.01, I2 = 59.4%, p = 0.06] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.54-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het bloed carotenoïdengehalte en de kans op het krijgen van heupfractuur [OR = 0.83, 95% BI = 0.59-1.17].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mannen significant met 47% [OR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mensen ouder dan 60 jaar significant met 43% [OR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mensen met een normaal gewicht (BMI ≤ 25) significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.40-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder Aziaten significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.40-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van heupfractuur onder Aziatische mannen ouder dan 60 jaar met een normaal gewicht verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids and risk of fracture: a meta-analysis of observational studies by Xu J, Song C, [...], X L.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=13678&path[]=43468

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en carotenoïden.

Beta-caroteen geeft de karakteristieke kleur aan oranje en gele groenten en fruit.
Deze maaltijd bevat veel beta-caroteen.

Calciumsupplementen verlaagt het slechte cholesterol

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van calciumsupplementen het cholesterolgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 clinische studies met in totaal 4071 deelnemers.

De studieduur varieerde tussen 2 weken en 5 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.12 mmol/L [95% BI = -0.22 tot -0.02, I2 = 78.6%] verlaagde. Echter, het effect nam af wanneer naast calcium ook vitamine D werd geslikt.

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.05 mmol/L [95% BI = 0.00 tot 0.10, I2 = 97.1%] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van calciumsupplementen en het triglyceridengehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van calciumsupplementen het slechte cholesterolgehalte (LDL-cholesterol) verlaagde en het goede cholesterolgehalte (HDL-cholesterol) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The Effects of Dietary Calcium Supplements Alone or With Vitamin D on Cholesterol Metabolism: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Chen C, Ge S, […], Li C.

Link:
http://journals.lww.com/jcnjournal/Abstract/publishahead/The_Effects_of_Dietary_Calcium_Supplements_Alone.99526.aspx

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten, cholesterol en calcium.  

 

Alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne/zeaxanthine via voeding verlaagt non-Hodgkin-lymfklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 3 cohort studies.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel alfa-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.68-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel luteïne/zeaxanthine vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.69-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel alfa-caroteen of beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van diffuus grootcellig B cel lymfoom (een soort non-Hodgkin-lymfklierkanker) significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1000 microgram alfa-caroteen per dag de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 13% verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van lycopeen of beta-crytoxanthine en de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne/zeaxanthine de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker, met name diffuus grootcellig B cel lymfoom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoid intake and risk of non-Hodgkin lymphoma: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Chen F, Hu J, [...], Liu P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28011986

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker and carotenoïden.

Alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne/zeaxanthine, lycopeen en beta-crytoxanthine zijn carotenoïden.

100 gram rauwe wortelen levert gemiddeld 2684 microgram alfa-caroteen.
100 gram passievrucht levert 410 microgram alfa-caroteen.
 

39 gram hazelnoten per dag verlaagt het slechte cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van hazelnoten de risicofactoren (zoals cholesterol- en trigyceridengehalte) van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 clinische studies met in totaal 425 deelnemers (46% was man, 54% was vrouw en de leeftijd varieerde tussen 18 en 55 jaar). De gemiddelde interventieduur was 74.7 dagen (28 en 84 dagen). De gemiddelde dosering was 38.7 gram hazelnoten per dag (29 en 69 gram hazelnoten per dag).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 3 RCT’s dat het eten van hazelnoten het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.150 mmol/L [95% HPD = -0.308 tot -0.003] verlaagde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het totale cholesterolgehalte [gepoolde MD = -0.127 mmol/L, 95% HPD = -0.284 tot 0.014].  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het HDL- cholesterolgehalte [gepoolde MD = 0.002 mmol/L, 95% HPD = -0.140 tot 0.147].  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het triglyceridengehalte [gepoolde MD = 0.045 mmol/L, 95% HPD = -0.195 tot 0.269].  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het BMI [gepoolde MD = 0.062 kg/m², 95% HPD = -0.293 tot 0.469].  

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 38.7 gram hazelnoten per dag gedurende 74.7 dagen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) verlaagde terwijl het lichaamsgewicht niet deed toenemen.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Hazelnut Consumption on Blood Lipids and Body Weight: A Systematic Review and Bayesian Meta-Analysis by Perna S, Giacosa A, […], Rondanelli M.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/747/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en cholesterol.

Hazelnoot bevat 82-83% mono-onverzadigde vetzuren, voornamelijk oliezuur. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat mono-onverzadigde vetzuren in olijfolie verantwoordelijk is voor het verlagen van het cholesterolgehalte.
Verder zijn hazelnoten rijk aan vitamine E, fytosterolen, L-arginine, polyfenolen, folaat en vezels.

Hazelnoten en amandelen hebben min of meer dezelfde vetsamenstelling.

Dagelijks 15-20 gram noten verlaagt hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, kanker en mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met in totaal 819448 deelnemers.

1 portie noten was 28 gram.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 12 cohort studies met 12331 mensen met een coronaire hartziekte onder 315397 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.69-0.84, I2 = 42%, p = 0.06] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 29% [gepoolde RR = 0.71, 95% BI = 0.63-0.80, I2 = 47%, p = 0.04] verlaagde.
De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte, met een geringe toename in de risicovermindering boven 15-20 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 12 cohort studies met 18655 mensen met hart- en vaatziekten onder 376228 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.74-0.89, I2 = 52%, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 21% [gepoolde RR = 0.79, 95% BI = 0.70-0.88, I2 = 60%, p = 0.004] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten; met geen toename meer in de risicovermindering boven 15 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.69-0.84, I2 = 0%, p = 0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 25% [gepoolde RR = 0.75, 95% BI = 0.67-0.84, I2 = 0%, p = 0.84] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 24% [gepoolde RR =0.76, 95% BI = 0.70-0.81, I2 = 0%, p = 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.50-0.81, I2 = 77%, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies met 18490 mensen met kanker onder 304285 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.74-0.89, I2 = 28%, p = 0.21] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van kanker significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.76-0.94, I2 = 42%, p = 0.10] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.90, I2 = 0%, p = 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op het krijgen van kanker significant met 20% [gepoolde RR = 0.80, 95% BI = 0.72-0.89, I2 = 0%, p = 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.87-0.99, I2 = 19%, p = 0.30] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op het krijgen van kanker niet significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.82-1.03, I2 = 30%, p = 0.22] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 15 cohort studies met 85870 doden aan alle oorzaken onder 819448 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.77-0.85, I2 = 41%, p = 0.05] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.72-0.84, I2 = 66%, p 0.0001] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken; met geen toename meer in de risicovermindering boven 15-20 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 4 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 20% [gepoolde RR = 0.80, 95% BI = 0.74-0.86, I2 = 58%, p = 0.07] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.75-0.90, I2 = 70%, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.81-0.89, I2 = 34%, p = 0.19] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 23% [gepoolde RR = 0.77, 95% BI = 0.69-0.86, I2 = 64%, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat het eten van veel pindakaas vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.80-0.99, I2 = 31%, p = 0.23] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pindakaas per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken niet significant met 6% [gepoolde RR = 0.94, 95% BI = 0.86-1.02, I2 = 0%, p = 0.76] verlaagde.

De onderzoekers schatten dat er in 2013 zo’n 4.4 miljoen doden (waarvan 1.19 miljoen aan hart- en vaatziekten, 469000 aan kanker, 1.07 miljoen aan ziekten aan het ademhalingsstelsel en 139000 aan suikerziekte) waren die veroorzaakt werden door het eten van minder dan 20 gram noten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat eten van 15-20 gram noten per dag, met name boomnoten en pinda, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, kanker en all-cause mortaliteit verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut consumption and risk of cardiovascular disease, total cancer, all-cause and cause-specific mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective studies by Aune D, Keum N, […], Norat T.

Link:
https://bmcmedicine.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12916-016-0730-3

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en hart- en vaatziekten.
Boomnoten zijn onder andere cashewnoten, walnoten, hazelnoot en eikel.

 

Veel soja en magere melk verlagen borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke producten verlagen of verhogen de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 cohort studies.
De gemiddelde follow-up duur varieerde tussen 3.9 en 65 jaar.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 cohort studies met 19912 vrouwen met borstkanker onder 691383 deelnemers, dat het eten van veel roodvlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 5% [gepoolde RR = 1.05, 95% BI = 0.95-1.16, I2 = 63.1%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 6 cohort studies dat het eten van 120 gram roodvlees per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 1.01-1.14, I2 = 7.1%] verhoogde. Significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van roodvlees en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.157].

De onderzoekers vonden in 14 cohort studies met 26952 vrouwen met borstkanker onder 1235085 deelnemers, dat het eten van veel bewerkt vlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 1.01-1.14, I2 = 34.6%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 12 cohort studies dat het eten van 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 9% [gepoolde RR = 1.09, 95% BI = 1.02-1.17, I2 = 11.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van bewerkt vlees en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.633].

De onderzoekers vonden in 11 cohort studies met 19400 vrouwen met borstkanker onder 726947 deelnemers, dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 1% [gepoolde RR = 1.01, 95% BI = 0.93-1.11, I2 = 58%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies dat het eten van 120 gram gevogelte per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.85-1.11, I2 = 33.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van gevogelte en de kans op het krijgen van borstkanker.

De onderzoekers vonden in 18 cohort studies met 20810 vrouwen met borstkanker onder 914451 deelnemers, dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.97-1.12, I2 = 47.9%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 13 cohort studies dat het eten van 120 gram vis per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 0.94-1.21, I2 = 33.23%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies met 16910 vrouwen met borstkanker onder 639720 deelnemers, dat het eten van veel eieren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.98-1.11, I2 = 6.7%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 8 cohort studies dat het eten van 50 gram eieren per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.94-1.15, I2 = 26.9%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies met 12888 vrouwen met borstkanker onder 452916 deelnemers, dat het eten van veel sojaproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.84-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat het eten van 1 portie sojaproducten per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van sojaproducten en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.908].

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies met 4506 vrouwen met borstkanker onder 148807 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.88-1.06, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van 28 gram noten per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.84-1.09, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 cohort studies met 13781 vrouwen met borstkanker onder 554775 deelnemers, dat het drinken van veel volle melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 1% [gepoolde RR = 0.99, 95% BI = 0.87-1.12, I2 =  37.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het drinken van 200 gram volle melk per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 2% [gepoolde RR = 1.02, 95% BI = 0.92-1.13, I2 = 32.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies met 16664 vrouwen met borstkanker onder 586726 deelnemers, dat het drinken van veel magere melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.85-1.00, I2 =  40.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het drinken van 200 gram magere melk per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.92-1.00, I2 = 11.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het drinken van magere melk en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.109].

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies met 6793 vrouwen met borstkanker onder 225057 deelnemers, dat veel yoghurt vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat 200 gram yoghurt per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.72-1.06, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 120 gram roodvlees of 50 gram bewerkt vlees de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde, terwijl 1 portie sojaproducten of 200 gram magere melk de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Protein Sources and Incidence of Breast Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Studies by Wu J, Zeng R, [...], Zheng Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5133114/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker, vlees, melkproducten en soja.

Deze maaltijden bevatten veel soja oftewel minimaal 30 gram isoflavonen.

Een portie sojaproducten komt overeen met 200-250 ml sojamelk, een kwart blok tahoe, een halve kop tempé/sojabonen/sojavlees oftewel een portie sojaproducten komt overeen met 8 tot 10 gram soja-eiwitten of 25 mg isoflavonen.

 

Vis verlaagt depressie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis of n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van een depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 observationele studies met 20000 mensen met een depressie onder 255076 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van een depressie significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.69-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel n-3 PUFA’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.67-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel EPA en DHA vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden een J-vormig verband tussen het eten van n-3 PUFA’s en het krijgen van een depressie met het meeste effect bij 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag [RR = 0.30, 95% BI = 0.09-0.90].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis en n-3 PUFA’s (bij voorkeur 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag) de kans op het krijgen van een depressie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary n-3 PUFA, fish consumption and depression: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27544316

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over depressie en visconsumptie.

1.8 gram n-3 PUFA’s komt in de praktijk overeen met vissen die 4 dagen EPA en DHA leveren. Welke vette vissen 4 dagen EPA en DHA leveren, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden leveren 4 dagen EPA en DHA.

Alfa-linoleenzuur, EPA en DHA zijn n-3 vetzuren oftewel n-3 PUFA’s.
EPA en DHA worden ook wel visvetzuren genoemd. Vette vissen hebben meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
N-3 PUFA’s zitten in lijnzaadolie, vette vissen (haring, makreel, zalm, aal en sardine), schaaldieren en gevogelte.

Dagelijks 10 gram alcohol verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 10 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.49-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.45-0.73] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder mannen significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder vrouwen significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (minimaal 10 gram alcohol per dag) de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of gallstone disease: a meta-analysis by Wang J, Duan X, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27926662

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol.
 

Vitamine A, beta-caroteen en lycopeen via voeding verlagen waarschijnlijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine A, beta-caroteen of lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van totale vitamine A de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 15% [gepoolde OR = 0.85, 95% BI = 0.74-0.97, p = 0.015] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.96, p = 0.011] en patiënt-controle studies [OR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95, p = 0.007].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van retinol en de kans op het krijgen van alveesklierkanker [OR = 1.02, 95% BI = 0.78-1.34, p = 0.860].

De onderzoekers vonden dat het eten van beta-caroteen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 22% [gepoolde OR = 0.78, 95% BI = 0.66-0.92, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van lycopeen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 16% [gepoolde OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.97, p = 0.02] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.86, 95% BI = 0.73-1.00, P = 0.05] en patiënt-controle studies [OR = 0.77, 95% BI = 0.64-0.92, p = 0.005]. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel totale vitamine A (maar niet in de vorm van retinol), beta-caroteen en lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker waarschijnlijk verlaagde. Waarschijnlijk omdat het verlaagde risico niet significant was onder de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Association between vitamin A, retinol and carotenoid intake and pancreatic cancer risk: Evidence from epidemiologic studies by Huang X, Gao Y, [...], Zheng J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5150257/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker, vitamine A, beta-caroteen en lycopeen.

Deze maaltijden zijn rijk aan vitamine A, beta-caroteen of lycopeen.

Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine D het triglyceriden- en cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het serum triglyceridengehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 3.74 mg/dL [95% BI = -7.13 tot -0.34, p = 0.031] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 2.55 mg/dL [95% BI = -4.83 tot -0.26, p = 0.029] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 0.72 mg/dL (95% BI = -1.27 tot -0.17, p = 0.010] verlaagde. Echter, deze verlaging was verwaarloosbaar.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het effect van vitamine D op zowel het triglyceriden- als cholesterolgehalte afhankelijk was van de dosering, de duur van de studies en het vitamine D-gehalte van de deelnemers aan het begin van de studie.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D het triglyceriden- en het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin D on serum lipid profile in patients with type 2 diabetes: A meta-analysis of randomized controlled trials by Jafari T, Fallah AA and Barani A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27020528

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over vitamine D, het verlagen van het cholesterolgehalte en suikerziekte.

Mensen met overgewicht hebben vaak zowel een hoog triglyceriden als LDL-cholesterogehalte. Overgewicht verhoogt de kans op het krijgen suikerziekte type 2, hart- en vaatzieken en kanker.

 

Dagelijks 320 mg magnesium per dag via voeding verlaagt depressie

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van magnesium of calcium de kans op het krijgen van een depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 epidemiologische studies (patiënt-controle studies en cohort studies), waarvan 11 studies de relatie tussen magnesium en depressie onderzochten en 6 studies de relatie tussen calcium en depressie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel magnesium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% = 0.70-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie niet significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% = 0.42-1.02] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel magnesium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie onder Aziaten significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% = 0.44-0.74] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor de energieinname, dat het eten van veel magnesium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 27% [gepoolde RR = 0.73, 95% = 0.58-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van magnesium en de kans op het krijgen van een depressie, met het laagste risco bij 320 mg magnesium per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel magnesium (bij voorkeur 320 mg per dag) de kans op het krijgen van een depressie verlaagde. Echter, calcium verlaagde niet de kans op het krijgen van een depressie.

Oorspronkelijke titel:
Dietary magnesium and calcium intake and risk of depression in the general population: A meta-analysis by Li B, Lv J, [...], Zhang D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27807012

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over depressie en magnesium

Deze maaltijden zijn rijk aan magnesium.