Voeding en gezondheid

Een hoge vitamine E bloedwaarde verlaagt mogelijk baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen vitamine E en de kans op het krijgen van cervicale neoplasie (kan een voorstadium van baarmoederhalskanker zijn)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies met 3741 mensen met cervicale neoplasie en 6328 mensen zonder cervicale neoplasie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 42% [OR = 0.58, 95% BI = 0.47-0.72, I2 = 83%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 32% [OR = 0.68, 95% BI = 0.49-0.94, I2 = 70%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 48% [OR = 0.52, 95% BI = 0.40-0.69, I2 = 86%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses voor de verschillende type cervicale neoplasie, dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale kanker (baarmoederhalskanker) significant met 47% [OR = 0.53, 95% BI = 0.39-0.73, I2 = 77%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses voor de verschillende type cervicale neoplasie, dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale intra-epitheliale neoplasie significant met 46% [OR = 0.54, 95% BI = 0.43-0.70, I2 = 79%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine E via voeding als bloedwaarde, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie mogelijk verlaagde. Mogelijk, omdat het overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies bevatte en er was heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation on uterine cervical neoplasm: A meta-analysis of case-control studies by Hu X, Li S, [...], Zhu X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5567498/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E, overzichtsartikel/patiënt-controle studies/heterogeniteit tussen de studies en kanker.

Neoplasie (neoplasia) is een woord dat nieuwvorming betekent. Neoplasie omvat zowel goed- als kwaadaardige gezwellen. Uit kwaadaardige gezwellen kunnen kanker ontstaan.

Cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN), ook cervicale dysplasie genoemd, is een premaligne (pre-kwaadaardige) afwijking (dysplasie) van de cellen van de baarmoederhals.

Een hoge vitamine E inname is een inname die de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine E van minstens 1 dag dekt. Deze maaltijden leveren minstens 1 dag vitamine E.
 

Veel verzadigd vet verhoogt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van vet en de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 1445850 deelnemers, waarvan 18822 mensen met longkanker.
De gemiddelde follow-up duur (de duur van de studie) was 9.4 jaar. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 7% [HR = 1.07, 95% BI = 1.00 tot 1.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 14% [HR = 1.14, 95% BI = 1.07 tot 1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 23% [HR = 1.23, 95% BI = 1.13 tot 1.35] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kleincellige longkanker significant met 40% [HR = 1.40, 95% BI = 1.17 tot 1.67] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van niet-kleincellige longkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 61% [HR = 1.61, 95% BI = 1.38 tot 1.88] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel meervoudig onverzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 8% [HR = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vervanging met 5 energierprocent (5 En%) verzadigd vet door meervoudig onverzadgid vet, de kans op het krijgen van longkanker significant met 16-17% verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet en de kans op het krijgen van longkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van longkanker verhoogde, terwijl het eten van veel meervoudig onverzadigd vet de kans op het krijgen van longkanker verlaagde, met name onder rokers.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Intake and Lung Cancer Risk: A Pooled Analysis by Yang JJ, Yu D1, […], Shu XO.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28742456

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.

Een dagelijkse voeding met veel verzadigd vet is een dagelijkse voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet. Een dagelijkse voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet is een dagelijkse voeding met veel producten/maaltijden die meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijkse producten/maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.
Welke maaltijden en producten uit de supermarkt meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een dagelijkse voeding met weinig verzadigd vet is een dagelijkse voeding met minder dan 7 En% verzadigd vet. Welke maaltijden en producten uit de supermarkt minder dan 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Een laag seleniumgehalte in het lichaam verhoogt de ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag seleniumgehalte in het lichaam de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer een lage seleniumbloedwaarde [SMD = -0.44] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage seleniumbloedwaarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer weinig selenium in de rode bloedcellen [SMD = -0.52] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage waarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer weinig selenium in het hersenvocht [SMD = -0.14] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage waarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden ook een direct verband tussen het verlaagde seleniumgehalte en het antioxidatieve enzym glutathione peroxidase bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte in het lichaam de ziekte van Alzheimer verhoogde. Verder verlaagde een laag seleniumgehalte ook het gehalte van het antioxidatieve enzym glutathione peroxidase bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of the circulatory, erythrocellular and CSF selenium levels in Alzheimer's disease: A metal meta-analysis (AMMA study-I) by Reddya VS, Bukkeb S, […], Pandeye AK.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0946672X1630205X%20

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en dementie.

Het slikken van vitamines of antioxidanten verlaagt niet blaaskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamines of antioxidanten het risico op het krijgen van blaaskanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 147383 deelnemers, waarvan 89972 mensen in de supplementengroep en 57411 mensen in de controle groep (de niet supplementengroep).
De duur van de studies varieerde tussen 1 en 13 jaar.
De supplementengroep bestond onder andere uit vitamine A, vitamine B6, vitamine C, vitamine D, vitamin E, beta-caroteen, foliumzuur en/of selenium.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse van 14 RCT’s, waarbij gebruikt werd van het  fixed-effect model, geen verband tussen het slikken van vitamines of antioxidanten en het risico op het krijgen van blaaskanker [RR = 1.04, 95% BI =  0.92-1.17, I2 = 39.7%]. Er werd ook geen verband teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine A en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.86, 95% BI = 0.65-1.13, I2 = 61.7%, n = 5]. Geen verband want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.65 tot 1.13. RR van 1 betekent geen risico/verband.
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine B6 en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.77, 95% BI = 0.49-1.20, I2 = 78.8%, n = 3].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine C en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.74, 95% BI = 0.36-1.54, I2 = 88.8%, n = 2].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine D en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.85-1.29, n = 1].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.91, 95% BI = 0.69-1.19, I2 = 60.9%, n = 6].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van beta-caroteen en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.19, 95% BI = 0.96-1.46, I2 = 0.0%, n = 6].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuur en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.85-1.29, n = 1].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van selenium en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.09, 95% BI = 0.81-1.46, I2 = 0.0%, n = 2].

De onderzoekers concludeerden dat geen verband bestond tussen het slikken van vitamines of antioxidanten en het risico op het krijgen van blaaskanker.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Vitamin and Antioxidant Supplements in Prevention of Bladder Cancer: a Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Park SJ, Myung SK, […], Lee YJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5334161/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamines, selenium, beta-caroteen, antioxidanten en kanker.

Dagelijks minimaal 1600 mg calcium verlaagt mogelijk terugkeer van kwaadaardige poliepen in de dikke darm

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van calcium het terugkeren van dikke darm adenomen (kwaadaardige poliepen in de dikke darm)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal  2234 patiënten met een dikke darm adenomen historie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse van 5 RCT’s, dat het slikken van calcium gedurende 3 tot 5 jaar het terugkeren van de dikke darm adenomen significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.75-0.93, I2  =  8.5%, p  = 0 .36] verlaagde. In de 3 goed opgezette RCT’s was het significant verlaagde risico 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79-0.99, I2  =  0%, p  =  0.54]. Echter, het signifcant verlaagde risico werd niet teruggevonden voor gevorderde dikke darm adenomen [RR = 1.02, 95% BI = 0.67-1.55, I2  =  17.5%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van maximaal 1200 mg elementaire calcium per dag, de kans op het terugkeren van dikke darm adenomen significant met 16% [RR = 0.84, 95% CI = 0.73-0.97, I2  =  38.5%, p  =  0.19] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van 2 RCT’s dat het slikken van minstens 1600 mg elementaire calcium per dag, de kans op het terugkeren van dikke darm adenomen significant met 26% [RR = 0.74, 95% CI = 0.56-0.97, I2  =  0%, p  =  0.70] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van calcium, bij voorkeur minstens 1600 mg elementaire calcium per dag, het terugkeren van de dikke darm adenomen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel weinig goed opgezette studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Effects of calcium on the incidence of recurrent colorectal adenomas: A systematic review with meta-analysis and trial sequential analysis of randomized controlled trials by Veettil SK, Ching SM, […], Chaiyakunapruk N.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5556213/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium en dikke darmkanker.

Uit de kwaadaardige poliepen in de dikke darm kan dikke darmkanker ontstaan.

100 ml halfvolle melk levert 123 mg elementaire calcium.
100 ml halfvolle kwark levert 125 mg elementaire calcium.
100 ml halfvolle yoghurt levert 139 mg elementaire calcium.
100 ml magere melkchocolade levert 112 mg elementaire calcium.
100 ml karnemelk levert 109 mg elementaire calcium.

Elementaire calcium in calciumsupplementen:
Een calciumacetaat-supplement levert 25% elementaire calcium.
Een calciumhydrogeenfosfaat-supplement levert 23% elementaire calcium.
Een calciumcitraat-supplement levert 21% elementaire calcium.
Een calciumlactaat-supplement levert 13% elementaire calcium.
Een calciumlactaatgluconaat-supplement levert 10-13% elementaire calcium.
Een calciumgluconaat-supplement levert 9% elementaire calcium.

Wekelijks 30-180 gram chocolade verlaagt hart- en vaatziekten en suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van chocolade de kans op het krijgen van coronaire hartziekte, een beroerte en suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies met in totaal 508705 deelnemers, waarvan 7267 mensen met een coronaire hartziekte, 8197 mensen met een beroerte en 13271 mensen met suikerziekte. 
De follow-up duur van de studies varieerde tussen 5 en 16 jaar. 
1 portie chocolade komt overeen met 30 gram chocolade.
De chocoladeconsumptie bestond grotendeels uit melk- of pure chocolade.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 6 cohort studies dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82-0.97, I2 = 24.3%, p = 0.25] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een hartaanval significant met 14% [gepoolde RR = 0.86, 95% BI = 0.77-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van minder dan 10 jaar, dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 28% [gepoolde RR = 0.72, 95% BI = 0.57-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van minstens 10 jaar, dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.86-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90-0.99] voor het krijgen van coronaire hartziekte voor het eten van 1 portie (30 gram) chocolade per week. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.85-0.97] voor het krijgen van coronaire hartziekte voor het eten van 3 porties (90 gram) chocolade per week. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.83-0.95] voor het krijgen van coronaire hartziekte voor het eten van 7 porties (210 gram) chocolade per week. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.81-0.95] voor het krijgen van coronaire hartziekte voor het eten van 10 porties (300 gram) chocolade per week. 

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [gepoolde RR = 0.86, 95% BI = 0.79-0.92] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een hemorragische beroerte significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.71-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder mannen significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.79-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder vrouwen significant met 16% [gepoolde RR = 0.84, 95% BI = 0.74-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van minder dan 10 jaar, dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 44% [gepoolde RR = 0.56, 95% BI = 0.37-0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van minstens 10 jaar, dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.79-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.86-0.97] voor het krijgen van een beroerte voor het eten van 1 portie chocolade per week.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.94] voor het krijgen van een beroerte voor het eten van 3 porties chocolade per week.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.76-0.93] voor het krijgen van een beroerte voor het eten van 7 porties chocolade per week.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.94] voor het krijgen van een beroerte voor het eten van 10 porties chocolade per week.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte niet significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.78-1.08] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte onder mannen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.65-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte onder vrouwen niet significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.72-1.17] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.71-0.91] voor het krijgen van suikerziekte voor het eten van 1 portie chocolade per week. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.63-0.91] voor het krijgen van suikerziekte voor het eten van 3 porties chocolade per week. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 0.63 tot 0.91. RR van 1 betekent geen risico/verband.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een non-significant verlaagde risico van 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.67-1.03] voor het krijgen van suikerziekte voor het eten van 7 porties chocolade per week. Non-significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een non-significant verlaagde risico van 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.69-1.16] voor het krijgen van suikerziekte voor het eten van 10 porties chocolade per week. Non-significant want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.69 tot 1.16. RR van 1 betekent geen risico/verband.

De onderzoekers vonden een J-vormige relatie tussen het eten van chocolade en het krijgen van suikerziekte; met de hoogste bescherming bij 2 porties (60 gram) per week [RR = 0.75, 95% BI = 0.63-0.89] en geen bescherming meer boven 6 porties per week.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 1-6 porties (30-180 gram) chocolade per week, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte, een beroerte en suikerziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Chocolate Consumption and Risk of Coronary Heart Disease, Stroke, and Diabetes: A Meta-Analysis of Prospective Studies by Yuan S, Li X, […], Lu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5537803/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en suikerziekte.
Deze maaltijden en producten uit de supermarkt zijn geschikt voor hartpatiënten en suikerpatiënten.
 

Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies en 18 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI kleiner dan 25 (= vrouwen met een gezond gewicht) significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.79-0.92] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd echter niet teruggevonden in premenopauzale vrouwen.

De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI groter dan 25 (= vrouwen met overgewicht) significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.93] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd echter niet teruggevonden in premenopauzale vrouwen.

De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI van minimaal 30 (= vrouwen met obesitas) niet significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.76-1.13] verlaagde. Het verlaagde risico was ook niet significant in premenopauzale vrouwen. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does obesity modify the relationship between physical activity and breast cancer risk? by Neil-Sztramko SE, Boyle T, […], Campbell KL.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28803384

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lichamelijke activiteiten en borstkanker.

De Gezondheidsraad adviseert in augustus 2017 de volgende richtlijnen voor lichamelijke activiteiten:
Voor volwassenen en ouderen:
Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen (MET-waarden ≥5).
Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten (bijvoorbeeld krachtraining) voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.

Voor kinderen tot 18 jaar:
Doe minstens elke dag een uur aan matig intensieve inspanning (MET-waarden ≥5).
Doe minstens driemaal per week aan spier- en botversterkende activiteiten.

Vorm van lichamelijke activiteiten

MET-waarde 18 jaar en ouder

MET-waarde 4 tot 17 jaar

Aerobics

7,3

7,3

Afwassen

2,5

2,5

Aquarobics

5,5

5,5

Auto wassen

2

3

Badkamer schoonmaken

3,5

3,8

Badmintonnen

5,5

4,5

Boodschappen doen

2,3

2,3

Buiten spelen, lichte inspanning

3,8

3,8

Buitenspelen, zware inspanning

6,3

6,3

Circuittraining, zware inspanning

8

8

Dansen, ballroom, langzaam

3

3

Darten

2,5

2,5

Fietsen, rustig, 16-19 km/uur

4

4

Fietsen, stevig, 19-22 km/uur

8

6,2

Fitness

5,5

5,5

Frisbeeën

3

3

Hardlopen, algmeen

8

6,5

Hockey

7,8

8

Hond uitlaten

3

3

huishouden, lichte inspanning

2,8

2,8

Huishouden, zware inspanning

4,3

4,3

Judo

10,3

10,3

Klimmen

8

8

Nordic walking

4,8

4,8

Paardrijden

5,5

4

Power yoga

4

4

Ramen wassen

3,2

3

Roeien

3,5

3

Schaatsen

7

7

Schilderen, huis, binnen

3,3

3,3

Skateboarden

5

5

Skeeleren

7

6,5

Skiën, algemeen

7

6

Squash

7,3

7

Streetdance

7,3

7,3

Tafeltennis

4

4

Tai chi

3

2,5

Tennissen, algemeen

7,3

7

Trampoline springen

3,5

8,7

Traplopen, langzaam

4

5,3

Traplopen, snel

8,8

8,8

Tuinieren

3,8

3,7

Turnen

3,8

3,8

Vegen, buiten

4

3,6

Voetballen, algemeen

7

6,6

Volleyballen, algemeen

4

4

Wandelen, rustig, 3-5 km/uur

3,5

2,9

Wandelen, stevig, 5-6 km/uur

4,3

3,6

Wandelen, zeer stevig tempo, 6-7 km/uur

5

4,6

Wielrennen

15,8

15,8

Zandbak spelen

1,6

1,6

Zwemmen, spelen in zwembad

3,5

4

Zwemmen, zware inspanning

9,8

11,6

 

Krachttraining verlaagt de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt krachttraining de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met 201 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat krachttraining de systolische bloeddruk (bovendruk) van prehypertensieve en hypertensieve mensen significant met 8.2 mmHg [95% BI = -10.9 tot -5.5, I2 = 22.5%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat krachttraining de diastolische bloeddruk (onderdruk) van prehypertensieve en hypertensieve mensen significant met 4.1 mmHg [95% BI = -6.3 tot -1.9, I2 = 46.5%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat krachttraining de bloeddruk van prehypertensieve en hypertensieve mensen (mensen met een hoge bloeddruk) verlaagde. 

Oorspronkelijke titel:
Resistance training alone reduces systolic and diastolic blood pressure in prehypertensive and hypertensive individuals: meta-analysis by de Sousa EC, Abrahin O, […], Vieira RP.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28769100

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over het verlagen van de bloeddruk en krachttraining.

Dagelijks 100 gram bewerkt en roodvlees verhoogt slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is de relatie tussen voeding en de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 57 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke 100 gram groenten per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker adenocarcinoom significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.80-0.99, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2, de kans op het krijgen van slokdarmkanker adenocarcinoom significant met 47% [RR = 1.47, 95% BI = 1.34-1.61, n = 9] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.75-0.94, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.56-0.73, n = 8] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 59% [RR = 1.59, 95% BI = 1.11-2.28, n = 3] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram zowel bewerkt als roodvlees per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 37% [RR = 1.37, 95% BI = 1.04-1.82, n = 3] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 25% [RR = 1.25, 95% BI = 1.12-1.41, n = 6] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van groenten en fruit de kans op het krijgen van slokdarmkanker verlaagden, terwijl bewerkt en roodvlees en alcohol de kans op het krijgen van slokdarmkanker verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
An update of the WCRF/AICR systematic literature review and meta-analysis on dietary and anthropometric factors and esophageal cancer risk by Vingeliene S, Chan DSM, […], Norat T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28666313

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over BMI, groenten- en fruitconsumptie, alcohol- en vleesconsumptie en kanker.
 

Maximaal 175 mg DHA per dag via voeding verlaagt baarmoederkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van baarmoederkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 11 patiënt-controle studies.
De cohort studies hadden een gemiddelde studieduur (follow-up duur) van 6.5 tot 9.1 jaar. Het EPA-gehalte van de hoogste visinname categorie varieerde tussen 74.7 mg en 127 mg per dag.

Het DHA-gehalte van de hoogste visinname categorie varieerde tussen 143 mg en 227 mg per dag.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden na het corrigeren voor de mogelijke confounders, dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van baarmoederkanker niet significant met 4% [RR = 1.04, 95% BI = 0.84-1.30, I2 = 80.4%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 portie (=100 gram) vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker onder Europeanen significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 portie (=100 gram) vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker onder Aziaten significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 1.10-1.21] verhoogde. Significant omdat RR = 1 niet in de 95% BI van 1.10-1.21 zat. RR = 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor het roken, dat elke verhoging met 1 portie (100 gram) vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij niet gecorrigeerd werd voor het roken, dat elke verhoging met 1 portie vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 14% [RR = 1.14, 95% BI = 1.09-1.19] verhoogde.

De onderzoekers vonden een significant non-lineair verband tussen DHA en baarmoederkanker [p = 0.04]. Het verlaagde risico werd gevonden voor DHA tot 175 mg per dag via voeding.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vis, tenminste 100 gram per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker onder Europeanen verlaagde. Verder verlaagde een DHA-inname tot 175 mg per dag via voeding de kans op het krijgen van baarmoederkanker.

Oorspronkelijke titel:
Dietary n-3 polyunsaturated fatty acids, fish consumption, and endometrial cancer risk: a meta-analysis of epidemiological studies by Hou R, Yao SS, […], Jiang L.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=18295&path[]=58664

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en kanker.
Welke vissen 175 mg DHA leveren, kunt u hier opzoeken.

 

Dagelijks 621 mg calcium via voeding verlaagt slokdarmkanker onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van calcium de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies en 14 patiënt-controle studies met 3396 mensen met slokdarmkanker en 346815 mensen zonder slokdarmkanker.  

Er was geen publicatie bias.

De hoogste calciuminname-categorie onder Aziaten was gemiddeld 621 mg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 20% [gepoolde OR = 0.80, 95% BI = 0.71-0.91, I2 = 33.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.54-0.84, I2 = 23.6%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd ook teruggevonden in studies onder Aziaten [OR = 0.67, 95% BI = 0.52-0.86, I2 = 0.0%], studies uitgevoerd na het jaar 2000 [OR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77, I2 = 0.0%],  studies waarbij gecorrigeerd werd voor de calorieinname [OR = 0.83, 95% BI = 0.70-0.98, I2 = 3.6%], bij goed opgezette studies [OR = 0.76, 95% BI = 0.66-0.87, I2 = 12.7%] en bij plaveiselcel slokdarmkanker [OR = 0.76, 95% BI = 0.60-0.96, I2 = 28.3%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel calcium (621 mg calcium per dag) de kans op het krijgen van slokdarmkanker, met name plaveiselcel slokdarmkanker onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effect of Dietary Calcium Intake on Esophageal Cancer Risk: A Meta-Analysis of Observational Studies by Li Q, Cui, L, […], Wang L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5452240/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium en kanker.

Geen verband tussen choline of betaïne via voeding en hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen de inname van choline of betaïne via voeding en de kans op het krijgen cardiovasculaire incidenten en doodgaan aan hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 18076 cardiovasculaire incidenten, 5343 cardiovasculaire doden (dood aan hart- en vaatziekten) onder 184010 deelnemers.

Er was geen heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van choline via voeding en de kans op het krijgen cardiovasculaire incidenten [RR = 1.00, 95% CI = 0.98-1.02].

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van betaïne via voeding en de kans op het krijgen cardiovasculaire incidenten [RR = 0.99, 95% CI = 0.98-1.01].

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van choline via voeding en de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten [RR = 1.09, 95% CI = 0.89-1.35].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen de inname van choline of betaïne via voeding en de kans op het krijgen cardiovasculaire incidenten en doodgaan aan hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Choline and Betaine and Risk of CVD: A Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Studies by Meyer KA and Shea JW.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28686188

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten, choline en betaïne.
Deze maaltijden en producten uit de supermarkt zijn geschikt voor hartpatiënten. 

 

Thee drinken leidt tot grote botdichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Remt het drinken van thee botverlies?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies, 1 patiënt-controle studies en 8 cross-sectionele studies met in totaal 12635 deelnemers (6059 mensen in de theegroep en 6576 mensen in de controle groep).  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de kans op het krijgen van een lage botmassa significant met 36% [OR  =  0.66, 95% BI  =  0.47-0.94, p =  0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de lumbale wervelkolom signifcant [SMD = 0.19, 95% BI = 0.08-0.31, p  = 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de heup signifcant [SMD = 0.19, 95% BI = 0.05-0.34, p =  0.01] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de femorale nek signifcant [MD = 0.01, 95% BI = 0.00-0.02, p  =  0.04] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de driehoek van Ward signifcant [MD = 0.02, 95% BI = 0.01-0.04, p =  0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de grote trochanter signifcant [MD = 0.03, 95% BI = 0.02-0.04, p    0.00001] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van thee de botdichtheid verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Updated association of tea consumption and bone mineral density: A meta-analysis by Zhang ZF, Yang JL, [...], Liu ZX.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5371490/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee consumptie en ouderdom.

Wekelijks 0.1-7 glazen alcoholische drank verlaagt hartfalen

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het drinken van alcohol en het krijgen van hartfalen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 prospectieve cohort studies met 13738 mensen met hartfalen onder 355804 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat 0.1-7 glazen alcoholische drank per week, het risico op het krijgen van hartfalen significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.81-0.90] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd echter niet teruggevonden voor zowel 7.1-14 glazen alcoholische drank per week, voor 14.1-28 glazen alcoholische drank per week en als meer dan 28 glazen alcoholische drank per week.

De onderzoekers vonden dat ex-drinkers een significant verhoogde risico van 22% op het krijgen van hartfalen hadden vergeleken met niet drinkers of gelegenheidsdrinkers.

De onderzoekers concludeerden dat 0.1-7 glazen alcoholische drank per week, het risico op het krijgen van hartfalen verlaagde en ex-drinkers hadden een verhoogde risico op het krijgen van hartfalen.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of heart failure: Meta-analysis of 13 prospective studies by Susanna C. Larsson, […], Alicja Wolk

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0261561417301681

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en alcoholconsumptie.
Deze maaltijden en producten uit de supermarkt zijn geschikt voor hartpatiënten. 

Dagelijks 100 mg flavonoïden via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op doodgaan (=mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van flavonoïden vergeleken met een lage, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 26% [risk ratio = 0.74, 95% BI =  0.55-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 4% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het significant verlaagde risico gevonden werd in de volgende flavonoïdensubgroepen: de flavonolen, flavonen, flavanonen, anthocyanidinen en proanthocyanidinen.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van flavonoïden, ten minste 100 mg flavonolen, flavonen, flavanonen, anthocyanidinen of proanthocyanidinen per dag, de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Flavonoid and Lignan Intake and Mortality in Prospective Cohort Studies: Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis by Grosso G, Micek A, […], Giovannucci EL.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28472215

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en flavonoïden.  
Welke producten 100 mg flavonoïden leveren, kunt u hier opzoeken.

 

Dagelijks 50 microgram vitamine K via voeding verlaagt fracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine K (in de vorm van K1) de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 1114 mensen met fracturen onder 80982 deelnemers. Alle deelnemers waren ouder dan 30 jaar. De follow-up duur varieerde tussen 6.9 en 10 jaar. De meeste studie hadden gecorrigeerd voor leeftijd, BMI, BMD, lichamelijke activiteiten, vitamine D, calciuminname, roken en alcoholconsumptie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine K vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van fracturen significant met 22% [R =  0.78, 95% BI = 0.56-0.99, I2  =  59.2%, p  = 0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 microgram vitamine K per dag via voeding, de kans op het krijgen van fracturen significant met 3% [R =  0.97, 95% BI = 0.95-0.99, I2  =  25.9%, p  = 0.25] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine K gedurende 10 jaar of langer, de kans op het krijgen van fracturen significant met 24% [R =  0.76, 95% BI = 0.58-0.93] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine K, ten minste 50 microgram vitamine K per dag, de kans op het krijgen van fracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin K intake and the risk of fractures: A meta-analysis by Hao G, Zhang B, [...], Cao X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5413254/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine K en ouderdom.

Levensmiddelen

Vitamine K1 (microgram of mcg)

Boerenkool gekookt (100 gram)

817

Spinazie a la creme diepvries gekookt (100 gram)

535.1

Spinazie rauw (100 gram)

394

Andijvie rauw (100 gram)

231

Broccoli gekookt (100 gram)

156

Kropsla (100 gram)

129

Spruitjes gekookt (100 gram)

127

Rode kool gekookt (100 gram)

47.6

Vitamine K1 is de meest voorkomende vorm van vitamine K in voeding.

 

Een mangaantekort verhoogt mogelijk de ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag mangaangehalte in het lichaam de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies met 836 mensen met de ziekte van Alzheimer en 1254 zonder de ziekte van Alzheimer. De gemiddelde leeftijd van mensen met de ziekte van Alzheimer varieerde tussen 66.2 en 87.0 jaar.

Er was een grote heterogeniteit tussen de studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum mangaangehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [SMD = -0.39, 95% BI = -0.71 tot -0.08, p = 0.015].

De onderzoekers vonden dat het serum mangaangehalte van mensen met een lichte cognitieve achteruitgang niet significant lager was dan van mensen zonder een lichte cognitieve achteruitgang [SMD = -0.31, 95% BI = -0.70 tot 0.08, p = 0.117].

De onderzoekers vonden dat het serum mangaangehalte van mensen met cognitieve achteruitgang (zowel mensen met de ziekte van Alzheimer als lichte cognitieve achteruitgang) significant lager was dan van mensen zonder cognitieve achteruitgang [SMD = -0.37, 95% BI = -0.60 tot -0.13, p = 0.002].

De onderzoekers vonden geen significant veschil tussen het serum mangaangehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer en mensen met een milde cognitieve achteruitgang [SMD = 0.24, 95% BI = -0.23 tot 0.72, p = 0.310].

De onderzoekers concludeerden dat een tekort aan mangaan in het lichaam de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat er een grote heterogeniteit tussen de studies was.

Oorspronkelijke titel:
Association of Serum Manganese Levels with Alzheimer’s Disease and Mild Cognitive Impairment: A Systematic Review and Meta-Analysis by Du K, Liu M, [...], Wei M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5372894/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over mangaan en de ziekte van Alzheimer.
Een grote heterogeniteit tussen de studies kan leiden tot een appel-peer vergelijking. Daarom moet bij een grote heterogeniteit tussen de studies de gevonden resultaten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.

Kaliumsupplementen gedurende minimaal 4 weken verlagen de bloeddruk van mensen met een hoge bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van kalium de  bloeddruk van mensen met een hoge bloeddruk (140/90 mmHg)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 RCT’s met in totaal 1213 mensen met een hoge bloeddruk. De studieduur was minimaal 4 weken.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van kalium de systolische bloeddruk (bovendruk) van mensen met een hoge bloeddruk significant met 4.25 mmHg [95% BI = -5.96 tot -2.53, I2 = 41%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van kalium de diastolische druk (onderdruk) van mensen met een hoge bloeddruk significant met 2.54 mmHg [95% BI = -4.05 tot -1.02, I2 = 65%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van kalium de systolische bloeddruk van Amerikanen met een hoge bloeddruk significant met 2.64 mmHg [95% BI = -5.25 tot -0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van kalium de systolische bloeddruk van Europeanen met een hoge bloeddruk significant met 4.56 mmHg [95% BI = -6.51 tot -2.62] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van kalium de systolische bloeddruk van Aziaten met een hoge bloeddruk significant met 5.21 mmHg [95% BI = -9.63 tot -0.79] verlaagde.

De onderzoekers vonden een dosisafhankelijk verband tussen het slikken van kalium en het verlagen van de bloeddruk.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van kalium gedurende minimaal 4 weken de bloeddruk van mensen met een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Oral potassium supplementation for management of essential hypertension: A meta-analysis of randomized controlled trials by Poorolajal J, Zeraati F, […], Maleki A.

Link:
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0174967

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk en kalium.

Dagelijks 1-3 porties groenten verlaagt mogelijk nierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groenten en fruit de kans op het krijgen van nierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 observationele studies (4 cohort, 1 gepooled en 14 patiënt-controle studies met in totaal 10215 mensen met nierkanker (niercelcarcinoom).  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker significant met 27% verlaagde [SRR = 0.73, 95% BI = 0.63-0.85, I2 = 53.5%, p = 0.004]. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker niet significant met 13% verlaagde [SRR = 0.87, 95% BI = 0.72-1.06]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat 1 portie groenten per dag, de kans op het krijgen van nierkanker significant met 10% verlaagde [SRR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.96, I2 = 69.0%, p 0.001]. Echter, dit verlaagde risico nam niet meer significant toe boven 3 porties per dag. Significant omdat SRR = 1 niet in de 95% BI van 0.94 tot 0.96 zat. SRR = 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker significant met 14% verlaagde [SRR = 0.86, 95% BI = 0.75-0.98, I2 = 47.4%, p = 0.012].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker niet significant met 10% verlaagde [SRR = 0.90, 95% BI = 0.73-1.10].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 1-3 porties groenten per dag en veel fruit de kans op het krijgen van nierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of fruits and vegetables and risk of renal cell carcinoma: a meta-analysis of observational studies by Zhang S, Jia Z, [...], Yang J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5438616/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente- en fruitconsumptie en kanker.

Één portie groenten komt overeen met:

  • 100 ml vers groentesap (bijvoorbeeld: wortelsap, rodebietensap of tomatensap)
  • 1/4 komkommer
  • 1/3 aubergine
  • 1 tomaat
  • 1 paprika
  • 1 courgette
  • 1 stronk witloof
  • 7 kerstomaatjes
  • 10 radijsjes
  • 14 champignons
  • 4 eetlepels gekookte groenten (worteltjes, bloemkool, broccoli, spinazie, asperges, rode kool, enz.)

Één portie fruit komt overeen met:

  • 100 ml vers vruchtensap (sinaasappel, pompelmoes, bloedsinaasappel)
  • 2 kiwi’s
  • 1/2 meloen, pompelmoes, avocado of mango
  • een handvol druiven
  • 1 (kleine) banaan
  • 1 appel of peer
  • 1 perzik of nectarine
  • 150 g aardbeien
  • 3 mandarijntjes, pruimen of abrikozen
  • 10 kersen

Dagelijks 20 gram peulvruchten verlaagt prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies naar de relatie tussen de consumptie van peulvruchten en het risico op prostaatkanker lieten tegenstrijdige resultaten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van peulvruchten de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies met in totaal 281034 deelnemers, waarvan 10234 mensen met prostaatkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.75-0.96, p = 0.010, I2 = 45.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke 20 gram peulvruchten per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 3.7% [95% BI = 1.5%-5.8%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel peulvruchten, minimaal 20 gram per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Legume intake and risk of prostate cancer: a meta-analysis of prospective cohort studies by Li J and Mao QQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28423366

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over peulvruchten en prostaatkanker.

 

300 microgram jodium per dag verlaagt mogelijk schildklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van jodium de kans op het krijgen van schildklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies met 2213 mensen met schildklierkanker en 2761 mensen zonder schildklierkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een inname van meer dan 300 microgram jodium per dag via voeding, de kans op het krijgen van schildklierkanker significant met 26% [OR = 0.74, 95% BI = 0.60-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zoutwater vis (minimaal 3 keer per week), de kans op het krijgen van schildklierkanker significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.55-0.95, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van schelpdieren (minimaal 3 keer per week), de kans op het krijgen van schildklierkanker significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.52-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van meer dan 300 microgram (mcg) jodium per dag, de kans op het krijgen van schildklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
The relationship between iodine intake and the risk of thyroid cancer: A meta-analysis by Cao LZ, Peng XD, [...], Li S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5440127/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over jodium, visconsumptie en kanker.
De conclusie van een overzichtsartikel is pas betrouwbaar wanneer het ook teruggevonden wordt in het overzichtsartikel van cohort studies.

Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt bloeddruk

Onderzoeksvraag:
Verlaagt magnesium de  bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies met 20119 mensen met een hoge bloeddruk onder 180566 deelnemers.

De hoeveelheid magnesium via voeding varieerde tussen 96 en 425 mg per dag en het serum magnesiumgehalte varieerde tussen 0.66 en 0.95 mmol/L.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel magnesium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.86-0.98, I2  = 0%, p = 0.48] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg magnesium via voeding per dag, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.90-1.00, I2 = 39.3%, p = 0.13] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het serum magnesiumgehalte en het verlagen van de bloeddruk [RR = 0.91, 95% BI = 0.80-1.02 p = 0.10, I2 = 0%, p = 0.48].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel magnesium, minimaal 100 mg per dag, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dose-response relationship between dietary magnesium intake, serum magnesium concentration and risk of hypertension: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Han H, Fang X, […], Cao Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5420140/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en magnesium.

Minimaal 2 mg lycopeen per dag via voeding verlaagt prostaatkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt lycopeen de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 42 studies met 43851 mensen met prostaatkanker onder 692012 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van lycopeen via voeding de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.78-0.98, p = 0.017] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge lycopeenbloedwaarde de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79-0.98, p = 0.019] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 mg lycopeen per dag via voeding, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 1% [p = 0.026] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de lycopeenbloedwaarde met 10 μg/dL de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 3.5% [p = 0.004] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen lycopeen en vergevorderde prostaatkanker. Echter, er was een trend tussen lycopeen en de agressiviteit van prostaatkanker [RR = 0.74, 95% BI = 0.55-1.00, p = 0.052].

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van lycopeen via voeding als een hoge lycopeenbloedwaarde de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Increased dietary and circulating lycopene are associated with reduced prostate cancer risk: a systematic review and meta-analysis by Rowles JL, Ranard KM, […], Erdman JW Jr.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28440323

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lycopeen en prostaatkanker.

Deze maaltijden leveren minimaal 2 mg lycopeen. Lycopeen is verantwoordelijk voor de rode kleur van tomaten.

Een hoge lycopeenbloedwaarde wordt verkregen door lycopeenrijke voeding te eten en/of lycopeensupplementen te slikken. Eet tomaten voor lycopeen.

Dagelijks 1 ei verhoogt hartfalen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van eieren de kans op het krijgen van hartfalen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 prospectieve cohort studies met in totaal 105999 deelnemers waarvan 5059 mensen met hartfalen.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten 1 of meer eieren per dag, de kans op het krijgen van hartfalen significant met 25% [gepoolde RR = 1.25, 95% BI = 1.12-1.39, p = 0.00, I2 = 0%] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het eten 1 of meer eieren per dag, de kans op het krijgen van hartfalen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Egg Consumption and Incidence of Heart Failure: A Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Khawaja O, Singh H, […], Djoussé L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5367008/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en het eten van eieren.

Hartpatiënten worden aangeraden deze producten uit de supermarkt te eten

Minimaal 200 gram yoghurt per dag verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van yoghurt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 291236 deelnemers. De inname van yoghurt werd bepaald aan de hand van food-frequency questionnaire (FFQ). De follow-up duur (de duur van de studie) was gemiddeld meer dan 10 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel yoghurt vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten niet significant met 1% [RR = 1.01, 95% BI = 0.95-1.08, I2 = 52%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het eten van minimaal 200 gram yoghurt per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.85-1.00] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 200 gram yoghurt per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of Yogurt and the Incident Risk of Cardiovascular Disease: A Meta-Analysis of Nine Cohort Studies by Wu L and Sun D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5372978/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en het eten van zuivelproducten.
Hartpatiënten worden aangeraden deze producten uit de supermarkt te eten.