Voeding en gezondheid

Minimaal 10 gram vezels per dag verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 epidemiologische studies (patiënt-controle studies en cohort studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vezels de kans op het krijgen van borstkanker significant met 12% verlaagde. Deze significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses, zoals de Jadad scores (geven de betrouwbaarheid van de studies weer), de studietype en de menopauze status.

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van borstkanker met 4% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vezels (minimaal 10 gram per dag) de kans op het krijgen van borstkanker, met name onder postmenopauzale vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fibre intake and risk of breast cancer: A systematic review and meta-analysis of epidemiological studies by Chen S, Chen Y, […], Zhang K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27829237

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en vezelconsumptie.

Een dagelijkse voeding met veel vezels is een voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Een dagelijkse voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bestaat voornamelijk uit producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.  Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.

2000 mg vitamine B3 per dag verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het toedienen van vitamine B3 (in de vorm van niacine) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 9013 mensen, waarvan 5362 mensen in de vitamine B3-groep.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het toedienen van niacine (een vorm van vitamine B3) het Lp(a)-gehalte significant met 22.9% [WMD = -22.90%, 95% BI = -27.32 tot -18.48, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het toedienen van maximaal 2000 mg niacine per dag het Lp(a)-gehalte significant met 21.85% [WMD = -21.85%, 95% BI = -30.61 tot -13.10, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het toedienen van minimaal 2000 mg niacine per dag het Lp(a)-gehalte significant met 23.21% [WMD = -23.21%, 95% BI = -28.41 tot -18.01, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen relatie tussen zowel het Lp(a)-gehalte en de duur en de dosis van de niacinetherapie.

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het toedienen van niacine en het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol).

De onderzoekers concludeerden dat het toedienen van niacine (een vorm van vitamine B3) het Lp(a)-gehalte verlaagde. Echter, het Lp(a)-gehalte werd niet meer verlaagd boven 2000 mg niacine per dag.

Oorspronkelijke titel:
Effect of extended-release niacin on plasma lipoprotein(a) levels: A systematic review and meta-analysis of randomized placebo-controlled trials by Sahebkar A, Reiner Ž, […], Cicero AF.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27733255

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en vitamine B3.

Een hoog gehalte aan lipoproteïne(a), afgekort Lp(a), is een risicofactor voor het optreden van hart- en vaatziekten. Lp(a) is een lipoproteïne dat sterk lijkt op het “slechte” LDL-cholesterol.

3 glazen alcohol of meer per dag verhoogt een subarachnoïdale bloeding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cohort studies (480014 deelnemers, waarvan 35.2% mannen. De follow-up duur varieerde tusen 3.8 en 17.9 jaar) en 5 patiënt-controle studies (1182 mensen met subarachnoïdale bloeding en 2357 mensen zonder subarachnoïdale bloeding).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat zowel een lichte [tot 15 g alcohol per dag; gepoolde RR = 1.27, 95% BI = 0.95-1.68] als matige alcoholconsumptie [15-30 g alcohol per dag; gepoolde RR = 1.33, 95% BI = 0.84-2.09] de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding niet verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van meer dan 30 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding significant met 78% [gepoolde RR = 1.78 [95% BI = 1.46-2.17] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het drinken van alcohol en de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding [p = 0.0125].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding significant met 12.1% verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van meer dan 30 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding verhoogde. Dit verhoogde risico was lineair.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of subarachnoid hemorrhage: A meta-analysis of 14 observational studies by Yao X, Zhang K, [...], Chen G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5038345/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en alcoholconsumptie.

Er zijn twee soorten hersenbloedingen: intracerebrale bloedingen en subarachnoïdale bloedingen.

Een subarachnoïdale bloeding (vaak afgekort als SAB) oftewel hersenaneurysma, is een plotselinge bloeding in de subarachnoïdale ruimte. Dit is de ruimte net boven de hersenen onder het spinnenwebvlies (arachnoidea).

Een subarachnoïdale bloeding is meestal het gevolg van een uitstulping van de wand (een aneurysma) in een van de slagaders in de hersenen.

Een subarachnoïdale bloeding treedt vooral op tussen het veertigste en vijftigste levensjaar. De verschijnselen zijn een zeer plotseling optredende heftige en aanhoudende hoofdpijn en nekpijn. Veel patiënten beschrijven een “knapje” of slag in de nek. In ernstige gevallen kan een patiënt direct comateus raken en ter plekke overlijden.

Een derde van de patiënten met een subarachnoïdale bloeding overlijdt voordat het ziekenhuis bereikt is.

Subarachnoïdale bloedingen komen tweemaal vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en de helft van de patiënten is jonger dan 55 jaar.

Risicofactoren voor het ontstaan van een hersenaneurysma zijn:

  1. hoge bloeddruk;
  2. roken;
  3. genetische aanleg;
  4. polycysteuze nierziekten;
  5. alcoholmisbruik.

Vitamine B3 verhoogt het HDL-cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt vitamine B3-suppletie (in de vorm van niacine) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s met in totaal 35206 deelnemers. De gemiddelde follow-up duur was 32.8 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 21.4% [95% BI = 5.11 tot 13.51] oftewel 9.31 mg/dL verhoogde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen verband tussen vitamine B3-suppletie en all-cause mortaliteit [RR = 0.99, 95% BI = 0.88-1.12].

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten niet significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.81-1.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op het krijgen van een niet fatale hartinfarct niet significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.73-1.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op het krijgen van een coronaire dood niet significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.78- 1.10] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de vitamine B3-suppletie (als niacine) groep een niet significant verlaagde risico van 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.65-1.06] voor revascularisatie (een herstel van de bloedvoorziening, nadat deze enige tijd verloren is gegaan).

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.72-1.10] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) alleen het HDL-cholesterolgehalte verhoogde. Echter, het verlaagde niet de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Role of Niacin in current clinical practice: A systematic review by Garg A, Sharma A, […], Sikorskaya E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27793642

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en vitamine B3.

Deze maaltijden bevatten veel vitamine B3.

Suikergezoete en zoetstofgezoete frisdrank verhogen hart- en haatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt de consumptie van frisdrank de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies met in totaal 308420 deelnemers (leeftijd tussen 34-75 jaar).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van suikergezoete frisdrank vegeleken met een lage, de kans op het krijgen van een hartinfarct significant met 19% [RR = 1.19, 95% BI = 1.09-1.31] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zoetstofgezoete frisdrank vegeleken met een lage, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 1.14, 95% CI 1.04-1.26] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zoetstofgezoete frisdrank vegeleken met een lage, de kans op het krijgen van vasculaire voorvallen significant met 44% [RR = 1.44, 95% BI = 1.02-2.03] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een voedingspatroon met veel suikergezoete en/of zoetstofgezoete frisdrank, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Soft drinks and sweetened beverages and the risk of cardiovascular disease and mortality: a systematic review and meta-analysis by Narain A, Kwok CS and Mamas MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27456347

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten, koolhydraten en het verlagen van de kans op het krijgen van een beroerte.

Een voedingspatroon met veel suiker is een voedingspatroon met meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal. Een voedingspatroon met meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal bestaat voornamelijk uit producten met meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

Dagelijks 100 mg choline in combinatie met betaïne via voeding verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van choline en/of betaïne en de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 patiënt-controle studies en 5 cohort studies met 14488 mensen met kanker onder 513390 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel choline vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.70 tot 0.97, I2 = 80.2%] verlaagde. Er was publicatie bias.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel betaïne vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 14% [gepoolde RR = 0.86, 95% BI = 0.76 tot 0.97, I2 = 65.8%] verlaagde. Er was geen publicatie bias.

De onderzoekers vonden dat het eten van zowel veel choline als betaïne vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 40% [gepoolde RR = 0.60, 95% BI = 0.40 tot 0.90, I2 = 82.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg choline per dag in combinatie met betaïne, de kans op het krijgen van kanker significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.87 tot 0.92, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van zowel veel choline als betaïne, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 58% [gepoolde RR = 0.42, 95% BI = 0.30 tot 0.59] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel choline, de kans op het krijgen van kanker onder vrouwen significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.61 tot 0.99] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder mannen.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel choline (minimaal 100 mg per dag) alleen of in combinatie met betaïne de kans op het krijgen van kanker, met name borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Choline and betaine consumption lowers cancer risk: a meta-analysis of epidemiologic studies by Sun S, Li X, [...], Wang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5069558/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en choline.

1 gekookt ei levert 113 mg choline
100 gram kabeljauw levert 291 mg choline.
100 gram kippenlever levert 326 mg choline.

Genisteïnesupplementen verlagen hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van genisteïne de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 476 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne het plasma homocysteïnegehalte van postmenopauzale vrouwen significant met 0.58 μmol/L [p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van postmenopauzale vrouwen significant met 4.9 mg/dL [p = 0.0002] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom significant met 16.90 mg/dL [p = 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne het totale cholesterolgehalte van postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom significant met 15.83 mg/dL [p = 0.008] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne het triglyceridengehalte van postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom significant met 46.58 mg/dL [p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van genisteïne de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen, met name met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does genistein lower plasma lipids and homocysteine levels in postmenopausal women? A meta-analysis by Li J, Liu Y, […], Feng W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27338295

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het homocysteïnegehalte, het metabole syndroom en sojaconsumptie.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog homocysteïne-, hoog LDL cholesterol- en totale cholesterol- en een hoog triglyceridengehalte en een laag HDL cholesterolgehalte.

De 3 belangrijkste isoflavonen in soja zijn daidzeïne, genisteïne en glyciteïne. Deze maaltijden bevatten veel isoflavonen.

45 gram amandelen per dag verlaagt het cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van amandelen het cholesterolgehalte en het triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 RCT’s. De gemiddelde inname van amandelen varieerde tussen 20 en 113 gram per dag en de follow-up duur varieerde tussen 4 weken en 18 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het totale cholesterolgehalte significant met 0.153 mmol/L [p 0.001] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.124 mmol/L [p = 0.001] verlaagde. Significant want de p-waarde van 0.001 was kleiner dan 0.05.

De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het triglyceridengehalte significant met 0.067 mmol/L [p = 0.042] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van amandelen het triglyceridengehalte met 0.067 mmol/L verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) niet significant met 0.017 mmol/L [p = 0.207] verlaagde. Niet significant want de p-waarde van 0.207 was groter dan 0.05.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het beschermende effect alleen significant was bij 45 gram amandelen of meer per dag, bij een interventie van maximaal 12 weken en bij een verhoogd cholesterolgehalte aan het begin van de studie.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 45 gram amandelen per dag gedurende 12 weken zowel het cholesterolgehalte als het triglyceridengehalte, met name  bij mensen met een verhoogd cholesterolgehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of almond consumption on fasting blood lipid levels: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials by Musa-Veloso K, Paulionis L, […], Lee HY.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5048189/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog triglyceriden- en LDL-cholesterolgehalte.

Dagelijks 250 ml volle melk verhoogt doodgaan aan prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van zuivelproducten en doodgaan aan kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 populatiegebaseerde cohort studies met in totaal 778929 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van zuivelproducten en doodgaan aan kanker [gepoolde RR = 0.99, 95% BI = 0.92-1.07, p = 0.893].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het drinken van melk de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.92-1.03, p = 0.314] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van yoghurt de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.71-1.10, p = 0.271] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van kaas de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 23% [gepoolde RR = 1.23, 95% BI = 0.94-1.61, p = 0.127] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van boter de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 13% [gepoolde RR = 1.13, 95% BI = 0.89-1.44, p = 0.317] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het drinken van volle melk de kans op doodgaan aan prostaatkanker significant met 50% [gepoolde RR = 1.50, 95% BI = 1.03-2.17, p = 0.032] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 portie volle melk de kans op doodgaan aan prostaatkanker significant met 43% [gepoolde RR = 1.43, 95% BI = 1.13-1.81, p = 0.003] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van zuivelproducten en doodgaan aan kanker. Echter, minimaal 1 portie volle melk (250 ml) per dag verhoogde de kans op doodgaan aan prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Dairy products intake and cancer mortality risk: a meta-analysis of 11 population-based cohort studies by Lu W, Chen H, […], Wu Y.

Link:
https://nutritionj.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12937-016-0210-9

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over prostaatkanker en zuivelproducten.

 

Dierlijke transvetzuren verhogen niet borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van dierlijke transvetzuren en de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 patiënt-controle studies en 2 cohort studies over de c9:t11-CLA inname met in totaal 67533 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel dierlijke transvetzuren in de vorm van c9:t11-CLA, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.64-1.25, I2 = 78.3%, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van dierlijke transvetzuren en de kans op het krijgen van borstkanker. Echter, het aantal studies in dit overzichtsartikel was te klein om een eventueel verband (positief of negatief) goed aan te kunnen tonen.

Oorspronkelijke titel:
Ruminant trans-fatty acids and risk of breast cancer: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Kolahdouz MR, Bagheri MF, […], Shidfar F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27627219

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en vetten.

Maximaal 4 kopjes koffie per dag verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 prospectieve cohort studies met in totaal 1610543 deelnemers, waarvan 183991 gevallen van all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken), 34574 sterfgevallen aan hart- en vaatziekten en 40991 sterfgevallen aan kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van maximaal 4 kopjes koffie per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.82-0.89] verlaagde. Het verlaagde risico nam niet meer toe boven 4 kopjes koffie per dag.

De onderzoekers vonden dat het drinken van maximaal 4 kopjes koffie per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.77-0.93] verlaagde.
Het verlaagde risico nam niet meer toe boven 4 kopjes koffie per dag.

De onderzoekers vonden in niet rokers dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.93-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in niet rokers dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.91-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden in niet rokers dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 2% [RR = 0.98, 95% BI = 0.96-1.00] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van maximaal 4 kopjes koffie per dag zowel de kans op doodgaan aan alle oorzaken als aan hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee consumption and risk of all-cause, cardiovascular, and cancer mortality in smokers and non-smokers: a dose-response meta-analysis by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27699514

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker, hart- en vaatziekten en koffieconsumptie.

 

Een hoog calciumgehalte verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het hebben van een hoog calciumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 prospectieve cohort studies met in totaal 21048 deelnemers. De gemiddelde follow-up duur was 17 jaar. Het calciumgehalte varieerde tussen 1.00 en 3.72 mmol/L.

Er was geen publicatie bias. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog serum calciumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van borstkanker significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.66-0.97, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum calciumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Calcium and the Risk of Breast Cancer: Findings from the Swedish AMORIS Study and a Meta-Analysis of Prospective Studies by Wulaningsih W, Sagoo HK, [...], Van Hemelrijck M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5037765/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en calcium.

 

Veel flavonoïden via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 356627 deelnemers, waarvan 5154 mensen met een beroerte.

Er werd in alle studies gecorrigeerd voor geslacht, BMI, roken en educatie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82 tot 0.97, p = 0.006, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.77 tot 1.08, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van meer dan 10 jaar, dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.81 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary flavonoid intake and the risk of stroke: a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Tang Z, Li M, [...], Hou W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4908865/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden en het voorkomen van een beroerte.

100 gram druiven leveren 100 tot 135 milligram flavonoïden.

100 gram roodvlees per dag verhoogt alvleesklierkanker onder mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van rood- en bewerkt vlees de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 studies met in totaal 3143777 deelnemers, waarvan 11325 mensen die roodvlees aten en 2904866 deelnemers, waarvan 9955 mensen die bewerkt vlees aten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat roodvleesconsumptie vergeleken met geen roodvleesconsumptie, de kans op het krijgen van alvleeskierkanker significant verhoogde [p = 0.02]. Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat bewerkt vleesconsumptie vergeleken met geen bewerkt vleesconsumptie, de kans op het krijgen van alvleeskierkanker significant verhoogde [p 0.01]. Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 100 gram roodvlees per dag, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant verhoogde [p = 0.01].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker niet significant verhoogde [p = 0.90].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat roodvleesconsumptie vergeleken met geen roodvleesconsumptie, de kans op het krijgen van alvleeskierkanker in mannen significant verhoogde [p 0.01]. Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden in vrouwen [p = 0.61].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat bewerkt vleesconsumptie vergeleken met geen bewerkt vleesconsumptie, de kans op het krijgen van alvleeskierkanker in mannen significant verhoogde [p 0.01]. Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden in vrouwen [p = 0.88].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van roodvlees en bewerkt vlees de kans op het krijgen van alvleesklierkanker onder mannen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Consumption of Red and Processed Meat and Pancreatic Cancer Risk-a Systematic Review and Meta-analysis by Zhao Z, Yin Z, […], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27693521

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en vleesconsumptie.

Een alternatief voor roodvlees is witvlees. Kip, gevogelte en vis zijn witvlees.

 

Isoflavonen via voeding verlagen prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van fyto-oestrogenen de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 patiënt-controle studies en 2 cohort studies met in totaal 11346 mensen met prostaatkanker en 140177 mensen zonder prostaatkanker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van daidzeïne de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 15% [OR = 0.85, 95% BI = 0.75-0.96] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van genisteïne de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 13% [OR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van glyciteïne de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 11% [OR = 0.89, 95% BI = 0.81-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van totale isoflavonen de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 7% [OR = 0.93, 95% BI = 0.84-1.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van equol de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 14% [OR = 0.86, 95% BI = 0.66-1.14] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van totale lignanen de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 5% [OR = 1.05, 95% BI = 0.54-2.04] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van secoisolariciresinol de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 2% [OR = 1.02, 95% BI = 0.83-1.24] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van matairesinol de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 9% [OR = 0.91, 95% BI = 0.75-1.11] verlaagde. Niet significant want OR van 1 zat in de 95% BI van 0.75 tot 1.11. OR van 1 wil zeggen, er is geen risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van enterolactone de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 6% [OR = 0.94, 95% BI = 0.73-1.20] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van coumestrol de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 11% [OR = 0.89, 95% BI = 0.76-1.06] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat daidzeïne, genisteïne en glyciteïne (de 3 belangrijskte isoflavonen) via voeding de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Phytoestrogens and risk of prostate cancer: an updated meta-analysis of epidemiologic studies by Zhang Q, Feng H, […], Yuan M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27687296

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over prostaatkanker en sojaconsumptie.

De voornaamste phyto-oestrogenen zijn de isoflavonen, lignanen en coumestanen.

De drie belangrijkste isoflavonen zijn genisteïne, daïdzeïne en glyciteïne. Isoflavonen zitten in soja en sojaproducten.
Deze maaltijden bevatten veel isoflavonen.

Equol is een metaboliet van daidzeïne die sommige mensen in de darmen produceren.

De lignanen uit lijnzaad (secoisolariciresinol diglycoside, matairesinol) worden na de inname door de enzymen van de dikke darmbacteriën (bètaglucosidases) omgezet in de lichaamseigen lignanen (enterolactone, enterodiol).

Coumestanen zijn o.a. coumestrol, wedelolacton en plicadine. Courmestannen zitten in sojabonen, spruitjes, spinazie en alfalfa.  
 

Een hoge inname van zowel folaat, calcium als vezels verlaagt voorstadium van dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat zijn de risicofactoren van serrated darmpoliepen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 studies. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het roken van veel tabak de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 147% [RR = 2.47, 95% BI = 2.12-2.87] verhoogde. Het risico was hoger voor sessiel serrated darmpoliepen dan voor hyperplastische serrated darmpoliepen.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel alcohol de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 33% [RR = 1.33, 95% BI = 1.17-1.52] verhoogde. Het risico was hoger voor sessiel serrated darmpoliepen dan voor hyperplastische serrated darmpoliepen.

De onderzoekers vonden dat een hoog BMI de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.22-1.61] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van zowel veel vet als vlees de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van niet-steroïde ontstekingsremmers de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 33% [RR = 0.77, 95% BI = 0.65-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van veel niet-steroïde ontstekingsremmers de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 33% [RR = 0.77, 95% BI = 0.65-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van veel aspirine de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.67-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van zowel folaat, calcium als vezels de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen lichamelijke activiteiten of hormonentherapie en de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van veel niet-steroïde ontstekingsremmers en aspirine en een hoge inname van zowel folaat, calcium als vezels de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Lifestyle Risk Factors for Serrated Colorectal Polyps: a Systematic Review and Meta-analysis by Bailie L, Loughrey MB and Coleman HG.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27639804

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker.

Een poliep in de dikke darm is een woekering van het slijmvlies van de dikke darm. Ongeveer 5-20% van alle mensen boven de vijftig jaar hebben last van poliepen. De meeste poliepen zijn verreweg goedaardig en zullen ook altijd goedaardig blijven. Echter, poliepen kunnen ook onrustige cellen bevatten en op den duur uitgroeien tot een kwaadaardige tumor: dikke darmkanker.

“Poliepen met tanden” oftewel serrated poliepen worden ook wel goedaardige darmpoliepen genoemd. Ze heten zo omdat ze de vorm van zaagtanden onder de microscoop vertonen. Echter, goedaardige poliepen in de dikke darm zijn niet zo onschuldig als altijd werd gedacht want zij kunnen net zo goed tot dikke darmkanker leiden. Er zijn drie vormen van serrated poliepen:

  1. de hyperplastische poliep;
  2. de serrated poliep (met dysplastische kenmerken van het epitheel) en;
  3. de gemengde poliepen.

 

Knoflook via voeding verlaagt niet dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 7 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet verlaagde [OR = 0.93, 95% BI = 0.82-1.06, p = 0.281, I2 = 83.6%, p ≤ 0.001].

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 37% verlaagde [gecombineerde RR = 0.63, 95% BI = 0.48-0.82, p = 0. 00, I2 = 75.6%, p ≤ 0.001]. Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Garlic consumption and colorectal cancer risk in man: a systematic review and meta-analysis by Chiavarini M, Minelli L and Fabiani R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25945653

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en allium groenten.

 

Dagelijks 2.5 gram plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken verlaagt de bloedwaarden van beta-caroteen en luteïne

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de inname van plantensterolen- en/of -stanolen de bloedwaarden van carotenoïden, vitamine A en D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 RCT’s met in totaal 3306 deelnemers. De gemiddelde plantensterolen- of stanoleninname was 2.5 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -16.3% [95% BI = -18.3 tot -14.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -10.1% [95% BI = -12.3 tot -8.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-caroteen significant met -14.4 % [95% BI = -17.5 tot -11.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-caroteen significant met -7.8% [95% BI = -11.3 tot -4.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van lycopeen significant met -12.3% [95% BI = -14.6 tot -10.1] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van lycopeen significant met -6.3% [95% BI = -8.6 tot -4.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van luteïne significant met -7.4% [95% BI = -10.1 tot -4.8] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van zeaxanthine significant met -12.9% [95% BI = -18.9 tot -6.8] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van zeaxanthine significant met -7.7% [95% BI = -13.8 tot -1.7] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-cryptoxanthine significant -10.6% [95% BI = -14.3 tot -6.9] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-cryptoxanthine significant met -4.8% [95% = -8.7 tot -0.9] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-tocoferol significant met -7.1% [95% = -8.0 tot -6.2] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van gamma-tocoferol significant met -6.9% [95% = -9.8 tot -3.9] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van zowel vitamine A als vitamine D niet significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van luteïne significant met -5.6% verlaagde. Echter, deze verlaging was niet significant tot 4 weken inname.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -14.2% verlaagde. Echter, deze verlaging was niet significant tot 4 weken inname.

De onderzoekers concludeerden dat de inname van 2.5 gram plantensterolen en/of -stanolen per dag gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen en luteïne verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Plasma fat-soluble vitamin and carotenoid concentrations after plant sterol and plant stanol consumption: a meta-analysis of randomized controlled trials by Baumgartner S, Ras RT, […], Plat J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27591863

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatzieken en carotenoïden.

Plantensterolen en/of -stanolen verlagen namelijk het cholesterolgehalte. Naast het verlagen van het cholesterolgehalte verlagen ze volgens het hier bovenstaande overzichtsartikel ook het luteïne- en beta-caroteengehalte. Plantensterolen en/of -stanolen worden vaak aan margarine en halvarine toegevoegd.

 

Flavanolen via voeding verlaagt mogelijk kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 patiënt-controle studies en 18 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van kanker significant met 6.5% [RR = 0.935, 95% BI = 0.891-0.981, I2 = 46.837%] verlaagde. De Egger’s funnel plot toonde publicatie bias (de afwezigheid van negetieve studies) aan.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van rectale kanker significant met 16.2% [RR = 0.838, 95% BI = 0.733-0.958, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van zowel keel- als strottehoofdkanker significant met 24.1% [RR = 0.759, 95% BI = 0.581-0.993, I2 = 0%] verlaagde. 

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van borstkanker significant met 11.5% [RR = 0.885, 95% BI = 0.790-0.991, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van maagkanker onder vrouwen significant met 26.7% [RR = 0.633, 95% BI = 0.468-0.858] verlaagde.

De onderzoekers vonden in het meta-regressie model geen dosisafhankelijk verband tussen het eten van flavan-3-olen (flavanolen) en de kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van kanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er publicatie bias was en het verlaagde risico niet werd teruggevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Flavan-3-ols consumption and cancer risk: A meta-analysis of epidemiologic studies by Lei L, Yang Y, [...], Yang J.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=12017&path[]=38034

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en flavonoïden.
Flavanolen zitten in peren, appels, bosbessen, aardbeien, perziken, chocolade en thee.

 

Bosbessen verlagen niet de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen bosbessen de bloeddruk?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s met in totaal 204 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met bosbessen de systolische bloeddruk niet verlaagde [MD = -0.28, 95% BI = -1.11 tot 0.56, I2 = 87%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met bosbessen de diastolische bloeddruk niet verlaagde [MD = -0.5, 95% BI = -1.24 tot 0.24, I2 = 84%].

De onderzoekers concludeerden dat bosbessen de bloeddruk niet verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of blueberry supplementation on blood pressure: a systematic review and meta-analysis of randomized clinical trials by Zhu Y, Sun J, […], Qiu C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27654329

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk en groenten en fruit.

12 gram noten per dag verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies. De leeftijd varieerde tussen 30 en 86.7 jaar. De follow-up duur varieerde tussen 4.4 en 30 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80-0.97, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan een beroerte significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.72-0.91, I2 = 0%] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder vrouwen significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.96, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder Aziaten significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.67-0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 12 gram noten per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.79-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel noten (minimaal 12 gram per dag) de kans op het krijgen van een beroerte, met name onder vrouwen en Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut intake and stroke risk: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Shao C, Tang H, […], He J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4965766/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het voorkomen van een beroerte.

 

Donkergroene bladgroenten verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van donkergroene bladgroenten inclusief kruisbloemige groenten, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 studies (patiënt-controle studies en cohort studies) met in totaal  540000 deelnemers, waarvan 26173 mensen met hart- en vaatziekten.

Er was sprake van publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in een random effect model dat het eten van donkergroene bladgroenten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 15.8% [RR = 0.842, 95% BI = 0.753 to 0.941, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van donkergroene bladgroenten inclusief kruisbloemige groenten, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er sprake was van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
The effect of green leafy and cruciferous vegetable intake on the incidence of cardiovascular disease: A meta-analysis by Pollock RL.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4973479/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatzieken en het eten van groenten.

Dagelijks 40 gram kaas verlaagt hart- en vaatziekten en beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van kaas de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies. 13 van de 15 studies hadden een follow-up duur van meer dan 10 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 studies met in toaal 8076 mensen met hart- en vaatzieten, dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.82-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 studies met in toaal 7631 mensen met een coronaire hartziekte, dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.77-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 studies met in toaal 10449 mensen met een beroerte, dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van kaas en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [p-nonlineair 0.001] en een beroerte [p-nonlineair = 0.015] met het laagste risico bij 40 gram kaas per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel kaas (40 gram per dag) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Cheese consumption and risk of cardiovascular disease: a meta-analysis of prospective studies by Chen GC, Wang Y, [...], Qin LQ.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27517544

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zuivelproducten, hart- en vaatzieken en het verlagen van een beroerte.

B-vitamines supplementen verlagen huidkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Observationele studies suggereren een verband tussen het slikken van B-vitamines en het risico op het krijgen van kanker, echter dit verband blijft controverseel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van B-vitamines de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 RCT’s met in totaal 74498 deelnemers, waarvan 16 RCT’s die 4103 kankergevallen rapporteerden, 6 RCT’s die 731 sterfgevallen aan kanker rapporteerden en 15 RCT’s die 7046 sterfgevallen rapporteerden.

De follow-up duur varieerde tussen 2.0 en 7.3 jaar. De dosering van foliumzuur varieerde tussen 0.4 en 40 mg per dag, van vitamine B6 tussen 3.0 en 250 mg per dag en van vitamine B12 tussen 20 en 2000 μg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van B-vitamines de kans op het krijgen van kanker niet significant met 4% [RR = 1.04, 95% BI = 0.98-1.10, p  =  0.216] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van B-vitamines de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.90-1.22, p  =  0.521] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van B-vitamines de kans op het krijgen van huidmelanomen (huidkanker) significant met 53% [RR = 0.47, 95% BI = 0.23-0.94, p  =  0.032] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van B-vitamines en de totale mortaliteit [RR = 1.00, 95% BI = 0.94-1.06, p =  0.952].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het slikken van B-vitamines en de kans op het krijgen van kanker of doodgaan aan kanker. Echter, het slikken van B-vitamines verlaagde wel de kans op het krijgen van huidmelanomen (huidkanker).

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin B supplementation on cancer incidence, death due to cancer, and total mortality. A PRISMA-compliant cumulative meta-analysis of randomized controlled trials by Zhang SL, Chen TS, […], Zhou YH. 

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4979769/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en B-vitamines.

Melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat uit de moedervlek.
Ongeveer 5% van alle Nederlandse huidkankerpatiënten heeft melanoom. Andere vormen van huidkanker zijn: basaalcelcarcinoom (ongeveer 80%), plaveiselcelcarcinoom (ongeveer 15%) en merkelcelcarcinoom (minder dan 1%).

 

Eieren en gevogelte verhogen niet non-Hodgkin lymfoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van eieren en gevogelte de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 patiënt-controle studies en 3 prospectieve cohort studies met in totaal 11271 mensen met non-Hodgkin lymfoom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom niet significant met 4% [RR = 1.04, 95% BI = 0.86-1.27, I2 = 84.0%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel eieren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom niet significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 0.87-1.51, I2 = 85.3%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van gevogelte of eieren de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Lack of association of poultry and eggs intake with risk of non-Hodgkin lymphoma: a meta-analysis of observational studies by Dong Y and Wu G.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27405484

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en vleesconsumptie.