Voeding en gezondheid

Koffie verlaagt het leptine-gehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen koffieconsumptie en het circulerende gehalte aan adiponectine en leptine is onderzocht in de verschillende epidemiologische studies. Echter, de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt koffieconsumptie het circulerende gehalte aan adiponectine en leptine in het menselijk lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 cross-sectionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, het adiponectine-gehalte significant verhoogde [SMD = 0.11, 95% BI = 0.06 tot 0.17, p 0 .001]. 

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, het adiponectine-gehalte van vrouwen significant verhoogde [SMD = 0.11, 95% BI = 0.02 tot 0.20, p = 0.01]. 

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, het adiponectine-gehalte van mannen niet significant verhoogde [SMD = 0.03, 95% BI = -0.08 tot 0.14, p = 0.59]. 

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, het leptine-gehalte significant verlaagde [SMD = -0.19, 95% BI = -0.28 tot 0.10, p 0 .001]. 

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel koffie het adiponectine-gehalte van vrouwen verhoogde en het leptine-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Associations of coffee consumption with circulating level of adiponectin and leptin. A meta-analysis of observational studies by Zhang Y and Zhang DZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29513118

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en koffieconsumptie.

Het adiponectine is een eiwithormoon, dat zorgt voor een betere en gereguleerde aanmaak en afbraak van insuline. Het adiponectine gehalte is bij mensen met suikerziekte vaak te laag.

Veel groenten en fruit versterken het immuunsysteem

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Ontstekingen worden geassocieerd met een verhoogd risico op het krijgen van een reeks chronische ziekten. Een dieet rijk aan groenten en fruit kan helpen de ontstekingen te verminderen, omdat groenten en fruit veel antioxidanten en andere biologisch actieve stoffen bevatten, die het immuunsysteem kunnen versterken. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het eten van groenten en fruit de ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 71 clinische studies en 12 observationele studies (10 cross-sectionele studies en 2 cohort studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van veel groenten of fruit het C-reactieve proteïne (CRP) en de tumornecrosefactor-alfa (TNFα) significant verlaagde [p 0.05] en de γδ-T-celpopulatie significant verhoogde [p 0.05].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel groenten of fruit de ontstekingen in het lichaam verlaagde en het immuumsyteem versterkte.

Oorspronkelijke titel:
Effects of fruit and vegetable consumption on inflammatory biomarkers and immune cell populations: a systematic literature review and meta-analysis by Hosseini B, Berthon BS, […], Wood LG.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29931038

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte en het eten van groenten en fruit.

Het Voedingscentrum (voedingsadviesbureau van de Nederlandse overheid) adviseert minimaal 200 gram groenten en minstens 200 gram fruit per dag.

Het C-reactieve proteïne is een acute-fase-eiwit dat door de lever wordt gemaakt als reactie op een ontsteking. Het C-reactieve proteïne is sterk verhoogd binnen 6 tot 8 uur na het begin van een ontsteking en daardoor kan het gebruikt worden als een indicatie (biomerker) dat er een ontsteking in het lichaam aanwezig is. Echter, het C-reactieve proteïne zegt niets over de plaats en de oorzaak van de ontsteking in het lichaam.

Tumornecrosefactor-alfa is een van de twee bekende tumornecrosefactoren en een cytokine. Het speelt een belangrijke rol bij ontstekingsprocessen en de acutefasereactie.TNFα stimuleert de ontstekingsreactie in het lichaam.
 

Glucosamine-supplementen verlichten pijn bij mensen met knie-osteoarthritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel glucosamine en chondroïtinesulfaat gunstige effecten hebben op de gewrichtsweefsels bij osteoarthritis (OA), is hun therapeutisch gebruik in de klinische setting nog steeds discutabel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlichten glucosamine-supplementen en chondroïtinesulfaat supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van glucosamine-supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) significant verlichtte [WMD) = - 7.41 mm, 95% BI = - 14.31 tot - 0.51, p = 0.04].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chondroïtinesulfaat-supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) significant verlichtte [WMD) = - 8.35 mm, 95% BI = - 11.84 tot - 4.85, p  0.00001].
Significant want de gevonden p-waarde van  0.00001 is kleiner dan 0.05.

De onderzoekers vonden dat het slikken van glucosamine-supplementen + chondroïtinesulfaat-supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) niet significant verlichtte [WMD = - 0.28 mm, 95% BI = - 8.87 tot 8.32, p = 0.95].
Niet significant want de gevonden p-waarde van 0.95 is groter dan 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van glucosamine-supplementen of chondroïtinesulfaat-supplementen (maar niet beiden tegelijk) de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) verlichtte.

Oorspronkelijke titel:
Effect of glucosamine and chondroitin sulfate in symptomatic knee osteoarthritis: a systematic review and meta-analysis of randomized placebo-controlled trials by Simental-Mendía M, Sánchez-García A, […], Simental-Mendía LE.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29947998

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Veel vlees en alcohol verhogen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen de consumptie van de verschillende voedselgroepen en het voorkomen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 prospectieve cohort studies met in totaal 211676 deelnemers, waarvan 7154 mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van zowel veel groenten, fruit, noten, granen, zuivelproducten en vetten (zoals oliën, boter en margarine) en het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.75-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van vroege leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.70-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vlees de kans op het krijgen van vroege leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 17% [RR = 1.17, 95% BI = 1.02-1.34] verhoogde. Echter, er was geen verband tussen het eten van veel vlees en de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel alcohol de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 20% [RR = 1.20, 95% BI = 1.04-1.39] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde, terwijl veel vlees en alcohol de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie juist verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Food groups and risk of age-related macular degeneration: a systematic review with meta-analysis by Dinu M, Pagliai G, […], Sofi F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29978377

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vis-, vlees- en alcoholconsumptie en ouderdom.

De aanbeveling voor vis is 2 keer per week (100-150 gram vis per keer), waarvan minstens 1 keer vette vis.

Deze maaltijd levert minimaal 100 gram vis.
 

Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen het drinken van koffie en het niveau van C-reactieve proteïne (CRP) in het lichaam is onderzocht in de verschillende epidemiologische studies maar de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van koffie het niveau van het C-reactieve proteïne (het ontstekingsbiomerker) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cross-sectionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, het C-reactieve proteïne in het lichaam significant verlaagde [SMD = -0.34, 95% BI = -0.62 tot -0.06, p = 0.016].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse (om meer informatie te krijgen) dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, het hooggevoelige C-reactieve proteïne in het lichaam significant verlaagde [SMD = -0.51, 95% BI = -0.88 tot -0.14, p = 0 .007]. Echter, er was geen verband tussen het drinken van veel koffie en het standaard C-reactieve proteïne [SMD = 0.02, 95% BI = -0.28 tot 0.32, p = 0 .913].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel koffie het C-reactieve proteïne, met name het hooggevoelige C-reactieve proteïne in het lichaam verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Is coffee consumption associated with a lower level of serum C-reactive protein? A meta-analysis of observational studies by Zhang Y and Zhang DZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29405789

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte, koffieconsumptie en het C-reactieve proteïne.

Ontstekingen in het lichaam kunnen leiden tot chronische ziekten, zoals COPD, reuma en hart- en vaatziekten. Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden via de ontstekingsbiomerker het C-reactieve proteïne. Hoe meer ontstekingen, des hoger het niveau van het C-reactieve proteïne is. Ontstekingen kunnen verlaagd worden door antioxidanten. Antioxidanten, zoals vitamine C en E zitten groenten, fruit en noten.

Een epidemiologische studie gaat na of er een statistisch verband (bij een 95% betrouwbaarheid oftewel 95% BI) bestaat tussen een bepaalde factor en het optreden van een ziekte en bepaalt dan het belang van dit verband. Epidemiologische studies zijn onder andere cohort studies, cross-sectionele studies en patiënt-controle studies.

Melk verhoogt acné

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
In het verleden zijn enkele observationele studies uitgevoerd naar de relatie tussen melk- en zuivelinname en het risico op het krijgen van acné. Echter, de resultaten waren tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van melk en zuivelproducten het risico op het krijgen van acné?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel zuivelproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 161% [OR = 2.61, 95% BI = 1.20 tot 5.67] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 48% [OR = 1.48, 95% BI = 1.31 tot 1.66] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het drinken van veel melk de kans op het krijgen van acné werkelijk met 48% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel vetarme melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 25% [OR = 1.25, 95% BI = 1.10 tot 1.43] verhoogde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 1.10 tot 1.43 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel karnemelk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 82% [OR = 1.82, 95% BI = 1.34 tot 2.47] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen zowel het eten van yoghurt als kaas en het krijgen van acné.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zuivelproducten, met name melk de kans op het krijgen van acné verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dairy intake and acne development: A meta-analysis of observational studies by Aghasi M, Golzarand M, […], Taheri F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29778512

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte en zuivelconsumptie.
 

Visconsumptie vanaf 6-9 maanden na de geboorte verlaagt astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het bewijslast over het gebruik van langketenige omega-3-vetzuren en het voorkomen van astma bij kinderen is tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van astma bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 15 van de 23 studies dat het eten van vis vanaf 6-9 maanden na de geboorte en ten minstens 1 keer per week vergeleken met geen visconsumptie, de kans op astma bij kinderen tot 14 jaar verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van astma bij kinderen tot 4.5 jaar significant met 25% [OR = 0.75, 95% BI = 0.60-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het ontwikkelen van piepende ademhaling bij kinderen tot 4.5 jaar significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.48-0.80] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het eten van vette vis vergeleken met geen visconsumptie, de kans op het krijgen van astma bij kinderen tussen 8 en 14 jaar significant met 65% [OR = 0.35, 95% BI = 0.18-0.67] verlaagde.      

De onderzoekers concludeerden dat visconsumptie vanaf 6-9 maanden na de geboorte en minstens 1 keer per week de kans op het krijgen van astma en piepende ademhaling bij kinderen tot 4.5 jaar verlaagde. Echter, vette vis kan zelf de kans op het krijgen van astma en piepende ademhaling bij kinderen tot 14 jaar verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The role of fish intake on asthma in children: A meta-analysis of observational studies by Papamichael MM, Shrestha SK, [...], Erbas B.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29524247

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte en visconsumptie.
 

Een hoog serum urinezuurgehalte verlaagt ALS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het pathogene mechanisme van ALS blijft onduidelijk. Echter, toenemend bewijs heeft aangetoond dat urinezuur een beschermende rol kan spelen in de pathogenese (het verloop) van ALS. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben ALS-patiënten een laag urinezuurgehalte in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies met 1168 ALS-patiënten en 1391 gezonde mensen en 3 cohort studies met 3190 ALS-patiënten.

Er was geen publicatie bias.
De studies waren van gemiddeld tot hoog kwaliteit met een NOS score tussen 6 en 8.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies met behulp van random-effect model, dat het serum urinezuurgehalte van ALS-patiënten significant lager was dan van mensen zonder ALS [SMD = -0.72, 95% BI = -0.98 tot -0.46, p  0.001, I2 = 87.6%]. Deze bevinding bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in cohort studies met behulp van fixed-effect model, dat een hoog urinezuurgehalte de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder ALS-patiënten significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.57 tot 0.87, p = 0.001] verlaagde. Deze significante verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.                  

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum urinezuurgehalte de kans op het krijgen van ALS verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Serum uric acid levels in patients with amyotrophic lateral sclerosis: a meta-analysis by Zhang F, Zhang Q, [...], Chen X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5773600/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Urinezuur ontstaat bij de afbraak van purine. Purine zit in lichaamseiwit maar komt ook in levensmiddelen voor. Dus het urinezuurgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door purinerijke levensmiddelen te eten. Echter, een te hoog urinezuurgehalte (>6 mg/dL) kan tot jicht leiden.

  • Ansjovis bevat 260 milligram purine per 100 gram
  • Baars bevat 160 milligram purine per 100 gram
  • Boekweit bevat 156 milligram purine per 100 gram
  • Bonen bevatten 130 milligram purine per 100 gram
  • Braadharing bevat 215 milligram purine per 100 gram
  • Cervelaatworst bevat 133 milligram purine per 100 gram
  • Eend bevat 150 milligram purine per 100 gram
  • Forel bevat 311 milligram purine per 100 gram
  • Gamba’s bevatten 150 milligram purine per 100 gram
  • Gans bevat 170 milligram purine per 100 gram
  • Garnalen bevatten 130 milligram purine per 100 gram
  • Gehakt half om half bevat 170 milligram purine per 100 gram
  • Gerookte zalm bevat 174 milligram purine per 100 gram
  • Gist bevat 680 milligram purine per 100 gram
  • Gort bevat 155 milligram purine per 100 gram
  • Haring bevat 317 milligram purine per 100 gram
  • Hert bevat 160 milligram purine per 100 gram
  • Inktvis bevat 135 milligram purine per 100 gram
  • Kabeljauw bevat 120 milligram purine per 100 gram
  • Kalfsfilet bevat 140 milligram purine per 100 gram
  • Kalfslever bevat 221 milligram purine per 100 gram
  • Kalfsnieren bevat 218 milligram purine per 100 gram
  • Kalfszwezerik bevat 918 milligram purine per 100 gram
  • Kalkoenfilet bevat 120 milligram purine per 100 gram
  • Kikkererwten bevatten 160 milligram purine per 100 gram
  • Kipfilet bevat 120 milligram purine per 100 gram
  • Knäckebröd 161 bevat milligram purine per 100 gram
  • Konijn bevat 150 milligram purine per 100 gram
  • Kreeft bevat 120 milligram purine per 100 gram
  • Lamsvlees 180 bevat milligram purine per 100 gram
  • Linzen bevatten 200 milligram purine per 100 gram
  • Makreel 186 bevat milligram purine per 100 gram
  • Rosbief 110 bevat milligram purine per 100 gram
  • Rumpsteak 110 bevat milligram purine per 100 gram
  • Runderbraadlap bevat 112 milligram purine per 100 gram
  • Runderfilet/gehakt bevat 154 milligram purine per 100 gram
  • Runderlever bevat 230 milligram purine per 100 gram
  • Runderlongen bevatten 242 milligram purine per 100 gram
  • Rundertong bevat 160 milligram purine per 100 gram
  • Sardientjes uit blik bevatten 349 milligram purine per 100 gram
  • Schapenvlees bevat 130 milligram purine per 100 gram
  • Schol bevat 135 milligram purine per 100 gram
  • Sojabonen bevatten 356 milligram purine per 100 gram
  • Sojameel bevat 296 milligram purine per 100 gram
  • Tarwekiemen bevatten 843 milligram purine per 100 gram
  • Tarwezemelen bevatten 142 milligram purine per 100 gram
  • Tonijn bevat (verse moot) 120 milligram purine per 100 gram
  • Tonijn in blik bevat 198 milligram purine per 100 gram
  • Varkensfilet 212 milligram purine per 100 gram
  • Varkensgehakt bevat 183 milligram purine per 100 gram
  • Wit brood bevat 104 milligram purine per 100 gram
  • Zonnebloempitten bevatten 157 milligram purine per 100 gram

 

Coënzym Q10-supplementen verlagen het triglyceridengehalte van patiënten met stofwisselingsziekten

Onderzoeksvraag:
Oxidatieve stress en ontstekingen zijn belangrijke parameters bij het ontstaan van stofwisselingsstoornissen. Daarom kan de inname van antioxidanten een geschikte aanpak zijn. Verschillende studies hebben het effect geëvalueerd van coënzym Q10 (CoQ10) op het vetprofiel van patiënten met stofwisselingsziekten. Echter, de bevindingen zijn controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren coënzym Q10-supplementen het vetprofiel (zoals het triglyceriden- en cholesterolgehalte) van patiënten met stofwisselingsziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s met in totaal 514 patiënten met stofwisselingsziekten in de coënzym Q10-groep en 525 patiënten met stofwisselingsziekten in de controlegroep (groep zonder coënzym Q10).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het triglyceridengehalte van patiënten met stofwisselingsziekten significant verlaagde [SMD = -0.28, 95% BI = -0.56 tot -0.005].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het totale cholesterolgehalte van patiënten met stofwisselingsziekten niet significant verlaagde [SMD = -0.07, 95% BI = -0.45 tot 0.31].
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het LDL- cholesterogehalte (slecht cholesterol) van patiënten met stofwisselingsziekten niet significant verhoogde [SMD = 0.04, 95% BI = -0.27 tot 0.36].

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het HDL- cholesterogehalte (goed cholesterol) van patiënten met stofwisselingsziekten niet significant verhoogde [SMD = 0.10, 95% BI = -0.32 tot 0.51].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het triglyceridengehalte van patiënten met stofwisselingsziekten verlaagde. Echter, het had geen effect op het cholesterolgehalte van patiënten met stofwisselingsziekten.

Oorspronkelijke titel:
The effects of coenzyme Q10 supplementation on lipid profiles among patients with metabolic diseases: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Sharifi N, Tabrizi R, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29623830

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over coënzym Q10 en cholesterolgehalte.

Een hoog triglyceridengehalte verhoogt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.

Stofwisselingsziekten zijn erfelijke ziekten. Er zijn ongeveer 600 verschillende stofwisselingsziekten. Voorbeelden van stofwisselingsziekten zijn:

  • Ziekte van Fabry
  • MCAD
  • Familiaire hypercholesterolemie
  • Taaislijmziekte
  • PKU
  • Suikerziekte type 1

 

Een zink-tekort verhoogt auto-immuunziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een zinktekort de kans op het krijgen van auto-immuunziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 62 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in fixed model dat het serum zinkgehalte van mensen met auto-immuunziekte significant lager was dan van mensen zonder auto-immuunziekte [gemiddeld effect = -1.19, 95% BI = -1.26 tot -1.11].

De onderzoekers vonden in fixed model dat het plasma zinkgehalte van mensen met auto-immuunziekte significant lager was dan van mensen zonder auto-immuunziekte [gemiddeld effect = -3.97, 95% BI = -4.08 tot -3.87].

De onderzoekers concludeerden dat mensen met auto-immuunziekte een laag zinkgehalte in het bloed hadden.

Oorspronkelijke titel:
Zinc Status and Autoimmunity: A Systematic Review and Meta-Analysis by Sanna A, Firinu D, […], Valera P.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/10/1/68/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink.  

Het zinkgehalte in het lichaam kan gemeten worden in het serum of het plasma van het bloed.
Het zinkgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door het eten van levensmiddelen die veel zink bevatten en/of het slikken van zinksupplementen.
Deze maaltijden bevatten veel zink.

Auto-immuunziekten ontstaan doordat het immuunsysteem lichaamseigen eiwitten als lichaamsvreemd ziet. Auto-immuunziekten zijn onder andere:

  • Coeliakie (glutenallergie)
  • Colitis ulcerosa
  • Diabetes mellitus type1 (suikerziekte type 1)
  • Myasthenia gravis
  • Gastritis
  • Pernicieuze anemie
  • Polyarteritis nodosa
  • Prematuur ovarieel falen
  • Primaire biliaire cirrose
  • Reumatoïde artritis
  • Syndroom van Churg-Strauss
  • Syndroom van Goodpasture
  • Syndroom van Sjögren
  • Systemische lupus erythematodes
  • Ziekte van Addison
  • Ziekte van Crohn
  • Ziekte van Graves
  • Ziekte van Hashimoto
  • Ziekte van Wegener
     

Cranberry verlaagt mogelijk urineweginfectie bij vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vrouwen lopen 50% risico op het krijgen van urineweginfectie tijdens hun leven en bij 20 tot 30% van deze vrouwen komt de urineweginfectie terug. Cranberry (Vaccinium spp.) wordt geprezen voor de behandeling van urineweginfectie. Echter, de doeltreffendheid ervan is controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt cranberry de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met gezonde niet zwangere vrouwen boven 18 jaar met urineweginfectie (n = 1498 deelnemers).
2 studies hadden een hoog follow-up verlies (=veel mensen die de studie voortijdig verlieten) of het rapporteren van de outcome (resultaat) was selectief.
Slechts 2 studies hadden meer dan 300 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat cranberry de kans op de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.55-0.98, I2 = 54%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat cranberry waarschijnlijk de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen verlaagde. Waarschijnlijk omdat de studies te klein en/of van lage kwaliteit waren.

Oorspronkelijke titel:
Cranberry Reduces the Risk of Urinary Tract Infection Recurrence in Otherwise Healthy Women: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zhuxuan Fu, DeAnn Liska, […], Mei Chung.

Link:
http://jn.nutrition.org/content/147/12/2282.abstract

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/RCT’s/significant, chronische ziekten en fruit.

Studies van lage kwaliteit of met te weinig deelnemers geven onbetrouwbare resultaten. 
 

Veel thee verlaagt colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het drinken van de verschillende dranken en het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 patiënt-controle studies en 3 prospectieve cohort studies met in totaal 3689 mensen met colitis ulcerosa en 335339 mensen zonder colitis ulcerosa.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel frisdrank vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 69% [gepoolde RR = 1.69, 95% BI = 1.24-2.30,  I2  =  12.9%, p  = 0 .332] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 31% [gepoolde RR = 0.69, 95% BI = 0.58-0.83 I2  =  0.0%, p  = 0 .697] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van veel alcohol [gepoolde RR = 1.08, 95% BI = 0.66-1.51] of koffie [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.33-1.05, I2  =  87.5%, p    0.001] en het krijgen van colitis ulcerosa. Geen verband oftewel geen risico omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.33 tot 1.05 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen risico/verband.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel frisdrank, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verhoogde, terwijl het drinken van veel thee de kans op het krijgen van colitis ulcerosa juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Beverage consumption and risk of ulcerative colitis. Systematic review and meta-analysis of epidemiological studies by Nie JY and Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5728934/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten, frisdrank, alcohol en thee.


 

Kinderen en adolescenten met ADHD hebben een tekort aan n-3 PUFA vetzuren

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben kinderen en adolescenten met ADHD baat bij n-3 PUFA supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s en 7 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 RCT’s (n = 534) dat n-3 PUFA supplementen de clinische symptomen van ADHD significant verbeterden [g = 0.38, p 0.0001].

De onderzoekers vonden in 3 RCT’s (n = 214) dat n-3 PUFA supplementen de cognitieve prestaties van kinderen en adolescenten met ADHD significant verbeterden [g = 1.09, p = 0.001].

De onderzoekers vonden in 7 patiënt-controle studies (n = 412) dat kinderen en adolescenten met ADHD een lager DHA-bloedconcentratie [g = -0.76, p = 0.0002] hadden.

De onderzoekers vonden in 7 patiënt-controle studies (n = 468) dat kinderen en adolescenten met ADHD een lager EPA-bloedconcentratie [g = -0.38, p = 0.0008] hadden.

De onderzoekers vonden in 6 patiënt-controle studies (n = 396) dat kinderen en adolescenten met ADHD een lager n-3 PUFA-bloedconcentratie [g = -0.58, p = 0.0001] hadden.

De onderzoekers concludeerden dat n-3 PUFA supplementen de clinische symptomen en de cognitieve prestaties van kinderen en adolescenten met ADHD verbeterden en verder hadden deze groepen een lage n-3 PUFA-bloedconcentratie, met name DHA en EPA.

Oorspronkelijke titel:
Omega-3 Polyunsaturated Fatty Acids in Youths with Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD): A Systematic Review and Meta-Analysis of Clinical Trials and Biological Studies by Chang JC, Su KP, [...], Pariante CM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28741625

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten, significant/overzichtsartikel en n-3 PUFA.

EPA en DHA zijn n-3 PUFA. Vette vissen hebben meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
Deze maaltijden bevatten veel EPA en DHA.
De bloedwaarde van EPA en DHA kan verhoogd worden door EPA en DHA-rijke voedingsmiddelen/maaltijden te eten en/of visoliesupplementen te slikken.
 

Resveratrolsupplementen gedurende minimaal 3 maanden verlagen welvaartziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van resveratrol de kans op het krijgen van niet-besmettelijke ziekten, ook wel welvaartziekten (zoals kanker, hart- en vaatziekten, diabetes en longziekten) genoemd?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCT’s met 1069 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van resveratrol het nuchter glucosegehalte significant met 4.77 mg/dL [95% BI = -9.33 tot -0.21 mg/dL, p = 0.040] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het slikken van resveratrol het totale cholesterolgehalte significant met 9.75 mg/dL [95% BI = -17.04 tot -2.46 mg/dL, p = 0.009] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het slikken van resveratrol het C-reactief proteïne (CRP) significant met 0.81 mg/L [95% BI = -1.42 tot -0.21 mg/L, p = 0.009] verlaagde.

De onderzoekers vonden ook dat het slikken van resveratrol zowel de systolische als de diastolische bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van resveratrol gedurende minimaal 3 maanden het LDL-cholesterolgehalte, de diastolische bloeddruk en het HbA1c-gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van resveratrol gedurende minimaal 3 maanden, de kans op het krijgen van welvaartziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of resveratrol supplementation on risk factors of non-communicable diseases: A meta-analysis of randomized controlled trials by Guo XF, Li JM, [...], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28933578

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte, het verlagen van de bloeddruk en cholesterolgehalte.

Resveratrol is een polyfenol en zit in rode wijn, rode druiven, blauwe bessen, bosbessen, pinda’s, cacao, cranberry’s en pistachenoten. Polyfenolen worden onderverdeeld in tanninen, fenylpropanoïden en flavonoïden.

 

500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van quercetine het CRP-gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van quercetine het CRP-gehalte significant met 0.33 mg/L [WMD = -0.33 mg/L, 95% BI =  -0.50 tot -0.15, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van minimaal 500 mg quercetine per dag het CRP-gehalte significant met 0.34 mg/L [WMD = -0.34 mg/L, 95% BI =  -0.52 tot -0.16, p ≤ 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van quercetine het CRP-gehalte van mensen met een CRP-gehalte lager dan 3 mg/L significant met 0.34 mg/L [WMD = -0.34 mg/L, 95% BI =  -0.51 tot -0.18, p ≤ 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minimaal 500 mg quercetine per dag het CRP-gehalte, met name bij mensen met een CRP-gehalte lager dan 3 mg/L verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of supplementation with quercetin on plasma C-reactive protein concentrations: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Mohammadi-Sartang M, Mazloom Z, […], Firoozi D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28537580

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten, significant/overzichtsartikel en flavonoïden. Quercetine is een flavonoïde.

Mensen met een chronische ziekte hebben vaak een hoger CRP-gehalte. Een hoger CRP-gehalte duidt op veel ontstekingen in het lichaam.

 

Astma verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt astma de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten (cardiovascular mortaliteit) en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies (6 cohort studies waren prospectief) met in totaal 406426 deelnemers. De follow-up duur varieerde tussen 4.5 en 27 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat astma de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 33% [RR = 1.33, 95% BI = 1.15-1.53, I2 = 88%, p 0.00001] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef onveranderd in de sensitiviteitsanalyses. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden onder vrouwen dat astma de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 55% [RR = 1.55, 95% BI = 1.20-2.00, I2 = 84%] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef onveranderd in de sensitiviteitsanalyses. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.20 tot 2.00. RR van 1 betekent geen risico/verband.

De onderzoekers vonden onder mannen dat astma de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten niet significant met 20% [RR = 1.20, 95% BI = 0.92-1.56, I2 = 83%] verhoogde. Dit niet significant verhoogde risico bleef onveranderd in de sensitiviteitsanalyses. Niet significant want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.92 tot 1.56.

De onderzoekers vonden dat astma de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 36% [RR = 1.36, 95% BI = 1.01-1.83, I2 = 62%, p = 0.05] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef onveranderd in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat astma zowel de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten als doodgaan aan alle oorzaken onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Asthma and risk of cardiovascular disease or all-cause mortality: a meta-analysis by Xu M, Xu J and Yang X.

Link:
http://www.annsaudimed.net/index.php/vol37/vol37iss2/1109.html

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten.

Astma is een chronische ziekte.

 

IJzersupplementen verminderen vermoeidheid bij patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verminderen ijzersupplementen de vermoeidheid bij patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s en 6 cross-sectionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 6 RCT’s dat ijzer-supplementen een significant therapeutisch effect hadden op patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede [gepoolde effectengrootte = 0.33, 95% BI = 0.17 tot 0.48, I2 = 0.0%, p 0.0001]. Dit significant therapeutische effect bleef robust in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 6 cross-sectionele studies dat ijzer-supplementen geen significant therapeutisch effect hadden op patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede [gepoolde effectengrootte = 0.10, 95% BI = -0.11 tot 0.31, I2 = 57.4%, p = 0.362].

De onderzoekers concludeerden dat ijzersupplementen de vermoeidheid bij patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede verminderden.

Oorspronkelijke titel:
Iron deficiency without anaemia is a potential cause of fatigue: meta-analyses of randomised controlled trials and cross-sectional studies by Yokoi K and Konomi A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28625177

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ijzer.
 

Tafelsuiker verhoogt mogelijk de ziekte van Crohn

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van koolhydraten, eiwitten of vetten en de ziekte van Crohn?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies met in totaal 311 mensen met de ziekte van Crohn en 660 mensen zonder de ziekte van Crohn en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 238887 deelnemers, waarvan 482 mensen met de ziekte van Crohn.

De gemiddelde score van de studies was 7.78.

Er was geen publicatie bias in de vezelsstudies. Echter, er was niet genoeg gegevens om vast te kunnen stellen of in de eiwit-, vet- en koolhydratenstudies ook publicatie bias aanwezig was of niet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen het eten van koolhydraten en de ziekte van Crohn.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 10 gram koolhydraten per dag via voeding, een niet significant verlaagde risico van 0.9% voor de ziekte van Crohn [gepoolde RR = 0.991, 95% BI = 0.978-1.004, I2 = 0.0%, p = 0.439]. Niet significant want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.978 tot 1.004. RR van 1 betekent geen risico/verband.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van tafelsuiker en de ziekte van Crohn.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 10 gram tafelsuiker (saccharose of sucrose) per dag via voeding, een significant verhoogde risico van 8.8% voor de ziekte van Crohn [gepoolde RR = 1.088, 95% BI = 1.020-1.160, I2 = 0.0%, p = 0.395]. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.020 tot 1.160.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van vezels en de ziekte van Crohn.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 10 gram vezels per dag via voeding, een significant verlaagde risico van 14.7% voor de ziekte van Crohn [gepoolde RR = 0.853, 95% BI = 0.762-0.955, I2 = 0.0%, p = 0.730]. Echter, dit verlaagde risico was niet meer significant na het corrigeren voor de confounder sigarettenrook [RR voor elke verhoging met 10 gram vezels per dag via voeding = 0.890, 95% BI = 0.776-1.020].

De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen het eten van vet en de ziekte van Crohn.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 10 gram vet per dag via voeding, een niet significant verhoogde risico van 1.8% voor de ziekte van Crohn [gepoolde RR = 1.018, 95% BI = 0.969-1.069, I2 = 44.6%, p = 0.125]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen het eten van eiwit en de ziekte van Crohn.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 10 gram eiwit per dag via voeding, een niet significant verhoogde risico van 2.9% voor de ziekte van Crohn [gepoolde RR = 1.029, 95% BI = 0.955-1.109, I2 = 54.7%, p = 0.085].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van koolhydraten, eiwitten of vetten en de ziekte van Crohn. Echter, het eten van tafelsuiker verhoogt mogelijk de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn. Mogelijk omdat er niet genoeg gegevens aanwezig waren om uit te sluiten dat er geen publicatie bias aanwezig was.

Oorspronkelijke titel:
Macronutrient Intake and Risk of Crohn’s Disease: Systematic Review and Dose–Response Meta-Analysis of Epidemiological Studies by Zeng L, Hu S, [...], Tan Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5452230/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten, vetten en eiwitten.
De conclusie in een overzichtsartikel is pas betrouwbaar wanneer er geen sprake is van publicatie bias (treedt op wanneer wetenschappelijke studies wegens ongewenste resultaat (bijvoorbeeld verhoogde risico) niet gepubliceerd worden).
 

Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van L-carnitine het CRP-gehalte in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCTs met 541 mensen in de interventiegroep (groep met L-carnitine) en 546 mensen in de controlegroep (groep zonder L-carnitine). De duur van de studies varieerde tussen 8 en 48 weken. De dosering van L-carnitine varieerde tussen 1 en 2 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitine het CRP-gehalte significant met 0.39 mg/L [95% BI = -0.62 tot -0.16, p = 0.001, I2 = 44% p = 0.11] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 1-2 gram L-carnitine per dag het CRP-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of L-carnitine Supplementation on Circulating C-reactive Protein Levels: A Systematic Review and Meta-Analysis by Sahebkar A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4922328/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over L-carnitine.

Een hoog CRP-gehalte duidt op veel ontstekingen in het lichaam. Teveel ontstekingen in het lichaam kunnen tot chronische ziekten leiden.

 

Een laag zinkgehalte verhoogt de ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag zinkgehalte de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 observationele studies met 822 mensen met de ziekte van Parkinson en 777 mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum zinkgehalte van mensen met de ziekte van Parkinson significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Parkinson [SMD = -0.779, 95% BI = -1.323 tot -0.234, p 0.001]. Dit significant verlaagde zinkgehalte werd met name teruggevonden in Oosterse studies [SMD = -1.601, 95% BI = -2.398 to -0.805, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het serum zinkgehalte van mensen met de ziekte van Parkinson lager was dan van mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Serum Zinc Levels and the Risk of Parkinson's Disease: a Meta-Analysis by Sun H, Liu X, […], Li W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28160244

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink.

Mensen met schizofrenie hebben een laag foliumzuurgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met schizofrenie een laag folaatgehalte (foliumzuurgehalte)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 hoogwaardige studies met in totaal 1183 (52.1%) mensen met schizofrenie en 1089 (47.9%) mensen zonder schizofrenie, de zogenaamde controles.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het folaatgehalte van mensen met schizofrenie significant lager was dan van mensen zonder schizofrenie [SMD = -0.65, 95% BI = -0.86 tot -0.45, p 0.00001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het folaatgehalte van Aziaten met schizofrenie significant lager was dan van Aziaten zonder schizofrenie [SMD = -0.86, p 0.00001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het folaatgehalte van Europeanen met schizofrenie significant lager was dan van Europeanen zonder schizofrenie [SMD = -0.44, p 0.00001].

De onderzoekers concludeerden dat het bloed folaatgehalte van mensen met schizofrenie, met name onder Aziaten en Europeanen lager was dan van mensen zonder schizofrenie.

Oorspronkelijke titel:
Folate Deficiency Increased the Risk of Schizophrenia: a Meta-Analysis by Ding Y, Ju M, […], He L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28124599

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over folaat/foliumzuur.
Het folaatgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door folaatrijke (foliumzuurrijke) voeding te eten en/of foliumzuursupplementen te slikken.

Deze maaltijden bevatten veel foliumzuur.
 

Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van coënzym Q10-supplementen ontstekingen (uitgedrukt in het CRP, IL-6 en TNF-α gehalte) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.
Er was heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het CRP-gehalte significant met 0.35 mg/L [95% BI = -0.64 tot -0.05, p = 0.022] verlaagde. Dit significant verlaagde effect was onafhankelijk van het baseline (aan het begin van de studie) CRP-gehalte, de coënzym Q10 dosering, de studieduur en de kenmerken van de patiënten.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het IL-6 gehalte significant met 1.61 pg/mL [95% BI = -2.64 tot -0.58, p = 0.002] verlaagde. Dit significant verlaagde effect was hoger bij een hoger baseline IL-6 gehalte.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het TNF-α gehalte significant met 0.49 pg/mL [95% BI = -0.93 tot -0.06, p = 0.027] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van coënzym Q10-supplementen, de kans op het krijgen van ontstekingen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er sprake was heterogeniteit tussen de studies. 

Oorspronkelijke titel:
Effects of coenzyme Q10 supplementation on inflammatory markers: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Fan L, Feng Y, […], Chen LH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28179205

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en coënzym Q10.

Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn CRP, IL-1, IL-6, IL-8, MCP-1 en TNF-α.
 

EPA en DHA-supplementen verlichten pijn bij reumatoïde artritis

Onderzoeksvraag:
Verlicht het slikken van visolie de pijn bij patiënten met artritis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 42 RCT’s met in totaal 2751 patiënten met een gemiddelde leeftijd van 53.8 jaar en de gemiddelde duur van de ziekte was 9.7 jaar. De studieduur varieerde tussen 2 weken en 18 maanden. De dosering van EPA varieerde tussen 0.013 en 4.050 gram per dag en de dosering van DHA tussen 0.010 en 2.700 gram per dag.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 30 RCT’s dat het slikken van visolie de pijn significant verlichtte [SMD = -0.24, 95% BI = -0.42 tot -0.07, p = 0.007, I2 = 63%].

De onderzoekers vonden in 22 RCT’s met 956 patiënten dat het slikken van visolie de pijn bij patiënten met reumatoïde artritis significant verlichtte [SMD = -0.21, 95% BI = -0.42 tot -0.004]. Echter, het verlichtte in 5 RCT’s met 150 patiënten niet de pijn bij patiënten met artrose [SMD = -0.17, 95% BI = -0.57 tot 0.24].

De onderzoekers vonden dat het slikken van visolie met een EPA:DHA ratio groter dan 1.5 de pijn significant verlichtte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van visolie, bij voorkeur met een EPA:DHA ratio groter dan 1.5, de pijn bij patiënten met reumatoïde artritis verlichtte.

Oorspronkelijke titel:
Marine Oil Supplements for Arthritis Pain: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Trials by Senftleber NK, Nielsen SM, […], Christensen R.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/9/1/42/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en  EPA en DHA.

In visoliesupplementen zitten altijd de visvetzuren EPA en DHA.
Deze maaltijden bevatten veel EPA en DHA.
Het EPA&DHA-gehalte in het lichaam kan verhoogd worden door het eten van (vette) vissen en/of slikken van visoliesupplementen.
 

Vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L verlaagt allergische rhinitis onder mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog serum vitamine D-gehalte de kans op het krijgen van allergische rhinitis? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat kinderen met een serum vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L hadden een significant verlaagde kans op allergische sensibilisatie.
Echter, de onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine D tijdens de zwangerschap of kindertijd en de kans op het krijgen van allergische rhinitis bij kinderen.

De onderzoekers vonden dat mensen met een serum vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L vergeleken met 50 nmol/L, hadden een significant verlaagde kans van 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.56-0.89, p = 0.04] op het krijgen van allergische rhinitis. Echter, deze significant verlaagde kans werd alleen teruggevonden in mannen, maar niet in vrouwen. 

De onderzoekers concludeerden dat een serum vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L de kans op het krijgen van allergische rhinitis onder mannen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D status, aeroallergen sensitization, and allergic rhinitis: A systematic review and meta-analysis by Aryan Z, Rezaei N and Camargo CA Jr.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28102718

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

De gewenste vitamine D-bloedwaarden zijn 75-80 nmol/L (30–32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D-supplementen per dag.

Allergische sensibilisatie is het herkennen van een specifiek allergeen en de steeds heftigere reactie erop.
Voor het uitlokken van een immunologisch allergische reactie moet het immuunsysteem in concreto al eerder in contact zijn geweest met dat specifieke allergeen. In feite herkent het immuunsysteem dat specifieke allergeen als een “vijand” zoals een virus of een bacterie en reageert dus onnodig met ontsteking.

Dagelijks 10 gram alcohol verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 10 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.49-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.45-0.73] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder mannen significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder vrouwen significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (minimaal 10 gram alcohol per dag) de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of gallstone disease: a meta-analysis by Wang J, Duan X, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27926662

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol.