Voeding en gezondheid

Vegetarisch dieet verlaagt botontkalking bij postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verscheidene epidemiologische onderzoeken hebben het verband tussen de inname van plantaardige voeding en het risico op het krijgen van osteoporose (botontkalking) bij postmenopauzale vrouwen (vrouwen na de menopauze) onderzocht, maar de uitkomsten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge inname van plantaardige voeding (een vegetarisch dieet) de kans op het krijgen van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 studies met in totaal 14247 vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van plantaardige voeding vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen significant met 27% [gepoolde OR = 0.73, 95% BI = 0.57-0.95] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een hoge inname van plantaardige voeding de kans op het krijgen van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen werkelijk met 27% verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge inname van plantaardige voeding vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen significant met 39% [OR = 0.61, 95% BI = 0.48-0.78] verlaagde.
Echter dit verlaagde risico was niet significant in cross-sectionele studies [OR = 0.82, 95% BI = 0.57-1.16].
Niet significant omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.57 tot 1.16 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.


De onderzoekers vonden dat een hoge inname van plantaardige voeding vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van osteoporose in de femorale regio bij postmenopauzale vrouwen significant met 47% [gepoolde OR = 0.57, 95% BI = 0.41-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van plantaardige voeding vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van osteoporose in de lumbale wervelkolom bij postmenopauzale vrouwen significant met 45% [gepoolde OR = 0.55, 95% BI = 0.38-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van plantaardige voeding vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen, vastgesteld met behulp van de DEXA methode significant met 28% [gepoolde OR = 0.72, 95% BI = 0.54-0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van plantaardige voeding, de kans op het krijgen van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen, met name in de femorale regio en de lumbale wervelkolom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Can increasing the prevalence of vegetable-based diets lower the risk of osteoporosis in postmenopausal subjects? A systematic review with meta-analysis of the literature by Zeng LF, Yang WY, […], Liu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30670259

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en vegetarisch dieet.

De overgang begint meestal tussen 45 en 55 jaar. De overgang is de periode in het leven van een vrouw waarin het menstruatiepatroon verandert inclusief de eerste menstruatievrije jaren waarin er nog overgangsklachten optreden. De overgang kan wel 7 tot 10 jaar duren.

De menopauze is alleen de laatste menstruatie. Deze laatste menstruatie valt meestal in het begin van de tweede helft van de overgang.

Het einde van de overgang is het moment waarop de vrouw geen overgangsklachten meer heeft.

Zinksupplementen verlagen suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel veel studies aangetoond hebben dat een lage zinkstatus (zinkgehalte in het lichaam) in verband wordt gbracht met het krijgen van diabetes (suikerziekte), zijn de vermeende effecten van zinksuppletie (het slikken van zinksupplementen) op de glykemische controle niet doorslaggevend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert het slikken van zinksupplementen de risicofactoren (zoals nuchter glucosegehalte, het HbA1c-gehalte, enz.) van suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s met in totaal 1700 deelnemers, verdeeld over 14 landen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen het nuchter glucosegehalte significant verlaagde [WMD = -14.15 mg/dL, 95% BI = -17.36 tot -10.93 mg/dL]. Het verlaagde effect was het grootst bij mensen met suikerziekte en bij anorganisch zinksupplement.

De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen het glucosegehalte 2 uur post prandiaal (2 uur na de maaltijd) significant verlaagde [WMD = -36.85 mg/dL, 95% BI = -62.05 tot -11.65 mg/dL].

De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen het nuchter insulinegehalte significant verlaagde [WMD = -1.82 mU/L, 95% BI = -3.10 tot -0.54 mU/L].

De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen de HOMA-IR waarde significant verlaagde [WMD = -0.73, 95% BI = -1.22 tot -0.24].

De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen het HbA1c-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.55%, 95% BI = -0.84 tot -0.27%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van zinksupplementen het hooggevoelige CRP-gehalte (hooggevoelige C-reactieve proteïne) significant verlaagde [WMD = -1.31 mg/L, 95% BI = -2.05 tot -0.56 mg/L].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van zinksupplementen de risicofactoren van suikerziekte verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Zinc supplementation improves glycemic control for diabetes prevention and management: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Wang X, Wu W, [...], Wang F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31161192

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en zink.

Hoge eiwitconsumptie verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eiwitten in voeding, inclusief die verkregen uit dierlijke en plantaardige bronnen, zijn inconsistent gecorreleerd met het risico op het krijgen van diabetes mellitus type 2 (suikerziekte type 2). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van eiwit en het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 cohort studies met in totaal 487956 deelnemers, waarvan 38350 mensen met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge totale eiwit-inname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 10% [RR = 1.10, p = 0.006] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge dierlijk eiwit-inname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% [RR = 1.13, p = 0.013] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een matige plantaardig eiwit-inname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 6% [RR = 0.94, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge totale eiwit-inname als een hoge dierlijk eiwit-inname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogden. Terwijl een matige plantaardig eiwit-inname via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary protein intake and subsequent risk of type 2 diabetes: a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Ye J, Yu Q, [...], Wang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30929078

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en eiwit.

Een dieet met een hoge eiwitconsumptie is een dieet met minimaal 35 En% eiwit. Deze producten uit de supermarkt bevatten minimaal 35 En% eiwit.
35 En% eiwit wil zeggen dat het aantal gram eiwit 35% bijdraagt aan het totale kcal van het dieet. Als het dieet 2000 kcal bevat, draagt 175 gram eiwit 35% bij aan deze 2000 kcal.
1 gram eiwit levert 4 kcal. Dus 175 gram eiwit levert 700 kcal en 700 kcal is 35% van 2000 kcal.

Een dieet met een matige eiwitconsumptie is een dieet met 20-25 En% eiwit. De makkelijkste manier om een dieet met een matige eiwitconsumptie te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden die ook 20-25 En% eiwit bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten 20-25 En% eiwit.
 

Dagelijks 400 μg chromiumsupplementen verlagen het vetgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De rol van chromium als afslankmiddel blijft twijfelachtig. Hoewel eerdere bevindingen van meta-analyses kleine reducties in het lichaamsgewicht na een chromiumsuppletie (het slikken van chromiumsupplementen) bij personen met overgewicht/obesitas lieten zien, zijn er aanzienlijke beperkingen met deze bevindingen. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Hebben mensen met overgewicht/obesitas baat bij het slikken van chromiumsupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s met in totaal 1316 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.75 kg, 95% BI = -1.04 tot -0.45, p  0.001].  
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het BMI van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.40 kg/m2, 95% BI = -0.66 tot -0.13, p  0.003].  
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het slikken van chromiumsupplementen het BMI van mensen met overgewicht/obesitas werkelijk verlaagde

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het vetgehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.68%, 95% BI = -1.32 tot -0.03, p = 0.04].  
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.04 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van maximaal 400 μg chromiumsupplementen per dag gedurende maximaal 12 weken, het vetgehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat het slikken van maximaal 400 μg (400 mcg oftewel 400 microgram) chromiumsupplementen per dag gedurende maximaal 12 weken, het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van maximaal 400 μg chromiumsupplementen per dag gedurende maximaal 12 weken zowel het vetgehalte als het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of the effect of chromium supplementation on anthropometric indices of subjects with overweight or obesity by Tsang C, Taghizadeh M, […], Jafarnejad S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31115179

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chromium, overzichtsartikel/significant en overgewicht.

Probiotica en prebiotica verlagen onstekingen bij suikerpatiënten

Onderzoeksvraag:
De rol van de darmflora bij de behandeling van diabetes (suikerziekte) is aangetoond. Echter, verschillende lopende studies onderzoeken het effect van probiotica en prebiotica, die op grote schaal worden gebruikt voor het moduleren van de darmflora (de intestinale microbiota), op de inflammatoire factoren en indicatoren van oxidatieve stress bij suikerpatiënten laten tegenstrijdige bevindingen zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren het slikken van probiotica en prebiotica supplementen het gehalte van de hooggevoelige CRP (hooggevoelige C-reactieve proteïne) en het gehalte van de indicatoren van oxidatieve stress bij suikerpatiënten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 RCT’s met in totaal 1060 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen, het gehalte van de hooggevoelige C-reactieve proteïne van suikerpatiënten significant verlaagde [SMD = -0.38, 95% BI = -0.51 tot -0.24, p = 0.000].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen, het gehalte van de indicator van oxidatieve stress de malondialdehyde van suikerpatiënten significant verlaagde [SMD = -0.61, 95% BI = -0.89 tot -0.32, p = 0.000].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen, de Totale Antioxidatieve Capaciteit (TAC) van suikerpatiënten significant verhoogde [SMD = 0.31, 95% BI = 0.09 tot 0.52, p = 0.006].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen, het gehalte van stikstofmonoxide van suikerpatiënten significant verhoogde [SMD = 0.62, 95% BI = 0.25 tot 0.99, p = 0.001].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen, het gehalte van glutathione van suikerpatiënten significant verhoogde [SMD = 0.41, 95% BI = 0.26 tot 0.55, p = 0.000].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica en prebiotica supplementen zowel het gehalte van de hooggevoelige CRP (hooggevoelige C-reactieve proteïne) als het gehalte van de indicatoren van oxidatieve stress bij suikerpatiënten verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of probiotic and synbiotic supplementation on biomarkers of inflammation and oxidative stress in diabetic patients: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Zheng HJ, Guo J, [...], Wang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30794924

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en probiotica.

Oxidatieve stress is een stofwisselingstoestand, waarbij meer dan een normale fysiologische hoeveelheid reactieve zuurstofverbindingen (ROS - reactive oxygen species) in de cel gevormd wordt of aanwezig is. Oxidatieve stress kan leiden tot ontstekingen in het lichaam. Chronische ontstekingen kunnen leiden tot ziektes, zoals suikerziekte en hart- en vaatziekten. Antioxidanten kunnen ontstekingen in het licham remmen.

Onstekingen in het lichaam leiden tot een verhoogd gehalte aan hooggevoelige C-reactieve proteïne, een verhoogd gehalte aan malondialdehyde, een verlaagd gehalte aan Totale Antioxidatieve Capaciteit, een verlaagde gehalte aan stikstofmonoxide en een verlaagde gehalte aan glutathione.

 

Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende mechanismen verbinden een hoger totaal homocysteïnegehalte aan een hoger insulineresistentie en het risico op diabetes type 2 (suikerpatiënten type 2). Folaatsuppletie (het slikken van folaatsupplementen) wordt gezien als een manier om het homocysteïnegehalte te verlagen. Echter, gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) laten inconsistente resultaten op de insulineresistentie en de diabetes type 2 uitkomsten zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren folaatsupplementen (ook wel foliumzuursupplementen genoemd) de risicofactoren van diabetes type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCTs met in totaal 22250 deelnemers.
De heterogeniteit tussen de studies was laag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van foliumzuursupplementen het nucher insulinegehalte significant verlaagde [WMD = -13.47 pmol/L, 95% BI = -21.41 tot -5.53 pmol/L, p 0.001].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van foliumzuursupplementen de HOMA-IR waarde significant verlaagde [WMD = -0.57 punten, 95% BI = -0.76 tot -0.37 punten, p 0.0001].

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebo, dat het slikken van foliumzuursupplementen geen significant effect had op het nuchter glucosegehalte en het HbA1c-gehalte.

De onderzoekers vonden in 2 studies dat het slikken van foliumzuursupplementen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.80 tot 1.04, p = 0.16].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuursupplementen het nucher insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of folate supplementation on insulin sensitivity and type 2 diabetes: a meta-analysis of randomized controlled trials by Lind MV, Lauritzen L, [...], Eriksen JN.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30615110

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en foliumzuur.
 

Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische bewijzen met betrekking tot het verband tussen lichamelijke activiteit en het risico op het krijgen van longkanker zijn nog steeds controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het uitvoeren van lichamelijke activiteiten de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies met in totaal 2965811 deelnemers, waarvan 31807 mensen met longkanker.

De onderzoekspopulatie bestond uit volwassenen met een leeftijd van boven 18 jaar.
De meeste studies werden gecorrigeerd voor grote verstorende factoren (=adjusted for major confounders) zoals leeftijd, geslacht, rookstatus en body mass index, etc.

De studies waren goed opgezet met een gemiddelde score van 8.

Er was sprake van een kleine aanwijzing op publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.77 tot 0.90, I2 = 62.6%, p 0.001] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij vrouwen significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij mannen significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.73 tot 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker bij rokers significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.97] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant bij niet rokers [RR = 0.95, 95% BI = 0.88 tot 1.03].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.97 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in studies waarbij niet gecorrigeerd werd voor de voedingsfactoren (zoals energieinname) dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.71 tot 0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor de voedingsfactoren (zoals energieinname) dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een hoog niveau aan lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Physical Activity and Lower Risk of Lung Cancer: A Meta-Analysis of Cohort Studies by Liu Y, Li Y, [...], Fan XX.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6349707/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding en kanker.

Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), kanker of hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met 25208 mensen die doodgingen aan all-cause mortaliteit, 4877 mensen die doodgingen aan kanker en 2366 mensen die doodgingen aan hart- en vaatziekten.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) [RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 1.02, p = 0.096].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan kanker (kanker mortaliteit) [RR = 1.09, 95% BI = 0.96 tot 1.24, p = 0.204].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband was tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken, kanker of hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Potato consumption and risk of all cause, cancer and cardiovascular mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Darooghegi Mofrad M, Milajerdi A, […], Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30638040

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over aardappelenconsumptie en ouderdom
 

Boomnoten verlagen metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cross-sectionele studies en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 89224 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van noten, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 16% [multivariable adjusted RR = 0.84, 95% BI = 0.76-0.92, p  0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van boomnoten, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 3% [multivariable adjusted RR = 0.97, 95% BI = 0.94-1.00, p = 0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van pinda’s, de kans op het krijgen van het metabole syndroom niet verlaagde [multivariable adjusted RR = 1.01, 95% BI = 0.96-1.06, p = 0.68].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van noten, met name boomnoten de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Relationship Between Nut Consumption and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Observational Studies by Zhang Y and Zhang DZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30716015

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten, significant/RR en het metabole syndroom.

Voorbeelden van boomnoten zijn amandelen, cashewnoten, hazelnoten, macadamia’s, paranoten, pistachenoten en walnoten. Pinda’s zijn geen noten, maar peulvruchten, die onder de grond groeien en worden daarom aardnoten genoemd.

 

Suikerpatiënten type 2 hebben baat bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bewijs uit gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) suggereert dat viskeuze voedingsvezels gunstige effecten kunnen hebben op de glykemische controle en dus op een verbeterd risicoprofiel voor hart- en vaatziekten. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben suikerpatiënten type 2 baat bij viskeuze voedingsvezelssupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s (van minstens 3 weken) met in totaal 1394 deelnemers.

De gemiddelde dosering van de viskeuze voedingsvezels was 13.1 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen het HbA1c-gehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.58% [MD = -0.58%, 95% BI = -0.88 tot -0.28, p = 0.0002] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen het nuchter bloedsuikergehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.82 mmol/L [MD = -0.82 mmol/L, 95% BI = -1.32 tot -0.31, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat viskeuze voedingsvezelssupplementen de HOMA-IR waarde van suikerpatiënten type 2 significant met 1.89 punten [MD = -1.89, 95% BI = -3.45 tot -0.33, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat suikerpatiënten type 2 baat hadden bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen per dag gedurende minstens 3 weken.

Oorspronkelijke titel:
Should Viscous Fiber Supplements Be Considered in Diabetes Control? Results From a Systematic Review and Meta-analysis of Randomized Controlled Trials by Jovanovski E, Khayyat R, […], Vuksan V.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30617143

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en voedingsvezels.
 

88 µg vitamine D per dag verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het voorkomen van diabetes is een prioriteit voor de volksgezondheid. Suppletie met vitamine D-supplementen kan de ontwikkeling van diabetes bij personen met een verhoogd risico helpen voorkomen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine D-supplementen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 (diabetes type 2)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s met in totaal 3848 deelnemers.

De gemiddelde duur van de studies was 22 weken.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 26 en 71 jaar.
De gemiddelde dosering van vitamine D-supplementen was 88 µg/d (3500 IU/d).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen het HbA1c-gehalte significant met 0.71% [95% BI = -1.02 tot -0.39] verlaagde.
In de subgroepenanalyses was dit effect het grootst bij mensen met overgewicht/obesitas, korter dan 6 maanden vitamine D suppletie (het slikken van vitamine D-supplementen), bij een vitamine D bloedwaarde van boven 86 nmol/L en bij mensen jonger dan 45 jaar.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen het nuchter suikergehalte significant met 0.72 mmol/L [95% BI = -1.02 tot -0.42] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen de HOMA-IR waarde significant met 0.62 punt [95% BI = -0.92 tot -0.32] verlaagde.
In de subgroepenanalyses was dit effect het grootst bij mensen met overgewicht/obesitas en bij een vitamine D bloedwaarde van boven 86 nmol/L.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 88 µg vitamine D per dag gedurende 22 weken, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Supplementation, Glycemic Control, and Insulin Resistance in Prediabetics: A Meta-Analysis by Mirhosseini N, Vatanparast H, [...], Kimball SM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6016617/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over suikerziekte en vitamine D.
 

500 mg flavanolen per dag verlaagt BMI

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van flavonoïden, zoals flavanolen en isoflavonen het BMI en de buikomtrek?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 58 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van flavanolensupplementen het BMI significant verlaagde [MD = -0.28 kg/m2, p = 0.04, n = 21].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van flavanolensupplementen het BMI onder Aziaten significant verlaagde [MD = -0.42 kg/m2, p = 0.046, n = 13].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van flavanolensupplementen het BMI onder mensen tot 50 jaar significant verlaagde [MD = -0.50 kg/m2, p = 0.008, n = 14].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van flavanolensupplementen het BMI van mensen met overgewicht (BMI>25) significant verlaagde [MD = -0.30 kg/m2, p = 0.049, n = 15].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van minstens 500 mg flavanolen per dag, het BMI significant verlaagde [MD = -0.36 kg/m2, p = 0.049, n = 12].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van flavanolensupplementen de buikomtrek significant verlaagde [MD = -60 cm, p = 0.02, n = 18].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van isoflavonensupplementen, het BMI van niet Aziaten significant verlaagde [MD = -0.26 kg/m2, p = 0.035, n = 13].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van minstens 75 mg isoflavonen per dag, het BMI significant verlaagde [MD = -0.34 kg/m2, p = 0.027, n = 8].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minstens 500 mg flavanolen per dag of minstens 75 mg isoflavonen per dag, het BMI verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Flavanols are potential anti-obesity agents, a systematic review and meta-analysis of controlled clinical trials by Akhlaghi M, Ghobadi S, […], Mohammadian F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29759310

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht en flavonoïden.
Deze maaltijd levert 75 mg isoflavonen.

 

50 gram koolhydraten per dag verhoogt goed cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Koolhydratenarme diëten kunnen het LDL-cholesterol verhogen en daarmee ook het risico op hart- en vaatziekten verhogen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een koolhydratenarm dieet het cholesterol- en trygliceridengehalte onder mensen met overgewicht of obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 1633 deelnemers, waarvan 815 in de vetarm dieetgroep (controle groep) en 818 in de koolhydratenarm dieetgroep (interventiegroep).
Alle RCT’s kenden meer dan 100 deelnemers en duurden minstens 6 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met het volgen van een vetarm dieet, dat het volgen van een koolhydratenarm dieet gedurende 6, 12 of 24 maanden niet tot een significant verschil in het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met overgewicht of obesitas leidde.

De onderzoekers vonden vergeleken met het volgen van een vetarm dieet, dat het volgen van een koolhydratenarm dieet gedurende 6 of 12 maanden het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met overgewicht of obesitas  significant verhoogde [0.08 mmol/L, 95% BI = 0.06-0.11, p  0.00001]. Het effect was het grootst bij maximaal 50 gram koolhydraten per dag [0.12 mmol/L, 95% BI = 0.10-0.14, p  0.00001].

De onderzoekers vonden vergeleken met het volgen van een vetarm dieet, dat het volgen van een koolhydratenarm dieet gedurende 6 of 12 maanden het triglyceridengehalte van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [-0.13 mmol/L, 95% BI = -0.19 tot -0.08, p  0.00001]. Het effect was het grootst bij maximaal 50 gram koolhydraten per dag [-0.19 mmol/L, 95% BI = -0.26 tot -0.12, p = 0.02].

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een koolhydratenarm dieet (bij voorkeur maximaal 50 gram koolhydraten per dag) gedurende 6 of 12 maanden het triglyceridengehalte van mensen met overgewicht of obesitas verlaagde en het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of carbohydrate-restricted diets on low-density lipoprotein cholesterol levels in overweight and obese adults: a systematic review and meta-analysis by Gjuladin-Hellon T, Davies IG, […], Amiri Baghbadorani R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30544168

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, koolhydraten en overgewicht.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog LDL-cholesterolgehalte, een hoog triglyceridengehalte en  een laag HDL-cholesterolgehalte.

50 gram koolhydraten per dag komt overeen met een dieet met 10 En% koolhydraten. Een makkelijke manier om een dieet met 10 En% koolhydraten te volgen, is door te kiezen voor producten die ook 10 En% koolhydraten leveren. Deze producten leveren 10 En% koolhydraten.
 

Dagelijks 30 gram donkere chocolade verlaagt lichaamsgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Cacao en donkere chocolade hebben naar verluidt positieve effecten op de gezondheid. Echter, het exacte effect van cacao en dondere chocolade op de antropometrische metingen (zoals lichaamsgewicht, BMI en buikomtrek) is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben het eten van cacao en donkere chocolade positieve effecten op het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 35 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van cacao en donkere chocolade het lichaamsgewicht niet significant verlaagde [-0.108 kg, 95% BI = -0.262 tot 0.046, p = 0.168].

De onderzoekers vonden dat het eten van cacao en donkere chocolade de BMI niet significant verlaagde [-0.014 kg/m2, 95% BI = -0.105 tot 0.077, p = 0.759].

De onderzoekers vonden dat het eten van cacao en donkere chocolade de buikomtrek niet significant verlaagde [0.025 cm, 95% BI = -0.083 tot 0.129, p = 0.640].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van minstens 30 gram cacao en donkere chocolade per dag gedurende 4 tot 8 weken, het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minstens 30 gram cacao en donkere chocolade per dag gedurende 4 tot 8 weken, het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does cocoa/dark chocolate supplementation have favorable effect on body weight, body mass index and waist circumference? A systematic review, meta-analysis and dose-response of randomized clinical trials by Kord-Varkaneh H, Ghaedi E, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29553824

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chocolade en overgewicht.
Mensen met overgewicht worden aangeraden te kiezen voor producen met:
maximaal 30 En% vet
maximaal 7 En% verzadigd vet
minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal

Deze producten in de supermarkt zijn geschikt voor mensen met overgewicht.


 

1 portie aardappelen per dag verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van aardappelen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 4545230 personenjaren en 17758 mensen met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elk verhoging met 1 portie aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikziekte type 2 significant met 20% [HR = 1.20, 95% BI = 1.13 tot 1.127, p 0.001, I2 = 27.1%, p = 0.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elk verhoging met 2 porties aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikziekte type 2 significant met 44% [HR = 1.44, 95% BI = 1.28 tot 1.63] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elk verhoging met 3 porties aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikziekte type 2 significant met 74% [HR = 1.74, 95% BI = 1.45 tot 2.09] verhoogde.

De onderzoekers vonden een significant non-lineair verband tussen het eten van aardappelen en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 1 portie aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Potato consumption and risk of type 2 diabetes: A dose-response meta-analysis of cohort studies by Bidel Z, Teymoori F, […], Nazarzadeh M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30144898

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over suikerziekte.

1 portie aardappelen in dit onderzoek komt overeen met 180 gram.
 

Carotenoïden via voeding verlagen mogelijk het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoiden de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cross-sectionele studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 5 studies dat het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 44% [gepoolde OR = 0.66, 95% BI = 0.56-0.78] verlaagde. Dit verlaagde risico was het grootst voor beta-caroteen, gevolgd door alfa-caroteen en beta-crypotoxanthine.

De onderzoekers vonden in 6 studies geen verband tussen het eten van retinol (dierlijke vorm van vitamine A) en de kans op het krijgen van het metabole syndroom [gepoolde OR = 1.00, 95% BI = 0.88-1.13].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van carotenoïden, met name beta-caroteen, alfa-caroteen en beta-crypotoxanthine, de kans op het krijgen van het metabole syndroom mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het overzichtsartikel alleen maar cross-sectionele studies kende en geen cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids, vitamin A, and their association with the metabolic syndrome: a systematic review and meta-analysis by Beydoun MA, Chen X, [...], Canas JA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30202882

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carotenoïden en het metabole syndroom.
 

Dagelijks 150 gram friet verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bestaat er een relatie tussen het eten van aardappelen en all-cause mortaliteit, hart- en vaatziekte, suikerziekte type 2 of dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag en all-cause mortaliteit [RR = 0.88, 95% BI = 0.69-1.12].
Geen relatie omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.69 tot 1.12 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag en het krijgen van coronaire hartziekte [RR = 1.03, 95% BI = 0.96-1.09].

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag elen en het krijgen van een beoerte [RR = 0.98, 95% BI = 0.93-1.03].

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag en het krijgen van dikke darmkanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.92-1.20].

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het dagelijks eten van 150 gram gekookte of gebakken aardappelen of aardappel als puree en het krijgen van een hoge bloeddruk [RR = 1.08, 95% BI = 0.96-1.21].

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 150 gram gekookte of gebakken aardappelen of aardappel als puree, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 1.09, 95% BI = 1.01-1.18] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.01 tot 1.18 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 150 gram friet, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 66% [RR = 1.66, 95% BI = 1.43-1.94] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 150 gram friet, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 37% [RR = 1.37, 95% BI = 1.15-1.63] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het dagelijks eten van 150 gram friet, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk werkelijk met 37% verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 150 gram friet zowel de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 als het krijgen van een hoge bloeddruk verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Potatoes and risk of chronic disease: a systematic review and dose-response meta-analysis by Schwingshackl L, Schwedhelm C, […], Boeing H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29987352

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte, het verlagen van de bloeddruk, hart- en vaatziekten en dikke darmkanker.

 

Knoflook verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies hebben het effect van knoflook op het lipidenprofiel en het bloedglucosegehalte bij patiënten met suikerziekte onderzocht. Echter, de resultaten zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verbetert knoflook het lipidenprofiel en het bloedglucosegehalte van patiënten met suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 33 studies met in totaal 1273 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het totale cholesterolgehalte van patiënten met suikerziekte significant met 16.87 mg/dL [95% BI = -21.01 tot -12.73, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van patiënten met suikerziekte significant met 9.65 mg/dL [95% BI = -15.07 tot -4.23, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het triglyceridengehalte van patiënten met suikerziekte significant met 12.44 mg/dL [95% BI = -18.19 tot -6.69, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van patiënten met suikerziekte significant met 3.19 mg/dL [95% BI = 1.85 tot 4.53, p = 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het nuchter bloedglucosegehalte van patiënten met suikerziekte significant met 10.90 mg/dL [95% BI = -16.40 tot -5.40, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het HbA1c-gehalte van patiënten met suikerziekte significant met 0.60 mg/dL [95% BI = -0.98 tot -0.22, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat knoflook het lipidenprofiel en het bloedglucosegehalte van patiënten met suikerziekte verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of garlic on lipid profile and glucose parameters in diabetic patients: A systematic review and meta-analysis by Shabani E, Sayemiri K and Mohammadpour M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30049636

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over suikerziekte, cholesterol en knoflook.
 

Gembersupplementen verlagen lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met overgewicht (BMI>25) of obesitas (BMI>30) baat bij gembersupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 473 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat gembersupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.66, 95% BI = -1.31 tot -0.01, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat gembersupplementen de taille-heupverhouding van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.49, 95% BI = -0.82 tot -0.17, p = 0.003].

De onderzoekers vonden dat gembersupplementen de heupverhouding van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.42, 95% BI = -0.77 tot -0.08, p = 0.01].

De onderzoekers vonden dat gembersupplementen het nuchter glucosegehalte van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.68, 95% BI = -1.23 tot -0.05, p = 0.03].

De onderzoekers vonden dat gembersupplementen de HOMA-IR waarde van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -1.67, 95% BI = -2.86 tot -0.48, p = 0.006].

De onderzoekers vonden dat gembersupplementen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met overgewicht of obesitas significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.10 tot 0.70, p = 0.009].

De onderzoekers concludeerden dat mensen overgewicht (BMI>25) of obesitas (BMI>30) baat hadden bij gembersupplementen.

Oorspronkelijke titel:
The effects of ginger intake on weight loss and metabolic profiles among overweight and obese subjects: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Maharlouei N, Tabrizi R, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29393665

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht, cholesterol en suikerziekte.

Vegetarisch dieet tijdens zwangerschap verhoogt baby met een laag geboortegewicht onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Of een vegetarisch dieet geschikt is voor zwangerschap blijft onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft een vegetarisch dieet negatieve effecten op de zwangerschap?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 observationele studies.

Resultaten en conclusies:  
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse (alle 19 studies bij elkaar genomen) geen verband tussen het volgen van een vegetarisch dieet en het krijgen van een baby met een laag geboortegewicht [RR = 1.27, 95% BI = 0.98-1.65, p = 0.07, I2 = 0%].

Echter, de onderzoekers vonden in subgroepenanalyse (om extra informatie te krijgen) een significant verhoogde risico van 33% op het krijgen van een baby met een laag geboortegewicht bij Aziatische vrouwen (Indië/Nepal) die een vegetarisch dieet volgden tijdens de zwangerschap [RR = 1.33, 95% BI = 1.01-1.76, p = 0.04, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat Aziatische vrouwen die tijdens de zwangerschap een vegetarisch dieet volgden, een verhoogde kans hadden op het krijgen van een baby met een laag geboortegewicht.

Oorspronkelijke titel:
Is a vegetarian diet safe to follow during pregnancy? A systematic review and meta-analysis of observational studies by Tan C, Zhao Y and Wang S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29621406

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over veganisme en zwangerschap.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
Een makkelijke manier om een vegetarisch dieet te volgen, is door te kiezen voor plantaardige producten die ook maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijkse gegeten producten moet maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

Dagelijks veel granenvezels verlaagt mogelijk suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overkoepelende overzichtsartikel bevatte 16 overzichtsartikelen over vezelsconsumptie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyses dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 15% tot 19% verlaagde [RR = 0.81-0.85] verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyses dat het eten van veel granenvezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% tot 33% verlaagde [RR = 0.67-0.87] verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyses van supplementatie-studies dat het eten van veel vezels afkomstig van beta-glucanen vergeleken met weinig, zowel het nuchter glucosegehalte als het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyses van supplementen-studies dat het eten van veel vezels afkomstig van psyllium vergeleken met weinig, zowel het nuchter glucosegehalte als HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels, met name granenvezels, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er sprake was van significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fiber Intake and Type 2 Diabetes Mellitus: An Umbrella Review of Meta-analyses by McRae MP.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29628808

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte, meta-analysis/heterogeniteit en vezels.

Een voeding met veel vezels is een voeding met minimaal 30 gram vezels oftewel een voeding met veel producten die minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Deze maaltijden bevatten minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
 

Een voeding met 6 En% plantaardig eiwit verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen eiwit-inname via voeding en suikerziekte type 2 was inconsistent in de epidemiologische onderzoeken. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tusssen de eiwit-inname via voeding en het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 34221 mensen met suikerziekte type 2.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden na het corrigeren voor eventuele confounders (factoren die de resultaten kunnen verstoren) dat elke verhoging met 5 En% totale eiwit, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [95% BI = 1.04-1.13, I2 = 42.0%] verhoogde. Dit significant verhoogde risico werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden na het corrigeren voor eventuele confounders (factoren die de resultaten kunnen verstoren) dat elke verhoging met 5 En% dierlijk eiwit, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 12% [95% BI = 1.08-1.17, I2 = 14.0%] verhoogde. Dit significant verhoogde risico werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden na het corrigeren voor eventuele confounders (factoren die de resultaten kunnen verstoren) een U-vormig verband tussen de inname van plantaardig eiwit via voeding en het krijgen van suikerziekte type 2. Het laagste risico werd gevonden bij 6 En% plantaardig eiwit. Dit significant verlaagde risico werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers concludeerden dat een voeding met 6 En% plantaardig eiwit, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary protein intake and risk of type 2 diabetes: a dose-response meta-analysis of prospective studies by Zhao LG, Zhang QL, [...], Xiang YB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29858629

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en eiwit.

De makkelijkste manier om een voeding met 6 En% plantaardig eiwit te volgen, is door te kiezen voor alleen producten met 6 En% plantaardig eiwit. Deze producten bevatten 6 En% plantaardig eiwit.

Een U-vormig verband wil zeggen, bij bepaalde waarde is er sprake van een verhoogde risico en bij bepaalde waarde juist een verlaagde risico.
 

Minimaal 550 mg flavonoïden per dag verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische onderzoeken naar de rol van de inname van flavonoïden bij de preventie van suikerziekte type 2 lieten inconsistente resultaten zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies tussen 2002 en 2017 met in totaal 312015 deelnemers, waarvan 19953 mensen suikerziekte type 2 kregen tijdens de follow-up duur (duur van de studie) van 4 tot 28 jaar.
De deelnemers hadden geen suikerziekte type 2 aan het begin van de studie. De leeftijd van de deelnemers varieerde tussen 28 en 75 jaar.
De inname van flavonoïden in de hoogste categorie varieerde tussen 33.2 en 1452.3 mg per dag.

De NOS score van alle studies was 7 of hoger, wat duidt op goed opgezette studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavonoïden vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.86-0.96, I2  =  21%, p  =  0.257] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van anthocyanidines vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van flavan-3-olen vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.78-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van flavonolen vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.80-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van isoflavonen vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies een significant verlaagde risico op het krijgen van suikerziekte type 2 bij minimaal 550 mg flavonoïden per dag. 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 300 mg flavonoïden per dag, het risico op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.93-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 550 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde. Dit verlaagde risico werd ook teruggevonden voor de volgende type flavonoïden: de anthocyanidines, de flavan-3-olen, de flavonolen en de isoflavonen.

Oorspronkelijke titel:
Flavonoids intake and risk of type 2 diabetes mellitus: A meta-analysis of prospective cohort studies by Xu H, Luo J, [...], Wen Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5959406/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en flavonoïden.

Deze producten leveren 500 mg flavonoïden.
 

Vetrijk dieet verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is wereldwijd een toenemende trend in de consumptie van diëten van slechte kwaliteit, die bijdragen aan de toename van niet-overdraagbare ziekten. Diëten hebben rechtstreeks invloed op de fysiologische samenstelling en dus op de lichamelijke gezondheid. Studies tonen aan dat macronutriënten (vet, eiwit en koolhydraten) en de energieinname van invloed kunnen zijn op het intramusculaire vetgehalte (IMF), dat verschillende metabole en endocriene stoornissen kunnen veroorzaken. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Welk type dieet verhoogt het intramusculaire vetgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies (RCT’s en cross-over studies).
Het vetrijke dieet varieerde tussen 38 en 85 En% vet met gemiddeld 15 En% eiwit.
Het koolhydratenrijke dieet bevatte meer koolhydraten dan het lichaam dagelijks nodig heeft bij een gezond gewicht.
Het korte termijn hongerdieet (gedurende 8 dagen met 3 weken wash-out periode) bevatten 25% minder caloriën dan het lichaam dagelijks nodig heeft bij een gezond gewicht.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat vetrijke diëten (134 mensen in de vetrijke dieetgroep en 135 mensen in de controle groep) het intramusculaire vetgehalte significant verhoogde [SMD = 1.24, 95% BI = 0.43-2.05, p  = 0.003, I2 = 87%]. De SMD in de sensitiviteitsanalyse was 1.26 [95% BI = 0.23-2.28, p = 0.02].
Significant want de gevonden p-waarde van 0.003 was kleiner dan p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenrijk diet vergeleken met standaard dieet (55 En% koolhydraten, 30 En% vet en 15 En% eiwit), het intramusculaire vetgehalte significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van hongerdiëten op korte termijn het intramusculaire vetgehalte significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een vetrijk dieet (38-85 En% vet), koolhydratenrijk dieet en het kortstondig volgen van een hongerdieet het intramusculaire vetgehalte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The Effects of Diet on the Proportion of Intramuscular Fat in Human Muscle: A Systematic Review and Meta-analysis by Ahmed S, Singh D, [...], Kumbhare D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5826234/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetrijk dieet en koolhydratenrijk dieet.
Een vetrijk dieet is een dieet met minimaal 35 En% vet. Een vetrijk dieet bestaat grotendeels uit producten/maaltijden met minimaal 35 En% vet.

Het vet in het lichaam kan in 3 groepen worden gedeeld:

  1. visceraal vet (vet tussen de organen)
  2. intramusculair vet (vet opgeslagen in de spieren). Intramusculair vet komt vooral voor bij mensen met overgewicht of obesitas en kan insulineresistentie veroorzaken. Insulineresistentie is de belangrijkste oorzaak van diabetes type 2 oftewel suikerziekte type 2.
  3. subcutaan vet (vet onder de huid opgeslagen)


 

Foliumzuursupplementen verlagen het nuchter glucosegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Homocysteïne wordt geassocieerd met een hoger risico op het krijgen van diabetes (suikerziekte). Foliumzuur, dat homocysteïne vermindert, is veelbelovend voor de preventie en de behandeling van diabetes. Eerdere meta-analyse (overzichtsartikel) van 3 studies suggereerde dat folaat (foliumzuur) het hemoglobine A1c (HbA1c)-gehalte zou kunnen verlagen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben foliumzuursupplementen (folaatsupplementen) positieve effecten op de insulineresistentie en de glykemische controle, zoals het nuchter glucose- en insulinegehalte en het HbA1c-gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 RCT’s met in totaal 21081 mensen met of zonder diabetes.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat foliumzuursupplementen het nuchter glucosegehalte significant met 0.15 mmol/L [95% BI = -0.29 tot -0.01] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat foliumzuursupplementen de HOMA-IR waarde significant met 0.83 [95% BI = -1.31 tot -0.34] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat foliumzuursupplementen het nuchter insulinegehalte significant met 1.94 μIU/mL [95% BI = -3.28 tot -0.61] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen foliumzuursupplementen en het krijgen van suikerziekte of het verlagen van het HbA1c-gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat foliumzuursupplementen zowel het nuchter glucosegehalte, de HOMA-IR waarde als het nuchter insulinegehalte verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
The effects of folate supplementation on glucose metabolism and risk of type 2 diabetes: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Zhao JV, Schooling CM and Zhao JX.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29501221

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en foliumzuur.

Suikerpatiënten hebben vaak zowel een verhoogd nuchter glucosegehalte, de HOMA-IR waarde als nuchter insulinegehalte.

Deze maaltijden bevatten veel foliumzuur.