Voeding en gezondheid

Alzheimer-patiënten hebben een lage vitamine E bloedwaarde

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen de bloedwaarde van vitamine C, E en beta-caroteen en het krijgen van de ziekte Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte studies met gegevens over de bloedwaarde vitamine C, E en beta-caroteen van patiënten met de ziekte Alzheimer.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat de vitamine E bloedwaarde van patiënten met Alzheimer significant lager was dan van patiënten zonder Alzheimer [SMD = -1.49 μmol/L, 95% BI = -2.08 tot -0.89 μmol/L, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de meta-analyse geen significant verschil in de vitamine C bloedwaarde tussen patiënten met Alzheimer en patiënten zonder Alzheimer [SMD = -1.43 μmol/L, 95% BI = -3.05 tot 0.19 μmol/L, p = 0.083].

De onderzoekers vonden in de meta-analyse geen significant verschil in de beta-caroteen bloedwaarde tussen patiënten met Alzheimer en patiënten zonder Alzheimer [SMD = -0.61 μmol/L, 95% BI = -1.40 tot 0.18 μmol/L, p = 0.131].

De onderzoekers concludeerden dat een verlaagde vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of vitamin C, vitamin E and β-carotene levels in the plasma of Alzheimer's disease patients by Dong R, Yang Q, […], Zhao H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30081996

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C, E, beta-caroteen en dementie

De vitamine E bloedwaarde kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine E bevatten en/of door vitamine E-supplementen te slikken.
 

Vitamine A en C via voeding verlagen de oogziekte glaucoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel er verschillende onderzoeken uitgevoerd zijn naar de relatie tussen vitamines en het krijgen van glaucoom (groene staar), zijn de resultaten vaak tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van vitamines en het krijgen van de oogziekte glaucoom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies met in totaal 940 mensen met de oogziekte glaucoom en 123697 mensen zonder de oogziekte glaucoom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine A via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 55% [gepoolde OR = 0.45, 95% BI = 0.30-0.68, I2 = 0%] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.30 tot 0.68 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine C via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 61% [OR = 0.39, 95% BI = 0.23-0.67, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van groene bladgroenten, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 61% [OR = 0.39, 95% BI = 0.22-0.70, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van vitamine B1 via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom [OR = 0.84, 95% BI = 0.47-1.51].

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom [OR = 0.95, 95% BI = 0.75-1.19].
Niet significant omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.75 tot 1.19 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vitamine A, vitamine C en groene bladgroenten, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom verlaagden. 

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Vitamins on Glaucoma: A Systematic Review and Meta-Analysis by Ramdas WD, Schouten JSAG and Webers CAB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5872777/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine A, C, B1, E, groene bladgroenten en ouderdom

Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen de verschillende voedings- of circulerende antioxidanten en het risico op doodgaan aan alle oorzaken onder de bevolking is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van antioxidanten (zoals carotenoïden, flavonoïden, vitamine C en selenium) of een hoog antioxidantengehalte in het bloed de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 prospectieve observationele studies met in totaal 507251 deelnemers, waarvan 73965 mensen die doodgingen aan alle oorzaken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 40% [RR = 0.60, 95% BI = 0.46 tot 0.74] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoog vitamine C-gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 39% [RR = 0.61, 95% BI = 0.53 tot 0.69] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.53 tot 0.69 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog seleniumgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant 38% met [RR = 0.62, 95% BI = 0.45 tot 0.79] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een hoog seleniumgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken werkelijk met 38% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 37% [RR = 0.63, 95% BI = 0.57 tot 0.70] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.58 tot 0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog carotenoïdengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.56 tot 0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog lycopeengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.54 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-tocoferolgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.77 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge carotenoïdeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.66 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge antioxidanteninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.73 tot 0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge seleniuminname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.73 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge alfa-caroteeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.63 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge beta-caroteeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.77 tot 0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine C inname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.83 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge caroteneninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.81 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het lycopeengehalte in het bloed en de kans op doodgaan aan alle oorzaken. 

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het eten van vitamine C en de kans op doodgaan aan alle oorzaken. 

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoog antioxidantengehalte in het bloed als een hoge antioxidanteninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Antioxidants, Circulating Antioxidant Concentrations, Total Antioxidant Capacity, and Risk of All-Cause Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Observational Studies by Jayedi A, Rashidy-Pour A, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30239557

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over antioxidanten, flavonoïden, carotenoïden, vitamine C, selenium en ouderdom.

 

All-cause mortaliteit is het laagst bij een dieet met 50-55 En% koolhydraten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen het eten van koolhydraten en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies met in totaal 432179 deelnemers, waarvan  40181 mensen die tijdens de studie doodgingen. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een dieet met 40 En% koolhydraten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 20% [gepoodel HR = 1.20, 95% BI = 1.09-1.32, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een dieet met >70 En% koolhydraten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 23% [gepoodel HR = 1.23, 95% BI = 1.11-1.36, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het eten van koolhydraten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), met een minimale risico bij 50 tot 55 En% koolhydraten.

De onderzoekers concludeerden dat een U-vormige relatie tussen het eten van koolhydraten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) bestond, met een minimale risico bij 50 tot 55 En% koolhydraten.

Oorspronkelijke titel:
Dietary carbohydrate intake and mortality: a prospective cohort study and meta-analysis by Seidelmann SB, Claggett B, […], Solomon SD.

Link:
https://www.thelancet.com/journals/lanpub/article/PIIS2468-2667(18)30135-X/fulltext

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en koolhydraten.

De makkelijkste manier om een dieet met 50 tot 55 En% koolhydraten te volgen, is te kiezen voor uitsluitend producten/maaltijden die ook 50 tot 55 En% koolhydraten bevattten. Welke producten/maaltijden 50 tot 55 En% koolhydraten bevatten, kunt hier opzoeken.
 

Wijn verhoogt niet dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn tegenstrijdige resultaten met betrekking tot de relatie tussen het drinken van wijn en het krijgen van colorectale kanker (dikke darmkanker). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het drinken van wijn de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies en 9 cohort studies met in totaal 12110 mensen met dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 0.99, 95% BI = 0.89-1.10, p-heterogeniteit 0.001].
Geen verband omdat SRR van 1 in de 95% BI van 0.89 tot 1.10 zat. SRR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van colonkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van rectumkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker onder mannen.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen.


De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van maximaal 2 glazen wijn per dag en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 0.93, 95% BI = 0.80-1.08, I2 = 69.2%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van minimaal 2 glazen wijn per dag en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 1.00, 95% BI = 0.86-1.16, I2 = 39.9%].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van wijn, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Wine consumption and colorectal cancer risk: a meta-analysis of observational studies by Xu W, Fan H, [...], Ge Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30247171

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/significant/heterogeniteit, wijnconsumptie en dikke darmkanker.

 

Een laag seleniumgehalte in de hersenen verhoogt de ziekte van Alzheimer

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het seleniumgehalte in de hersenen en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met 40 observaties.
Er was geen publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random-effect model dat het seleniumgehalte in het hersenweefsel van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [SMD = - 0.42]. Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het seleniumgehalte in het temporale gebied (slaapkwab), het hippocampale gebied en de cortexgebieden van de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het seleniumgehalte in de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
Brain Selenium in Alzheimer's Disease (BRAIN SEAD Study): a Systematic Review and Meta-Analysis by Varikasuvu SR, Prasad VS, [...], Manne M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30171594

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en de ziekte van Alzheimer. 
 

Veel verzadigd vet verhoogt fracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De totale inname van vet in voeding kan het risico op het krijgen van fracturen beïnvloeden. Echter, tot op heden zijn tegenstrijdige bevindingen gevonden. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van vet en het risico op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van het totale vet via voeding en het krijgen van fracturen [gepoolde effectgrootte = 1.31, 95% BI = 0.95-1.79, p = 0.09].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van fracturen significant met 79% verhoogde [gepoolde effectgrootte = 1.79, 95% BI = 1.05 -3.03, p = 0.03].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet, afkomstig van dierlijke producten de kans op het krijgen van fracturen significant met 129% verhoogde [gepoolde effectgrootte = 2.29, 95% BI = 1.50 -3.50, p 0.0001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel veel verzadigd vet als enkelvoudig onverzadigd vet, dat afkomstig is van dierlijke producten, de kans op het krijgen van fracturen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fat, saturated fatty acid, and monounsaturated fatty acid intakes and risk of bone fracture: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Mozaffari H, Djafarian K, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29947872

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vet en ouderdom

Een dieet met veel verzadigd vet is een dieet met veel producten met meer dan 10 En% verzadigd vet of anders gezegd, het gemiddelde van uw dagelijks gegeten producten bevat meer dan 10 En% verzadigd vet. Deze maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.

Geen verband tussen koolhydraten en prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Prostaatkanker is wereldwijd een van de belangrijkste kankeroorzaken onder mannen. Veel epidemiologische studies laten een verband zien tussen de inname van koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker. Echter, het bewijs uit epidemiologische studies is inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies, gepubliceerd tussen 1980 en 2018 met in totaal 98739 deelnemers, waarvan 11573 mensen met prostaatkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 1.11, 95% BI = 0.98-1.26, I2 = 62.7%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en gevorderde prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 0.95, 95% BI = 0.78-1.16, I2 = 14.1%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en niet-gevorderde prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 1.01, 95% BI = 0.79-1.29, I2 = 64.4%].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van veel koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Carbohydrate intake and the risk of prostate cancer by Fan LL, Su HX, […], Nan CJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29778541

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en prostaatkanker.

Coronaire hartziekte en hartfalen verhogen dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De risicofactoren van hart- en vaatziekten hangen nauw samen met het risico op het krijgen van dementie, maar of hartaandoeningen de persoon in kwestie ook vatbaar maken voor dementie is onzeker. Daarom, werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhogen hartaandoeningen, zoals coronaire hartziekte en hartfalen, de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 studies met 1309483 patiënten met coronaire hartziekte en 7 studies met in totaal 1958702 patiënten met hartfalen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat coronaire hartziekte, de kans op het krijgen van dementie significant met 27% [gepoolde relatieve risico = 1.27, 95% BI = 1.07-1.50, I2 = 80%] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat hartfalen, de kans op het krijgen van dementie significant met 60% [gepoolde relatieve risico = 1.60, 95% BI = 1.19-2.13, I2 = 59%] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie werkelijk met 60% verhoogde.

De onderzoekers vonden in 9 prospectieve cohort studies dat coronaire hartziekte de kans op het krijgen van dementie significant met 26% [relatieve risico = 1.26, 95% BI = 1.06-1.49, I2 = 0%] verhoogde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 1.06 tot 1.49 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 4 prospectieve cohort studies dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie significant met 80% [relatieve risico = 1.80, 95% BI = 1.41-2.31, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel coronaire hartziekte als hartfalen, de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Coronary heart disease, heart failure, and the risk of dementia: A systematic review and meta-analysis by Wolters FJ, Segufa RA, […], Sedaghat S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29494808

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, dementie en hart- en vaatziekten.
 

Een hoog BMI verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen BMI en borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 prospectieve cohort studies met in totaal 22728674 vrouwen.
De gemiddelde follow-up duur (de duur van de studie) varieerde tussen 4.29 en 10.8 jaar.
De studiegrootte varieerde tussen 15054 en 1222630 vrouwen.
De studies waren goed opgezet met een Newcastle-Ottawa score van ≥7.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 punten, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 2% [SRR = 1.02, 95% BI = 1.01-1.04, p 0.001, I2 = 74.2%, p = 0.00] verhoogde. Dit verhoogde risico was ook significant in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat een hoog BMI de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen significant met 2% [SRR = 0.98, 95% BI = 0.96-0.99, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse een lineair verband tussen het BMI en de kans op het krijgen van borstkanker zowel onder premenopauzale vrouwen als postmenopauzale vrouwen.

De onderzoekers concludeerden dat elke verhoging van het BMI met 5 punten, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between body mass index and breast cancer risk: evidence based on a dose-response meta-analysis by Liu K, Zhang W, [...], Dai Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5783020/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en BMI.
 

Melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining verhogen spiermassa bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is het effect van melkeiwittensupplementen alleen of in combinatie met krachttraining op het lichaamsgewicht, de vetmassa en de vetvrije mass van ouderen (≥ 60 jaar)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 574 deelnemers (gemiddelde leeftijd van 60 tot 80.8 jaar).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining geen significant effect hadden op het vetmassa [0.30, 95% BI = -0.25 tot 0.86 kg of het lichaamsgewicht bij ouderen [1.02, 95% BI = -0.01 tot 2.04 kg].

De onderzoekers vonden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining het vetvrije massa (=spiermasa) bij ouderen significant verhoogde [0.74, 95% BI = 0.30 tot 1.17 kg], met name bij studies met meer dan 55 deelnemers [0.73, 95% BI = 0.30 tot 1.16 kg] en bij studies met deelnemers met ouderdomsgerelateerde medische aandoeningen [1.60, 95% BI = 0.92 tot 2.28 kg].

De onderzoekers concludeerden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining het vetvrije massa (=spiermasa) bij ouderen (≥ 60 jaar) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Milk Proteins Supplementation in Older Adults Undergoing Resistance Training: A Meta-Analysis of Randomized Control Trials by Hidayat K, Chen GC, […], Qin LQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29380851

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding, krachttraining, ouderdom en eiwitten.

Vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL verlaagt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een dosisafhankelijk verband tussen het vitamine D-gehalte in het bloed en de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer?
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies en 1 retrospectieve cohort studie met 1953 mensen met dementie en 1607 mensen met de ziekte van Alzheimer onder 28354 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte tussen 10 en 20 ng/mL en de kans op het krijgen van dementie [HR = 1.09, 95% BI = 0.95 tot 1.24].
Geen verband want HR van 1 zat in de 95% BI van 0.95 tot 1.24. HR van 1 betekent geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte tussen 10 en 20 ng/mL en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [HR = 1.19, 95% BI = 0.96 tot 1.41].

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte lager dan 10 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie significant met 33% [HR = 1.33, 95% BI = 1.08 tot 1.58] verhoogde.
Significant want HR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.08 tot 1.58. HR van 1 betekent geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte lager dan 10 ng/mL en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [HR = 1.31, 95% BI = 0.98 tot 1.65]

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte van 25 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D status and risk of dementia and Alzheimer's disease: A meta-analysis of dose-response by Jayedi A, Rashidy-Pour A and Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29447107

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, dementie en vitamine D.
 

Dagelijks veel yoghurt en kaas verlaagt heupfracturen

Onderzoeksvraag:
De consumptie van zuivelproducten kan het risico op het krijgen van heupfracturen beïnvloeden, maar eerdere studies laten inconsistente resultaten zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt de consumptie van zuivelproducten de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies (met in totaal 8613 mensen met heupfracturen onder 363557 deelnemers. De follow-up duur varieerde tussen 3 en 22 jaar) en 8 patiënt-controle studies (met in totaal 3815 mensen met heupfracturen en 6415 mensen zonder heupfracturen).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies geen verband tussen de consumptie van zowel veel melk [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.74-1.12] als (totale) zuivelproducten [gepoolde RR = 1.02, 95% BI = 0.93-1.12] en de kans op het krijgen van heupfracturen.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel yoghurt vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 25% [gepoolde RR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.86] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 32% [gepoolde RR = 0.68, 95% BI = 0.61-0.77] verlaagde. Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.77 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken van 200 tot 600 gram melk per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van 0 tot 600 gram melk per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel yoghurt en kaas, de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dairy product consumption and risk of hip fracture: a systematic review and meta-analysis by Bian S, Hu J, [...], Ma J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5778815/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, zuivelconsumptie en ouderdom.
De resultaten gevonden in patiënt-controle studies zijn minder betrouwbaar dan in cohort studies.

1 portie vis per week of 100 mg DHA per dag verbetert het geheugen van ouderen

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van vis of PUFA het geheugen van ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 cohort studies met 181580 deelnemers, waarvan 4438 mensen met geheugenproblemen. De studieduur varieerde tussen 2.1 en 21 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 portie vis per week de kans op het krijgen van dementie significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.90-0.99, p = 0.042, I2 = 63.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 portie vis per week de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.90-0.95, p = 0.003, I2 = 74.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 8 gram PUFA’s per week de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.80-0.99, p = 0.221, I2 = 33.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 8 gram PUFA’s per week de kans op het krijgen van milde cognitieve stoornissen significant met 29% [RR = 0.71, 95% BI = 0.59, 0.82, p = 0.733, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg DHA per dag de kans op het krijgen van dementie significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.76-0.96, p 0.001, I2 = 92.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg DHA per dag de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 37% [RR = 0.63, 95% BI = 0.51-0.76, p 0.001, I2 = 94.5%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 1 portie vis per week, 8 gram PUFA’s per week of 100 mg DHA per dag, het geheugen van ouderen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Intakes of fish and PUFAs and mild-to-severe cognitive impairment risks: a dose-response meta-analysis of 21 cohort studies by Zhang Y, Chen J, […], Jiao J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26718417

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en het verbeteren van het geheugen.
Deze vissen leveren minimaal 100 mg DHA.
1 portie vis is 100-150 gram.
Deze maaltijden leveren 100 mg DHA.
 

Soja-isoflavonen verbeteren het geheugen van postmenopauzale vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies tonen aan dat het slikken van soja-isoflavonen de aspecten van de cognitieve functies kan verbeteren. Echter, deze bevindingen zijn controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert het slikken van soja-isoflavonen het geheugen van postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 1024 deelnemers. De behandelingsduur varieerde tussen 6 weken tot 30 maanden.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van soja-isoflavonen de testscoren van het cognitief functioneren significant met 0.08 punt [95% BI = 0.02-0.15, p = 0.014] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van soja-isoflavonen de testscoren van het visuele geheugen significant met 0.10 punt [95% BI = 0.02-0.18, p = 0.016] verhoogde.
Deze significante verhoging werd in niet Amerikaanse landen [SMD = 0.12, 95% BI = 0-0.25, p = 0.044], in de leeftijdsgroep jonger dan 60 jaar [SMD = 0.16, 95% BI = 0.05-0.28, p = 0.004] en bij een behandelingsduur van maximaal 12 maanden [SMD = 0.15, 95% BI = 0.03-0.27, p = 0.011] gevonden.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van soja-isoflavonen gedurende maximaal 12 maanden het geheugen van postmenopauzale vrouwen tot 60 jaar verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Do soy isoflavones improve cognitive function in postmenopausal women? A meta-analysis by Cheng PF, Chen JJ [...], Xie P.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25003621

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over iso-flavonen.

Deze maaltijden zijn soja-isoflavonenrijk.

 

Vette vissen verhogen het vitamine D-bloedgehalte met 6.8 nmol/L

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vis het vitamine D-bloedwaarde?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met in totaal 640 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 9 studies dat het eten van vis het vitamine D-bloedgehalte significant met 4.4 nmol/L [95% BI = 1.7-7.1 nmol/L, p 0.0001, I2 = 25%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 studies dat het eten van vette vis het vitamine D-bloedgehalte significant met 6.8 nmol/L [95% BI = 3.7-9.9 nmol/L, p 0.0001, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 studies dat het eten van niet vette vis het vitamine D-bloedgehalte significant met 1.9 nmol/L [95% BI = -2.3-6.0 nmol/L, p 0.38, I2 = 37%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 studies dat het eten van vis gedurende 4 tot 8 weken het vitamine D-bloedgehalte significant met 3.8 nmol/L [95% BI = 0.6-6.9 nmol/L, p 0.02, I2 = 38%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 4 studies dat het eten van vis gedurende 10 maanden het vitamine D-bloedgehalte significant met 8.3 nmol/L [95% BI = 2.1-14.5 nmol/L, p 0.009, I2 = 0%] verhoogde.

Op grond van de gevonden resultaten concludeerden de onderzoekers dat het eten van vis, met name vette vis gedurende 10 maanden, het vitamine D-bloedgehalte verhoogde. Echter, het optimale vitamine D-bloedgehalte kan niet worden bereikt door het eten van vis alleen.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of fish intake on vitamin D status: a meta-analysis of randomized controlled trials by Lehmann U, Gjessing HR, [...], Dierkes J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26354531

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Vette vissen bevatten meer vitamine D dan niet vette vissen.

De snelste en goedkoopste manier om een optimale vitamine D-bloedgehalte te bereiken is via het slikken van vitamine D-supplementen.

Dagelijks 400-1800 mg EPA en DHA vertraagt het cognitieve achteruitgang bij ouderen

Onderzoeksvraag:
Er is bewijs dat een relatie bestaat tussen de inname van omega-3 vetzuren en de leeftijdsgerelateerde cognitieve achteruitgang. Echter, gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCTs) laten inconsistente conclusies zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Vertraagt het slikken van EPA en DHA de kans op het krijgen van leeftijdsgerelateerde cognitieve achteruitgang?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s waarbij de duur varieerde van 3 tot 40 maanden. De dosering van EPA en DHA varieerde van 400 tot 1800 mg.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van EPA en DHA het cognitieve achteruitgang bij ouderen significant vertraagde [WMD = 0.15, 95% BI = 0.05-0.25, p = 0.003].  

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 400-1800 mg EPA en DHA het cognitieve achteruitgang bij ouderen vertraagde.

Oorspronkelijke titel:
Omega-3 fatty acids and risk of cognitive decline in the elderly: a meta-analysis of randomized controlled trials by Zhang XW, Hou WS, [...], Tang ZY.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26025463

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA en DHA. EPA en DHA worden ook wel visvetzuren genoemd omdat ze in vissen voorkomen. Vette vissen bevatten meer EPA en DHA dan niet vette vissen.

Deze maaltijden leveren minimaal 400 mg EPA en DHA.

Onverzadigde vetzuren, antioxidanten en vitamine B verlagen dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat zijn de risicofactoren van dementie? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 interventiestudies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van dementie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.74-0.95, p = 0.006] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van antioxidanten de kans op het krijgen van dementie significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.77-0.98, p = 0.026] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van B-vitamines de kans op het krijgen van dementie significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.54-0.96, p = 0.026] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een Mediterraans dieet de kans op het krijgen van dementie significant met 31% [RR = 0.69, 95% BI = 0.57-0.84, p  0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van aluminium de kans op het krijgen van dementie significant met 124% [RR = 2.24, 95% BI = 1.49-3.37, p  0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het roken de kans op het krijgen van dementie significant met 43% [RR = 1.43, 95% BI = 1.15-1.77, p = 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een lager vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van dementie significant met 52% [RR = 1.52, 95% BI = 1.17-1.98, p = 0.002] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen visinname [RR = 0.79, 95% BI = 0.59-1.06, p = 0.113], groente en fruitinname [RR = 0.46, 95% BI = 0.16-1.32, p = 0.149] en alcoholsumptie [RR = 0.74, 95% BI = 0.55-1.01, p = 0.056] en de kans op het krijgen van dementie.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van onverzadigde vetzuren, antioxidanten en vitamine B de kans op het krijgen van dementie verlaagden. Echter, een hoge inname van aluminium, roken en een lager vitamine D-bloedwaarde verhoogden de kans op het krijgen van dementie.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Patterns and Risk of Dementia: a Systematic Review and Meta-Analysis of Cohort Studies by Cao L, Tan L, […], Yu JT.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26553347

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over onverzadigde vetzuren, vitamines, antioxidanten en dementie.

Een voeding met veel onverzadigd vet, antioxidanten en B-vitamines komt in de praktijk overeen met een voeding met maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. De makkelijkste manier om een voeding met maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal te volgen, is door te kiezen voor producten met maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.

Maagzuurremmers leiden op lange termijn mogelijk tot een vitamine B12-tekort

Onderzoeksvraag:
Leidt het slikken van maagzuurremmmers tot een tekort aan vitamine B12?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies met 4254 mensen met een vitamine B12-tekort en 19228 controles (mensen zonder een vitamine B12-tekort) en 1 cohort studie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van maagzuurremmers op lange termijn het riscio op het krijgen van een vitamine B12-tekort significant met 83% [HR = 1.83, 95% BI = 1.36-2.46, p = 0.00] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het chronisch slikken van maagzuurremmers mogelijk tot een tekort aan vitamine B12 leidde. Mogelijk omdat het overzichtsartikel slechts 1 cohort studies bevatte.

Oorspronkelijke titel:
Association between vitamin B12 deficiency and long-term use of acid-lowering agents: a systematic review and meta-analysis by Jung SB, Nagaraja V, [...], Eslick GD.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25583062

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine B12.

 

HMB-supplementen leiden tot spierbehoud bij ouderen

Onderzoeksvraag:
Vergroot het slikken van HMB de spiermassa bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met 147 ouderen in de HMB-groep en 140 ouderen in de controle groep. De ouderen waren 65 jaar of ouder.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van HMB tot meer spiergroei leidde [standaard gemiddelde = 0.352 kg, 95% BI = 0.11 tot 0.594].
Maar er was geen significant verschil in de vetmassa tussen de HMB-groep en de controle groep [standaard gemiddelde = -0.08 kg, 95% BI = -0.32 tot 0.259].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van HMB tot spierbehoud bij ouderen leidde.                                         

Oorspronkelijke titel:
Effect of beta-hydroxy-beta-methylbutyrate supplementation on muscle loss in older adults: A systematic review and meta-analysis by Wu H, Xia Y, […], Niu K.


Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26169182

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderen en aminozuren.

De goedkoopste manier om spierverlies bij ouderen te voorkomen is sporten, dan met name krachtsport.

Het essentiële aminozuur leucine wordt in de spieren door de enzymen BCAA-transferase en alpha-ketoisocaproaatdioxygenase voor 5% omgezet in HMB. HMB is in hele kleine hoeveelheden te vinden in citrusvruchten, avocado, bloemkool, alfalfa en meerval. De dosering van HMB is 38 mg per kg lichaamsgewicht.

Dagelijks 7 mg vitamine E via voeding verlaagt leeftijdsgebonden staar

Research Question:
Increases the ingest of vitamin E through feeding the chance of getting age-related cataracts?

Study Design:
This overview article contained studies with participants in all age groups. 

Results and conclusions:
The researchers found that eating a lot of vitamin E the chance of getting age-related cataracts significantly with 27% [RR = 0.73, 95% CI = 0.58-0.92] reduced.

The researchers found that the combination food and swallowing vitamin E the chance of getting age-related cataracts significantly with 14% [RR = 0.86, 95% CI = 0.75-0.99] reduced.

The researchers found that a high vitamin E content in the body the chance of getting age-related cataracts significantly with 23% [RR = 0.77, 95% CI = 0.66-0.91] reduced.

The researchers found that taking vitamin E the chance of getting age-related cataracts are not significantly with 8% [RR = 0.92, 95% CI = 0.78-1.07] reduced. Not significant is, there is no link to a 95% reliability.

The researchers found a non-linear relationship between eating vitamin E and the chance of getting age-related cataracts.

The researchers found that eating 7 mg of vitamin E per day the chances of getting age-related cataracts significantly with 6% [RR = 0.94, 95% CI = 0.90-0.97] reduced.

On the basis of the found results the researchers concluded that eating and not swallowing vitamin E reduced the chance of getting age-related cataracts.

Original title:
Vitamin E and risk of age-related cataract: a meta-analysis by Zhang Y, Jiang W, [...], Zhang D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25591715

Additional information about El Mondo:
Find here more studies on age-related cataracts and vitamin E.
This meal provides 7 mg vitamin e.

Dagelijks 10 mg ijzer via voeding verhoogt de ziekte van Parkinson onder Europeanen

Research Question:
The ingest of iron through feeding increases the chance of getting Parkinson's disease?

Study Design:
This overview article contained 5 studies with 126507 participants.  

Results and conclusions:
The researchers found that a moderate iron intake through feeding the chance of getting Parkinson's disease not significant with 8% [RR = 1.08, 95% CI = 0.61-1.93, p = 0.787] increased.

The researchers found that a high iron intake through feeding the chance of getting Parkinson's disease not significant with 3% [RR = 1.03, 95% CI = 0.83-1.30, p = 0.309] increased.

The researchers found that a high iron intake through feeding the chance of getting Parkinson's disease among Europeans significantly with 47% [RR = 1.47, 95% CI = 1.17-1.85, p = 0.001] increased.

The researchers found that a high iron intake through feeding the chance of getting Parkinson's disease among men significantly with 43% [RR = 1.43, 95% CI = 1.01-2.01, p = 0.041] increased.

The researchers found that both a moderate as a high zinc-and copper intake through feeding the chance of getting Parkinson's disease not significantly increased.

The researchers found that daily 10 mg of iron through feeding the chance of getting Parkinson's disease among Europeans significantly with 18% [RR = 1.18, 95% CI = 1.02-1.37] increased.
Significant because RR of 1 was not in 95% CI from 1.02 to 1.37. RR of 1 is, there is no risk.

On the basis of the found results the researchers concluded that daily 10 mg of iron through feeding the chance of getting Parkinson's disease among Europeans increased.

Original title:
Dietary intake of iron, zinc, copper, and risk of Parkinson's disease: a meta-analysis by Cheng P, Yu J, [...], Xie P.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26265293

Additional information about El Mondo:
Find here more studies on Parkinson's disease and iron.

Dagelijks 580 mg DHA of 1 gram DHA en EPA verbetert het geheugen van ouderen

Research Question:
Improves swallowing DHA the memory of the elderly?

Study Design:
This overview article contained 15 intervention studies (with an average duration of 4-6 months. The age of the participants was above 45 years) and 13 observational studies. 

Results and conclusions:
The researchers found that swallowing of DHA with or without EPA increased significantly [p 0.004] the episodic memory of people with mild memory problems.

The researchers found that swallowing or grams of DHA and EPA per day, significantly improved memory.

The researchers found that swallowing of at least 580 mg of DHA per day, the episodic memory of both people with mild memory problems as people without memory problems significantly increased.

The researchers found in observational studies support the broad role of DHA/EPA-intake and the positive effects on memory in people over 45 years.

The researchers concluded that DHA (580 mg or higher) with or without EPA (1 grams of DHA and EPA or higher) the episodic memory of people with mild memory problems improved.

Original title:
Docosahexaenoic Acid and Adult Memory: A Systematic Review and Meta-Analysis by Paul-Mauro K, Alexander DD and Van Elswyk ME.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4364972/

Additional information about El Mondo:
Find here more studies on DHA and EPA and prevent memory problems. What fish more than 580 mg of DHA, you can look up here.

The episodic memory is the memory for events that have taken place in the past. The episodic memory develops from the third year. This is the reason that we have no memory for our third year of life. On the other hand, does the emotional memory have from birth.

60 gram vis per dag verlaagt de all-cause mortalieit

Summary:
The researchers found in an overview article of 12 prospective cohort studies with 672389 57641 deaths among participants, that eating a lot of fish the chance of death to all causes significantly with 6% reduced.

Research Question:
Although fish consumption impact on chronic disease-related mortality, the relationship between eating fish and all-cause mortality inconsistent. It was therefore carried out this review article.

Lowers the chance of eating fish death to all causes (all-cause mortalieit)?

Study Design:
This overview article contained 12 prospective cohort studies with 672389 participants, of which 57641 deaths.

Results and conclusions:
The researchers found the highest fish consumption group compared to the lowest, a significantly reduced risk of all-cause mortality by 6% [RR = 0.94, 95% CI = 0.90-0.98, I2 = 39.1%, p = 0.06].  

The researchers found a non-linear relationship between eating fish and all-cause mortality.

The researchers found that eating 60 grams of fish per day significantly the risk of all-cause mortality with 12% [RR = 0.88, 95% CI = 0.83-0.93] reduced.        

The researchers concluded that eating a lot of fish (at least 60 grams per day) reduced the risk of all-cause mortiliteit.

Original title:
Fish consumption and all-cause mortality: a meta-analysis of cohort studies by Zhao LG, JW, Sun [...], Xiang YB.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25969396

Additional information about El Mondo:
Find here more studies on eating fish.

Veel vitamine C via voeding verlaagt staar

Research Question:
Or vitamin C a protective factor for age-related cataract is, remains unclear. It was therefore carried out this review article.

Vitamin C lowers the chances of getting age-related cataract (cataracts)?

Study Design:
This overview article contained 20 studies on vitamin C intake and 10 studies on serum ascorbaatgehalte (= the vitamin C content in the body). 

Results and conclusions:
The researchers found a high vitamin C intake compared to a low, a significantly reduced risk of 18.6% [RR = 0.814, 95% CI = 0.578-0.231] for age-related cataract. This significantly reduced risk was found in both America and Asia.

The researchers found a high serum ascorbaatgehalte compared to a layer, a significantly reduced risk of 29.6% [RR = 0.564-0704, 95% CI = 0.879] for age-related cataract. This significantly reduced risk was both in nuclear cataract Subcapsular cataract as found.

The researchers concluded that both high vitamin C intake as a high serum ascorbaatgehalte, reduced the chance of getting age-related cataract.

Original title:
Association of vitamin C with the risk of age-related cataract: a meta-analysis by Wei L, Liang G, [...], Lv J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25735187

Additional information about El Mondo:
Find here more studies vitamin C.
A vitamin C-rich meal contains at least 100 mg of vitamin c. These meals are rich in vitamin C.