Voeding en gezondheid

Een lage vitamine D status in het lichaam verslecht het geheugen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen vitamine D en het verbeteren van het geheugen van gezonde volwasssenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 observationele studies (cross-sectionele en cohort studies) en 3 interventie studies (studies in mensen) (n = 19-9556).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 26 observationele studies, dat een lage vitamine D status in het lichaam de cognitieve prestaties van gezonde volwasssenen significant met 24% verslechtte [OR = 1.24, BI = 1.14-1.35]. Deze bevinding was sterker in cross-sectionele studies dan in cohort studies.

De onderzoekers vonden in 26 observationele studies, dat een lage vitamine D status in het lichaam de cognitieve achteruitgang van gezonde volwasssenen significant met 26% verhoogde [OR = 1.26, BI = 1.09-1.23]. Deze bevinding was sterker in cross-sectionele studies dan in cohort studies.

De onderzoekers vonden in de interventie studies dat het slikken van vitamine D de cognitie van gezonde volwasssenen niet significant verbeterde [SMD = 0.21, CI = -0.05 tot 0.46]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat een lage vitamine D status in het lichaam, het geheugen van gezonde volwasssenen verslechtte.

Oorspronkelijke titel:
A Systematic Review and Meta-Analysis of The Effect of Low Vitamin D on Cognition by Goodwill AM and Szoeke C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28758188

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en dementie.

De vitamine D status in het lichaam kan verhoogd worden door vitamine D supplementen te slikken, vitamine D-rijke levensmiddelen te eten en/of vaker in zonlicht door te brengen. Vitamine D wordt door zonlicht aangemaakt.

Een laag zink- en ijzergehalte verhogen ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het bloed zink-, koper- en ijzergehalte en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 44 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 35 patiënt-controle studies (2128 mensen met de ziekte van Alzheimer and 2889 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum kopergehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant hoger was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = 9.13, 95% BI = 6.17 tot 12.09, p 0.00001].

De onderzoekers vonden in 22 patiënt-controle studies (1027 mensen met de ziekte van Alzheimer and 1949 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum zinkgehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = -7.80, 95% BI = -11.61 tot -3.99, p = 0.0001].

De onderzoekers vonden in 25 patiënt-controle studies (1379 mensen met de ziekte van Alzheimer and 1664 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum ijzergehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = -13.01, 95% BI = -20.75 tot -5.27,  p = 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met de ziekte van Alzheimer een verhoogd serum kopergehalte hadden, terwijl zowel het serum zink- als ijzergehalte verlaagd waren bij deze patiënten.  

Oorspronkelijke titel:
Serum Copper, Zinc, and Iron Levels in Patients with Alzheimer's Disease: A Meta-Analysis of Case-Control Studies by Li DD, Zhang W, [...], Zhao P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5605551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink, koper, ijzer en dementie.
Het zink- en ijzergehalte in het lichaam kunnen verhoogd worden door zink- en ijzerijke levensmiddelen te eten en/of zink- en ijzersupplementen te slikken.

Suikergezoete frisdrank, eieren en rood- en bewerkt vlees verhogen hart- en vaatzieken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is de relatie tussen de verschillende voedingsgroepen en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, zoals coronaire hartziekte, hartfalen en een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 123 prospectieve cohort studies.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van volkorenproducten de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.92-0.98] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van volkorenproducten de kans op het krijgen van hartfalen significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.92-0.98] verlaagde. Significant omdat RR = 1 niet in de 95% BI van 0.92 tot 0.98 zat. RR = 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van groenten de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van groenten de kans op het krijgen van een beroerte significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.86-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit de kans op het krijgen van een beroerte significant met 10% [RR = 0.92, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten de kans op het krijgen van coronaire hartziekte niet significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.43-1.05] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten de kans op het krijgen van een beroerte significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.75-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van hartfalen significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.67-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van eieren de kans op het krijgen van hartfalen significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.03-1.31] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 1.08-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van een beroerte significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.06-1.17] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van hartfalen significant met 8% [RR = 1.08, 95% BI = 1.02-1.14] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bewerkt vlees de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 27% [RR = 1.27, 95% BI = 1.09-1.49] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bewerkt vlees de kans op het krijgen van een beroerte significant met 17% [RR = 1.17, 95% BI = 1.02-1.34] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bewerkt vlees de kans op het krijgen van hartfalen significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.05-1.19] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van suikergezoete frisdrank de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 17% [RR = 1.17, 95% BI = 1.11-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van suikergezoete frisdrank de kans op het krijgen van een beroerte significant met 7% [RR = 1.07, 95% BI = 1.02-1.12] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van suikergezoete frisdrank de kans op het krijgen van hartfalen significant met 8% [RR = 1.08, 95% BI = 1.05-1.12] verhoogde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen volkorenproducten, fruit, noten, zuivelproducten en roodvlees en het krijgen van coronaire hartziekte. 

De onderzoekers concludeerden dat er een verband bestond tussen de verschilllende voedingsgroepen en het krijgen van hart- en vaatziekten, met een verhoogde risico voor het eten van eieren, rood- en bewerkt vlees en het drinken van suikergezoete frisdrank.

Oorspronkelijke titel:
Food groups and risk of coronary heart disease, stroke and heart failure: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective studies by Bechthold A, Boeing H, […], Schwingshackl L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29039970

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en verschillende voedingsgroepen.
 

Borstvoeding verlaagt baarmoederkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van baarmoederkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 patiënt-controle studies en 3 cohort studies met 8981 vrouwen met baarmoederkanker en 17241 vrouwen zonder baarmoederkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 11% [gepoolde OR = 0.89, 95% BI = 0.81-0.98] verlaagde. Dit significant verlaagde risico nam niet meer toe na 6-9 maanden.

De onderzoekers concludeerden dat het geven van borstvoeding tot 6-9 maanden, de kans op het krijgen van baarmoederkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Breastfeeding and Endometrial Cancer Risk: An Analysis From the Epidemiology of Endometrial Cancer Consortium by Jordan SJ, Na R, […], Webb PM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28486362

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en kanker.

 

Vegetarisch dieet verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte observationele studies.

Resultaten en conclusies:  
De onderzoekers vonden dat een voedingspatroon met veel vlees vergeleken met veel plantaardige producten, de kans op het krijgen van kanker significant met 64% [RR =1.64, 95% BI = 1.02-2.63] verhoogde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een voedingspatroon met veel plantaardige producten vergeleken met een gemengd voedingspatroon (zowel met vlees als plantaardige producten), de kans op het krijgen van kanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.82-0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een voedingspatroon met veel vlees, de kans op het krijgen van kanker verhoogde, terwijl een voedingspatroon met veel plantaardige producten, de kans op het krijgen van kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Differences in the association between empirically derived dietary patterns and cancer: a meta-analysis by Bella F, Godos J, […], Sciacca S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27894200

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over veganisme en kanker.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Een makkelijke manier om een vegetarische dieet te volgen, is door te kiezen voor plantaardige producten die ook maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijkse gegeten producten moet maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Granaatappelsupplementen verlagen niet suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben granaatappelsupplementen een suikerverlagende effect in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 RCTs met in totaal 538 mensen.

11 studies gebruikten granaatappelsap als supplement (dosering: 120 tot 500 ml/dag).
2 studies gebruikten granaatappelzaadolie als supplement (dosering: 400 tot 2000 mg/dag).
3 studies gebruikten granaatappelextract als supplement (dosering: 710 tot 1420 mg/dag).
De gemiddelde interventieduur (duur van de studie) was 5.5 week (1-12 weken).
Het aantal deelnemers per studie varieerde 14 en 74.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat granaatappelsupplementen het nuchter bloedglucosegehalte niet significant verlaagden [WMD = -0.6 mg/dL, 95% BI = -2.79 tot 1.58, p = 0.59, I2 = 0%]. Deze waarde bleef robuust in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat granaatappelsupplementen het nuchter insulinegehalte niet significant verlaagden [WMD = 0.29 μIU/mL, 95% BI = -1.16 tot 1.75, p = 0.70, I2 = 60.4%]. Deze waarde bleef robuust in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat granaatappelsupplementen de HOMA-IR waarde niet significant verlaagden [WMD = -0.04, 95% BI = -0.53 tot 0.46, p = 0.88, I2 = 59.8%]. Deze waarde bleef robuust in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat granaatappelsupplementen het HbA1c-gehalte niet significant verlaagden [WMD = -0.11%, 95% BI = -0.39 tot 0.18, p = 0.46, I2 = 0%]. Deze waarde bleef robuust in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat granaatappelsupplementen het nuchter bloedglucosegehalte, het nuchter insulinegehalte, de HOMA-IR waarde en het HbA1c-gehalte niet verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Lack of efficacy of pomegranate supplementation for glucose management, insulin levels and sensitivity: evidence from a systematic review and meta-analysis by Huang H, Liao D, […], Zhu Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5629805/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte en fruitconsumptie.
Suikerpatiënten hebben een verhoogd nuchter bloedglucosegehalte, verhoogd nuchter insulinegehalte, verhoogde HOMA-IR waarde en een verhoogd HbA1c-gehalte.
 

Veel natrium in het lichaam verhoogt het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt zowel een hoge natriuminname via voeding als een hoog natriumgehalte in het lichaam, de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 observationele studies met in totaal 66274 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het natriumgehalte, met name het natriumgehalte van de urine van mensen met het metabole syndroom significant hoger was dan van mensen zonder het metabole syndroom [Hedges' g = 0.21, 95% BI = 0.12-0.29, I2 = 68.6%].

De onderzoekers vonden dat een hoge natriuminname via voeding, een hoog natriumgehalte via de urine of een hoog serum natriumgehalte de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 37% [OR = 1.37, 95% BI = 1.31-1.42, I2 = 86.9%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge natriuminname via voeding als een hoog natriumgehalte in het lichaam, de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Sodium status and the metabolic syndrome: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Soltani S, Kolahdouz Mohammadi R, […], Salehi-Abargouei A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28846446

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het metabole syndroom en natrium
Natrium is een onderdeel van keukenzout oftewel natriumchloride.
Natriumrijke oftewel zoutrijke producten zijn producten met meer dan 0.3 gram zout per 100 kcal. Deze producten zijn zoutrijk.
Een zoutrijk dieet is een dieet dat grotendeels bestaat uit producten met meer dan 0.3 gram zout per 100 kcal.

EPA en DHA supplementen verlagen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken EPA en DHA supplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 171 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken EPA en DHA supplementen het triglyceridengehalte bloedvetgehalte) significant met 0.368 mmol/L [95% BI = -0.427 tot -0.309] verlaagde. Dit significant verlaagde effect was tevens ook dosis-afhankelijk.

De onderzoekers vonden dat het slikken EPA en DHA supplementen de systolische bloeddruk significant met 2.195 mmHg [95% BI = -3.172 tot -1.217] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken EPA en DHA supplementen de diastolische bloeddruk significant met 1.08 mmHg [95% BI = -1.716 tot -0.444] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken EPA en DHA supplementen de hartslag significant met 1.37 slagen [95% BI = -2.41 tot -0.325] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken EPA en DHA supplementen het C-reactieve proteïne significant met 1.343 mg/L [95% BI = -0.454 tot -0.232] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken EPA en DHA supplementen het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.150 mmol/L [95% BI = 0.058 tot 0.243] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken EPA en DHA supplementen het HDL cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.039 mmol/L [95% BI = 0.024 tot 0.054] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken EPA en DHA supplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Eicosapentaenoic acid and docosahexaenoic acid containing supplements modulate risk factors for cardiovascular disease: a meta-analysis of randomised placebo-control human clinical trials by AbuMweis S, Jew S, […], Agraib L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28675488

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en EPA en DHA.
Welke vissen veel EPA en DHA bevatten, kunt u hier opzoeken.
Deze maaltijden leveren veel EPA en DHA.
 

Dagelijks 12 gram noten verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de mortaliteit (doodgaan aan)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 cohort studies met 81034 doden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 18 studies met 81034 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.78-0.84] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 17 studies met 20381 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.71-0.79] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 14 studies met 10438 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan coronaire hartziekte significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.67-0.80] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 13 studies met 4850 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan een beroerte significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73-0.91] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 11 studies met 21353 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan kanker significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.80-0.93] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en het verlaagde risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten, coronaire hartziekte als aan een beroerte. Het verlaagde risico nam niet meer toe na 12 gram noten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van maximaal 12 gram noten, met name pinda en boomnoten per dag, de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten, coronaire hartziekte, kanker als aan een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut consumption in relation to all-cause and cause-specific mortality: a meta-analysis 18 prospective studies by Chen GC, Zhang R, [...], Qin LQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28875220

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over notenconsumptie, hart- en vaatziekten, een beroerte, kanker en ouderdom.

Resveratrolsupplementen gedurende minimaal 3 maanden verlagen welvaartziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van resveratrol de kans op het krijgen van niet-besmettelijke ziekten, ook wel welvaartziekten (zoals kanker, hart- en vaatziekten, diabetes en longziekten) genoemd?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCT’s met 1069 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van resveratrol het nuchter glucosegehalte significant met 4.77 mg/dL [95% BI = -9.33 tot -0.21 mg/dL, p = 0.040] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het slikken van resveratrol het totale cholesterolgehalte significant met 9.75 mg/dL [95% BI = -17.04 tot -2.46 mg/dL, p = 0.009] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het slikken van resveratrol het C-reactief proteïne (CRP) significant met 0.81 mg/L [95% BI = -1.42 tot -0.21 mg/L, p = 0.009] verlaagde.

De onderzoekers vonden ook dat het slikken van resveratrol zowel de systolische als de diastolische bloeddruk van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van resveratrol gedurende minimaal 3 maanden het LDL-cholesterolgehalte, de diastolische bloeddruk en het HbA1c-gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van resveratrol gedurende minimaal 3 maanden, de kans op het krijgen van welvaartziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of resveratrol supplementation on risk factors of non-communicable diseases: A meta-analysis of randomized controlled trials by Guo XF, Li JM, [...], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28933578

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte, het verlagen van de bloeddruk en cholesterolgehalte.

Resveratrol is een polyfenol en zit in rode wijn, rode druiven, blauwe bessen, bosbessen, pinda’s, cacao, cranberry’s en pistachenoten. Polyfenolen worden onderverdeeld in tanninen, fenylpropanoïden en flavonoïden.

 

Veel roodvlees verhoogt longkanker onder niet-rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vlees de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 onafhankelijke observationele studies met in totaal 5368 mensen met longkaker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 11 studies dat het eten van veel roodvlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers significant met 24% [RR = 1.24, 95% BI = 1.01-1.51, I2 = 31%] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van zowel veel witvlees als vis en de kans op het krijgen van longkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel roodvlees de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Carcinogenicity of High Consumption of Meat and Lung Cancer Risk Among Non-Smokers: A Comprehensive Meta-Analysis by Gnagnarella P, Caini S, […], Gandini S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29016198

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie en kanker.
 

1 tot 724 mg anthocyaninen per dag verbetert hartfunctie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbeteren anthocyaninen de hartfunctie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCT’s met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar.
De dosering van anthocyaninen varieerde tussen 1 tot 724 mg per dag.
De studieduur voor acute inname van anthocyaninen viareerde tussen 1 en 6 uur.
De studieduur voor chronische inname van anthocyaninen viareerde tussen 1 week en 6 maanden.
Het aantal deelnemers per studie varieerde tussen 10 en 146 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat acute inname van anthocyaninen (7-724 mg gedurende 1-8 uur) de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) siginficant met 3.92% verbeterde [SMD = 3.92%, 95% BI = 1.47 tot 6.38, p = 0.00, I2 = 91.8%].

De onderzoekers vonden dat chronische inname van anthocyaninen (12-320 mg gedurende 1 week tot 6 maanden) de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) siginficant met 0.84% verbeterde [SMD = 0.84%, 95% BI = 0.55 tot 1.12, p = 0.000, I2 = 62.5%].  

De onderzoekers vonden dat acute inname van anthocyaninen de hartslag siginficant verlaagde [SMD = -1.27 m/s, 95% BI = -1.96 tot -0.58, p = 0.000, I2 = 17.8%].

De onderzoekers concludeerden dat zowel acute als chronische inname van anthocyaninen de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) verbeterde.  

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Anthocyanin-Rich Foods or Extracts on Vascular Function in Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomised Controlled Trials by Fairlie-Jones L, Davison K, […], Hill AM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5579701/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en flavonoïden.
Anthocyaninen zijn flavonoïden.
De hartfunctie wordt vaak gemeten aan de hand van flow-gemedieerde dilatatie.

Levensmiddelen 

Hoeveelheden anthocyaninen in mg per
100 gram levensmiddel

Aardbeien

15-35

Appelbessen

200-1000

Aubergine 

750

Bosbessen

25-497

Braambessen

83-326

Frambozen

10-60

Kersen

350-400

Radijs

11-60

Rode bessen

80-420

Rode druiven

30-750

Rode uien

7-21

Rode wijn

24-35

Sinaasappel

~200

Veenbessen

60-200

Vlierbessen

450

Zwarte bessen

130-400

 

Een hoog seleniumgehalte in het lichaam verlaagt baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies hebben de relatie tussen het serum seleniumgehalte en baarmoederhalskanker onderzocht, maar de resultaten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog seleniumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van baarmoederhalskanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies (12 studies met univariate analyses (studies waarbij gekeken werd naar slechts één variabele/risicofactor) en 5 studies met multivariate analyse).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in univariate analyse van 12 studies, dat het serum seleniumgehalte (het seleniumgehalte in het bloed) van vrouwen met baarmoederhalskanker significant lager was dan van vrouwen zonder baarmoederhalskanker [SMD = -4.86, 95% BI = -6.03 to -3.69]. Het verlaagde seleniumgehalte was ook consistent onder de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in multivariate analyse van 5 studies, dat het serum seleniumgehalte van vrouwen met baarmoederhalskanker significant lager was dan van vrouwen zonder baarmoederhalskanker [OR = 0.55, 95% BI = 0.42 tot 0.73].

De onderzoekers vonden dat na een seleniumbehandeling het serum seleniumgehalte significant werd verhoogd [SMD = 2.59, 95% BI = 0.50 tot 4.69].

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum seleniumgehalte vrouwen tegen het krijgen van baarmoederhalskanker beschermde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Selenium Levels and Cervical Cancer: Systematic Review and Meta-Analysis by He D, Wang Z, […], Chen D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28255860

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en kanker.

Een hoog serum seleniumgehalte in het lichaam kan verkregen worden door levensmiddelen die rijk zijn aan selenium te eten en/of seleniumsupplementen te slikken.

Dagelijks 1 mg heemijzer via voeding verhoogt zwangerschapsdiabetes

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhogen zowel het eten van veel ijzer als het hebben van een hoog ijzergehalte, de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 patiënt-controle studies, 9 cohort studies en 2 RCT’s met in totaal 3034 zwangere vrouwen met zwangerschapsdiabetes en 26344 zwangere vrouwen zonder zwangerschapsdiabetes.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel heemijzer vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes significant met 65% [RR = 1.65, 95% BI = 1.28 tot 2.12, I2 = 0%] deed toenemen. Dit significant verhoogde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mg heemijzer per dag, de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes significant met 38% [RR = 1.38, 95% BI = 1.19 tot 1.61, I2 = 0%] deed toenemen.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel totaal ijzer (heem en non-heemijzer), non-heemijzer en ijzersupplementen en het krijgen van zwangerschapsdiabetes.

De onderzoekers vonden dat een hoog ferritinegehalte de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes significant met 64% [RR = 1.64, 95% BI = 1.27 tot 2.11, I2 = 7%] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van veel heemijzer (ten minste 1 mg heemijzer per dag) als het hebben van een hoog ijzergehalte in het lichaam, de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of heme iron and body iron status are associated with the risk of gestational diabetes mellitus: a systematic review and meta-analysis by Zhao L, Lian J, [...], Wang F.

Link:
http://apjcn.nhri.org.tw/server/APJCN/26/6/1092.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en ijzer.
Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke soort diabetes, die meteen overgaat na de bevalling.

Ijzer komt in voeding in 2 vormen voor: non-heemijzer en heemijzer.
Ijzer in voedingssupplementen is altijd non-heemijzer.
Heemijzer zit voornamelijk in vlees.
Non-heemijzer zit voornamelijk in plantaardige producten.

Welk vleessoort minimaal 1 mg heemijzer bevat, kunt u hier opzoeken.
 

 

Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij een koolhydratenarm dieet

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 baat bij een koolhydratenarm dieet?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met 734 deelnemers met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het volgen van een koolhydratenarm dieet het HbA1c-gehalte (geeft bloedsuikergehalte van de afgelopen 3 maanden weer) van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -0.44, 95% BI = -0.61 tot -0.26, p = 0.00].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het volgen van een koolhydratenarm dieet het triglyceridengehalte (bloedvetgehalte) van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -0.33, 95% BI = -0.45 tot -0.21, p = 0.00].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het volgen van een koolhydratenarm dieet het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met suikerziekte type 2 significant verhoogde [WMD = 0.07, 95% BI = 0.03 tot 0.11, p = 0.00].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses geen verband tussen het volgen van een koolhydratenarm dieet en zowel het totale als LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol).

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat het volgen van een koolhydratenarm dieet gedurende een korte periode het lichaamsgewicht van mensen met suikerziekte type 2 deed afnemen [WMD = -1.18, 95% BI = -2.32 tot -0.04, p = 0.04]. Echter, dit significant gewichtsverlies verdween bij het volgen van een koolhydratenarm dieet gedurende een lange periode.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 baat hadden bij het volgen van een koolhydratenarm dieet.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of low carbohydrate diet for type 2 diabetes mellitus management: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Meng Y, Bai H, […], Chen L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28750216

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte en koolhydraten.

Een koolhydratenarm dieet is een dieet met 20-40 En% koolhydraten. Een dieet met 20-40 En% koolhydraten bestaat grotendeels uit producten/maaltijden met 20-40 En% koolhydraten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijks gegeten producten/maaltijden moet tussen 20-40 En% koolhydraten liggen. Welke producten 20 tot 40 En% koolhydraten bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een hoge vitamine E bloedwaarde verlaagt mogelijk baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen vitamine E en de kans op het krijgen van cervicale neoplasie (kan een voorstadium van baarmoederhalskanker zijn)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies met 3741 mensen met cervicale neoplasie en 6328 mensen zonder cervicale neoplasie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 42% [OR = 0.58, 95% BI = 0.47-0.72, I2 = 83%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 32% [OR = 0.68, 95% BI = 0.49-0.94, I2 = 70%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 48% [OR = 0.52, 95% BI = 0.40-0.69, I2 = 86%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses voor de verschillende type cervicale neoplasie, dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale kanker (baarmoederhalskanker) significant met 47% [OR = 0.53, 95% BI = 0.39-0.73, I2 = 77%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses voor de verschillende type cervicale neoplasie, dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale intra-epitheliale neoplasie significant met 46% [OR = 0.54, 95% BI = 0.43-0.70, I2 = 79%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine E via voeding als bloedwaarde, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie mogelijk verlaagde. Mogelijk, omdat het overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies bevatte en er was heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation on uterine cervical neoplasm: A meta-analysis of case-control studies by Hu X, Li S, [...], Zhu X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5567498/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E, overzichtsartikel/patiënt-controle studies/heterogeniteit tussen de studies en kanker.

Neoplasie (neoplasia) is een woord dat nieuwvorming betekent. Neoplasie omvat zowel goed- als kwaadaardige gezwellen. Uit kwaadaardige gezwellen kunnen kanker ontstaan.

Cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN), ook cervicale dysplasie genoemd, is een premaligne (pre-kwaadaardige) afwijking (dysplasie) van de cellen van de baarmoederhals.

Een hoge vitamine E inname is een inname die de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine E van minstens 1 dag dekt. Deze maaltijden leveren minstens 1 dag vitamine E.
 

Veel verzadigd vet verhoogt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van vet en de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 1445850 deelnemers, waarvan 18822 mensen met longkanker.
De gemiddelde follow-up duur (de duur van de studie) was 9.4 jaar. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 7% [HR = 1.07, 95% BI = 1.00 tot 1.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 14% [HR = 1.14, 95% BI = 1.07 tot 1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 23% [HR = 1.23, 95% BI = 1.13 tot 1.35] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kleincellige longkanker significant met 40% [HR = 1.40, 95% BI = 1.17 tot 1.67] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van niet-kleincellige longkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 61% [HR = 1.61, 95% BI = 1.38 tot 1.88] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel meervoudig onverzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 8% [HR = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vervanging met 5 energierprocent (5 En%) verzadigd vet door meervoudig onverzadgid vet, de kans op het krijgen van longkanker significant met 16-17% verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet en de kans op het krijgen van longkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van longkanker verhoogde, terwijl het eten van veel meervoudig onverzadigd vet de kans op het krijgen van longkanker verlaagde, met name onder rokers.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Intake and Lung Cancer Risk: A Pooled Analysis by Yang JJ, Yu D1, […], Shu XO.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28742456

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.

Een dagelijkse voeding met veel verzadigd vet is een dagelijkse voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet. Een dagelijkse voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet is een dagelijkse voeding met veel producten/maaltijden die meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijkse producten/maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.
Welke maaltijden en producten uit de supermarkt meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een dagelijkse voeding met weinig verzadigd vet is een dagelijkse voeding met minder dan 7 En% verzadigd vet. Welke maaltijden en producten uit de supermarkt minder dan 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Het metabole syndroom verhoogt een ischemische beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het metabole syndroom de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 prospectieve cohort studies met in totaal met 116496 deelnemers, die aan het begin van de studie geen hart- en vaatziekten hadden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met mensen zonder het metabole syndroom, dat mensen met het metabole syndroom een significante verhoogde risico van 70% [gepoolde RR = 1.70, 95% BI = 1.49-1.95] hadden op het krijgen van een beroerte. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden vergeleken met mensen zonder het metabole syndroom, dat mensen met het metabole syndroom een significante verhoogde risico van 112% [gepoolde RR = 2.12, 95% BI = 1.46-3.08] hadden op het krijgen van een ischemische beroerte.

De onderzoekers vonden vergeleken met mensen zonder het metabole syndroom, dat mensen met het metabole syndroom een non-significante verhoogde risico van 48% [gepoolde RR = 1.48, 95% BI = 0.98-2.14] hadden op het krijgen van een hemorragische beroerte. Non-significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden vergeleken met vrouwen zonder het metabole syndroom, dat vrouwen met het metabole syndroom een significante verhoogde risico van 83% [gepoolde RR = 1.83, 95% BI = 1.31-2.56] hadden op het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers vonden vergeleken met mannen zonder het metabole syndroom, dat mannen met het metabole syndroom een significante verhoogde risico van 47% [gepoolde RR = 1.47, 95% BI = 1.22-1.78] hadden op het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het metabole syndroom de kans op het krijgen van een beroerte, met name een ischemische beroerte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Metabolic syndrome and stroke: A meta-analysis of prospective cohort studies by Li X, Li X, […], Gao Q.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0967586816311079

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het metabole syndroom en het voorkomen van een beroerte

Mensen met overgewicht of het metabole syndroom worden aangeraden te kiezen voor de volgende producten en maaltijden.

Een dieet met 4.4 gram alfa-linoleenzuur gedurende 3 maanden verlaagt niet suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 baat bij een dieet met veel ALA (alfa-linoleenzuur)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met 212 deelnemers met suikerziekte type 2.

De dosering van ALA varieerde tussen 1.5 tot 7.4  gram per dag. De studieduur was gemiddeld 3 maanden (2 tot 12 maanden). 87.5% van de studies werd als hoog gekwalificeerd (MQS ≥8).

De deelnemers aan de studies waren suikerpatiënten type 2 met een gemiddelde leeftijd van  54 jaar. Ze hadden overgewicht of obesitas.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat 4.4 gram alfa-linoleenzuur per dag gedurende 3 maanden het HbA1c-gehalte van suikerpatiënten type 2 niet significant [MD =  -0.01, 95% = -0.32 tot 0.31, p  =  0.96, I2  =  91%, p   0.00] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat 5.4 gram alfa-linoleenzuur per dag gedurende 3 maanden het nuchter bloedglucosegehalte van suikerpatiënten type 2 niet significant [MD =  -0.07, 95% = -0.61 tot 0.76, p  =  0.84, I2  =  78%, p   0.001] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat 5.4 gram alfa-linoleenzuur per dag gedurende 3 maanden het nuchter insulinegehalte van suikerpatiënten type 2 niet significant [MD =  7.03, 95% = -5.84 tot 19.89, p  =  0.28, I2  =  82%, p   0.001] verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 geen baat hadden bij een dieet met minimaal 4.4 gram alfa-linoleenzuur gedurende 3 maanden.

Oorspronkelijke titel:
The effect of alpha-linolenic acid on glycemic control in individuals with type 2 diabetes: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled clinical trials by Jovanovski E1, Li D, […], Vuksan V.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5457843/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte en alfa-linoleenzuur.

4.4  gram alfa-linoleenzuur per dag komt overeen met 1 tot 2 eetlepels lijnzaden of chiazaden of 12 hele walnoten.
Welke producten, met name plantaardige oliën, veel alfa-linoleenzuur bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Een laag seleniumgehalte in het lichaam verhoogt de ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag seleniumgehalte in het lichaam de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer een lage seleniumbloedwaarde [SMD = -0.44] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage seleniumbloedwaarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer weinig selenium in de rode bloedcellen [SMD = -0.52] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage waarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer weinig selenium in het hersenvocht [SMD = -0.14] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage waarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden ook een direct verband tussen het verlaagde seleniumgehalte en het antioxidatieve enzym glutathione peroxidase bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte in het lichaam de ziekte van Alzheimer verhoogde. Verder verlaagde een laag seleniumgehalte ook het gehalte van het antioxidatieve enzym glutathione peroxidase bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of the circulatory, erythrocellular and CSF selenium levels in Alzheimer's disease: A metal meta-analysis (AMMA study-I) by Reddya VS, Bukkeb S, […], Pandeye AK.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0946672X1630205X%20

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en dementie.

Het slikken van vitamines of antioxidanten verlaagt niet blaaskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamines of antioxidanten het risico op het krijgen van blaaskanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 147383 deelnemers, waarvan 89972 mensen in de supplementengroep en 57411 mensen in de controle groep (de niet supplementengroep).
De duur van de studies varieerde tussen 1 en 13 jaar.
De supplementengroep bestond onder andere uit vitamine A, vitamine B6, vitamine C, vitamine D, vitamin E, beta-caroteen, foliumzuur en/of selenium.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse van 14 RCT’s, waarbij gebruikt werd van het  fixed-effect model, geen verband tussen het slikken van vitamines of antioxidanten en het risico op het krijgen van blaaskanker [RR = 1.04, 95% BI =  0.92-1.17, I2 = 39.7%]. Er werd ook geen verband teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine A en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.86, 95% BI = 0.65-1.13, I2 = 61.7%, n = 5]. Geen verband want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.65 tot 1.13. RR van 1 betekent geen risico/verband.
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine B6 en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.77, 95% BI = 0.49-1.20, I2 = 78.8%, n = 3].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine C en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.74, 95% BI = 0.36-1.54, I2 = 88.8%, n = 2].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine D en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.85-1.29, n = 1].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.91, 95% BI = 0.69-1.19, I2 = 60.9%, n = 6].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van beta-caroteen en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.19, 95% BI = 0.96-1.46, I2 = 0.0%, n = 6].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuur en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.85-1.29, n = 1].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van selenium en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.09, 95% BI = 0.81-1.46, I2 = 0.0%, n = 2].

De onderzoekers concludeerden dat geen verband bestond tussen het slikken van vitamines of antioxidanten en het risico op het krijgen van blaaskanker.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Vitamin and Antioxidant Supplements in Prevention of Bladder Cancer: a Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Park SJ, Myung SK, […], Lee YJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5334161/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamines, selenium, beta-caroteen, antioxidanten en kanker.

Dagelijks minimaal 1600 mg calcium verlaagt mogelijk terugkeer van kwaadaardige poliepen in de dikke darm

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van calcium het terugkeren van dikke darm adenomen (kwaadaardige poliepen in de dikke darm)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal  2234 patiënten met een dikke darm adenomen historie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse van 5 RCT’s, dat het slikken van calcium gedurende 3 tot 5 jaar het terugkeren van de dikke darm adenomen significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.75-0.93, I2  =  8.5%, p  = 0 .36] verlaagde. In de 3 goed opgezette RCT’s was het significant verlaagde risico 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79-0.99, I2  =  0%, p  =  0.54]. Echter, het signifcant verlaagde risico werd niet teruggevonden voor gevorderde dikke darm adenomen [RR = 1.02, 95% BI = 0.67-1.55, I2  =  17.5%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van maximaal 1200 mg elementaire calcium per dag, de kans op het terugkeren van dikke darm adenomen significant met 16% [RR = 0.84, 95% CI = 0.73-0.97, I2  =  38.5%, p  =  0.19] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van 2 RCT’s dat het slikken van minstens 1600 mg elementaire calcium per dag, de kans op het terugkeren van dikke darm adenomen significant met 26% [RR = 0.74, 95% CI = 0.56-0.97, I2  =  0%, p  =  0.70] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van calcium, bij voorkeur minstens 1600 mg elementaire calcium per dag, het terugkeren van de dikke darm adenomen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel weinig goed opgezette studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Effects of calcium on the incidence of recurrent colorectal adenomas: A systematic review with meta-analysis and trial sequential analysis of randomized controlled trials by Veettil SK, Ching SM, […], Chaiyakunapruk N.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5556213/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium en dikke darmkanker.

Uit de kwaadaardige poliepen in de dikke darm kan dikke darmkanker ontstaan.

100 ml halfvolle melk levert 123 mg elementaire calcium.
100 ml halfvolle kwark levert 125 mg elementaire calcium.
100 ml halfvolle yoghurt levert 139 mg elementaire calcium.
100 ml magere melkchocolade levert 112 mg elementaire calcium.
100 ml karnemelk levert 109 mg elementaire calcium.

Elementaire calcium in calciumsupplementen:
Een calciumacetaat-supplement levert 25% elementaire calcium.
Een calciumhydrogeenfosfaat-supplement levert 23% elementaire calcium.
Een calciumcitraat-supplement levert 21% elementaire calcium.
Een calciumlactaat-supplement levert 13% elementaire calcium.
Een calciumlactaatgluconaat-supplement levert 10-13% elementaire calcium.
Een calciumgluconaat-supplement levert 9% elementaire calcium.

Vetegarisch dieet verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het volgen van een vetegarisch dieet de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 12 cross-sectionele studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat vegetariërs een significant verlaagde risico van 27.4% [OR = 0.726, 95% BI = 0.608-0.867] hadden op het krijgen van suikerziekte type 2 dan vleeseters. Dit significant verlaagde risico bleef onveranderd in de subgroepenanalyses en de sensitiveitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een vetegarisch dieet de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Adherence to a Vegetarian Diet and Diabetes Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Lee Y and Park K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5490582/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte en vegetarisch dieet.
 

Wekelijks 30-180 gram chocolade verlaagt hart- en vaatziekten en suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van chocolade de kans op het krijgen van coronaire hartziekte, een beroerte en suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies met in totaal 508705 deelnemers, waarvan 7267 mensen met een coronaire hartziekte, 8197 mensen met een beroerte en 13271 mensen met suikerziekte. 
De follow-up duur van de studies varieerde tussen 5 en 16 jaar. 
1 portie chocolade komt overeen met 30 gram chocolade.
De chocoladeconsumptie bestond grotendeels uit melk- of pure chocolade.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 6 cohort studies dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82-0.97, I2 = 24.3%, p = 0.25] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een hartaanval significant met 14% [gepoolde RR = 0.86, 95% BI = 0.77-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van minder dan 10 jaar, dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 28% [gepoolde RR = 0.72, 95% BI = 0.57-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van minstens 10 jaar, dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.86-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90-0.99] voor het krijgen van coronaire hartziekte voor het eten van 1 portie (30 gram) chocolade per week. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.85-0.97] voor het krijgen van coronaire hartziekte voor het eten van 3 porties (90 gram) chocolade per week. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.83-0.95] voor het krijgen van coronaire hartziekte voor het eten van 7 porties (210 gram) chocolade per week. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.81-0.95] voor het krijgen van coronaire hartziekte voor het eten van 10 porties (300 gram) chocolade per week. 

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [gepoolde RR = 0.86, 95% BI = 0.79-0.92] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een hemorragische beroerte significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.71-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder mannen significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.79-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder vrouwen significant met 16% [gepoolde RR = 0.84, 95% BI = 0.74-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van minder dan 10 jaar, dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 44% [gepoolde RR = 0.56, 95% BI = 0.37-0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van minstens 10 jaar, dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.79-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.86-0.97] voor het krijgen van een beroerte voor het eten van 1 portie chocolade per week.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.94] voor het krijgen van een beroerte voor het eten van 3 porties chocolade per week.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.76-0.93] voor het krijgen van een beroerte voor het eten van 7 porties chocolade per week.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.94] voor het krijgen van een beroerte voor het eten van 10 porties chocolade per week.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte niet significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.78-1.08] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte onder mannen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.65-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel chocolade vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte onder vrouwen niet significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.72-1.17] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.71-0.91] voor het krijgen van suikerziekte voor het eten van 1 portie chocolade per week. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.63-0.91] voor het krijgen van suikerziekte voor het eten van 3 porties chocolade per week. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 0.63 tot 0.91. RR van 1 betekent geen risico/verband.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een non-significant verlaagde risico van 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.67-1.03] voor het krijgen van suikerziekte voor het eten van 7 porties chocolade per week. Non-significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses een non-significant verlaagde risico van 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.69-1.16] voor het krijgen van suikerziekte voor het eten van 10 porties chocolade per week. Non-significant want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.69 tot 1.16. RR van 1 betekent geen risico/verband.

De onderzoekers vonden een J-vormige relatie tussen het eten van chocolade en het krijgen van suikerziekte; met de hoogste bescherming bij 2 porties (60 gram) per week [RR = 0.75, 95% BI = 0.63-0.89] en geen bescherming meer boven 6 porties per week.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 1-6 porties (30-180 gram) chocolade per week, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte, een beroerte en suikerziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Chocolate Consumption and Risk of Coronary Heart Disease, Stroke, and Diabetes: A Meta-Analysis of Prospective Studies by Yuan S, Li X, […], Lu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5537803/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en suikerziekte.
Deze maaltijden en producten uit de supermarkt zijn geschikt voor hartpatiënten en suikerpatiënten.
 

Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies en 18 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI kleiner dan 25 (= vrouwen met een gezond gewicht) significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.79-0.92] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd echter niet teruggevonden in premenopauzale vrouwen.

De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI groter dan 25 (= vrouwen met overgewicht) significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.93] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd echter niet teruggevonden in premenopauzale vrouwen.

De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI van minimaal 30 (= vrouwen met obesitas) niet significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.76-1.13] verlaagde. Het verlaagde risico was ook niet significant in premenopauzale vrouwen. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does obesity modify the relationship between physical activity and breast cancer risk? by Neil-Sztramko SE, Boyle T, […], Campbell KL.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28803384

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lichamelijke activiteiten en borstkanker.

De Gezondheidsraad adviseert in augustus 2017 de volgende richtlijnen voor lichamelijke activiteiten:
Voor volwassenen en ouderen:
Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen (MET-waarden ≥5).
Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten (bijvoorbeeld krachtraining) voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.

Voor kinderen tot 18 jaar:
Doe minstens elke dag een uur aan matig intensieve inspanning (MET-waarden ≥5).
Doe minstens driemaal per week aan spier- en botversterkende activiteiten.

Vorm van lichamelijke activiteiten

MET-waarde 18 jaar en ouder

MET-waarde 4 tot 17 jaar

Aerobics

7,3

7,3

Afwassen

2,5

2,5

Aquarobics

5,5

5,5

Auto wassen

2

3

Badkamer schoonmaken

3,5

3,8

Badmintonnen

5,5

4,5

Boodschappen doen

2,3

2,3

Buiten spelen, lichte inspanning

3,8

3,8

Buitenspelen, zware inspanning

6,3

6,3

Circuittraining, zware inspanning

8

8

Dansen, ballroom, langzaam

3

3

Darten

2,5

2,5

Fietsen, rustig, 16-19 km/uur

4

4

Fietsen, stevig, 19-22 km/uur

8

6,2

Fitness

5,5

5,5

Frisbeeën

3

3

Hardlopen, algmeen

8

6,5

Hockey

7,8

8

Hond uitlaten

3

3

huishouden, lichte inspanning

2,8

2,8

Huishouden, zware inspanning

4,3

4,3

Judo

10,3

10,3

Klimmen

8

8

Nordic walking

4,8

4,8

Paardrijden

5,5

4

Power yoga

4

4

Ramen wassen

3,2

3

Roeien

3,5

3

Schaatsen

7

7

Schilderen, huis, binnen

3,3

3,3

Skateboarden

5

5

Skeeleren

7

6,5

Skiën, algemeen

7

6

Squash

7,3

7

Streetdance

7,3

7,3

Tafeltennis

4

4

Tai chi

3

2,5

Tennissen, algemeen

7,3

7

Trampoline springen

3,5

8,7

Traplopen, langzaam

4

5,3

Traplopen, snel

8,8

8,8

Tuinieren

3,8

3,7

Turnen

3,8

3,8

Vegen, buiten

4

3,6

Voetballen, algemeen

7

6,6

Volleyballen, algemeen

4

4

Wandelen, rustig, 3-5 km/uur

3,5

2,9

Wandelen, stevig, 5-6 km/uur

4,3

3,6

Wandelen, zeer stevig tempo, 6-7 km/uur

5

4,6

Wielrennen

15,8

15,8

Zandbak spelen

1,6

1,6

Zwemmen, spelen in zwembad

3,5

4

Zwemmen, zware inspanning

9,8

11,6