Voeding en gezondheid

Dagelijks 150 gram friet verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bestaat er een relatie tussen het eten van aardappelen en all-cause mortaliteit, hart- en vaatziekte, suikerziekte type 2 of dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag en all-cause mortaliteit [RR = 0.88, 95% BI = 0.69-1.12].
Geen relatie omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.69 tot 1.12 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag en het krijgen van coronaire hartziekte [RR = 1.03, 95% BI = 0.96-1.09].

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag elen en het krijgen van een beoerte [RR = 0.98, 95% BI = 0.93-1.03].

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag en het krijgen van dikke darmkanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.92-1.20].

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het dagelijks eten van 150 gram gekookte of gebakken aardappelen of aardappel als puree en het krijgen van een hoge bloeddruk [RR = 1.08, 95% BI = 0.96-1.21].

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 150 gram gekookte of gebakken aardappelen of aardappel als puree, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 1.09, 95% BI = 1.01-1.18] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.01 tot 1.18 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 150 gram friet, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 66% [RR = 1.66, 95% BI = 1.43-1.94] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 150 gram friet, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 37% [RR = 1.37, 95% BI = 1.15-1.63] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het dagelijks eten van 150 gram friet, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk werkelijk met 37% verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 150 gram friet zowel de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 als het krijgen van een hoge bloeddruk verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Potatoes and risk of chronic disease: a systematic review and dose-response meta-analysis by Schwingshackl L, Schwedhelm C, […], Boeing H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29987352

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte, het verlagen van de bloeddruk, hart- en vaatziekten en dikke darmkanker.

 

Geen verband tussen vitamines en lymfklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is toenemend bewijs dat verschillende micronutriënten een beschermende rol kunnen spelen bij het ontstaan van kanker in de organen. Echter, hun rol bij bloedkanker moet nog worden opgehelderd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen de consumptie van verschillende vitamines via voeding en/of voedingssupplementen en het ontstaan van non-Hodgkin lymfomen (een type lymfklierkanker)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen vitamine A supplementen en het krijgen van non-Hodgkin lymfomen [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.80-1.07].

De onderzoekers vonden geen verband tussen vitamine C supplementen en het krijgen van non-Hodgkin lymfomen [gepoolde RR = 1.00, 95% BI = 0.90-1.12].

De onderzoekers vonden geen verband tussen de consumptie van vitamine D (zowel via voeding als voedingssupplementen) en het krijgen van non-Hodgkin lymfomen [gepoolde RR = 1.05, 95% BI = 0.91-1.20].

De onderzoekers vonden geen verband tussen vitamine E supplementen en het krijgen van non-Hodgkin lymfomen [gepoolde RR = 0.98, 95% BI = 0.88-1.10].

De onderzoekers vonden geen verband tussen de consumptie van lycopeen via voeding en het krijgen van non-Hodgkin lymfomen [gepoolde RR = 1.00, 95% BI = 0.86-1.16].

De onderzoekers concludeerden dat zowel vitamine A, C, D, E en lycopeen de kans op het krijgen van de lymfklierkanker non-Hodgkin lymfomen niet verhoogde of verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Micronutrient Intake and Risk of Hematological Malignancies in Adults: A Systematic Review and Meta-analysis of Cohort Studies by Psaltopoulou T, Ntanasis-Stathopoulos I, […], Sergentanis TN.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30288994

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over vitamine A, C, D, E, lycopeen en kanker.

De meest voorkomende bloedkanker zijn: acute en chronische leukemie en lymfklierkanker (non-Hodgkin lymfomen en de ziekte van Hodgkin).

 

Wijn verhoogt niet dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn tegenstrijdige resultaten met betrekking tot de relatie tussen het drinken van wijn en het krijgen van colorectale kanker (dikke darmkanker). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het drinken van wijn de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies en 9 cohort studies met in totaal 12110 mensen met dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 0.99, 95% BI = 0.89-1.10, p-heterogeniteit 0.001].
Geen verband omdat SRR van 1 in de 95% BI van 0.89 tot 1.10 zat. SRR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van colonkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van rectumkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker onder mannen.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen.


De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van maximaal 2 glazen wijn per dag en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 0.93, 95% BI = 0.80-1.08, I2 = 69.2%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van minimaal 2 glazen wijn per dag en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 1.00, 95% BI = 0.86-1.16, I2 = 39.9%].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van wijn, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Wine consumption and colorectal cancer risk: a meta-analysis of observational studies by Xu W, Fan H, [...], Ge Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30247171

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/significant/heterogeniteit, wijnconsumptie en dikke darmkanker.

 

Wortels verlagen borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van wortels de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 studies met in totaal 13747 vrouwen met borstkanker.
Er was sprake van significante heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage wortelconsumptie, dat een hoge wortelconsumptie de kans op het krijgen van borstkanker significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.68 tot 0.90] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyse en werd niet beïnvloed door  geografische regio, studiekwaliteit en blootstelling. Verder was het verlaagde risico sterker in patiënt-controle studies dan in cohort studies.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between dietary carrot intake and breast cancer: A meta-analysis by Chen H, Shao F, […], Miao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30212943

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/significant/heterogeniteit, borstkanker en het eten van wortels.

 

Knoflook verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies hebben het effect van knoflook op het lipidenprofiel en het bloedglucosegehalte bij patiënten met suikerziekte onderzocht. Echter, de resultaten zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verbetert knoflook het lipidenprofiel en het bloedglucosegehalte van patiënten met suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 33 studies met in totaal 1273 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het totale cholesterolgehalte van patiënten met suikerziekte significant met 16.87 mg/dL [95% BI = -21.01 tot -12.73, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van patiënten met suikerziekte significant met 9.65 mg/dL [95% BI = -15.07 tot -4.23, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het triglyceridengehalte van patiënten met suikerziekte significant met 12.44 mg/dL [95% BI = -18.19 tot -6.69, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van patiënten met suikerziekte significant met 3.19 mg/dL [95% BI = 1.85 tot 4.53, p = 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het nuchter bloedglucosegehalte van patiënten met suikerziekte significant met 10.90 mg/dL [95% BI = -16.40 tot -5.40, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het HbA1c-gehalte van patiënten met suikerziekte significant met 0.60 mg/dL [95% BI = -0.98 tot -0.22, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat knoflook het lipidenprofiel en het bloedglucosegehalte van patiënten met suikerziekte verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of garlic on lipid profile and glucose parameters in diabetic patients: A systematic review and meta-analysis by Shabani E, Sayemiri K and Mohammadpour M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30049636

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over suikerziekte, cholesterol en knoflook.
 

Gembersupplementen verlagen lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met overgewicht (BMI>25) of obesitas (BMI>30) baat bij gembersupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 473 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat gembersupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.66, 95% BI = -1.31 tot -0.01, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat gembersupplementen de taille-heupverhouding van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.49, 95% BI = -0.82 tot -0.17, p = 0.003].

De onderzoekers vonden dat gembersupplementen de heupverhouding van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.42, 95% BI = -0.77 tot -0.08, p = 0.01].

De onderzoekers vonden dat gembersupplementen het nuchter glucosegehalte van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.68, 95% BI = -1.23 tot -0.05, p = 0.03].

De onderzoekers vonden dat gembersupplementen de HOMA-IR waarde van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -1.67, 95% BI = -2.86 tot -0.48, p = 0.006].

De onderzoekers vonden dat gembersupplementen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met overgewicht of obesitas significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.10 tot 0.70, p = 0.009].

De onderzoekers concludeerden dat mensen overgewicht (BMI>25) of obesitas (BMI>30) baat hadden bij gembersupplementen.

Oorspronkelijke titel:
The effects of ginger intake on weight loss and metabolic profiles among overweight and obese subjects: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Maharlouei N, Tabrizi R, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29393665

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht, cholesterol en suikerziekte.

Een laag seleniumgehalte in de hersenen verhoogt de ziekte van Alzheimer

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het seleniumgehalte in de hersenen en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met 40 observaties.
Er was geen publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random-effect model dat het seleniumgehalte in het hersenweefsel van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [SMD = - 0.42]. Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het seleniumgehalte in het temporale gebied (slaapkwab), het hippocampale gebied en de cortexgebieden van de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het seleniumgehalte in de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
Brain Selenium in Alzheimer's Disease (BRAIN SEAD Study): a Systematic Review and Meta-Analysis by Varikasuvu SR, Prasad VS, [...], Manne M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30171594

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en de ziekte van Alzheimer. 
 

Veel groenten en fruit versterken het immuunsysteem

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Ontstekingen worden geassocieerd met een verhoogd risico op het krijgen van een reeks chronische ziekten. Een dieet rijk aan groenten en fruit kan helpen de ontstekingen te verminderen, omdat groenten en fruit veel antioxidanten en andere biologisch actieve stoffen bevatten, die het immuunsysteem kunnen versterken. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het eten van groenten en fruit de ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 71 clinische studies en 12 observationele studies (10 cross-sectionele studies en 2 cohort studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat het eten van veel groenten of fruit het C-reactieve proteïne (CRP) en de tumornecrosefactor-alfa (TNFα) significant verlaagde [p 0.05] en de γδ-T-celpopulatie significant verhoogde [p 0.05].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel groenten of fruit de ontstekingen in het lichaam verlaagde en het immuumsyteem versterkte.

Oorspronkelijke titel:
Effects of fruit and vegetable consumption on inflammatory biomarkers and immune cell populations: a systematic literature review and meta-analysis by Hosseini B, Berthon BS, […], Wood LG.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29931038

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte en het eten van groenten en fruit.

Het Voedingscentrum (voedingsadviesbureau van de Nederlandse overheid) adviseert minimaal 200 gram groenten en minstens 200 gram fruit per dag.

Het C-reactieve proteïne is een acute-fase-eiwit dat door de lever wordt gemaakt als reactie op een ontsteking. Het C-reactieve proteïne is sterk verhoogd binnen 6 tot 8 uur na het begin van een ontsteking en daardoor kan het gebruikt worden als een indicatie (biomerker) dat er een ontsteking in het lichaam aanwezig is. Echter, het C-reactieve proteïne zegt niets over de plaats en de oorzaak van de ontsteking in het lichaam.

Tumornecrosefactor-alfa is een van de twee bekende tumornecrosefactoren en een cytokine. Het speelt een belangrijke rol bij ontstekingsprocessen en de acutefasereactie.TNFα stimuleert de ontstekingsreactie in het lichaam.
 

Veel flavonolen, flavonen of anthocyaninen via voeding verlagen mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden (zoals flavonolen, flavonen of anthocyaninen) de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17481 personen met dikke darmkanker en 740859 personen zonder dikke darmkanker.

Alle studies werden gecorrigeerd voor een breed scala aan mogelijke confounders van colorectale kanker, zoals leeftijd, geslacht, BMI, fysieke activiteit, familiegeschiedenis van colorectale kanker, onderwijs, energie-inname, alcohol, vezelinname, rode en verwerkte vleesinname, tabak, aspirine en niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen.

Er was heterogeniteit tussen de studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel flavonoïden en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker [gepoolde OR = 0.73, 95% BI = 0.48-1.10]. Geen verband want OR van 1 zat in de 95% BI van 0.48 tot 1.10.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het eten van veel flavanonen en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het eten van veel flavan-3-olen en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel flavonolen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.54-0.90] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.92-1.08].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel flavonen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.83-0.99] verlaagde. 
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.02, 95% BI = 0.94-1.11].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.64-0.95] verlaagde. 
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.91-1.10].

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke 10 mg flavonolen via voeding per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 14% [gepoolde OR = 0.86, 95% BI = 0.76-0.97] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke 1 mg flavonen via voeding per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 9% [gepoolde OR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.99] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.99 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat veel flavonolen via voeding, de kans op het krijgen van colonkanker significant met 20% [OR = 0.80, 95% CI = 0.68-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat veel flavonen via voeding, de kans op het krijgen van rectaalkanker significant met 18% [OR = 0.82, 95% CI = 0.70-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonolen, flavonen en anthocyaninen de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in de cohort studies en er was heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Flavonoids and the Risk of Colorectal Cancer: An Updated Meta-Analysis of Epidemiological Studies by Chang H, Lin Lei L, […], Guohua Zhao G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6073812/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/significant/publicatie bias, flavonoïden en dikke darmkanker.

De resultaten van een overzichtsartikel zijn pas betrouwbaar wanneer ze ook teruggevonden worden in cohort studies. Dus het significant verlaagde risico moet zowel in patiënt-controle studies (meer gevoelig voor fouten) als in cohort studies (minder gevoelig voor fouten) teruggevonden worden.
 

Walnoten verlagen slecht cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een voeding met veel walnoten het lipidenprofiel?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 klinische studies met in totaal 1059 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het totale cholesterolgehalte significant met 6.99 mg/dL [WMD = -6.99 mg/dL 95% BI = -9.39 tot -4.58 mg/dL, p 0.001] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een voeding met veel walnoten, het totale cholesterolgehalte werkelijk met 6.99 mg/dL verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het LDL cholesterolgehalte significant met 5.51 mg/dL [WMD = -5.51 mg/dL, 95% BI = -7.72 tot -3.29 mg/dL, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het triglyceridengehalte significant met 4.69 mg/dL [WMD = -4.69 mg/dL, 95% BI = -8.93 tot -0.45 mg/dL, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het apolipoproteïne B-gehalte significant met 3.74 mg/dL [WMD = -3.74 mg/dL, 95% BI = -6.51 tot -0.97 mg/dL, p = 0.008] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en de verlaging van het apolipoproteïne A-gehalte [WMD = 2.91 mg/dL, 95% BI = -5.98 tot 0.08 mg/dL, p = 0.057].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van het lichaamsgewicht [WMD = -0.12 kg, 95% BI = -2.12 tot 1.88, p = 0.90].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van de systolische bloeddruk (de bovendruk)  [WMD = -0.72 mmHg, 95% BI = -2.75 tot 1.30, p = 0.48].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van de diastolische bloeddruk (de onderdruk) [WMD = -0.10 mmHg, 95% BI = -1.49 to 1.30, p = 0.88].

De onderzoekers concludeerden dat een voeding met veel walnoten, zowel het totale cholesterolgehalte, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) als het apolipoprotein B-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of walnut consumption on blood lipids and other cardiovascular risk factors: an updated meta-analysis and systematic review of controlled trials by Guasch-Ferré M, Li J, […], Tobias DK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29931130

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten, cholesterolgehalte, bloeddruk en hart- en vaatziekten.

Mensen met atherosclerose (aderverkalking) hebben vaak een verhoogd totaal cholesterolgehalte, een verhoogd LDL-cholesterol gehalte, een verhoogd triglyceridengehalte en een verhoogd apolipoproteïne B-gehalte.

Mensen met atherosclerose (aderverkalking) worden aangeraden te kiezen voor producten/maaltijden met maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten/maaltijden in de supermarkt geschikt zijn voor mensen met atherosclerose (aderverkalking) kunt u hier opzoeken.
 

Minder dan 750 mg calcium per dag verhoogt mogelijk prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van calcium en het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cohort studies en 1 patiënt-controle studie.

De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 50 en 70 jaar.
Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het eten van calcium de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 1.04-1.27, I2 = 59.7%, p = 0.006] verhoogde. Dit verhoogde risico bleef significant in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in studies langer dan 10 jaar dat het eten van calcium, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 22% [RR = 1.22, 95% BI = 1.07-1.38] verhoogde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyse geen verband tussen het eten van calcium en de kans op het krijgen van zowel gelokaliseerde prostaatkanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.96-1.14] als progressieve prostaatkanker [RR = 1.15, 95% BI = 0.89-1.50].

De onderzoekers vonden in 9 studies dat het eten van calcium tot 750 mg per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 9% [RR = 1.09, 95% BI = 1.01-1.18] verhoogde. Echter, dit verhoogde risico was niet meer significant boven 750 mg calcium per dag [RR = 1.59, 95 % BI = 0.91-2.78].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van calcium tot 750 mg per dag gedurende minimaal 10 jaar, de kans op het krijgen van prostaatkanker mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat er sprake was van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
Total Calcium (Dietary and Supplementary) Intake and Prostate Cancer: a Systematic Review and Meta-Analysis by Rahmati S, Azami M, […], Sayehmiri K.

Link:
http://journal.waocp.org/?sid=Entrez:PubMed&id=pmid:29936714&key=2018.19.6.1449

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, publicatie bias en prostaatkanker.

Veel natrium via voeding verhoogt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen een hoge natriuminname en het risico op het krijgen van een beroerte is geaccepteerd. Echter, de dosisafhankelijke relatie tussen de natriuminname en het risico op mortaliteit door alle oorzaken is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een dosisafhankelijke relatie tussen zowel de natriuminname als de natrium-kalium ratio en het krijgen een beroerte onder mensen ouder dan 18 jaar?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies en 1 patiënt-controle studie met in totaal 261732 mensen, waarvan 10150 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram natrium per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 6% [gepoolde RR = 1.06, 95% BI = 1.02-1.10, I2 = 60%, n = 14 studies] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 punt in de natrium-kalium ratio (mmol/mmol), de kans op het krijgen van een beroerte significant met 22% [gepoolde RR = 1.22, 95% BI = 1.04-1.41, I2 = 60%, n = 5 studies] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het krijgen van een beroerte en het verhogen van de natriuminname via voeding.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het krijgen van een beroerte en het verhogen van de natrium-kalium ratio.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge natriuminname via voeding als een hoge natrium-kalium ratio, de kans op het krijgen van een beroerte onder volwassenen verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary sodium, sodium-to-potassium ratio, and risk of stroke: A systematic review and nonlinear dose-response meta-analysis by Jayedi A, Ghomashi F, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29907351

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over natrium- en kaliuminname en het voorkomen van een beroerte.
Natrium is een onderdeel van zout. Dus een voeding met veel natrium is dus een voeding met veel zout.

Een voeding met veel zout is een voeding met minimaal 0.3 gram zout per 100 kcal.
Een zoutarme voeding is een voeding met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Een zoutarme voeding bestaat grotendeels uit producten met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Deze producten uit de supermarkt bevatten maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal.
 

Vegetarisch dieet tijdens zwangerschap verhoogt baby met een laag geboortegewicht onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Of een vegetarisch dieet geschikt is voor zwangerschap blijft onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft een vegetarisch dieet negatieve effecten op de zwangerschap?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 observationele studies.

Resultaten en conclusies:  
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse (alle 19 studies bij elkaar genomen) geen verband tussen het volgen van een vegetarisch dieet en het krijgen van een baby met een laag geboortegewicht [RR = 1.27, 95% BI = 0.98-1.65, p = 0.07, I2 = 0%].

Echter, de onderzoekers vonden in subgroepenanalyse (om extra informatie te krijgen) een significant verhoogde risico van 33% op het krijgen van een baby met een laag geboortegewicht bij Aziatische vrouwen (Indië/Nepal) die een vegetarisch dieet volgden tijdens de zwangerschap [RR = 1.33, 95% BI = 1.01-1.76, p = 0.04, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat Aziatische vrouwen die tijdens de zwangerschap een vegetarisch dieet volgden, een verhoogde kans hadden op het krijgen van een baby met een laag geboortegewicht.

Oorspronkelijke titel:
Is a vegetarian diet safe to follow during pregnancy? A systematic review and meta-analysis of observational studies by Tan C, Zhao Y and Wang S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29621406

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over veganisme en zwangerschap.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
Een makkelijke manier om een vegetarisch dieet te volgen, is door te kiezen voor plantaardige producten die ook maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijkse gegeten producten moet maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

Veel verzadigd vet verhoogt fracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De totale inname van vet in voeding kan het risico op het krijgen van fracturen beïnvloeden. Echter, tot op heden zijn tegenstrijdige bevindingen gevonden. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van vet en het risico op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van het totale vet via voeding en het krijgen van fracturen [gepoolde effectgrootte = 1.31, 95% BI = 0.95-1.79, p = 0.09].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van fracturen significant met 79% verhoogde [gepoolde effectgrootte = 1.79, 95% BI = 1.05 -3.03, p = 0.03].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet, afkomstig van dierlijke producten de kans op het krijgen van fracturen significant met 129% verhoogde [gepoolde effectgrootte = 2.29, 95% BI = 1.50 -3.50, p 0.0001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel veel verzadigd vet als enkelvoudig onverzadigd vet, dat afkomstig is van dierlijke producten, de kans op het krijgen van fracturen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fat, saturated fatty acid, and monounsaturated fatty acid intakes and risk of bone fracture: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Mozaffari H, Djafarian K, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29947872

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vet en ouderdom

Een dieet met veel verzadigd vet is een dieet met veel producten met meer dan 10 En% verzadigd vet of anders gezegd, het gemiddelde van uw dagelijks gegeten producten bevat meer dan 10 En% verzadigd vet. Deze maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.

Glucosamine-supplementen verlichten pijn bij mensen met knie-osteoarthritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel glucosamine en chondroïtinesulfaat gunstige effecten hebben op de gewrichtsweefsels bij osteoarthritis (OA), is hun therapeutisch gebruik in de klinische setting nog steeds discutabel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlichten glucosamine-supplementen en chondroïtinesulfaat supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van glucosamine-supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) significant verlichtte [WMD) = - 7.41 mm, 95% BI = - 14.31 tot - 0.51, p = 0.04].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chondroïtinesulfaat-supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) significant verlichtte [WMD) = - 8.35 mm, 95% BI = - 11.84 tot - 4.85, p  0.00001].
Significant want de gevonden p-waarde van  0.00001 is kleiner dan 0.05.

De onderzoekers vonden dat het slikken van glucosamine-supplementen + chondroïtinesulfaat-supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) niet significant verlichtte [WMD = - 0.28 mm, 95% BI = - 8.87 tot 8.32, p = 0.95].
Niet significant want de gevonden p-waarde van 0.95 is groter dan 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van glucosamine-supplementen of chondroïtinesulfaat-supplementen (maar niet beiden tegelijk) de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) verlichtte.

Oorspronkelijke titel:
Effect of glucosamine and chondroitin sulfate in symptomatic knee osteoarthritis: a systematic review and meta-analysis of randomized placebo-controlled trials by Simental-Mendía M, Sánchez-García A, […], Simental-Mendía LE.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29947998

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Dagelijks veel granenvezels verlaagt mogelijk suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overkoepelende overzichtsartikel bevatte 16 overzichtsartikelen over vezelsconsumptie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyses dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 15% tot 19% verlaagde [RR = 0.81-0.85] verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyses dat het eten van veel granenvezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% tot 33% verlaagde [RR = 0.67-0.87] verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyses van supplementatie-studies dat het eten van veel vezels afkomstig van beta-glucanen vergeleken met weinig, zowel het nuchter glucosegehalte als het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyses van supplementen-studies dat het eten van veel vezels afkomstig van psyllium vergeleken met weinig, zowel het nuchter glucosegehalte als HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels, met name granenvezels, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er sprake was van significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fiber Intake and Type 2 Diabetes Mellitus: An Umbrella Review of Meta-analyses by McRae MP.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29628808

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte, meta-analysis/heterogeniteit en vezels.

Een voeding met veel vezels is een voeding met minimaal 30 gram vezels oftewel een voeding met veel producten die minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Deze maaltijden bevatten minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
 

Veel vlees en alcohol verhogen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen de consumptie van de verschillende voedselgroepen en het voorkomen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 prospectieve cohort studies met in totaal 211676 deelnemers, waarvan 7154 mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van zowel veel groenten, fruit, noten, granen, zuivelproducten en vetten (zoals oliën, boter en margarine) en het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.75-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van vroege leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.70-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vlees de kans op het krijgen van vroege leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 17% [RR = 1.17, 95% BI = 1.02-1.34] verhoogde. Echter, er was geen verband tussen het eten van veel vlees en de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel alcohol de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 20% [RR = 1.20, 95% BI = 1.04-1.39] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde, terwijl veel vlees en alcohol de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie juist verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Food groups and risk of age-related macular degeneration: a systematic review with meta-analysis by Dinu M, Pagliai G, […], Sofi F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29978377

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vis-, vlees- en alcoholconsumptie en ouderdom.

De aanbeveling voor vis is 2 keer per week (100-150 gram vis per keer), waarvan minstens 1 keer vette vis.

Deze maaltijd levert minimaal 100 gram vis.
 

Een voeding met 6 En% plantaardig eiwit verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen eiwit-inname via voeding en suikerziekte type 2 was inconsistent in de epidemiologische onderzoeken. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tusssen de eiwit-inname via voeding en het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 34221 mensen met suikerziekte type 2.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden na het corrigeren voor eventuele confounders (factoren die de resultaten kunnen verstoren) dat elke verhoging met 5 En% totale eiwit, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [95% BI = 1.04-1.13, I2 = 42.0%] verhoogde. Dit significant verhoogde risico werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden na het corrigeren voor eventuele confounders (factoren die de resultaten kunnen verstoren) dat elke verhoging met 5 En% dierlijk eiwit, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 12% [95% BI = 1.08-1.17, I2 = 14.0%] verhoogde. Dit significant verhoogde risico werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden na het corrigeren voor eventuele confounders (factoren die de resultaten kunnen verstoren) een U-vormig verband tussen de inname van plantaardig eiwit via voeding en het krijgen van suikerziekte type 2. Het laagste risico werd gevonden bij 6 En% plantaardig eiwit. Dit significant verlaagde risico werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers concludeerden dat een voeding met 6 En% plantaardig eiwit, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary protein intake and risk of type 2 diabetes: a dose-response meta-analysis of prospective studies by Zhao LG, Zhang QL, [...], Xiang YB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29858629

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en eiwit.

De makkelijkste manier om een voeding met 6 En% plantaardig eiwit te volgen, is door te kiezen voor alleen producten met 6 En% plantaardig eiwit. Deze producten bevatten 6 En% plantaardig eiwit.

Een U-vormig verband wil zeggen, bij bepaalde waarde is er sprake van een verhoogde risico en bij bepaalde waarde juist een verlaagde risico.
 

Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen het drinken van koffie en het niveau van C-reactieve proteïne (CRP) in het lichaam is onderzocht in de verschillende epidemiologische studies maar de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van koffie het niveau van het C-reactieve proteïne (het ontstekingsbiomerker) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cross-sectionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, het C-reactieve proteïne in het lichaam significant verlaagde [SMD = -0.34, 95% BI = -0.62 tot -0.06, p = 0.016].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse (om meer informatie te krijgen) dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, het hooggevoelige C-reactieve proteïne in het lichaam significant verlaagde [SMD = -0.51, 95% BI = -0.88 tot -0.14, p = 0 .007]. Echter, er was geen verband tussen het drinken van veel koffie en het standaard C-reactieve proteïne [SMD = 0.02, 95% BI = -0.28 tot 0.32, p = 0 .913].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel koffie het C-reactieve proteïne, met name het hooggevoelige C-reactieve proteïne in het lichaam verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Is coffee consumption associated with a lower level of serum C-reactive protein? A meta-analysis of observational studies by Zhang Y and Zhang DZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29405789

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte, koffieconsumptie en het C-reactieve proteïne.

Ontstekingen in het lichaam kunnen leiden tot chronische ziekten, zoals COPD, reuma en hart- en vaatziekten. Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden via de ontstekingsbiomerker het C-reactieve proteïne. Hoe meer ontstekingen, des hoger het niveau van het C-reactieve proteïne is. Ontstekingen kunnen verlaagd worden door antioxidanten. Antioxidanten, zoals vitamine C en E zitten groenten, fruit en noten.

Een epidemiologische studie gaat na of er een statistisch verband (bij een 95% betrouwbaarheid oftewel 95% BI) bestaat tussen een bepaalde factor en het optreden van een ziekte en bepaalt dan het belang van dit verband. Epidemiologische studies zijn onder andere cohort studies, cross-sectionele studies en patiënt-controle studies.

Geen verband tussen koolhydraten en prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Prostaatkanker is wereldwijd een van de belangrijkste kankeroorzaken onder mannen. Veel epidemiologische studies laten een verband zien tussen de inname van koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker. Echter, het bewijs uit epidemiologische studies is inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies, gepubliceerd tussen 1980 en 2018 met in totaal 98739 deelnemers, waarvan 11573 mensen met prostaatkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 1.11, 95% BI = 0.98-1.26, I2 = 62.7%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en gevorderde prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 0.95, 95% BI = 0.78-1.16, I2 = 14.1%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en niet-gevorderde prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 1.01, 95% BI = 0.79-1.29, I2 = 64.4%].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van veel koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Carbohydrate intake and the risk of prostate cancer by Fan LL, Su HX, […], Nan CJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29778541

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en prostaatkanker.

Dagelijks 5 mg vitamine B2 verlaagt dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende epidemiologische studies hebben de inname van vitamine B2 en het voorkomen van colorectale kanker (dikke darmkanker) onderzocht, maar de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt vitamine B2 de kans op het krijgen van colorectale kanker (dikke darmkanker)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies over de inname van vitamine B2 met in totaal 14934 mensen met dikke darmkanker en 2 studies over vitamine B2-bloedwaarde met in totaal 1593 mensen met dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat de inname van vitamne B2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de supgroepenanalyse dat de inname van vitamne B2 afkomstig van zowel voeding als voedingssupplementen, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.78-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de supgroepenanalyse dat de inname van vitamne B2 via voeding, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 5 mg vitamne B2 per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B2-bloedwaarde, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.59-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine B2-bloedwaarde als een hoge inname van vitamine B2 via voeding en/of voedingssupplementen (5 mg per dag), de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin B2 intake reduces the risk for colorectal cancer: a dose-response analysis by Ben S, Du M, [...], Wang M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29744609

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine B2 en dikke darmkanker.

Levensmiddelen

Vitamine B2

Varkenslever (100 gram)

3.09 mg

Runderlever (100 gram)

2.95 mg

Graanreep m melk Kellogg's (100 gram)

1.13 mg

Cracottes Vital (100 gram)

1.1 mg

Graanreep Special K Kellogg's (100 gram)

1.1 mg

Smeerleverworst (100 gram)

0.75 mg

Kippenei (100 gram)

0.35 mg

Gerookte paling (100 gram)

0.31 mg

Magere kwark (100 gram)

0.3 mg

Halfvolle melk (100 ml)

0.18 mg

Het lichaam heeft dagelijks rond 1.2 mg vitamine B2 nodig.

 

Melk verhoogt acné

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
In het verleden zijn enkele observationele studies uitgevoerd naar de relatie tussen melk- en zuivelinname en het risico op het krijgen van acné. Echter, de resultaten waren tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van melk en zuivelproducten het risico op het krijgen van acné?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel zuivelproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 161% [OR = 2.61, 95% BI = 1.20 tot 5.67] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 48% [OR = 1.48, 95% BI = 1.31 tot 1.66] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het drinken van veel melk de kans op het krijgen van acné werkelijk met 48% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel vetarme melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 25% [OR = 1.25, 95% BI = 1.10 tot 1.43] verhoogde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 1.10 tot 1.43 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel karnemelk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 82% [OR = 1.82, 95% BI = 1.34 tot 2.47] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen zowel het eten van yoghurt als kaas en het krijgen van acné.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zuivelproducten, met name melk de kans op het krijgen van acné verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dairy intake and acne development: A meta-analysis of observational studies by Aghasi M, Golzarand M, […], Taheri F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29778512

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte en zuivelconsumptie.
 

Matig rode wijn verlaagt prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies en 8 patiënt-controle studies met in totaal 455413 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse van cohort studies (438302 deelnemers, waarvan 19238 mensen prostaatkanker kregen tijdens de follow-up) geen verband tussen het matig drinken van wijn en het krijgen van prostaatkanker [gepoolde RR = 1.06, 95% BI = 0.96-1.15, p = 0.22, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden dat het matig drinken van witte wijn de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 26% [gepoolde RR = 1.26, 95% BI = 1.10-1.43, p = 0.001, I2 = 34.4%] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.10 tot 1.43 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het matig drinken van rode wijn de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.78-0.999, p = 0.047, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het matig drinken van witte wijn de kans op het krijgen van prostaatkanker verhoogde, terwijl het matig drinken van rode wijn de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The impact of moderate wine consumption on the risk of developing prostate cancer by Vartolomei MD, Kimura S, […], Shariat SF.
 
Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5909789/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol en prostaatkanker.

Het advies van het Voedingscentrum is anno 2018 geen alcohol te drinken, of in ieder geval niet meer dan 1 glas per dag. Dit advies is hetzelfde voor mannen en vrouwen.
 

Minimaal 550 mg flavonoïden per dag verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische onderzoeken naar de rol van de inname van flavonoïden bij de preventie van suikerziekte type 2 lieten inconsistente resultaten zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies tussen 2002 en 2017 met in totaal 312015 deelnemers, waarvan 19953 mensen suikerziekte type 2 kregen tijdens de follow-up duur (duur van de studie) van 4 tot 28 jaar.
De deelnemers hadden geen suikerziekte type 2 aan het begin van de studie. De leeftijd van de deelnemers varieerde tussen 28 en 75 jaar.
De inname van flavonoïden in de hoogste categorie varieerde tussen 33.2 en 1452.3 mg per dag.

De NOS score van alle studies was 7 of hoger, wat duidt op goed opgezette studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavonoïden vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.86-0.96, I2  =  21%, p  =  0.257] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van anthocyanidines vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van flavan-3-olen vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.78-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van flavonolen vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.80-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van isoflavonen vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies een significant verlaagde risico op het krijgen van suikerziekte type 2 bij minimaal 550 mg flavonoïden per dag. 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 300 mg flavonoïden per dag, het risico op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.93-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 550 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde. Dit verlaagde risico werd ook teruggevonden voor de volgende type flavonoïden: de anthocyanidines, de flavan-3-olen, de flavonolen en de isoflavonen.

Oorspronkelijke titel:
Flavonoids intake and risk of type 2 diabetes mellitus: A meta-analysis of prospective cohort studies by Xu H, Luo J, [...], Wen Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5959406/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en flavonoïden.

Deze producten leveren 500 mg flavonoïden.
 

EPA&DHA verlagen postoperatieve atriale fibrillatie na een bypass hartoperatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn veronderstelllingen dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren (PUFA) een anti-aritmisch effect hebben op postoperatieve atriale fibrillatie. Echer, de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren positieve effecten op postoperatieve atriale fibrillatie bij patiënten die een hartoperatie ondergaan?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met in totaal 3570 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.98, p = 0.03] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie werkelijk met 16% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat EPA:DHA  verhouding  1 de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie significant met 49% [RR = 0.51, 95% BI = 0.36-0.73, p = 0.0003] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren, de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie na een coronaire-bypassoperatie (een bypass hartoperatie) significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.47-0.97, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren in de verhouding EPA:DHA 1 de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie na een coronaire-bypassoperatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
N-3 polyunsaturated fatty acids for prevention of postoperative atrial fibrillation: updated meta-analysis and systematic review by Wang H, Chen J and Zhao L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29380237

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA&DHA en hart- en vaatziekten.

Wanneer de slagaders onvoldoende bloed kunnen leveren aan het hart, kan de chirurg een coronaire-bypassoperatie (CABG) of omleidingsoperatie voorstellen. In Europa is de bypassoperatie een van de meest uitgevoerde hartoperaties om de bloedstroom naar het hart te herstellen.

Atriale fibrillatie is een type hartritmestoornis die een snelle en onregelmatige pols (hartslag) veroorzaakt. Atriale fibrillatie die optreedt na een operatie wordt postoperatieve atriale fibrillatie genoemd.