Voeding en gezondheid

Een hoog urinezuurgehalte verhoogt de botdichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het urinezuurgehalte in het lichaam is verantwoordelijk voor ongeveer 50% van de extracellulaire antioxidantenactiviteit, wat suggereert dat hyperurikemie (een stofwisselingsstoornis waarbij een extreem hoog urinezuurgehalte aanwezig is in het bloed) een beschermende rol kan spelen bij ziekten die gekenmerkt worden door hoge niveaus van oxidatieve stress, zoals osteoporose. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een hoog urinezuurgehalte de botdichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 cross-sectionele studies met in totaal 55859 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 6 studies dat de botdichtheid van het wervelkolom bij mensen met een hoog urinezuurgehalte significant hoger was dan bij mensen met een normaal urinezuurgehalte [SMD = 0.29, 95% BI = 0.22 tot 0.35, I2 = 47%].

De onderzoekers vonden in 7 studies dat de botdichtheid van de heup bij mensen met een hoog urinezuurgehalte significant hoger was dan bij mensen met een normaal urinezuurgehalte [SMD = 0.29, 95% BI = 0.24 tot 0.34, I2 = 33%].

De onderzoekers vonden in 6 studies dat de botdichtheid van de dijhals bij mensen met een hoog urinezuurgehalte significant hoger was dan bij mensen met een normaal urinezuurgehalte [SMD = 0.25, 95% BI = 0.16 tot 0.34, I2 = 71%].

De onderzoekers vonden in 3 studies dat een verhoging van het urinezuurgehalte met 1 standaarddeviatie, de kans op het krijgen van nieuwe fracturen signficant met 17% [HR = 0.83, 95% BI = 0.74 tot 0.92, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog urinezuurgehalte de botdichtheid verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Hyperuricemia protects against low bone mineral density, osteoporosis and fractures: a systematic review and meta-analysis by Veronese N, Carraro S, […], Cereda E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27636234

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en urinezuur.

Graanvezels via voeding verlagen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De afgelopen jaren zijn hart- en vaatziekten een aandachtspunt en een wereldwijd probleem geworden. Er zijn tegenstrijdige onderzoeken naar de relatie tussen de inname van volkoren of graanvezels en het risico op diabetes type 2 (suikerziekte type 2). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van graanvezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies en 1 patiënt-controle studie met in totaal 434903 deelnemers, waarvan 14728 mensen met suikerziekte type 2.
De gemiddelde follow-up duur was 12.6 jaar in de cohort studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van (volkoren)graanvezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 26% [gecombineerde RR = 0.74, 95% BI = 0.67 tot 0.82, I2 = 56.8%, p = 0.06] verlaagde.
Dit verlaagde risico was in de sensitiviteitsanalyses 32% [gecombineerde RR = 0.68, 95% BI = 0.64 tot 0.73, I2 = 0.0%, p = 0.452].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van (volkoren)graanvezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder mannen significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.49 tot 0.88] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van (volkoren)graanvezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder vrouwen significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.64 tot 0.77] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van (volkoren)graanvezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Whole grain and cereal fiber intake and the risk of type 2 diabetes: a meta-analysis by Wang Y, Duan Y, […], Jin Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6627783/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en graanvezels.
 

100 gram groente per dag verlaagt longkanker onder rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De resultaten van epidemiologische studies naar de relatie tussen de consumptie van groente en fruit en het risico op longkanker waren inconsistent bij deelnemers met verschillende rookstatus en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van groente en fruit de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 prospectieve cohort studies.
De follow-up duur varieerde tussen 4 en 12.9 jaar.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 14% [gepoolde RR = 0.86, 95% BI = 0.78 tot 0.94, I2 = 0.0%, p = 0.642] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0.0%, p = 0.653] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.99 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van groente de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.78 tot 0.94, I2 = 25.4%, p = 0.226] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.93 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.97 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96 tot 1.00] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 100 gram groente per dag of het eten van 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Associations of Fruit and Vegetable Intake with Lung Cancer Risk in Participants with Different Smoking Status: A Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Wang C, Yang T, [...], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6723574/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenteconsumptie en kanker.

 

Wortels verlagen longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De resultaten in epidemiologische studies naar het verband tussen het eten van wortels en het risico op longkanker blijven inconsistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van wortels de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 patiënt-controle studies en 1 prospectieve cohort studie met in totaal 202969 deelnemers, waarvan 5517 mensen met longkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel wortels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 42% [gepoolde OR = 0.58, 95% BI = 0.45 tot 0.74] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel wortels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van de longkankersoort adenocarcinoom significant met 66% [gepoolde OR = 0.34, 95% BI = 0.15 tot 0.79] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel wortels de kans op het krijgen van de longkankersoort adenocarcinoom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Is carrot consumption associated with a decreased risk of lung cancer? A meta-analysis of observational studies by Xu H, Jiang H, […], Lu Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31552816

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenteconsumptie en kanker.

 

<400 mg groene koffiebonen-extract supplementen verlagen de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van groene koffiebonen-extract supplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van groene koffiebonen-extract supplementen de systolische bloeddruk (de bovendruk) significant verlaagde [WMD = -3.093 mmHg, 95% BI = -3.914 to -2.273, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van groene koffiebonen-extract supplementen de diastolische bloeddruk (de onderdruk) significant verlaagde [WMD = -3.093 mmHg, 95% BI = -3.914 to -2.273, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van groene koffiebonen-extract supplementen, zowel de diastolische bloeddruk als de systolische bloeddruk van mensen met een hoge bloeddruk significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van 400 mg groene koffiebonen-extract supplementen per dag, zowel de diastolische bloeddruk als de systolische bloeddruk significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van groene koffiebonen-extract supplementen gedurende 4 weken, zowel de diastolische bloeddruk als de systolische bloeddruk significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 400 mg groene koffiebonen-extract supplementen per dag gedurende 4 weken, zowel de diastolische bloeddruk (de onderdruk) als de systolische bloeddruk (de bovendruk) van mensen met een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of green coffee extract supplementation on blood pressure: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Han B, Nazary-Vannani A, […], Kord-Varkaneh H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31429515

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koffie en het verlagen van de bloeddruk.
 

150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De vetverdeling bij mensen met overgewicht of obesitas is direct gerelateerd aan de metabole ziekten (stofwisselingsziekten). Suppletie met quercetine (slikken van quercetine-supplementen) kan een geschikte aanpak zijn om de risicofactoren van de metabole ziekten bij mensen met obesitas te verminderen. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verbetert het slikken van quercetine-supplementen de risicofactoren van de metabole ziekten bij mensen met obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van ≥150 mg/dag quercetine-supplementen gedurende >6 weken het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met obesitas significant verlaagde [SMD = -0.8, 95% BI = -1.21 tot -0.39, p 0.00001].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van ≥150 mg/dag quercetine-supplementen gedurende >6 weken het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met obesitas verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Quercetin Actions on Lipid Profiles in Overweight and Obese Individuals: A Systematic Review and Meta-analysis by Guo W, Gong X and Li M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31465275

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over quercetine, cholesterol en overgewicht.
 

Foliumzuur tijdens zwangerschap verlaagt acute lymfatische leukemie bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het slikken van foliumzuursupplementen tijdens de zwangerschap wordt in bijna elk land ter wereld als verplicht beschouwd om aangeboren afwijkingen te voorkomen. Echter, er is weinig bekend over het verband tussen het slikken van foliumzuursupplementen tijdens de zwangerschap en het krijgen van kanker bij kinderen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van foliumzuursupplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van kanker bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuursupplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van acute lymfatische leukemie bij kinderen significant met 25% [OR = 0.75, 95% BI = 0.66 tot 0.86] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.66 tot 0.86 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuursupplementen tijdens de zwangerschap en de velaagde kans op het krijgen van acute myeloïde leukemie bij kinderen [OR = 0.70, 95% BI = 0.46 tot 1.06].
Geen verband omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.46 tot 1.06 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuursupplementen tijdens de zwangerschap en de verhoogde kans op het krijgen van hersentumor bij kinderen [OR = 1.02, 95% BI = 0.88 tot 1.19].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuursupplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van acute lymfatische leukemie bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Protective Effect of Maternal Folic Acid Supplementation on Childhood Cancer: A Systematic Review and Meta-analysis of Case-control Studies by Wan Ismail WR, Abdul Rahman R, […],Nawi AM.

Link:
https://www.jpmph.org/journal/view.php?doi=10.3961/jpmph.19.020

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en foliumzuur.

Acute lymfatische leukemie is een vorm van acute leukemie (bloedkanker). Acute lymfatische leukemie ontstaat in het beenmerg. Acuut betekent dat de bloedkanker snel is ontstaan en levensbedreigend is als er geen behandeling gestart wordt.
 

Een laag selenium- en zinkgehalte verhogen reumatoïde artritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Milieufactoren als risicofactoren voor het krijgen van reumatoïde artritis zijn niet uitgebreid onderzocht. Selenium (Se), zink (Zn) en koper (Cu) werden in verband gebracht met reumatoïde artritis, maar de resultaten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het bloed selenium-, zink- of kopergehalte en het krijgen van reumatoïde artritis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 16 studies met 806 mensen met reumatoïde artritis en 959 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum seleniumgehalte van mensen met reumatoïde artritis significant lager was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = -1.04, 95% BI = -1.58 tot -0.50].

De onderzoekers vonden in 23 studies met 1398 mensen met reumatoïde artritis en 1299 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum zinkgehalte van mensen met reumatoïde artritis significant lager was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = -1.20, 95% BI = -1.74 tot -0.67].

De onderzoekers vonden in 26 studies met 1723 mensen met reumatoïde artritis en 1451 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum kopergehalte van mensen met reumatoïde artritis significant hoger was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = 1.26, 95% BI = 0.63 tot 1.89].

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat er een positief verband bestond tussen het gebruik van steroïden en het bloedserum seleniumgehalte van mensen met reumatoïde artritis [β = 0.041, 95% BI = 0.002 tot 0.079].

De onderzoekers vonden dat de verschillen in het bloedserum seleniumgehalte, het bloedserum zinkgehalte en het bloedserum kopergehalte tussen de patiënten met reumatoïde artritis en de controles allemaal gerelateerd waren aan de geografische spreiding.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met reumatoïde artritis een lager bloedserum selenium- en zinkgehalte en een hoger bloedserum kopergehalte hadden dan mensen zonder reumatoïde artritis.

Oorspronkelijke titel:
Common trace metals in rheumatoid arthritis: A systematic review and meta-analysis by Ma Y, Zhang X, […], Pan F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31442958

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over selenium, zink, koper en chronische ziekten.
 

Dagelijks 2 gram L-carnitine verlaagt bloeddruk van mensen met overgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
L-carnitine speelt een fundamentele biologische rol in het metabolisme (stofwisseling) van lipiden (vetten) en kan de bloeddruk positief beïnvloeden door de insulineresistentie te verlagen. Echer, deze mechanisme blijft onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van L-carnitine supplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitine supplementen de diastolische bloeddruk (de onderdruk) significant verlaagde [WMD = -1.162 mmHg, 95% BI = -2.020 tot -0.303, p = 0.008].

Echter, het slikken van L-carnitine supplementen verlaagde niet de systolische bloeddruk (de bovendruk) [WMD = -0.085 mmHg, 95% BI = -1.455 tot 1.285, p = 0.903].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van L-carnitine supplementen de diastolische bloeddruk van mensen met overgewicht en obesitas significant verlaagde [WMD = -1.232 mmHg, 95% BI = -2.297 tot -0.167, p = 0.023].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van maximaal 2 gram L-carnitine supplementen per dag, de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -1.639 mmHg, 95% BI = -3.038 tot -0.240, p = 0.022].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van maximaal 2 gram L-carnitine supplementen per dag, de diastolische bloeddruk (de onderdruk) van mensen met overgewicht en obesitas verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of L-carnitine supplementation on blood pressure: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Askarpour M, Hadi A, […], Ghaedi E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31481697

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht, L-carnitine en het verlagen van de bloeddruk.
 

Dagelijks 280 mg calcium verlaagt mogelijk het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische onderzoeken naar de relatie tussen de inname van calcium via voeding en het risico op het krijgen van het metabole syndroom hebben controversiële resultaten opgeleverd. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt calcium-inname via voeding de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cross-sectionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 20% [gepoolde OR = 0.80, 95% BI = 0.70 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van calcium en de kans op het krijgen van het metabole syndroom.

De onderzoekers vonden dat het eten van 280 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 13% [OR = 0.87, 95% BI = 0.82 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 280 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van het metabole syndroom mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar cross-sectionele studies en geen cohort studies bevatte.

Oorspronkelijke titel:
Dietary calcium intake and the risk of metabolic syndrome: evidence from observational studies by Cheng L, Hu D and Jiang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30846011

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, het metabole syndroom en overgewicht.
 

60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag verlagen ontstekingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Systematische ontstekingen spelen een belangrijke rol in alle stadia van chronische ziekten. Recent bewijs suggereert dat coënzym Q10 (CoQ10), als een ontstekingsremmend middel, gunstige effecten heeft getoond op het ontstekingsproces van de verschillende ziekten. Echter, de verschillende onderzoeken naar de effecten van coënzym Q10 op pro-inflammatoire cytokines, laten tegenstrijdige resultaten zien. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van coënzym Q10 supplementen ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 509 patiënten (269 in coënzym Q10-groep en 240 in de controle groep/placebo groep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, het TNF-α gehalte significant met 0.44 mg/dL [SMD = -0.44, 95% BI = -0.81 tot -0.07 mg/dL, I2 = 66.1%, p  = 0.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, het IL-6 gehalte significant [SMD = -0.37, 95% BI = -0.65 tot -0.09, I2 = 57.2%, p  = 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, zowel het TNF-α gehalte als het IL-6 gehalte bij patiënten met een BMI 26 significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, de ontstekingen, met name het TNF-α gehalte en het IL-6 gehalte bij patiënten met een BMI 26 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Can coenzyme Q10 supplementation effectively reduce human tumor necrosis factor-α and interleukin-6 levels in chronic inflammatory diseases? A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Vafa M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31185284

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over coënzym Q10 supplementen en chronische ziekten.

10 mg soja-isoflavonen via voeding verlaagt doodgaan aan borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van soja(producten) de kans op doodgaan aan kanker of hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 prospectieve cohort studies met in totaal 330826 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van soja(producten) de kans op doodgaan aan kanker significant met 12% [gepoolde relatieve risico = 0.88, 95% BI = 0.79 tot 0.99, p = 0.03, I2 = 47.1%] verlaagde.
Dit verlaagde risico werd in de subgroepenanalyses alleen gevonden voor doodgaan aan maag-, darm- en longkanker.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja(producten) de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 15% [gepoolde effectengrootte = 0.85, 95% BI = 0.72 tot 0.99, p = 0.04, I2 = 50%] verlaagde.

Dit verlaagde risico werd in de subgroepenanalyses alleen gevonden voor doodgaan aan ischemische hart- en vaatziekten

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 mg soja-isoflavonen via voeding de kans op doodgaan aan kanker significant met 7% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 mg soja-isoflavonen via voeding de kans op doodgaan aan borstkanker significant met 9% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 5 gram soja-eiwitten via voeding de kans op doodgaan aan borstkanker significant met 12% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van soja(producten) de kans op doodgaan aan zowel kanker als hart- en vaatziekten verlaagde. Verder verlaagde het eten van soja-eiwitten de kans op doodgaan aan borstkanker.

Oorspronkelijke titel:
Soy, Soy Isoflavones, and Protein Intake in Relation to Mortality from All Causes, Cancers, and Cardiovascular Diseases: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Nachvak SM, Moradi S, […], Sadeghi O.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31278047

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja, hart- en vaatziekten en borstkanker.

Deze maaltijden leveren 10 mg soja-isoflavonen.

Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Er is weinig bewijs dat de consumptie van eieren de ontsteking in het lichaam beïnvloedt en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van eieren de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 RCT’s dat het eten van eieren het hooggevoelige C-reactieve proteïne (hs-CRP) gehalte niet significant verhoogde [WMD = 0.24 mg/L, 95% BI = -0.43 tot 0.90, I2 = 53.8%, p = 0.48].

De onderzoekers vonden in 4 RCT’s dat het eten van eieren het interleukine-6 (IL-6) gehalte niet significant verhoogde [WMD = 0.20 pg/mL, 95% BI = -0.71 tot 1.11, I2 = 69.3%, p = 0.50].

De onderzoekers vonden in 5 RCT’s dat het eten van eieren het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte niet significant verlaagde [ WMD = -0.38 pg/mL, 95% BI = -0.87 tot 0.10, I2 = 0.00, p = 0.12].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van eieren de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Egg Consumption on Inflammatory Markers: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Clinical Trials by Sajadi Hezaveh Z, Khalighi Sikaroudi M, […], Soltani S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31259415

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over CRP gehalte en eieren.

Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de biomerkers, zoals het hooggevoelige C-reactieve proteïne (hs-CRP) gehalte, het interleukine-6 (IL-6) gehalte en het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte.


 

50 gram cholesterol per dag verhoogt eierstokkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Observationele studies laten controversieel bewijs zien van de associatie (verband) tussen de vetinname via voeding en het krijgen van eierstokkanker. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 observationele studies met bijna 900000 vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een significante non-lineaire associatie tussen de totale vetinname via voeding en het risico op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen, met een relatieve steile helling bij een totale vetinname hoger dan 30 gram per dag.
Dit significante non-lineaire associatie werd ook teruggevonden voor zowel minimaal 25 gram verzadigd vet als minimaal 25 gram enkelvoudig onverzadigd vet per dag.

De onderzoekers vonden in een lineaire meta-analyse een 2% verhoogde risico op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen per 10 gram totale vet per dag via voeding.

De onderzoekers vonden in een lineaire meta-analyse een 2% verhoogde risico op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen per 0.5 gram transvet per dag via voeding.

De onderzoekers vonden in een lineaire meta-analyse een 1% verhoogde risico op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen per 2.5 gram enkelvoudig onverzadigd vet per dag via voeding.
Deze associatie voor enkelvoudig onverzadigd vet was echter marginaal significant [p = 0.052].

De onderzoekers vonden in een lineaire meta-analyse een 1% verhoogde risico op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen per 50 mg cholesterol per dag via voeding.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel totaal vet, transvet, verzadigd vet, enkelvoudig onverzadigd vet als cholesterol de kans op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Intake and Risk of Ovarian Cancer: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Observational Studies by Sadeghi A, Shab-Bidar S, […], Djafarian K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31058552

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.

 

Hoog homocysteïnegehalte verhoogt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen, zoals dementie en ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 prospectieve cohort studies met in totaal 28257 deelnemers, waarvan 2557 mensen met cognitieve stoornissen (1035 mensen met dementie door alle oorzaken, 530 mensen met de ziekte van Alzheimer, 92 mensen met vasculaire dementie en >900 mensen met cognitieve stoornissen maar zonder dementie).

De gemiddelde follow-up duur varieerde tussen 2.7 en 35 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een duidelijk lineair, dosisafhankelijk verband tussen het homocysteïnegehalte en de ziekte van Alzheimer.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het homocysteïnegehalte met 5 μmol/L, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 15% [gepoolde RR = 1.15, 95% BI = 1.04 to 1.26, I2 = 56.6%, n = 5] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Hyperhomocysteinemia and risk of incident cognitive outcomes: An updated dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Zhou F and Chen S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30826501

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de ziekte van Alzheimer.

Mensen met overgewicht/obesitas hebben baat bij probiotica

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De prevalentie (het aantal zieken in een populatie op een gegeven moment) van overgewicht/obesitas bij volwassenen is verhoogd tot 39%, wat bijna 3 keer hoger is dan  1975. De verandering van de darmflora (het geheel van micro-organismen dat zich in het maag-darmstelsel bevindt) wordt algemeen aanvaard als een van de belangrijkste veroorzaker. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verbetert het slikken van probiotica de risicofactoren van overgewicht (zoals, cholesterolgehalte, nuchter bloedglucosegehalte, BMI, vetpercentage, enz.) bij mensen met overgewicht/obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCTs met in totaal 821 deelnemers (416 in de placebo groep en 405 in de probiotica groep). De duur van de studies varieerde van 8 tot 24 weken.

Probiotica werd in de verschillende vormen toegediend, waaronder zakje, capsule, poeder, kefir, yoghurt en gefermenteerde melk.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.55, 95% BI = -0.91 tot -0.19 kg, I2 = 64%, p =0.003].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het BMI van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.30, 95% BI = -0.43 tot -0.18 kg/m2, I2 = 59%, p = 0.006].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de buikomtrek van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -1.20, 95% BI = -2.21 tot -0.19 cm, I2 = 90%, p 0.00001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de vetmassa van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.91, 95% BI = -1.19 tot -0.63 kg, I2 = 43%, p = 0.08].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het vetpercentage van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.92, 95% BI = -1.27 tot -0.56%, I2 = 57%, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het totale cholesterolgehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.43, 95% BI = -0.80 tot -0.07, I2 = 73%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.41, 95% BI = -0.77 tot -0.04, I2 = 73%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het nuchter bloedglucosegehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.35, 95% BI = -0.67 tot -0.02, I2 = 64%, p = 0.02].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het nuchter insulinegehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.44, 95% BI = -0.84 tot -0.03, I2 = 76%, p = 0.0008].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de HOMA-IR waarden van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.51, 95% BI = -0.96 tot -0.05, I2 = 76%, p = 0.003].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica gedurende 8 tot 24 weken de risicofactoren van overgewicht bij mensen met overgewicht/obesitas verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
The Potential Role of Probiotics in Controlling Overweight/Obesity and Associated Metabolic Parameters in Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis by Wang ZB, Xin SS, [...], Zhang XD.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6500612/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/significant, probiotica, cholesterol, diabetes en overgewicht.

Magnesiumtekort verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies toonden aan dat een magnesiumtekort in verband werd gebracht met vasculaire calcificatie (aderverkalking), atherosclerose en hart- en vaatziekten, die een onafhankelijke pathogene rol kunnen spelen bij patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen. Echter, de resultaten van deze studies waren enigszins te weinig en niet overtuigend. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verhoogt een laag magnesiumgehalte in het bloed zowel de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) als hart- en vaatzieken (cardiovasculaire mortaliteit) bij patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 studies met in totaal 200934 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een te laag magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 32% [multivariable adjusted HR = 1.32, 95% BI = 1.19-1.47, p  0.00001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een te hoog magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 14% [HR = 0.86, 95% BI = 0.79-0.94, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een te hoog magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan hart- en vaatziekten (cardiovasculaire mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 29% [adjusted HR = 0.71, 95% BI = 0.53-0.97, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de supgroepenanalyses dat een te laag magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder hemodialyse patiënten significant met 29% [HR = 1.29, 95% BI = 1.12-1.50, p  0.0005] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat te laag magnesiumgehalte in het bloed (magnesiumgehalte 0.70 mmol/L) zowel het risico op doodgaan aan alle oorzaken als hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Serum magnesium, mortality, and cardiovascular disease in chronic kidney disease and end-stage renal disease patients: a systematic review and meta-analysis by Xiong J, He T, […], Zhao J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30888644

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over magnesium, nierziekte en chronische ziekten.
Het normale magnesiumgehalte (ook wel referentiewaarde genoemd) in het bloed voor volwassenen varieert tussen 0.7 en 1.0 mmol/L.
Een te laag magnesiumgehalte in het bloed heeft dus een waarde kleiner dan 0.70 mmol/L.

Het magnesiumgehalte in het bloed kan verhoogd worden door producten te eten die veel magnesium bevatten en/of door magnesiumsupplementen te slikken.
 

Dagelijks 1 portie groentes en fruit verlaagt heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de consumptie van groentes en fruit een beschermend effect lijkt te hebben op het botmetabolisme, blijft het effect op risico op fracturen onzeker. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van groentes en fruit de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies (met in totaal 225062 deelnemers (134365 vrouwen en 90697 mannen) van 50 jaar of ouder. De follow-up duur (de duur van de studie) varieerde tussen 2.8 en 20 jaar) en 4 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van minstens 1 portie groentes en fruit per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen bij mensen van 50 jaar of ouder significant met 8% [HR = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.98, I2 = 55.7%, p = 0.060] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat het eten van minstens 1 portie groentes en fruit per dag, de kans op het krijgen van fracturen bij mensen van 50 jaar of ouder significant met 10% [HR = 0.90, 95% BI = 0.86 tot 0.96, I2 = 24.9%, p = 0.249] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 4 RCT’s geen verband tussen de botresorptiemerker CTx (C-terminaal telopeptide vrijgekomen uit type I collageen) en consumptie van groente en fruit gedurende 3 maanden.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minstens 1 portie groentes en fruit per dag, de kans op het krijgen van (heup)fracturen bij mensen van 50 jaar of ouder verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruit and vegetable intake and bones: A systematic review and meta-analysis by Brondani JE, Comim FV, […], Premaor MO.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6544223/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groetes en fruit consumptie en ouderdom.

Vitamine D verlaagt cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Insulineresistentie, dyslipidemie en verhoogde systemische ontsteking zijn belangrijke risicofactoren van chronische nierziekte. Daarom kunnen vitamine D supplementen een geschikte benadering zijn om de complicaties van chronische nierziekte te verminderen. Om deze reden, werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Hebben mensen met chronische nierziekte baat bij het slikken van vitamine D supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCTs.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 5 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het nuchter glucosegehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -18.87, 95% BI = -23.16 tot  -14.58].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 3 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen de HOMA-IR waarde van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -2.30, 95% BI = -2.88 tot -1.72].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 6 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het triglyceridengehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -32.52, 95% BI = -57.57 tot -7.47].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 5 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het totale cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -7.93, 95% BI = -13.03 tot -2.83].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen zowel het nuchter glucosegehalte, de HOMA-IR waarde, het triglyceridengehalte als het totale cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of vitamin D treatment on glycemic control, serum lipid profiles, and C-reactive protein in patients with chronic kidney disease: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Milajerdi A, Ostadmohammadi V, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31338797

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over vitamine D, cholesterol, nierziekte en chronische ziekten.

Patiënten met suikerziekte hebben baat bij voeding met een lage n-6/n-3 ratio

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een voeding met een lage n-6/n-3 ratio  de risicofactoren (zoals nuchter glucosegehalte, het HbA1c-gehalte, enz.) van suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio het nuchter suikergehalte niet verlaagde [WMD = 0.057 mmol/L, 95% BI = -0.090 tot 0.204 mmol/L].

De onderzoekers vonden dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio het nuchter insulinegehalte niet verlaagde [WMD = -0.757 mIU/L, 95% BI = -2.419 tot 0.904 mIU/L].

De onderzoekers vonden dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio de HOMA-IR waarde niet verlaagde [WMD = -0.201, 95% BI = -0.566 tot 0.165].

De onderzoekers vonden dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio het HbA1c-gehalte niet verlaagde [WMD = -0.063%, 95% BI = -0.061 tot 0.186%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een lage n-6/n-3 ratio het nuchter insulinegehalte onder Noord-Amerikanen significant verlaagde [WMD = -3.473 mIU/L, 95% BI = -5.760 tot -1.185 mIU/L].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio het nuchter insulinegehalte van mensen met suikerziekte significant verlaagde [WMD = -3.010 mIU/L, 95% BI = -5.371 tot -0.648 mIU/L].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio de HOMA-IR waarde van mensen met suikerziekte significant verlaagde [WMD = -0.460, 95% BI = -0.908 tot -0.012].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een voeding met een lage n-6/n-3 ratio gedurende minimaal 8 weken, het nuchter insulinegehalte significant verlaagde [WMD = -2.782 mIU/L, 95% BI = -4.946 tot -0.618 mIU/L].

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met suikerziekte baat hadden bij een voeding met een lage n-6/n-3 ratio gedurende minimaal 8 weken.

Oorspronkelijke titel:
Effect of low-ratio n-6/n-3 PUFA on blood glucose: a meta-analysis by Li N, Yue H, […], Xu T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31292599

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en n-6/n-3 ratio.

De n-6/n-3 ratio van een product kan opgezocht worden in de NEVO-tabel

Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel antioxidanten, zoals vitamine C, beta-caroteen en vitamine E of het hebben van een hoog gehalte aan antioxidanten in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies en 3 interventiestudies met in totaal 320548 deelnemers en 16974 mensen die dood zijn gegaan aan hart- en vaatziekten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine C, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 21% [relatieve risico = 0.79, 95% BI =  0.68-0.89, I2 = 46%, n = 10] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog vitamine C gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 40% [relatieve risico = 0.60, 95% BI =  0.42-0.78, I2 = 65%, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog vitamine E gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 18% [relatieve risico = 0.82, 95% BI =  0.76-0.88, I2 = 0%, n = 5] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteen gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 32% [relatieve risico = 0.68, 95% BI =  0.52-0.83, I2 = 50%, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke meta-analyse dat het gehalte van antioxidanten in het bloed sterker geassocieerd waren met het risico op doodgaan aan hart- en vaatziekten dan de inname van antioxidanten via voeding.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding, een hoog vitamine C gehalte in het bloed, een hoog vitamine E gehalte in het bloed als een hoog beta-caroteen gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary and circulating vitamin C, vitamin E, β-carotene and risk of total cardiovascular mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective observational studies by Jayedi A, Rashidy-Pour A, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30630552

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over antioxidanten, vitamine C, E, beta-caroteen en doodgaan aan hart- en vaatziekten. 

Het vitamine C gehalte in het bloed kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine C bevatten en/of vitamine C supplementen te slikken.

Verzadigd vet verhoogt cognitieve stoornissen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associaties tussen de vetinname via voeding en de cognitieve functies zijn inconsistent en niet doorslaggevend. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van de verschillende vetsoorten en het krijgen van cognitieve stoornissen en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 23402 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met weinig, dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.02 tot 1.91] verhoogde.

De onderzoekers vonden vergeleken met weinig, dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 87% [RR = 1.87, 95% BI = 1.09 tot 3.20] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van zowel cognitieve stoornissen als de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Intake and Cognitive Function among Older Populations: A Systematic Review and Meta-Analysis by Cao GY, Li M, […], Xu B.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31062836

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over verzadigd vet en ziekte van Alzheimer.

Een dieet met veel verzadigd vet is een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet.
De makkelijkste manier om dit dieet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met meer dan 10 En% verzadigd vet.

Echter, de meest praktische manier om dit dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten. Deze  producten/maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.

Een dieet met weinig verzadigd vet is een dieet met maximaal 7 En% verzadigd vet.
7 En% verzadigd vet wil zeggen, dat het aantal gram verzadigd vet 7% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van het desbetreffende dieet.

Anthocyaninen via voeding verlaagt hypertensie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden (zoals flavonolen, flavonen of anthocyaninen) de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk (hypertensie)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cross-sectionele studies and 7 prospectieve cohort studies ( 200256 deelnemers, waarvan 45732 mensen met een hoge bloeddruk).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk niet significant met 4% [risk ratio = 0.96, 95% BI = 0.89 tot 1.03, I2 = 74%, p = 0.01] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

Echter, de onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 8% [risk ratio = 0.92, 95% BI = 0.88 tot 0.97] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Polyphenol Intake, Blood Pressure, and Hypertension: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Godos J, Vitale M, […], Grosso G.

Link:
https://www.mdpi.com/2076-3921/8/6/152/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden en het verlagen van een hoge bloeddruk.  

Visconsumptie verbetert longfunctie van rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van n-3 PUFA’s (zoals DHA, EPA, DPA en ALA) of vis de longfunctie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cohort studies met in totaal 37077 zwarte en witte deelnemers.
De longfunctie werd gemeten aan de hand van het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) en de geforceerde vitale capaciteit (FVC).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA DPA, DHA of EPA het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) verbeterde.
Echter, het eten van alfa-linoleenzuur (ALA) had geen invloed op deze longfunctieparameter.                                                                                                     

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA DPA, DHA of EPA de geforceerde vitale capaciteit (FVC) verbeterde.
Echter, het eten van alfa-linoleenzuur (ALA) had geen invloed op deze longfunctieparameter.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de geforceerde vitale capaciteit (FVC) verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 30 mg DPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) met 12-16 mL verhoogde.                                                                                                    

De onderzoekers vonden dat het eten van 30 mg DPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 10-15 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) met 12-16 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 10-15 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) met 12-16 mL verhoogde.                                                                                                  

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 10-15 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder rokers met 28-32 mL verhoogde.                                                                                                 

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) onder rokers met 24-25 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder rokers met 28-32 mL verhoogde.                                                                                             

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 24-25 mL verhoogde onder rokers.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder ex-rokers met 17-21 mL verhoogde.                                                                                                     

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) onder ex-rokers met 7-12 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder ex-rokers met 17-21 mL verhoogde.                                                                                                     

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) onder ex-okers met 7-12 mL verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel 30 mg DPA per dag, 200 mg DHA per dag of 150 mg EPA per dag als het eten van vis de longfunctie van rokers en ex-rokers verbeterden.

Oorspronkelijke titel:
Positive Associations of Dietary Marine Omega-3 Polyunsaturated Fatty Acids with Lung Function: A Meta-analysis (P18-087-19) by Patchen B, Xu J, […], Cassano P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6579416/ 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie.
Deze vissen leveren minimaal 200 mg DHA.
DPA, DHA en EPA zijn n-3 PUFA’s (n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren) die in vissen zitten.

Het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1, van het Engelse Forced Expiratory Volume in one second) is het maximale volume lucht (in liter) dat bij een snelle en geforceerde uitademing vanuit een volledige inademing in één seconde kan worden uitgeblazen.

De geforceerde vitale capaciteit (FVC, van het Engelse Forced Vital Capacity) is het volume lucht (in liter) dat na een volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd. Het wordt gemeten tijdens een geforceerde uitademing.            

Een gezonde volwassene kan tussen 70 en 80% van zijn vitale capaciteit uitademen tijdens de eerste seconde bij een geforceerde uitademing. Ligt de waarde (uitgedrukt als FVC) lager dan 70%, dan is de kans groot dat de luchtwegen vernauwd zijn door COPD of astma.

 

Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Of lichamelijke oefeningen de cardiovasculaire gezondheid kunnen verbeteren van de nierpatiënten die een nieuwe nier hebben ontvangen, is onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verbeteren lichamelijke oefeningen de risicofactoren van hart- en vaatziekten van nierpatiënten die een nieuwe nier hebben ontvangen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s van 10 weken tot 6 maanden met 2-4 keer per week een oefensessie van 30-60 minuten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 5 RCT’s met in totaal 199 deelnemers, dat lichamelijke oefeningen geen significant positief effect hadden op zowel de systolische [MD = 1.67, 95% BI = -2.17 tot 5.51, p = 0.39] als de diastolische bloeddruk [MD = 0.65, 95% BI = -4.02 tot 5.32, p = 0.78].

De onderzoekers vonden in 3 RCT’s met in totaal 261 deelnemers, dat lichamelijke oefeningen geen significant positief effect hadden op het totale bloedvetgehalte [MD = 0.03, 95% BI = -0.09 tot 0.15, p = 0.62].
De subgroepenanalyses lieten ook geen significant positief effect zien op het totale cholesterolgehalte [p = 0.15], het LDL-choleterolgehalte [p = 0.83] en het triglyceridengehalte [p = 0.82].
 

De onderzoekers vonden in 2 RCT’s met in totaal 22 deelnemers in de interventie groep en 28 in de controle groep, dat krachttraining gedurende 12 maanden de nierfunctie niet verbeterde [MD = 2.60, 95% BI = -12.88 tot 13.09, p = 0.74].

De onderzoekers vonden dat aërobe training, krachttraining of de combinatie daarvan gedurende 12 weken tot 12 maanden het lichaamsgewicht [MD = -2.02, 95% BI = -8.24 tot 4.20, p = 0.52, n = 3] of het BMI [MD = 0.12, 95% BI = -1.52 tot 1.77, p = 0.88, n = 4] niet verbeterde.

De onderzoekers vonden in 2 RCT’s met in totaal 64 deelnemers dat lichamelijke oefening gedurende 12 weken een consistente verbetering van de stijfheid in de kleine arteriën liet zien [MD = -1.14, 95% BI = -2.19 tot -0.08, p = 0.03].

De onderzoekers vonden in 5 RCT’s met in totaal 202 deelnemers dat aërobe training, krachttraining of een combinatie daarvan gedurende 12 weken tot 12 maanden een significante verbetering van de inspanningscapaciteit (VO2-piek) liet zien [MD = 2.25, 95% BI = 0.54 tot 3.69, p = 0.01].

De onderzoekers vonden dat lichamelijke oefening de kwaliteit van het leven in verschillende aspecten verbeterde, met een significante verbetering in het sociaal functioneren [MD = 16.76, 95% BI = 2.16 tot 31.37, p = 0.02] en de algemene quality-of-life scores [MD = 12.87, 95% BI = 6.80 tot 18,94, p 0.01].

De onderzoekers concludeerden dat lichamelijke oefeningen de arteriële stijfheid maar ook de inspanningscapaciteit (VO2-piek) en de kwaliteit van het leven verbeterden van nierpatiënten die een nieuwe nier hebben ontvangen.

Oorspronkelijke titel:
Effects of exercise training on cardiovascular risk factors in kidney transplant recipients: a systematic review and meta-analysis by Chen G, Liu Gao L and Li X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6534232/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over nierziekte, lichamelijke oefeningen, krachttraining en chronische ziekten.

Vaatwandstijfheid oftewel arteriële stijfheid, is een van de vroegst waarneembare manifestaties van de verslechterende structuur en functie van de slagaderlijke vaatwand. Een verhoogde vaatwandstijfheid is een onafhankelijke voorspeller van hart- en vaatziekten.