Voeding en gezondheid

Vitamine E via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen uit observationele studies naar de relatie tussen vitamine E-inname en het risico op het krijgen van een beroerte blijven controversieel en de dosisafhankelijke relatie tussen vitamine E-inname en het risico op het krijgen van een beroerte moet nog bepaald worden. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamine E via voeding de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met 3284 mensen met een beroerte onder 220371 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E-inname via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.73 tot 0.94] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E-inname via voeding gedurende maximaal 10 jaar de kans op het krijgen van een beroerte significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.72 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen een hoge vitamine E-inname via voeding en de kans op het krijgen van een beroerte [p = 0.0249].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine E (een hoge vitamine E-inname via voeding) de kans op het krijgen van een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin E intake and risk of stroke: a meta-analysis by Cheng P, Wang L, [...], Zhu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30401005

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en het voorkomen van een beroerte.
 

Middellangketenige verzadigde vetzuren verhogen sneller goed cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) kunnen de circulerende lipiden en de lipoproteïnen anders beïnvloeden dan langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's), maar de resultaten in menselijke interventiestudies zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) en langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's) verschillende invloeden op de circulerende lipiden en de lipoproteïnen in het menselijk lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 crossover en 1 parallel interventiestudies met in totaal 299 deelnemers (gemiddelde leeftijd was 38 jaar en gemiddelde BMI was 24).

Er was geen statistische heterogeniteit voor het HDL-cholesterol, apoA-I en triglyceridengehalte maar wel voor het totale cholesterol [I2 = 49%] en LDL-cholesterolgehalte [I2 = 58%].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden ten opzichte van een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren, dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.11 mmol/L [MD = 0.11 mmol/L, 95% BI = 0.07 tot 0.15 mmol/L] verhoogde, zonder effect te hebben op het triglyceriden-, LDL- (slecht cholesterol) en totaal cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden ten opzichte van een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren het apolipoprotein A-I (apoA-I) gehalte significant met 0.08 g/L [MD = 0.08 g/L, 95% BI = 0.02 tot 0.14 g/L] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) het HDL-cholesterolgehalte en het apolipoprotein A-I (apoA-I) gehalte sneller verhoogde dan een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's).

Oorspronkelijke titel:
Differential effects of medium- and long-chain saturated fatty acids on blood lipid profile: a systematic review and meta-analysis by Panth N, Abbott KA, […], Garg ML.

Link:
https://academic.oup.com/ajcn/article-abstract/108/4/675/5100313?redirectedFrom=fulltext

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, vetconsumptie en hart- en vaatziekten.

Door het meten van het apolipoprotein A-I (apoA-I) en het cholesterolgehalte kan de arts het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten bepalen. Het apolipoprotein A-I (apoA-I) en het cholesterolgehalte worden in het vakjargon de biomerkers van hart- en vaatziekten genoemd.

Aan de hand van het aantal koolstofatomen in de keten worden vetzuren (in de volksmond ook vet genoemd) in 3 groepen verdeeld:
korte-keten-vetzuren (6 of minder)
middellange-keten-vetzuren (6-12) en
lange-keten-vetzuren (12 of meer).

Kokosolie bevat in tegenstelling tot de meeste vetten veel middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's).

Veel flavonolen, flavonen of anthocyaninen via voeding verlagen mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden (zoals flavonolen, flavonen of anthocyaninen) de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17481 personen met dikke darmkanker en 740859 personen zonder dikke darmkanker.

Alle studies werden gecorrigeerd voor een breed scala aan mogelijke confounders van colorectale kanker, zoals leeftijd, geslacht, BMI, fysieke activiteit, familiegeschiedenis van colorectale kanker, onderwijs, energie-inname, alcohol, vezelinname, rode en verwerkte vleesinname, tabak, aspirine en niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen.

Er was heterogeniteit tussen de studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel flavonoïden en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker [gepoolde OR = 0.73, 95% BI = 0.48-1.10]. Geen verband want OR van 1 zat in de 95% BI van 0.48 tot 1.10.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het eten van veel flavanonen en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het eten van veel flavan-3-olen en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel flavonolen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.54-0.90] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.92-1.08].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel flavonen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.83-0.99] verlaagde. 
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.02, 95% BI = 0.94-1.11].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.64-0.95] verlaagde. 
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.91-1.10].

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke 10 mg flavonolen via voeding per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 14% [gepoolde OR = 0.86, 95% BI = 0.76-0.97] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke 1 mg flavonen via voeding per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 9% [gepoolde OR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.99] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.99 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat veel flavonolen via voeding, de kans op het krijgen van colonkanker significant met 20% [OR = 0.80, 95% CI = 0.68-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat veel flavonen via voeding, de kans op het krijgen van rectaalkanker significant met 18% [OR = 0.82, 95% CI = 0.70-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonolen, flavonen en anthocyaninen de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in de cohort studies en er was heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Flavonoids and the Risk of Colorectal Cancer: An Updated Meta-Analysis of Epidemiological Studies by Chang H, Lin Lei L, […], Guohua Zhao G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6073812/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/significant/publicatie bias, flavonoïden en dikke darmkanker.

De resultaten van een overzichtsartikel zijn pas betrouwbaar wanneer ze ook teruggevonden worden in cohort studies. Dus het significant verlaagde risico moet zowel in patiënt-controle studies (meer gevoelig voor fouten) als in cohort studies (minder gevoelig voor fouten) teruggevonden worden.
 

Walnoten verlagen slecht cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een voeding met veel walnoten het lipidenprofiel?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 klinische studies met in totaal 1059 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het totale cholesterolgehalte significant met 6.99 mg/dL [WMD = -6.99 mg/dL 95% BI = -9.39 tot -4.58 mg/dL, p 0.001] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een voeding met veel walnoten, het totale cholesterolgehalte werkelijk met 6.99 mg/dL verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het LDL cholesterolgehalte significant met 5.51 mg/dL [WMD = -5.51 mg/dL, 95% BI = -7.72 tot -3.29 mg/dL, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het triglyceridengehalte significant met 4.69 mg/dL [WMD = -4.69 mg/dL, 95% BI = -8.93 tot -0.45 mg/dL, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het apolipoproteïne B-gehalte significant met 3.74 mg/dL [WMD = -3.74 mg/dL, 95% BI = -6.51 tot -0.97 mg/dL, p = 0.008] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en de verlaging van het apolipoproteïne A-gehalte [WMD = 2.91 mg/dL, 95% BI = -5.98 tot 0.08 mg/dL, p = 0.057].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van het lichaamsgewicht [WMD = -0.12 kg, 95% BI = -2.12 tot 1.88, p = 0.90].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van de systolische bloeddruk (de bovendruk)  [WMD = -0.72 mmHg, 95% BI = -2.75 tot 1.30, p = 0.48].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van de diastolische bloeddruk (de onderdruk) [WMD = -0.10 mmHg, 95% BI = -1.49 to 1.30, p = 0.88].

De onderzoekers concludeerden dat een voeding met veel walnoten, zowel het totale cholesterolgehalte, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) als het apolipoprotein B-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of walnut consumption on blood lipids and other cardiovascular risk factors: an updated meta-analysis and systematic review of controlled trials by Guasch-Ferré M, Li J, […], Tobias DK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29931130

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten, cholesterolgehalte, bloeddruk en hart- en vaatziekten.

Mensen met atherosclerose (aderverkalking) hebben vaak een verhoogd totaal cholesterolgehalte, een verhoogd LDL-cholesterol gehalte, een verhoogd triglyceridengehalte en een verhoogd apolipoproteïne B-gehalte.

Mensen met atherosclerose (aderverkalking) worden aangeraden te kiezen voor producten/maaltijden met maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten/maaltijden in de supermarkt geschikt zijn voor mensen met atherosclerose (aderverkalking) kunt u hier opzoeken.
 

Veel natrium via voeding verhoogt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen een hoge natriuminname en het risico op het krijgen van een beroerte is geaccepteerd. Echter, de dosisafhankelijke relatie tussen de natriuminname en het risico op mortaliteit door alle oorzaken is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een dosisafhankelijke relatie tussen zowel de natriuminname als de natrium-kalium ratio en het krijgen een beroerte onder mensen ouder dan 18 jaar?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies en 1 patiënt-controle studie met in totaal 261732 mensen, waarvan 10150 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram natrium per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 6% [gepoolde RR = 1.06, 95% BI = 1.02-1.10, I2 = 60%, n = 14 studies] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 punt in de natrium-kalium ratio (mmol/mmol), de kans op het krijgen van een beroerte significant met 22% [gepoolde RR = 1.22, 95% BI = 1.04-1.41, I2 = 60%, n = 5 studies] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het krijgen van een beroerte en het verhogen van de natriuminname via voeding.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het krijgen van een beroerte en het verhogen van de natrium-kalium ratio.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge natriuminname via voeding als een hoge natrium-kalium ratio, de kans op het krijgen van een beroerte onder volwassenen verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary sodium, sodium-to-potassium ratio, and risk of stroke: A systematic review and nonlinear dose-response meta-analysis by Jayedi A, Ghomashi F, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29907351

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over natrium- en kaliuminname en het voorkomen van een beroerte.
Natrium is een onderdeel van zout. Dus een voeding met veel natrium is dus een voeding met veel zout.

Een voeding met veel zout is een voeding met minimaal 0.3 gram zout per 100 kcal.
Een zoutarme voeding is een voeding met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Een zoutarme voeding bestaat grotendeels uit producten met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Deze producten uit de supermarkt bevatten maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal.
 

EPA&DHA verlagen postoperatieve atriale fibrillatie na een bypass hartoperatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn veronderstelllingen dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren (PUFA) een anti-aritmisch effect hebben op postoperatieve atriale fibrillatie. Echer, de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren positieve effecten op postoperatieve atriale fibrillatie bij patiënten die een hartoperatie ondergaan?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met in totaal 3570 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.98, p = 0.03] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie werkelijk met 16% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat EPA:DHA  verhouding  1 de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie significant met 49% [RR = 0.51, 95% BI = 0.36-0.73, p = 0.0003] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren, de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie na een coronaire-bypassoperatie (een bypass hartoperatie) significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.47-0.97, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren in de verhouding EPA:DHA 1 de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie na een coronaire-bypassoperatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
N-3 polyunsaturated fatty acids for prevention of postoperative atrial fibrillation: updated meta-analysis and systematic review by Wang H, Chen J and Zhao L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29380237

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA&DHA en hart- en vaatziekten.

Wanneer de slagaders onvoldoende bloed kunnen leveren aan het hart, kan de chirurg een coronaire-bypassoperatie (CABG) of omleidingsoperatie voorstellen. In Europa is de bypassoperatie een van de meest uitgevoerde hartoperaties om de bloedstroom naar het hart te herstellen.

Atriale fibrillatie is een type hartritmestoornis die een snelle en onregelmatige pols (hartslag) veroorzaakt. Atriale fibrillatie die optreedt na een operatie wordt postoperatieve atriale fibrillatie genoemd.
 

Olijfolie verhoogt sneller het HDL cholesterolgehalte dan andere plantaardige oliën

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van olijfolie en andere plantaardige oliën en het cholestterolgehalte en het triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 RCTs met in totaal 1089 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de stijging van het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) hoger was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze verhoging was bovendien significant [WMD = 1.37 mg/dL, 95% BI = 0.4-2.36].

De onderzoekers vonden dat de daling van het totale cholesterolgehalte kleiner was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 16.27 mg/dL, 95% BI = 2.8-10.6].

De onderzoekers vonden dat de daling van het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) lager was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 4.2 mg/dL, 95% BI = 1.4-7.01].

De onderzoekers vonden dat de daling van het triglyceridengehalte lager was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 4.31 mg/dL, 95% BI = 0.5-8.12].

De onderzoekers concludeerden dat olijfolie het HDL cholesterolgehalte sneller deed stijgen dan andere plantaardige oliën. Echter, andere plantaardige oliën verlaagden het totale en LDL-cholesterolgehalte en triglyceridengehalte sneller dan olijfolie.

Oorspronkelijke titel:
Comparison of blood lipid-lowering effects of olive oil and other plant oils: A systematic review and meta-analysis of 27 randomized placebo-controlled clinical trials by Ghobadi S, Hassanzadeh-Rostami Z, […], Faghih S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29420053

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte.

1 portie gevogelte per week verlaagt een beroerte onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van gevogelte de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies met in totaal 354718 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.82-1.03, I2 = 19.8%, p = 0.28] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er kan niet met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van veel gevogelte de kans op het krijgen van een beroerte werkelijk met 8% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder Amerikanen significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.77-0.95, I2 = 0.0%, p = 0.38] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder vrouwen significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.93, I2 = 0.0%, p = 0.63] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.72 tot 0.93 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse geen verband tussen het eten van veel gevogelte en het krijgen van een herseninfarct of ischemische beroerte [RR = 0.91, 95% BI = 0.79-1.02, I2 = 0.0%, p = 0.93].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse geen verband tussen het eten van veel gevogelte en het krijgen een hersenbloeding of hemorragische beroerte [RR = 0.82, 95% BI = 0.59-1.04, I2 = 20.5%, p = 0.28].

De onderzoekers vonden geen verband tussen elke verhoging met 1 portie gevogelte per week en de kans op het krijgen van een beroerte [RR = 1.00, 95% BI = 0.96-1.03, I2 = 69.0%, p = 0.004].

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke analyse dat het verlaagde risico op het krijgen van een beroerte bij maximaal 1 portie gevogelte per week lag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 1 portie gevogelte per week, de kans op het krijgen van een beroerte, met name onder Amerikanen en vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary poultry intake and the risk of stroke: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Mohammadi H, Jayedi A, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29460808

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van een beroerte en vleesconsumptie.

1 portie gevogelte komt overeen met 100 gram. Gevogelte zijn:  

  •  kalkoen
  • eend
  • duif
  • gans
  • struisvogel
  • emoe
  • parelhoen
  • fazant
  • patrijs
  • kwartel

Dagelijks 20 gram vis verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis de mortaliteit (doodgaan aan) en is deze relatie continent gebonden?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies met in totaal 911348 deelnemers waarvan 75451 mensen die dood zijn gegaan.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 20 gram vis per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.94-0.98, I2 = 0%, n = 8] verlaagde. Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses alleen significant in de Aziatische studies.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 20 gram vis per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 2% [RR = 0.98, 95% BI = 0.97-1.00, I2 = 81.9%, n = 14] verlaagde. Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses alleen significant in de Aziatische studies.

De onderzoekers vonden in Westerse studies, een U-vormige relatie tussen het eten van vis en de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten.

De onderzoekers vonden in Aziatische studies, een rechtlijnige relatie (een lineair relatie) tussen het eten van vis en de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis, minimaal 20 gram per dag de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet hetzelfde voor Europa en Azië.

Oorspronkelijke titel:
Fish consumption and risk of all-cause and cardiovascular mortality: a dose-response meta-analysis of prospective observational studies by Jayedi A, Shab-Bidar S, […], Djafarian K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29317009

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en visconsumptie.

Deze maaltijden leveren minimaal 20 gram vis.
 

Consumptie van hele lijnzaad gedurende minimaal 12 weken verlaagt de bloeddruk

Onderzoeksvraag:
Verlaagt lijnzaad de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lijzaadsupplementen de systolische bloeddruk significant met 1.77 mmHg [95% BI = -3.45 tot -0.09 mmHg, p = 0.04] verlaagden.

De onderzoekers vonden dat lijzaadsupplementen de diastolische bloeddruk significant met 1.58 mmHg [95% BI = -2.64 tot -0.52 mmHg, p = 0.003] verlaagden.

De onderzoekers vonden dat het eten van hele lijnzaad de diastolische bloeddruk significant met 1.93 mmHg [95% BI = -3.65 tot -0.21 mmHg, p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de consumptie van lijnzaad gedurende 12 weken of langer de diastolische bloeddruk significant met 2.17 mmHg [95% BI = -3.44 tot -0.89 mmHg, p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van hele lijnzaad gedurende 12 weken of langer de diastolische bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Flaxseed consumption may reduce blood pressure: a systematic review and meta-analysis of controlled trials by Khalesi S, Irwin C and Schubert M.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25740909

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk.

Knoflook verlaagt bloeddruk

Onderzoeksvraag:
Verlaagt knoflook de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Er werd geen ernstige bijwerkingen gevonden in een van de RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken of eten van knoflook de systolische bloeddruk significant met 6.71 mmHg [WMD = -6.71 mmHg, 95% BI = -12.44 tot -0.99, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken of eten van knoflook de diastolische bloeddruk significant met 4.79 mmHg [WMD = -4.79 mmHg, 95% BI = -6.60 tot -2.99, p 0.00001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken of eten van knoflook de bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Garlic for hypertension: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Xiong XJ, Wang PQ, […], Wang J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25837272

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk.
 

Een zinktekort leidt mogelijk tot ADHD

Onderzoeksvraag:
Hebben kinderen met ADHD een laag serum zinkgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 patiënt-controle studies met in totaal 2177 kinderen met ADHD en 2900 kinderen zonder ADHD.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum zinkgehalte van kinderen met ADHD significant lager was dan van kinderen zonder ADHD [SMD = -1.33, 95% BI = -2.22 tot -0.44, p = 0.003]. Dit verlaagde serum zinkgehalte werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat kinderen met ADHD mogelijk een laag serum zinkgehalte hadden dan kinderen zonder ADHD. Mogelijk omdat het overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Relationship between serum zinc levels and attention deficit hyperactivity disorder in children by Sun GX1, Wang BH and Zhang YF.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26412183

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink.

Deze maaltijd dekt zink van minimaal 1 dag.
 

1 portie noten per week verlaagt hart- en vaatziekten met 10%

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies (cohort en patiënt-controle studies) met 6302 mensen met hart- en vaatziekten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 31.9% [gepoolde RR = 0.681, 95% BI = 0.592-0.783, I2 = 62.7%] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband tussen het eten van veel noten en het verlaagde risico op het krijgen van hart- en vaatziekten bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder Amerikanen significant met 22.9% [gepoolde RR = 0.671, 95% BI = 0.591-0.761] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder cohort studies significant met 34% [gepoolde RR = 0.660, 95% BI = 0.581-0.748] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 portie noten per week, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.87-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel noten, minimaal 1 portie per week, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Higher nut consumption may reduce the risk of coronary heart disease: a systematic review and meta-analysis by Weng YQ1, Yao J, […], Li P.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26704188

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten.
1 portie noten komt overeen met 30 gram.

Veel volkorenproducen verlaagt een beroerte onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van volkorenproducten de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies met in totaal 247487 deelnemers, waarvan 1635 mensen met een beroerte.
Er was geen publlicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [gepoolde RR = 0.86, 95% BI = 0.73-0.99, I2 = 0.0%] verlaagde.
Dit verlaagde risico werd alleen gevonden onder Amerikanen [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.67-0.98, I2 = 0.0%], onder vrouwen [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.63-0.97, I2 = 0.0%] en onder studies langer dan 10 jaar [RR = 0.84, 95% BI = 0.69-0.99, I2 = 7.7%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel volkorenproducten de kans op het krijgen van een beroerte onder Amerikanen en vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between whole grain intake and stroke risk: evidence from a meta-analysis by Fang L, Li W, [...], Fu S.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4659141/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het voorkomen van een beroerte.

 

Dagelijks 28.4 gram aardnoten verlaagt cholesterolgehalte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van aardnoten (walnoten, pistachenoten, macadamianoten, pecannoten, cashewnoten, amandelen, hazelnoten en paranoten) het bloedvet- en lipoproteïnegehalte van volwassenen zonder hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 61 RCT’s met in totaal 2582 deelnemers. De interventieduur varieerde van 3 tot 26 weken.

Er was gering sprake van publicatie bias.
Er was geen signficante heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 28.4 gram aardnoten het totale cholesterolgehalte significant met 4.7 mg/dL [95% BI = -5.3 tot -4.0 mg/dL] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 28.4 gram aardnoten het LDL-cholesterolgehalte (het slechte cholesterol) significant met 4.8 mg/dL [95% BI = -5.5 tot -4.2 mg/dL] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 28.4 gram aardnoten het ApoB-gehalte significant met 3.7 mg/dL [95% BI = -5.2 tot -2.3 mg/dL] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 28.4 gram aardnoten het triglyceridengehalte significant met 2.2 mg/dL [95% BI = -3.8 tot -0.5 mg/dL] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van aardnoten en het totale en LDL-cholesterolgerhalte met het sterkste effect boven 60 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 28.4 gram aardnoten het ApoB-gehalte van patiënten met suikerziekte type 2 significant met 11.5 mg/dL [95% BI = -16.2 tot -6.8 mg/dL, p-heterogeniteit = 0.015] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 28.4 gram aardnoten het ApoB-gehalte van mensen zonder suikerziekte type 2 significant met 2.5 mg/dL [95% BI = -4.7 tot -0.3 mg/dL, p-heterogeniteit = 0.015] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van aardnoten (minimaal 28.4 gram maar bij voorkeur boven 60 gram per dag) het cholesterol-, het ApoB- en het triglyceridengehalte, met name bij mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of tree nuts on blood lipids, apolipoproteins, and blood pressure: systematic review, meta-analysis, and dose-response of 61 controlled intervention trials by Del Gobbo LC, Falk MC, […], Mozaffarian D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26561616

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte en suikerziekte type 2.

Dit recept bevat 28.75 gram aardnoten.

Dagelijks 1-50 mg olijfolie verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van olijfolie de kans op het krijgen van ontstekingen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 30 RCT’s met in totaal 3106 deelnemers. De studieduur varieerde tussen 4 en 208 weken.
De dagelijkse hoeveelheid olijfolie varieerde tussen 1 en 50 mg.
Publicatie bias kon niet uitgesloten worden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 15 RCT’s dat het eten van olijfolie het CRP-gehalte significant met 0.64 mg/L [95% BI = -0.96 tot -0.31, p 0.0001, I2 = 66%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 RCT’s dat het eten van olijfolie het IL6-gehalte significant met 0.29 [95% BI = -0.7 tot -0.02, p 0.04, I2 = 62%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 RCT’s dat het eten van olijfolie de flow-gemedieerde dilatatie (uitgedrukt als absoluut percentage) significant met 0.76% [95% BI = 0.27 tot 1.24, p 0.002] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 1 tot 50 mg olijfolie de kans op het krijgen van ontstekingen mogelijk verlaagde en de endotheelfunctie mogelijk verbeterde. Mogelijk omdat publicatie bias niet uitgesloten kon worden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Olive Oil on Markers of Inflammation and Endothelial Function—A Systematic Review and Meta-Analysis by Schwingshackl L, Christoph M and Hoffmann G.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4586551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten.

Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de biomerker CRP en IL6.
Teveel ontstekingen kunnen leiden tot chronische ziekten. Chronische ziekten zijn:

  • Auto-immuunziekten
  • Epilepsie
  • Gewrichtsaandoeningen (reuma, atrose en jicht). 
  • Hart- en vaatziekten
  • Kanker
  • Longaandoeningen (astma, COPD en CARA). 
  • Psychische stoornissen
  • Suikerziekte
     

Dagelijks veel flavonoïden via voeding verlaagt coronaire hartziekten

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies naar de relatie tussen de inname van flavonoïden en het risico op het krijgen van coronaire hartziekten (CHD) lieten tegenstrijdige resultaten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van coronaire hartziekten? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve studies met 452564 deelnemers, waarvan 7233 patiënten met coronaire hartziekten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van coronaire hartziekten significant met 15% [RR = 0.850, 95% BI = 0.794-0.910, I2 = 26.0%] verlaagde.
Dit verlaagde risico werd zowel in Europa als de VS gevonden.

De onderzoekers vonden een lineair dosisafhankelijk verband tussen het eten van flavonoïden en de kans op het krijgen van coronaire hartziekten.
Echter, de onderzoekers vonden een non-significant 5% verlaagde risico [IRR = 0.95, 95% BI = 0.88-1.02] voor elke 20 mg flavonoïden per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonoïden de kans op het krijgen van coronaire hartziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary flavonoids intake and the risk of coronary heart disease: a dose-response meta-analysis of 15 prospective studies by Jiang W, Wei H and He B.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25555317

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden en hart- en vaatziekten.

 

14 glazen alcohol per week verlaagt hartfalen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van hartfalen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve studies met in totaal 202378 deelnemers, waarvan 6211 patiënten met hartfalen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van 14 glazen alcohol per week de kans op het krijgen van hartfalen significant met 15% [gepoolde adjusted RR = 0.85, 95% BI = 0.78-0.93] verlaagde.
Echter, het verlaagde risico was niet meer significant boven 14 glazen alcohol per week [gepoolde adjusted RR = 0.90, 95% BI = 0.72-1.13].

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke analyses een significant verlaagde risico van 10% [95% BI = 0.84-0.96] voor 3 glazen per week, 17% [95% BI = 0.73-0.95] voor 7 glazen per week en 16% [95% BI = 0.72-0.98] voor 10 glazen per week.

De onderzoekers concludeerden maximaal 14 glazen alcohol per week verlaagde de kans op het krijgen van hartfalen.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of heart failure: a dose-response meta-analysis of prospective studies by Larsson SC, Orsini N and Wolk A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25598021

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcoholconsumptie en hart- en vaatziekten.

 

Noten verlagen sterfte door hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op sterfte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met 467389 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 10 studies dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op sterfte door alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.77-0.85, I2 = 43%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 studies dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op sterfte door hart- en vaatziekten significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.68-0.78, I2 = 16%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 studies dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op CHD-mortaliteit significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.64-0.76, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel noten de kans op sterfte door alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of nut consumption and incident risk of CVD and all-cause mortality by Mayhew AJ, de Souza RJ, [...], Mente A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26548503

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten en hart- en vaatziekten.

Noten verlagen sterfte door hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op sterfte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met 467389 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 10 studies dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op sterfte door alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.77-0.85, I2 = 43%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 studies dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op sterfte door hart- en vaatziekten significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.68-0.78, I2 = 16%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 studies dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op CHD-mortaliteit significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.64-0.76, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel noten de kans op sterfte door alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of nut consumption and incident risk of CVD and all-cause mortality by Mayhew AJ, de Souza RJ, [...], Mente A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26548503

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten.

Een vitamine D-tekort verhoogt mogelijk dementie

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met Alzheimer of dementie een vitamine D-tekort?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 prospectieve cohort studies en 3 cross-sectionele studies. Het publicatiejaar varieerde tussen 2010 en 2015.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D bloedwaarde ≤ 50 nmol/L) de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 21% [gepoolde OR = 1.21, 95% BI = 1.02-1.41, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D bloedwaarde ≤ 50 nmol/L) de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 21% [OR = 1.21, 95% BI = 1.01-1.40, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D bloedwaarde ≤ 50 nmol/L) de kans op het krijgen van dementie significant met 49% [gepoolde OR = 1.49, 95% BI = 1.09-1.88, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D bloedwaarde ≤ 50 nmol/L) de kans op het krijgen van dementie significant met 63% [OR = 1.63, 95% BI = 1.09-2.16, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D bloedwaarde ≤ 50 nmol/L) de kans op het krijgen van dementie of de ziekte van Alzheimer mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat het overzichtsartikel slechts 2 cohort studies bevatte.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D deficiency is associated with increased risk of Alzheimer’s disease and dementia: evidence from meta-analysis by Shen L and Hong-Fang H.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4522102/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Vegetarisch dieet verlaagt het cholesterolgehalte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het volgen van een vegetarisch dieet het cholesterol- en triglyceridengehalte (bloedvetgehalte)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met een gemiddelde duur van 24 weken.

Resultaten en conclusies:                              
De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch diet het totale cholesterolgehalte significant met 0.36 mmol/L [95% BI = -0.55 tot -0.17, p0.001, I2=53.5%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch diet het LDL-cholesterolgehalte significant met 0.34 mmol/L [95% BI = -0.57 tot -0.11, p0.001, I2=72.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch diet ook het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.10 mmol/L [95% BI = -0.14 tot -0.06, p0.001, I2=0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch diet het non-HDL-cholesterolgehalte significant met 0.30 mmol/L [95% BI = -0.50 tot -0.10, p=0.04, I2=54.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch diet het bloedvetgehalte niet significant met 0.04 mmol/L [95% BI = -0.05 tot 0.13, p=0.40, I2=19.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch diet het totale cholesterolgehalte bij een BMI tussen 18.5 tot 25 significant met 0.96 mmol/L [95% BI = -1.33 tot -0.55] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch diet het totale cholesterolgehalte bij een BMI tussen 25 tot 30 significant met 0.58 mmol/L [95% BI = -0.89 tot -0.27] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch diet het totale cholesterolgehalte bij een BMI groter dan 30 significant met 0.16 mmol/L [95% BI = -0.30 tot -0.01] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een vegetarisch dieet gedurende 24 weken het totale cholesterol-, LDL-, non-HDL- en HDL-cholesterolgehalte, maar niet het bloedvetgehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Vegetarian Diets on Blood Lipids: A Systematic Review and Meta‐Analysis of Randomized Controlled Trials by Wang F, Zheng J, […], Li D.

Link:
http://jaha.ahajournals.org/content/4/10/e002408.long

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over het verlagen van het cholesterolgehalte door het vegetarische dieet.
Lees hier meer over RCT, 95% BI en overzichtsartikel.
Het non-HDL-cholesterolgehalte blijkt uit een recente meta-analyse de beste voorspeller te zijn van hart- en vaatziekte, gevolgd door apo-B en tenslotte het LDL-cholesterolgehalte.

Deze vegetarische maaltijd is geschikt voor mensen met een hoog cholesterolgehalte.

Een hoog HDL-cholesterolgehalte verlaagt mogelijk vroegtijdig hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen tot 55 jaar die hart- en vaatziekten krijgen, een laag HDL-cholesterolgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 patiënt-controle studies met 1775 patiënten met hart- en vaatziekten en 1989 controles (mensen zonder hart- en vaatziekten).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het HDL-cholesterolgehalte van voortijdige hartpatiënten significant 0.48 mmol/L [95% BI = -0.71 tot -0.26, p  0.001, p-heterogeniteit  0.001] lager was dan bij mensen zonder hart- en vaatziekten.
Het significante verband bleef bestaan, zelfs na het verwijderen van de heterogeniteit tussen de studies.

De onderzoekers concludeerden dat mensen tot 55 jaar die vroegtijdig hart- en vaatziekten kregen mogelijk een laag HDL-cholesterolgehalte hadden dan mensen zonder hart- en vaatziekten. Mogelijk omdat het overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies (dus geen cohort studies) bevatte.

Oorspronkelijke titel:
Is high high-density lipoprotein cholesterol beneficial for premature coronary heart disease? A meta-analysis by Shahid M, Sun RL, […], Zhang YL.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26464294

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verhogen van het HDL-cholesterolgehalte. Een hoog HDL-cholesterolgehalte verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten terwijl een hoog LDL-cholesterolgehalte de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhoogt.

Sojaproducten verlagen het cholesterolgehalte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten of slikken van sojaproducten het cholesterolgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 35 RCT’s met een duur van 4 weken tot 1 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van sojaproducten het LDL-cholesterolgehalte significant met 4.83 mg/dL [95% BI = -7.34 tot -2.31] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van sojaproducten het totale cholesterolgehalte significant met 5.33 mg/dL [95% BI = -8.35 tot -2.30] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van sojaproducten het bloedvetgehalte significant met 4.92 mg/dL [95% BI = -7.79 tot -2.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van sojaproducten het HDL-cholesterolgehalte significant met 1.40 mg/dL [95% BI = 0.58 tot 2.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van sojaproducten het LDL-cholesterolgehalte in mensen met een hoog cholesterolgehalte significant met 7.47 mg/dL [95% BI = -11.79 tot -3.16] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van sojaproducten het LDL-cholesterolgehalte in mensen met een normaal cholesterolgehalte significant met 2.96 mg/dL [95% BI = -5.28 tot -0.65] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van sojaproducten (zoals, sojamelk en sojabonen) het LDL-cholesterolgehalte significant met 11.06 mg/dL [95% BI = -15.74 tot -6.37] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van soja-supplementen het LDL-cholesterolgehalte significant met 3.17 mg/dL [95% BI = -5.75 tot -0.58] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van soja-eiwitten het LDL-cholesterolgehalte, het totale cholesterolgehalte, het bloedvetgehalte significant verlaagde en het HDL-cholesterolgehalte significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van isoflavonen het LDL-cholesterolgehalte, het totale cholesterolgehalte, het bloedvetgehalte niet verlaagde en het HDL-cholesterolgehalte niet verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten of slikken van sojaproducten en soja-eiwitten het cholesterolgehalte, met name onder mensen met een hoog cholesterolgehalte verlaagde. Echter, dit verlaagde effect werd niet gevonden voor isoflavonen.

Oorspronkelijke titel:
Soya products and serum lipids: a meta-analysis of randomised controlled trials by Tokede OA, Onabanjo TA, […], Djoussé L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26268987

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja-producten en het verlagen van het cholesterolgehalte.

Vitamine D-supplement verlaagt chronisch hartfalen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine D de kans op het krijgen van chronisch hartfalen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het gehalte van tumornecrosefactor-alfa (TNFα) significant met 2.42 pg/mL [WMD = -2.42 pg/mL, 95% BI = -4.26 tot -0.57, p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het gehalte van C-reactieve proteïne significant met 0.72 mg/L [WMD = -0.72 mg/L, 95% BI = -1.42 tot -0.02, p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het gehalte van parathyreoïdhormoon significant met 13.44 pg/mL [WMD = -13.44 pg/mL, 95% BI = -21.22 tot -5.67, p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D het gehalte van tumornecrosefactor-alfa, C-reactieve proteïne en parathyreoïdhormoon bij mensen met chronisch hartfalen verlaagde. Echter, het verbeterde niet de inspanningstolerantie en de functie van de linkerhartkamer.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Supplementation in the Treatment of Chronic Heart Failure: A Meta-analysis of Randomized Controlled Trials by Jiang WL, Gu HB, […], Chen JC.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26415519

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en hart- en vaatziekten.

Bij hartfalen is de pompfunctie van het hart verminderd. Er zijn 2 vormen van hartfalen: systolisch en diastolisch hartfalen. Systolisch hartfalen komt het meeste voor. Diastolisch hartfalen komt vaker bij vrouwen voor.


De meeste artsen delen de ernst van hartfalen in vier categorieën in: functionele klasse I, II, III of IV volgens de New York Heart Association (NYHA). Deze klassen bieden een manier om de ernst van het hartfalen van de patiënten te meten op basis van de symptomen tijdens normale activiteiten.

Veelvoorkomende oorzaken van hartfalen zijn:

  • aandoening van de kransslagaders (coronaire hartziekte)
  • eerdere hartaanval (myocardinfarct)
  • hoge bloeddruk (hypertensie)
  • hartklepaandoening
  • aangeboren hartafwijkingen (congenitale hartafwijkingen)
  • vergroot hart (cardiomyopathie)
  • infectie van de binnenwand van het hart (endocarditis)
  • infectie van de hartspier (myocarditis)
  • diabetes

Veelvoorkomende risicofactoren van hartfalen zijn:

  • hoge bloeddruk (hypertensie)
  • hartaanval (myocardinfarct)
  • abnormale hartkleppen
  • vergroot hart (cardiomyopathie)
  • familiegeschiedenis van hartaandoeningen
  • diabetes

Om de kans op hartfalen te verkleinen moet de bloeddruk lager zijn dan 135/85. Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk.