Voeding en gezondheid

Seleniumsupplementen verlagen hs-CRP gehalte onder patiënten met stofwisselingsziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Selenium (Se) is een sporenelement dat significante effecten heeft op de menselijke stofwisseling. Recente studies suggereren dat het slikken van seleniumsupplementen een cruciaal effect heeft op de ontstekingsmarkers en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.  

Verlaagt het slikken van seleniumsupplementen het gehalte van de ontstekingsmarkers (zoals, (hoogsensitieve (hs)-CRP en stikstofmonoxide gehalte) onder patiënten met een stofwisselingsziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van seleniumsupplementen het hs-CRP gehalte significant verlaagde [MD = -0.44, 95% BI = -0.67 tot -0.21] onder patiënten met een stofwisselingsziekte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van seleniumsupplementen het hs-CRP gehalte van patiënten met een stofwisselingsziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of dietary selenium supplementation on inflammatory markers among patients with metabolic diseases: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Djalalinia S, Hasani M, […], Qorbani M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34222098/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, CRP-gehatle, selenium en het verlagen van de ontstekingen.

Het gehalte van de ontstekingsmarkers neemt toe naarmate meer ontstekingen in het lichaam zijn. Chronische ontstekingen leiden uiteindelijk tot ziektes, zoals hart- en vaatziekten, suikerziekte type 2 en COPD.

Hoogsensitieve CRP-gehalte 1 mg/L: geen verhoogd risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte.
Hoogsensitieve CRP-gehalte van 1 tot 3 mg/L: licht verhoogd risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte.
Hoogsensitieve CRP-gehalte > 3.0 mg/L: hoog risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte.

Stofwisselingsziekten zijn zeldzame erfelijke ziekten en ontstaan door stoornissen in de stofwisseling. Er zijn ongeveer 600 verschillende stofwisselingsziekten (ook wel metabole ziekten genoemd). Stofwisselingsziekten worden veroorzaakt doordat er één specifiek enzym in de cellen van het lichaam ontbreekt. Taaislijmziekte, familiaire hypercholesterolemie, PKU, ziekte van Fabry en MCAD zijn voorbeelden van stofwisselingsziekten.

Patiënten met knieartrose hebben baat bij vitamine D supplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben patiënten met knieartrose baat bij het slikken van vitamine D supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 studies met in totaal 1599 patiënten met knieartrose.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen de WOMAC-score [SMD = -0.67, 95% BI = -1.23 tot -0.12] significant verbeterde bij patiënten met knieartrose, inclusief WOMAC-pijnscore [SMD = -0.32, 95% BI = -0.63 tot -0.02], functiescore [SMD = -0.34, 95% BI = -0.60 tot -0.08] en stijfheidsscore [SMD = -0.13, 95% BI = -0.26 tot -0.01].

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyse, dat het slikken van minder dan 2000 IE (50 microgram) vitamine D supplementen tot significante vermindering van de stijfheidsscore leidde [SMD = -0.22, 95% BI = -0.40 tot -0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen de afname van het synoviaal vochtvolume significant remde bij patiënten met knieartrose [SMD = -0.20, 95% BI -0.39 tot -0.02].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen de pijn en functie van de WOMAC verbeterde bij patiënten met knieartrose.

Oorspronkelijke titel:
Does vitamin D improve symptomatic and structural outcomes in knee osteoarthritis? A systematic review and meta-analysis by Zhao ZX, He Y, […], Chen J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33783714/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, vitamine D en knieartrose.

De “Western Ontario and McMaster Universities Osteoarthritis Index” (WOMAC) is een zelfevaluatieformulier om de pijn en handicaps als gevolg van heup- en knieartrose in de afgelopen 48 uur in kaart te brengen. De WOMAC vragenlijst bestaat uit 24 vragen.
 

Carotenoïdensupplementen verlagen ontstekingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van carotenoïdensupplementen (zoals, astaxanthine-, luteïne+zeaxanthine-, beta-cryptoxanthine- en lycopeensupplementen) de kans op het krijgen van ontstekingen (gemeten aan de hand van het CRP- en IL6-gehalte)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 RCT’s. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.54 mg/L, 95% BI = -0.71 tot -0.37, p 0.001].
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.001 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen het IL6-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.54 pg/mL, 95% BI = -1.01 tot -0.06, p = 0.025].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van carotenoïdensupplementen en het TNF-α gehalte [WMD = -0.97 pg/mL, 95% BI = -1.98 tot 0.03, p = 0.059].
Geen verband omdat de gevonden p-waarde van 0.059 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van astaxanthinesupplementen het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.30 mg/L, 95% BI = -0.51 tot -0.09, p = 0.005].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van luteïne+zeaxanthinesupplementen het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.30 mg/L, 95% BI = -0.45 tot -0.15, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van beta-cryptoxanthinesupplementen het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.35 mg/L, 95% BI = -0.54 tot -0.15, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van lycopeensupplementen het IL6-gehalte significant verlaagde [WMD = -1.08 pg/ml, 95% BI = -2.03 tot -0.12, p = 0.027].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van carotenoïdensupplementen, met name astaxanthine-, luteïne+zeaxanthine-, beta-cryptoxanthine- en lycopeensupplementen de kans op het krijgen van ontstekingen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids supplementation and inflammation: a systematic review and meta-analysis of randomized clinical trials by Hajizadeh-Sharafabad F, Zahabi ES, […], Alizadeh M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33998846/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, carotenoïden en het verlagen van ontstekingen en CRP-gehalte.

Coënzym Q10 supplementen verlagen oxidatieve stress

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van coënzym Q10 supplementen de kans op het krijgen van oxidatieve stress?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s met in totaal 972 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10 supplementen, het gehalte van de totale serum antioxidantencapaciteit significant verhoogde [SMD = 0.62 mmol/L, 95% BI = 0.18 tot 1.05, I2 = 76.1%, p ˂ 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10 supplementen, het gehalte van superoxide dismutase significant verhoogde [SMD = 0.40 U/mg, 95% BI = 0.12 tot 0.67, I2 = 9.6%, p ˂ 0.345].

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10 supplementen, het gehalte van malondialdehyde significant verlaagde [SMD = -1.02 mmol/L, 95% BI = -1.60 tot -0.44, I2 = 88.2%, p ˂ 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van coënzym Q10 supplementen de kans op het krijgen van oxidatieve stress verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Diabetes, Age, and Duration of Supplementation Subgroup Analysis for the Effect of Coenzyme Q10 on Oxidative Stress: A Systematic Review and Meta-Analysis by Hajiluian G, Heshmati J, […], Shidfar F.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33866314/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en coënzym Q10.

 

Een laag zink- en ijzergehalte verhogen MS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is het gehalte van zink, ijzer, mangaan, magnesium, selenium en koper in mensen met multiple sclerose (MS)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 studies met 1567 MS-patiënten en 1328 mensen zonder MS.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het zinkgehalte [WMD = -7.83 mcg/dL, 95% BI = -12.78 tot -2.87, z = 3.09, p = 0.002] en het ijzergehalte [WMD = -13.66 mcg/dL, 95% BI = -23.13 tot -4.19, z = 2.83, p = 0.005] van MS-patiënten significant lager waren dan van mensen zonder MS.

De onderzoekers vonden dat het mangaangehalte [WMD = 0.03 mcg/dL, 95% BI = 0.01 tot 0.04, z = 2.89, p = 0.004] van MS-patiënten significant hoger waren dan van mensen zonder MS.

De onderzoekers vonden geen verschil in het magnesium-, selenium- en kopergehalte tussen MS-patiënten en niet MS-patiënten.

De onderzoekers concludeerden dat het zinkgehalte en het ijzergehalte van MS-patiënten lager waren dan van mensen zonder MS, terwijl het mangaangehalte van MS-patiënten hoger was dan van mensen zonder MS.

Oorspronkelijke titel:
Blood Trace Element Status in Multiple Sclerosis: a Systematic Review and Meta-analysis by Nirooei E, Kashani SMA, […], Akbari H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33611740/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, zink, ijzer, mangaan en MS.

Hoog homocysteïne-gehalte verhoogt perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Perifere neuropathie komt veel voor bij patiënten met een ziekte die op haar beurt weer verband houden met een tekort aan de B-vitamines. Echter, de behandeling met vitamines heeft tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een laag vitamine B-gehalte de kans op het krijgen van perifere neuropathie? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 observationele en 7 interventionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat perifere neuropathie in verband werd gebracht met een laag vitamine B12-gehalte [1.51, 95% BI = 1.23 tot 1.84, n = 34, I2 = 43.3%, p = 0.003].

De onderzoekers vonden dat perifere neuropathie in verband werd gebracht met een hoog methylmalonzuur-gehalte [2.53, 95% BI = 1.39 tot 4.60, n = 9, I2 = 63.8%, p = 0.005].

De onderzoekers vonden dat perifere neuropathie in verband werd gebracht met een hoog homocysteïne-gehalte [3.48, 95% BI = 2.01 tot 6.04, n = 15, I2 = 70.6%, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een behandeling met vitamine B1 de symptomen van perifere neuropathie significant verbeterde [5.34, 95% BI = 1.87 tot 15.19, n = 3, I2 = 64.6%, p = 0.059].

De onderzoekers concludeerden dat perifere neuropathie in verband werd gebracht met een laag vitamine B12-gehalte, een hoog methylmalonzuur-gehalte en een hoog homocysteïne-gehalte.

Oorspronkelijke titel:
Association between neuropathy and B-vitamins: A systematic review and meta-analysis by Stein J, Geisel J and Obeid R.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33619867/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, vitamine B1 en B12 en het verlagen van het homocysteïne-gehalte.

Perifere neuropathie is een aandoening die wordt veroorzaakt door de zenuwschade of een ziekte (zoals suikerziekte), waardoor de zenuwen in het lichaam aangetast worden. Perifere neuropathie leidt tot veranderingen in gevoel en beweging en kan pijn veroorzaken.

Methylmalonzuur is een organisch zuur dat meestal verhoogd is bij een B12-tekort. Het aanvragen van de methylmalonzuurtest is zinvol bij een blijvende twijfel over een vitamine B12-tekort.
 

Intraveneuze NAC-suppletie verlaagt serum creatininegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn tegenstrijdige onderzoeken dat n-acetyl-l-cysteïne (NAC) het serum creatininegehalte kunstmatig kan verlagen zonder de nierfunctie te verbeteren en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft n-acetyl-l-cysteïne (NAC)-suppletie een positieve invloed op het serum creatininegehalte en het serum cystatine C-gehalte? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 klinische studies met in totaal 199 deelnemers (48-83% man).  
De gemiddelde studiegrootte was 30 (range 10-60).
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 33 en 71 jaar.
De follow-up duur was vaak kort.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat NAC-suppletie het serum creatininegehalte significant verlaagde [WMD = -2.80 μmol/L, 95% BI = -5.6 tot 0.0, p = 0.05], met name met de niet-specifieke Jaffe-methode [WMD = -3.24 μmol/L, 95% BI = -6.29 tot -0.28, p = 0.04] en bij intraveneuze (via een naald in een ader) toediening [WMD = -31.10 μmol/L, 95% BI = -58.37 tot -3.83, p = 0.03].

De onderzoekers vonden geen verband tussen NAC-suppletie het serum cystatine C-gehalte [WMD = -0.84 μmol/L, 95% BI = -3.14 tot 1.47, p = 0.48, I2 = 0%, p = 0.99].

De onderzoekers concludeerden dat NAC-suppletie het serum creatininegehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A Systematic Review of the Effect of N-Acetylcysteine on Serum Creatinine and Cystatin C Measurements by Huang JW, Lahey B, […], Hiremath S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7879108/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/overzichtsartikel/cohort/RCT’s, NAC en nierziekte.

De Jaffe en enzymatische methode (niet-specifieke Jaffe-methode) zijn de 2 meest gebruikte methoden voor het meten van het serum creatininegehalte. De Jaffe-methode is minder duur dan de enzymatische methode, maar is ook gevoeliger voor storingen.

N-acetyl-L-cysteïne (NAC) is de geacetyleerde vorm van het aminozuur L-cysteïne. L-cysteïne is een zwavelhoudend aminozuur dat het lichaam zelf kan maken uit het aminozuur L-methionine.
Suppletie met NAC heeft als voordeel boven L-cysteïne dat het beter wordt verdragen, een hogere biologische beschikbaarheid heeft en minder gevoelig is voor oxidatie.

Probiotica supplementen verlagen hart- en vaatziekten bij nierpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chronische nierziekte is wereldwijd een groot gezondheidsprobleem. Het bewijs dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen bij de behandeling van chronische nierziekte ondersteunt, is gemengd, hoewel sommige onderzoeken suggereren dat ze nuttig kunnen zijn. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en oxidatieve stress bij patiënten met chronische nierkziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het totale cholesterolgehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.25, 95% BI = -0.46 tot -0.04, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het nuchter bloedglucose-gehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.41, 95% BI = -0.65 tot -0.17, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, de HOMAR-IR waarde van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.63, 95% BI = -0.95 tot -0.30, I2 = 43.3%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het insulinegehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.49, 95% BI = -0.90 tot -0.08, I2 = 65.2%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het hoogsensitieve CRP-gehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.52, 95% BI = -0.81 tot -0.22, I2 = 52.7%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het malondialdehyde-gehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verlaagde [SMD = -0.79, 95% BI = -1.22 tot -0.37, I2 = 69.8%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, de kwantitatieve insulinegevoeligheidscontrole-index (QUICKI) van patiënten met chronische nierziekte significant verhoogde [SMD = 0.78, 95% BI = 0.51 tot 1.05, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het totale antioxidantencapaciteit van patiënten met chronische nierziekte significant verhoogde [SMD = 0.42, 95% BI = 0.18 tot 0.66, I2 = 00.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen, het glutathionegehalte van patiënten met chronische nierziekte significant verhoogde [SMD = 0.52, 95% BI = 0.19 tot 0.86, I2 = 37.0%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica, prebiotica en synbiotica supplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en oxidatieve stress bij patiënten met chronische nierkiekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Probiotic, Prebiotic, and Synbiotic Supplementation on Cardiometabolic and Oxidative Stress Parameters in Patients with Chronic Kidney Disease: a Systematic Review and Meta-analysis by Bakhtiary M, Morvaridzadeh M, […], Heshmati J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33526314/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, cholesterol, het verlagen van CRP-gehalte, probiotica, suikerziekte en nierziekte.

Probiotica zijn bacteriën die gunstige gezondheidseffecten hebben in de darmen. Prebiotica zijn stoffen (meestal vezels) die als voeding dienen voor deze darmbacteriën, het microbioom. Probiotica en prebiotica zijn verkrijgbaar in de vorm van supplementen. Synbiotica zijn in principe een combinatie van probiotica en prebiotica.
 

Gember verlaagt causaal oxidatieve stress

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van gember causaal de kans op het krijgen van oxidatieve stress?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van gember de glutathione-peroxidase activiteit significant verhoogde [SMD = 1.64, 95% BI = 0.43 tot 2.85, I2 = 86.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van gember de totale antioxidantencapaciteit significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.06 tot 0.73, I2 = 42.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van gember het malondialdehydegehalte significant verlaagde [SMD = -0.69, 95% BI = -1.26 tot -0.12, I2 = 85.8%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van gember de kans op het krijgen van oxidatieve stress causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of ginger (Zingiber officinale) supplementation on oxidative stress parameters: A systematic review and meta-analysis by Morvaridzadeh M, Sadeghi E, […], Heshmati J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33458848/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, gember en chronische ziekte.

Een teveel aan vrije radicalen of een tekort aan antioxidanten zorgt voor oxidatieve stress: een beschadiging aan de gezonde weefsels en cellen in het lichaam. Oxidatieve stress leidt tot ontstekingen en omgekeerd leiden ontstekingen tot oxidatieve stress. Oxidatieve stress kan gemeten worden aan de hand van de volgende parameters: de glutathione-peroxidase activiteit, de totale antioxidantencapaciteit en het malondialdehydegehalte.
Chronische ontstekingen kunnen leiden tot ziekten, zoals hart- en vaatziekten en COPD.

Albuminegehalte van COPD-patiënten is lager dan van niet COPD-patiënten

Onderzoeksvraag:
Is het serum albuminegehalte van COPD-patiënten lager dan van niet COPD-patiënten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 studies met in totaal 2554 patiënten met COPD (74% man, gemiddelde leeftijd 61.7 jaar) en 2055 mensen zonder COPD (63% man, gemiddelde leeftijd 64.6 jaar).
24 van de 26 studies waren cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het serum albuminegehalte van COPD-patiënten significant lager was dan van niet COPD-patiënten [SMD = -0.50, 95% BI = -0.67 tot -0.32, p 0.001, I2 = 85.7%, p 0.001].
Dit resultaat bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden geen significant verschil in het serum albuminegehalte van COPD- patiënten met het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) 50% en COPD- patiënten met FEV1 > 50%.

De onderzoekers concludeerden dat het serum albuminegehalte van COPD-patiënten lager was dan van niet COPD-patiënten.

Oorspronkelijke titel:
Serum Albumin Concentrations in Stable Chronic Obstructive Pulmonary Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zinellu E, Fois AG, […], Pirina P.

Link:
https://www.mdpi.com/2077-0383/10/2/269/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en COPD.

Normaal gesproken plast u nauwelijks eiwit uit. Maar als u diabetes (suikerziekte) hebt, kunnen uw nieren slechter gaan werken. Ze filteren dan niet meer goed en laten eiwitten uit het bloed door. Dat zijn microscopisch kleine deeltjes. Er worden meerdere soorten eiwitten doorgelaten, maar albumine is het belangrijkste eiwit dat op deze manier in de urine terecht komt. Als u eiwit in de urine hebt, heet dat “albuminurie”.

Als u diabetes hebt, krijgt u regelmatig een standaardcontrole op albumine, dus eiwit in de urine. Het is belangrijk dat albuminurie snel wordt ontdekt, omdat een goede behandeling verdere schade aan de nieren kan beperken.

12 g/dag albumine wordt in de lever gesynthetiseerd. De halveringstijd van albumine is 21 dagen. Onder normale omstandigheden zit in de urine 10-20 mg albumine.

Melatonine supplementen verbeteren slaapkwaliteit van volwassenen met slaapstoornis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit van volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  23 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) significant verbeterde [WMD = -1.24, 95% BI = -1.77 tot -0.71, p = 0.000, I2 = 80.7%, p = 0.000].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) van mensen met luchtwegenaandoeningen, significant verbeterde [WMD = -2.20, 95% BI = -2.97 tot -1.44, p = 0.000].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) van mensen met een stofwisselingsziekte, significant verbeterde [WMD = -2.74, 95% BI = -3.48 tot -2.00, p = 0.000].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit, gemeten met de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) van mensen met een slaapstoornis, significant verbeterde [WMD = -0.67, 95% BI = -0.98 tot -0.37, p = 0.000].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van melatonine supplementen de slaapkwaliteit van mensen met een slaapstoornis, een stofwisselingsziekte of luchtwegenaandoeningen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of melatonin supplementation on sleep quality: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Fatemeh G, Sajjad M, […], Khadijeh M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33417003/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en luchtwegenaandoeningen.

Melatonine is een hormoon dat bij mensen in de pijnappelklier (epifyse) geproduceerd wordt uit serotonine. Melatonine speelt een rol in het slaap-waakritme van ons lichaam. Het zorgt ervoor dat we slaperig worden als het donker wordt.
De natuurlijke productie van melatonine door de pijnappelklier wordt direct gekoppeld aan de blootstelling aan het licht van bepaalde receptoren in het netvlies van de ogen. Bij de aanwezigheid van blauwachtig licht (uit zonlicht of uit kunstlicht en monitor) wordt de productie van melatonine geremd.

Vitamine B12, D en E verlagen eczeem

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen vitamine-supplementen de kans op het krijgen van eczeem?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 456 mensen met (atopisch) eczeem (dermatitis). 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de SCORAD of EASI score van de groep dat vitamine D3 supplementen kreeg significant lager was dan de groep die geen vitamine D supplementen kreeg [MD = -5.96, 95% BI = -7.69 tot -4.23, I2 = 33%].

De onderzoekers vonden dat de SCORAD score van de groep dat vitamine E supplementen kreeg significant lager was dan de groep die geen vitamine E supplementen kreeg [MD = -5.72, 95% BI = -11.41 tot -0.03, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden dat de SCORAD score van de groep dat vitamine B12 crème kreeg significant lager was dan de groep die geen vitamine B12 crème kreeg [MD = -3.19, 95% BI = -4.27 tot -2.10, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat vitamine B12, D en E supplementen de kans op het krijgen van eczeem verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Assessment of the Effectiveness of Vitamin Supplement in Treating Eczema: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zhu Z, Yang Z, [...], Liu H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6875217/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over vitamine D, E, B12 en chronische ziekten.

Constitutioneel eczeem (atopisch eczeem of atopische dermatitis) is een chronische ontstekingsziekte van de huid. Hierdoor ontstaat jeuk, roodheid en schilfering.
SCORAD (scoring atopic dermatitis) is de score die de ernst van de atopische dermatitis aangeeft.
EASI (eczema area and severity Index) geeft de mate van uitgebreidheid en de ernst van het eczeem weer.
 

1.670 mg/d kalium via voeding verlaagt mogelijk doodgaan onder nierpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Kaliumarme diëten worden aanbevolen om het serum kaliumgehalte in het lichaam te verminderen en complicaties van chronische nierziekte te voorkomen, maar het bewijsmateriaal dat deze aanbeveling ondersteunt, is niet systematisch beoordeeld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben patiënten met chronische nierziekte baat bij een kaliumarm dieet?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 studies met in totaal 3,489 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in studies van zeer lage kwaliteit dat beperkt (1.295 mg/d) versus onbeperkt (1.570 mg/d) kaliuminname via voeding, het serum kaliumgehalte met 0.22 mEq/L [95% BI = -0.33 tot -0.10, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies van zeer lage kwaliteit vergeleken met een hoge (4.414 mg/d) kaliuminname via voeding, dat een lage (1.670 mg/d) kaliuminname, het risico op doodgaan met 40% [HR = 0.60, 95% BI = 0.40 tot 0.89, I2 = 56%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies van zeer lage kwaliteit vergeleken met een hoge (4.558 mg/d) kaliuminname via voeding, dat een lage (1.725 mg/d) kaliuminname de ziekteprogressie niet significant versnelde [HR = 1.14, 95% BI = 0.77 tot 1.70, I2 = 57%].

De onderzoekers concludeerden dat studies van zeer lage kwaliteit de consensus ondersteunt dat kaliumbeperking (maximaal 1.295 mg per dag) via voeding, het serum kaliumgehalte verlaagde en de kans op doodgaan bij mensen met chronische nierziekte verlaagde bij maximaal 1.670 mg kalium per dag. Echter, er zijn gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT’s) van hoge kwaliteit nodig om deze bevindingen te bevestigen.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Dietary Potassium Restriction on Serum Potassium, Disease Progression, and Mortality in Chronic Kidney Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Morris A, Krishnan N, […], Lycett D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31734057

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over kalium, nierziekte en chronische ziekten.
Het kaliumgehalte van levensmiddelen kunt u hier opzoeken.
 

Een hoog zinkgehalte in de hersenvocht verlaagt ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De ziekte van Parkinson is de meest voorkomende neurodegeneratieve ziekte na de ziekte van Alzheimer. Terwijl de exacte etiologie van de ziekte van Parkinson onbekend blijft, lijkt het risico op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson verband te houden met een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Dit omvat ook abnormale blootstelling aan de sporenelementen. Daarom, werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een hoog gehalte aan sporenelementen de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 56 patiënt-controle studies met 588 mensen in de seleniumgroep en 721 in de controlegroep, 2190 in de kopergroep en 2522 in de controlegroep, 2956 in de ijzergroep en 3469 in de controlegroep en 1798 in de zinkgroep en 1913 in de controlegroep.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het seleniumgehalte in het hersenvocht significant hoger was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [+51.6%, WMD = 5.49, 95% BI = 2.82 tot 8.15].
Echter, het seleniumgehalte in het bloedserum was gelijk tussen deze 2 groepen [-0.2%, WMD = -0.22, 95% BI = -8.05 tot 7.62].  

De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het kopergehalte in het hersenvocht niet significant hoger was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [+4.5%, WMD = 1.87, 95% BI = -3.59 tot 7.33].
Echter, het kopergehalte in het bloedserum was niet significant lager bij mensen met de ziekte van Parkinson [WMD = -42.79, 95% BI = -134.35 tot 48.76].  

De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het ijzergehalte in het hersenvocht significant hoger was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [+9.5%, WMD = 9.92, 95% BI = 1.23 to 18.61].
Echter, het ijzergehalte in het bloedserum/plasma was significant lager bij mensen met de ziekte van Parkinson [-5.7%, WMD = -58.19, 95% BI = -106.49 tot -9.89].  

De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het zinkgehalte in het hersenvocht signifcant lager was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [-10.8%, WMD = -7.34, 95% BI = -14.82 tot -0.14].
Het zinkgehalte in het bloedserum/plasma was ook significant lager bij mensen met de ziekte van Parkinson [-7.5%, WMD = -79.93, 95% BI = -143.80 tot -16.06].  

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoog selenium- als ijzergehalte in de hersenvocht de ziekte van Parkinson verhoogden, terwijl een hoog zinkgehalte in de hersenvocht de ziekte van Parkinson juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Selenium and Other Trace Elements in the Etiology of Parkinson's Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis of Case-Control Studies by Adani G, Filippini T, […], Vinceti M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31454800

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over selenium, ijzer, zink, koper en chronische ziekten.
 

Omega-3 vetzuren verlagen CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van omega-3 vetzuren de kans op het krijgen van ontstekingen bij nierpatiënten met hemodialyse?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met 371 nierpatiënten met hemodialyse.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzuren het serum CRP-gehalte van  nierpatiënten met hemodialyse significant met 1.95 mg/dL [SMD = = -1.95 mg/dL, 95% BI = -3.09 tot -0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzuren het serum hooggevoelige CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse significant met 2.09 mg/dL [SMD = = -2.09 mg/dL, 95% BI = -3.62 tot -0.56] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van omega-3 vetzuren zowel het serum CRP- als hooggevoelige CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Omega-3 Supplementation on Serum Levels of Inflammatory Biomarkers and Albumin in Hemodialysis Patients: A Systematic Review and Meta-analysis by Dezfouli M, Moeinzadeh F, [...], Feizi A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31420233

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over nierziekte, omega-3 vetzuren en chronische ziekten.
 

Een laag selenium- en zinkgehalte verhogen reumatoïde artritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Milieufactoren als risicofactoren voor het krijgen van reumatoïde artritis zijn niet uitgebreid onderzocht. Selenium (Se), zink (Zn) en koper (Cu) werden in verband gebracht met reumatoïde artritis, maar de resultaten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het bloed selenium-, zink- of kopergehalte en het krijgen van reumatoïde artritis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 16 studies met 806 mensen met reumatoïde artritis en 959 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum seleniumgehalte van mensen met reumatoïde artritis significant lager was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = -1.04, 95% BI = -1.58 tot -0.50].

De onderzoekers vonden in 23 studies met 1398 mensen met reumatoïde artritis en 1299 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum zinkgehalte van mensen met reumatoïde artritis significant lager was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = -1.20, 95% BI = -1.74 tot -0.67].

De onderzoekers vonden in 26 studies met 1723 mensen met reumatoïde artritis en 1451 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum kopergehalte van mensen met reumatoïde artritis significant hoger was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = 1.26, 95% BI = 0.63 tot 1.89].

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat er een positief verband bestond tussen het gebruik van steroïden en het bloedserum seleniumgehalte van mensen met reumatoïde artritis [β = 0.041, 95% BI = 0.002 tot 0.079].

De onderzoekers vonden dat de verschillen in het bloedserum seleniumgehalte, het bloedserum zinkgehalte en het bloedserum kopergehalte tussen de patiënten met reumatoïde artritis en de controles allemaal gerelateerd waren aan de geografische spreiding.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met reumatoïde artritis een lager bloedserum selenium- en zinkgehalte en een hoger bloedserum kopergehalte hadden dan mensen zonder reumatoïde artritis.

Oorspronkelijke titel:
Common trace metals in rheumatoid arthritis: A systematic review and meta-analysis by Ma Y, Zhang X, […], Pan F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31442958

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over selenium, zink, koper en chronische ziekten.
 

60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag verlagen ontstekingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Systematische ontstekingen spelen een belangrijke rol in alle stadia van chronische ziekten. Recent bewijs suggereert dat coënzym Q10 (CoQ10), als een ontstekingsremmend middel, gunstige effecten heeft getoond op het ontstekingsproces van de verschillende ziekten. Echter, de verschillende onderzoeken naar de effecten van coënzym Q10 op pro-inflammatoire cytokines, laten tegenstrijdige resultaten zien. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van coënzym Q10 supplementen ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 509 patiënten (269 in coënzym Q10-groep en 240 in de controle groep/placebo groep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, het TNF-α gehalte significant met 0.44 mg/dL [SMD = -0.44, 95% BI = -0.81 tot -0.07 mg/dL, I2 = 66.1%, p  = 0.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, het IL-6 gehalte significant [SMD = -0.37, 95% BI = -0.65 tot -0.09, I2 = 57.2%, p  = 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, zowel het TNF-α gehalte als het IL-6 gehalte bij patiënten met een BMI 26 significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, de ontstekingen, met name het TNF-α gehalte en het IL-6 gehalte bij patiënten met een BMI 26 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Can coenzyme Q10 supplementation effectively reduce human tumor necrosis factor-α and interleukin-6 levels in chronic inflammatory diseases? A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Vafa M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31185284

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over coënzym Q10 supplementen en chronische ziekten.

Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Er is weinig bewijs dat de consumptie van eieren de ontsteking in het lichaam beïnvloedt en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van eieren de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 RCT’s dat het eten van eieren het hooggevoelige C-reactieve proteïne (hs-CRP) gehalte niet significant verhoogde [WMD = 0.24 mg/L, 95% BI = -0.43 tot 0.90, I2 = 53.8%, p = 0.48].

De onderzoekers vonden in 4 RCT’s dat het eten van eieren het interleukine-6 (IL-6) gehalte niet significant verhoogde [WMD = 0.20 pg/mL, 95% BI = -0.71 tot 1.11, I2 = 69.3%, p = 0.50].

De onderzoekers vonden in 5 RCT’s dat het eten van eieren het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte niet significant verlaagde [ WMD = -0.38 pg/mL, 95% BI = -0.87 tot 0.10, I2 = 0.00, p = 0.12].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van eieren de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Egg Consumption on Inflammatory Markers: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Clinical Trials by Sajadi Hezaveh Z, Khalighi Sikaroudi M, […], Soltani S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31259415

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over CRP gehalte en eieren.

Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de biomerkers, zoals het hooggevoelige C-reactieve proteïne (hs-CRP) gehalte, het interleukine-6 (IL-6) gehalte en het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte.


 

Mensen met overgewicht/obesitas hebben baat bij probiotica

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De prevalentie (het aantal zieken in een populatie op een gegeven moment) van overgewicht/obesitas bij volwassenen is verhoogd tot 39%, wat bijna 3 keer hoger is dan  1975. De verandering van de darmflora (het geheel van micro-organismen dat zich in het maag-darmstelsel bevindt) wordt algemeen aanvaard als een van de belangrijkste veroorzaker. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verbetert het slikken van probiotica de risicofactoren van overgewicht (zoals, cholesterolgehalte, nuchter bloedglucosegehalte, BMI, vetpercentage, enz.) bij mensen met overgewicht/obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCTs met in totaal 821 deelnemers (416 in de placebo groep en 405 in de probiotica groep). De duur van de studies varieerde van 8 tot 24 weken.

Probiotica werd in de verschillende vormen toegediend, waaronder zakje, capsule, poeder, kefir, yoghurt en gefermenteerde melk.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.55, 95% BI = -0.91 tot -0.19 kg, I2 = 64%, p =0.003].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het BMI van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.30, 95% BI = -0.43 tot -0.18 kg/m2, I2 = 59%, p = 0.006].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de buikomtrek van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -1.20, 95% BI = -2.21 tot -0.19 cm, I2 = 90%, p 0.00001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de vetmassa van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.91, 95% BI = -1.19 tot -0.63 kg, I2 = 43%, p = 0.08].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het vetpercentage van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.92, 95% BI = -1.27 tot -0.56%, I2 = 57%, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het totale cholesterolgehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.43, 95% BI = -0.80 tot -0.07, I2 = 73%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.41, 95% BI = -0.77 tot -0.04, I2 = 73%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het nuchter bloedglucosegehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.35, 95% BI = -0.67 tot -0.02, I2 = 64%, p = 0.02].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het nuchter insulinegehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.44, 95% BI = -0.84 tot -0.03, I2 = 76%, p = 0.0008].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de HOMA-IR waarden van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.51, 95% BI = -0.96 tot -0.05, I2 = 76%, p = 0.003].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica gedurende 8 tot 24 weken de risicofactoren van overgewicht bij mensen met overgewicht/obesitas verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
The Potential Role of Probiotics in Controlling Overweight/Obesity and Associated Metabolic Parameters in Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis by Wang ZB, Xin SS, [...], Zhang XD.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6500612/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/significant, probiotica, cholesterol, diabetes en overgewicht.

Magnesiumtekort verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies toonden aan dat een magnesiumtekort in verband werd gebracht met vasculaire calcificatie (aderverkalking), atherosclerose en hart- en vaatziekten, die een onafhankelijke pathogene rol kunnen spelen bij patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen. Echter, de resultaten van deze studies waren enigszins te weinig en niet overtuigend. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verhoogt een laag magnesiumgehalte in het bloed zowel de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) als hart- en vaatzieken (cardiovasculaire mortaliteit) bij patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 studies met in totaal 200934 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een te laag magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 32% [multivariable adjusted HR = 1.32, 95% BI = 1.19-1.47, p  0.00001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een te hoog magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 14% [HR = 0.86, 95% BI = 0.79-0.94, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een te hoog magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan hart- en vaatziekten (cardiovasculaire mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 29% [adjusted HR = 0.71, 95% BI = 0.53-0.97, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de supgroepenanalyses dat een te laag magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder hemodialyse patiënten significant met 29% [HR = 1.29, 95% BI = 1.12-1.50, p  0.0005] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat te laag magnesiumgehalte in het bloed (magnesiumgehalte 0.70 mmol/L) zowel het risico op doodgaan aan alle oorzaken als hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Serum magnesium, mortality, and cardiovascular disease in chronic kidney disease and end-stage renal disease patients: a systematic review and meta-analysis by Xiong J, He T, […], Zhao J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30888644

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over magnesium, nierziekte en chronische ziekten.
Het normale magnesiumgehalte (ook wel referentiewaarde genoemd) in het bloed voor volwassenen varieert tussen 0.7 en 1.0 mmol/L.
Een te laag magnesiumgehalte in het bloed heeft dus een waarde kleiner dan 0.70 mmol/L.

Het magnesiumgehalte in het bloed kan verhoogd worden door producten te eten die veel magnesium bevatten en/of door magnesiumsupplementen te slikken.
 

Vitamine D verlaagt cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Insulineresistentie, dyslipidemie en verhoogde systemische ontsteking zijn belangrijke risicofactoren van chronische nierziekte. Daarom kunnen vitamine D supplementen een geschikte benadering zijn om de complicaties van chronische nierziekte te verminderen. Om deze reden, werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Hebben mensen met chronische nierziekte baat bij het slikken van vitamine D supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCTs.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 5 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het nuchter glucosegehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -18.87, 95% BI = -23.16 tot  -14.58].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 3 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen de HOMA-IR waarde van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -2.30, 95% BI = -2.88 tot -1.72].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 6 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het triglyceridengehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -32.52, 95% BI = -57.57 tot -7.47].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 5 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het totale cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -7.93, 95% BI = -13.03 tot -2.83].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen zowel het nuchter glucosegehalte, de HOMA-IR waarde, het triglyceridengehalte als het totale cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of vitamin D treatment on glycemic control, serum lipid profiles, and C-reactive protein in patients with chronic kidney disease: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Milajerdi A, Ostadmohammadi V, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31338797

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over vitamine D, cholesterol, nierziekte en chronische ziekten.

Visconsumptie verbetert longfunctie van rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van n-3 PUFA’s (zoals DHA, EPA, DPA en ALA) of vis de longfunctie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cohort studies met in totaal 37077 zwarte en witte deelnemers.
De longfunctie werd gemeten aan de hand van het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) en de geforceerde vitale capaciteit (FVC).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA DPA, DHA of EPA het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) verbeterde.
Echter, het eten van alfa-linoleenzuur (ALA) had geen invloed op deze longfunctieparameter.                                                                                                     

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA DPA, DHA of EPA de geforceerde vitale capaciteit (FVC) verbeterde.
Echter, het eten van alfa-linoleenzuur (ALA) had geen invloed op deze longfunctieparameter.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de geforceerde vitale capaciteit (FVC) verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 30 mg DPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) met 12-16 mL verhoogde.                                                                                                    

De onderzoekers vonden dat het eten van 30 mg DPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 10-15 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) met 12-16 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 10-15 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) met 12-16 mL verhoogde.                                                                                                  

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 10-15 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder rokers met 28-32 mL verhoogde.                                                                                                 

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) onder rokers met 24-25 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder rokers met 28-32 mL verhoogde.                                                                                             

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 24-25 mL verhoogde onder rokers.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder ex-rokers met 17-21 mL verhoogde.                                                                                                     

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) onder ex-rokers met 7-12 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder ex-rokers met 17-21 mL verhoogde.                                                                                                     

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) onder ex-okers met 7-12 mL verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel 30 mg DPA per dag, 200 mg DHA per dag of 150 mg EPA per dag als het eten van vis de longfunctie van rokers en ex-rokers verbeterden.

Oorspronkelijke titel:
Positive Associations of Dietary Marine Omega-3 Polyunsaturated Fatty Acids with Lung Function: A Meta-analysis (P18-087-19) by Patchen B, Xu J, […], Cassano P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6579416/ 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie.
Deze vissen leveren minimaal 200 mg DHA.
DPA, DHA en EPA zijn n-3 PUFA’s (n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren) die in vissen zitten.

Het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1, van het Engelse Forced Expiratory Volume in one second) is het maximale volume lucht (in liter) dat bij een snelle en geforceerde uitademing vanuit een volledige inademing in één seconde kan worden uitgeblazen.

De geforceerde vitale capaciteit (FVC, van het Engelse Forced Vital Capacity) is het volume lucht (in liter) dat na een volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd. Het wordt gemeten tijdens een geforceerde uitademing.            

Een gezonde volwassene kan tussen 70 en 80% van zijn vitale capaciteit uitademen tijdens de eerste seconde bij een geforceerde uitademing. Ligt de waarde (uitgedrukt als FVC) lager dan 70%, dan is de kans groot dat de luchtwegen vernauwd zijn door COPD of astma.

 

Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Of lichamelijke oefeningen de cardiovasculaire gezondheid kunnen verbeteren van de nierpatiënten die een nieuwe nier hebben ontvangen, is onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verbeteren lichamelijke oefeningen de risicofactoren van hart- en vaatziekten van nierpatiënten die een nieuwe nier hebben ontvangen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s van 10 weken tot 6 maanden met 2-4 keer per week een oefensessie van 30-60 minuten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 5 RCT’s met in totaal 199 deelnemers, dat lichamelijke oefeningen geen significant positief effect hadden op zowel de systolische [MD = 1.67, 95% BI = -2.17 tot 5.51, p = 0.39] als de diastolische bloeddruk [MD = 0.65, 95% BI = -4.02 tot 5.32, p = 0.78].

De onderzoekers vonden in 3 RCT’s met in totaal 261 deelnemers, dat lichamelijke oefeningen geen significant positief effect hadden op het totale bloedvetgehalte [MD = 0.03, 95% BI = -0.09 tot 0.15, p = 0.62].
De subgroepenanalyses lieten ook geen significant positief effect zien op het totale cholesterolgehalte [p = 0.15], het LDL-choleterolgehalte [p = 0.83] en het triglyceridengehalte [p = 0.82].
 

De onderzoekers vonden in 2 RCT’s met in totaal 22 deelnemers in de interventie groep en 28 in de controle groep, dat krachttraining gedurende 12 maanden de nierfunctie niet verbeterde [MD = 2.60, 95% BI = -12.88 tot 13.09, p = 0.74].

De onderzoekers vonden dat aërobe training, krachttraining of de combinatie daarvan gedurende 12 weken tot 12 maanden het lichaamsgewicht [MD = -2.02, 95% BI = -8.24 tot 4.20, p = 0.52, n = 3] of het BMI [MD = 0.12, 95% BI = -1.52 tot 1.77, p = 0.88, n = 4] niet verbeterde.

De onderzoekers vonden in 2 RCT’s met in totaal 64 deelnemers dat lichamelijke oefening gedurende 12 weken een consistente verbetering van de stijfheid in de kleine arteriën liet zien [MD = -1.14, 95% BI = -2.19 tot -0.08, p = 0.03].

De onderzoekers vonden in 5 RCT’s met in totaal 202 deelnemers dat aërobe training, krachttraining of een combinatie daarvan gedurende 12 weken tot 12 maanden een significante verbetering van de inspanningscapaciteit (VO2-piek) liet zien [MD = 2.25, 95% BI = 0.54 tot 3.69, p = 0.01].

De onderzoekers vonden dat lichamelijke oefening de kwaliteit van het leven in verschillende aspecten verbeterde, met een significante verbetering in het sociaal functioneren [MD = 16.76, 95% BI = 2.16 tot 31.37, p = 0.02] en de algemene quality-of-life scores [MD = 12.87, 95% BI = 6.80 tot 18,94, p 0.01].

De onderzoekers concludeerden dat lichamelijke oefeningen de arteriële stijfheid maar ook de inspanningscapaciteit (VO2-piek) en de kwaliteit van het leven verbeterden van nierpatiënten die een nieuwe nier hebben ontvangen.

Oorspronkelijke titel:
Effects of exercise training on cardiovascular risk factors in kidney transplant recipients: a systematic review and meta-analysis by Chen G, Liu Gao L and Li X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6534232/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over nierziekte, lichamelijke oefeningen, krachttraining en chronische ziekten.

Vaatwandstijfheid oftewel arteriële stijfheid, is een van de vroegst waarneembare manifestaties van de verslechterende structuur en functie van de slagaderlijke vaatwand. Een verhoogde vaatwandstijfheid is een onafhankelijke voorspeller van hart- en vaatziekten.

 

200 gram fruit per dag verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De rol van groente- en fruitconsumptie bij het verlagen van galsteenaandoeningen blijft tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van groente of fruit de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cross-sectionele studie, 1 patiënt-controle studie en 9 cohort studies met 33983 patiënten met galstenen onder 1533752 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in een gepoolde analyse dat het eten van groente, de kans op het krijgen van galstenen significant met 17% [RR  =  0.83, 95% BI = 0.74-0.94, I 2 =  91.1%] verlaagde.
Dit verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in een gepoolde analyse dat het eten van fruit, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [RR  =  0.88, 95% BI = 0.83-0.92, I 2 =  0.01%] verlaagde.
Dit verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram groente per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 4% [RR  =  0.96, 95% BI = 0.93-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 3% [RR  =  0.97, 95% BI = 0.96-0.98, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel 200 gram groente als 200 gram fruit per dag, de de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruits and vegetables consumption and the risk of gallstone diasease: A systematic review and meta-analysis by Zhang JW, Xiong JP, [...], Zhao HT.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31305451

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over groente- en fruitconsumptie en chronische ziekten.

 

Minimaal 12 weken L-carnitine supplementen verlaagt ontstekingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van L-carnitine supplementen het gehalte van de inflammatoire biomerkers, zoals het C-reactieve proteïne (CRP), tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) en interleukine-6 (IL-6)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitine supplementen het CRP gehalte significant verlaagde [WMD = -1.23 mg/L, 95% BI = -1.73 tot -0.72 mg/dL, p  0.0001]. Dit verlaagde effect was het grootst gedurende een interventie van minimaal 12 weken.

De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitine supplementen het interleukine-6 gehalte significant verlaagde [WMD = -0.85 pg/dL, 95% BI = -1.38 tot -0.32 pg/dL, p = 0.002]. Dit verlaagde effect was het grootst gedurende een interventie van minimaal 12 weken.

De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitine supplementen het tumornecrosefactor-alfa gehalte significant verlaagde [WMD = -0.37 pg/dL, 95% BI = -0.68 tot -0.06 pg/dL, p = 0.018].
Dit verlaagde effect was het grootst gedurende een interventie van minimaal 12 weken.

De onderzoekers concludeerden dat slikken van L-carnitine supplementen gedurende minimaal 12 weken de ontstekingen in het lichaam verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of L-carnitine on inflammatory mediators: a systematic review and meta-analysis of randomized clinical trials by Haghighatdoost F, Jabbari M and Hariri M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30915521

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over het verlagen van het CRP-gehalte, L-carnitine en chronische ziekten.

De ontstekingen in het lichaam kunnen gemeten worden aan de hand van de inflammatoire biomerkers, zoals het C-reactieve proteïne (CRP), tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) en interleukine-6 (IL-6).

Chronische ontstekingen in het lichaam kunnen leiden tot ziekten, zoals hart- en vaatziekten. Ontstekingen kunnen worden geremd door antioxidanten via voeding.