Voeding en gezondheid

Vezels verlagen baarmoederkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van baarmoederkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 studies met in totaal 6563 mensen met baarmoederkanker (endometriumkanker).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vezels de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.78 tot 0.93] verlaagde.
Dit verlaagde risico was groter in patiënt-controle studies en in studies uitgevoerd in Amerika en Azië.

De onderzoekers vonden na het corrigeren voor het educatieniveau, dat het eten van vezels de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.60 tot 0.88] verlaagde.

De onderzoekers vonden na het corrigeren voor de leeftijd, dat het eten van vezels de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.57 tot 0.83] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een NOS waarde van 7 (hoe hoger de NOS waarde, des betrouwbaarder de studies zijn), dat het eten van vezels de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.62 tot 0.88] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vezels de kans op het krijgen van baarmoederkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between dietary fiber and endometrial cancer: a meta-analysis by Li H, Mao H, [...], Nan Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31584301

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezels en kanker.

 

1 mg beta-cryptoxanthine via voeding verlaagt blaaskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn aanwijzingen dat carotenoïden het risico op het krijgen van blaaskanker kunnen verlagen. Echter de associatie (het verband) is onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlagen carotenoïden (zoals β-cryptoxanthine, α-caroteen, β-caroteen en luteïne en zeaxanthine) de kans op het krijgen van blaaskanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 studies (cohort en patient-controle studies) met in totaal 516740 volwassenen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge inname van carotenoïden via voeding en de kans op het krijgen van blaaskanker [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.76 tot 1.03].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.76 tot 1.03 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoog carotenoïdengehalte in het bloed en de kans op het krijgen van blaaskanker [gepoolde RR = 0.36, 95% BI = 0.12 tot 1.07].

De onderzoekers vonden dat een hoog luteïne- en zeaxanthinegehalte in het bloed de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 47% [gepoolde RR = 0.53, 95% BI = 0.33 tot 0.84] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.33 tot 0.84 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mg beta-cryptoxanthine via voeding, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.36 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het alfa-caroteengehalte in het bloed met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 76% [gepoolde RR = 0.24, 95% BI = 0.08 tot 0.67] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het beta-caroteengehalte in het bloed met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 27% [gepoolde RR = 0.73, 95% BI = 0.57 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het luteïne- en zeaxanthinegehalte in het bloed met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 56% [gepoolde RR = 0.44, 95% BI = 0.28 tot 0.67] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van beta-cryptoxanthine via voeding als een hoog alfa-caroteen-, beta-caroteen- en luteïne- en zeaxanthinegehalte in het bloed de kans op het krijgen van blaaskanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoid Intake and Circulating Carotenoids Are Inversely Associated with the Risk of Bladder Cancer: A Dose-Response Meta-analysis by Wu S, Liu Y, […], Ramirez AG.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31800007

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carotenoïden en kanker.

 

Vitamine B12, D en E verlagen eczeem

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen vitamine-supplementen de kans op het krijgen van eczeem?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 456 mensen met (atopisch) eczeem (dermatitis). 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de SCORAD of EASI score van de groep dat vitamine D3 supplementen kreeg significant lager was dan de groep die geen vitamine D supplementen kreeg [MD = -5.96, 95% BI = -7.69 tot -4.23, I2 = 33%].

De onderzoekers vonden dat de SCORAD score van de groep dat vitamine E supplementen kreeg significant lager was dan de groep die geen vitamine E supplementen kreeg [MD = -5.72, 95% BI = -11.41 tot -0.03, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden dat de SCORAD score van de groep dat vitamine B12 crème kreeg significant lager was dan de groep die geen vitamine B12 crème kreeg [MD = -3.19, 95% BI = -4.27 tot -2.10, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat vitamine B12, D en E supplementen de kans op het krijgen van eczeem verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Assessment of the Effectiveness of Vitamin Supplement in Treating Eczema: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zhu Z, Yang Z, [...], Liu H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6875217/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over vitamine D, E, B12 en chronische ziekten.

Constitutioneel eczeem (atopisch eczeem of atopische dermatitis) is een chronische ontstekingsziekte van de huid. Hierdoor ontstaat jeuk, roodheid en schilfering.
SCORAD (scoring atopic dermatitis) is de score die de ernst van de atopische dermatitis aangeeft.
EASI (eczema area and severity Index) geeft de mate van uitgebreidheid en de ernst van het eczeem weer.
 

Veel enkelvoudig onverzadigd vet verlaagt huidkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van vet en het krijgen van huidkanker (basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom en melanoom)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 prospectieve cohort studies (175675 deelnemers, waarvan 30915 mensen met basaalcelcarcinoom, 4106 mensen met plaveiselcelcarcinoom en 1638 mensen met melanoom) en 9 patiënt-controle studies (328 mensen met basaalcelcarcinoom, 493 mensen met plaveiselcelcarcinoom, 1547 mensen met melanoom en 2660 mensen zonder huidkanker (de controles)). 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van totaal vet en het krijgen van huidkanker.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van verzadigd vet en het krijgen van huidkanker.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet de kans op het krijgen van de huidkankersoort basaalcelcarcinoom significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.85 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel meervoudig onverzadigd vet de kans op het krijgen van de huidkankersoort plaveiselcelcarcinoom significant met 19% [RR = 1.19, 95% BI = 1.06 tot 1.33] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet de kans op het krijgen van de huidkankersoort basaalcelcarcinoom verlaagde. Echter, het eten van veel meervoudig onverzadigd vet verhoogde juist de kans op het krijgen van de huidkankersoort plaveiselcelcarcinoom.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Intake and the Risk of Skin Cancer: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Ruan L, Cheng SP and Zhu QX.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31298947

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vet, cohort studies/patiënt-controle studies en kanker.

1.670 mg/d kalium via voeding verlaagt mogelijk doodgaan onder nierpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Kaliumarme diëten worden aanbevolen om het serum kaliumgehalte in het lichaam te verminderen en complicaties van chronische nierziekte te voorkomen, maar het bewijsmateriaal dat deze aanbeveling ondersteunt, is niet systematisch beoordeeld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben patiënten met chronische nierziekte baat bij een kaliumarm dieet?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 studies met in totaal 3,489 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in studies van zeer lage kwaliteit dat beperkt (1.295 mg/d) versus onbeperkt (1.570 mg/d) kaliuminname via voeding, het serum kaliumgehalte met 0.22 mEq/L [95% BI = -0.33 tot -0.10, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies van zeer lage kwaliteit vergeleken met een hoge (4.414 mg/d) kaliuminname via voeding, dat een lage (1.670 mg/d) kaliuminname, het risico op doodgaan met 40% [HR = 0.60, 95% BI = 0.40 tot 0.89, I2 = 56%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies van zeer lage kwaliteit vergeleken met een hoge (4.558 mg/d) kaliuminname via voeding, dat een lage (1.725 mg/d) kaliuminname de ziekteprogressie niet significant versnelde [HR = 1.14, 95% BI = 0.77 tot 1.70, I2 = 57%].

De onderzoekers concludeerden dat studies van zeer lage kwaliteit de consensus ondersteunt dat kaliumbeperking (maximaal 1.295 mg per dag) via voeding, het serum kaliumgehalte verlaagde en de kans op doodgaan bij mensen met chronische nierziekte verlaagde bij maximaal 1.670 mg kalium per dag. Echter, er zijn gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT’s) van hoge kwaliteit nodig om deze bevindingen te bevestigen.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Dietary Potassium Restriction on Serum Potassium, Disease Progression, and Mortality in Chronic Kidney Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Morris A, Krishnan N, […], Lycett D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31734057

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over kalium, nierziekte en chronische ziekten.
Het kaliumgehalte van levensmiddelen kunt u hier opzoeken.
 

Een hoog zinkgehalte in de hersenvocht verlaagt ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De ziekte van Parkinson is de meest voorkomende neurodegeneratieve ziekte na de ziekte van Alzheimer. Terwijl de exacte etiologie van de ziekte van Parkinson onbekend blijft, lijkt het risico op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson verband te houden met een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Dit omvat ook abnormale blootstelling aan de sporenelementen. Daarom, werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een hoog gehalte aan sporenelementen de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 56 patiënt-controle studies met 588 mensen in de seleniumgroep en 721 in de controlegroep, 2190 in de kopergroep en 2522 in de controlegroep, 2956 in de ijzergroep en 3469 in de controlegroep en 1798 in de zinkgroep en 1913 in de controlegroep.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het seleniumgehalte in het hersenvocht significant hoger was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [+51.6%, WMD = 5.49, 95% BI = 2.82 tot 8.15].
Echter, het seleniumgehalte in het bloedserum was gelijk tussen deze 2 groepen [-0.2%, WMD = -0.22, 95% BI = -8.05 tot 7.62].  

De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het kopergehalte in het hersenvocht niet significant hoger was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [+4.5%, WMD = 1.87, 95% BI = -3.59 tot 7.33].
Echter, het kopergehalte in het bloedserum was niet significant lager bij mensen met de ziekte van Parkinson [WMD = -42.79, 95% BI = -134.35 tot 48.76].  

De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het ijzergehalte in het hersenvocht significant hoger was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [+9.5%, WMD = 9.92, 95% BI = 1.23 to 18.61].
Echter, het ijzergehalte in het bloedserum/plasma was significant lager bij mensen met de ziekte van Parkinson [-5.7%, WMD = -58.19, 95% BI = -106.49 tot -9.89].  

De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het zinkgehalte in het hersenvocht signifcant lager was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [-10.8%, WMD = -7.34, 95% BI = -14.82 tot -0.14].
Het zinkgehalte in het bloedserum/plasma was ook significant lager bij mensen met de ziekte van Parkinson [-7.5%, WMD = -79.93, 95% BI = -143.80 tot -16.06].  

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoog selenium- als ijzergehalte in de hersenvocht de ziekte van Parkinson verhoogden, terwijl een hoog zinkgehalte in de hersenvocht de ziekte van Parkinson juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Selenium and Other Trace Elements in the Etiology of Parkinson's Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis of Case-Control Studies by Adani G, Filippini T, […], Vinceti M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31454800

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over selenium, ijzer, zink, koper en chronische ziekten.
 

Omega-3 vetzuren verlagen CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van omega-3 vetzuren de kans op het krijgen van ontstekingen bij nierpatiënten met hemodialyse?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met 371 nierpatiënten met hemodialyse.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzuren het serum CRP-gehalte van  nierpatiënten met hemodialyse significant met 1.95 mg/dL [SMD = = -1.95 mg/dL, 95% BI = -3.09 tot -0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzuren het serum hooggevoelige CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse significant met 2.09 mg/dL [SMD = = -2.09 mg/dL, 95% BI = -3.62 tot -0.56] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van omega-3 vetzuren zowel het serum CRP- als hooggevoelige CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Omega-3 Supplementation on Serum Levels of Inflammatory Biomarkers and Albumin in Hemodialysis Patients: A Systematic Review and Meta-analysis by Dezfouli M, Moeinzadeh F, [...], Feizi A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31420233

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over nierziekte, omega-3 vetzuren en chronische ziekten.
 

100 gram groente per dag verlaagt longkanker onder rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De resultaten van epidemiologische studies naar de relatie tussen de consumptie van groente en fruit en het risico op longkanker waren inconsistent bij deelnemers met verschillende rookstatus en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van groente en fruit de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 prospectieve cohort studies.
De follow-up duur varieerde tussen 4 en 12.9 jaar.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 14% [gepoolde RR = 0.86, 95% BI = 0.78 tot 0.94, I2 = 0.0%, p = 0.642] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0.0%, p = 0.653] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.99 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van groente de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.78 tot 0.94, I2 = 25.4%, p = 0.226] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.93 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.97 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 100 gram groente per dag, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96 tot 1.00] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 100 gram groente per dag of het eten van 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Associations of Fruit and Vegetable Intake with Lung Cancer Risk in Participants with Different Smoking Status: A Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Wang C, Yang T, [...], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6723574/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenteconsumptie en kanker.

 

Wortels verlagen longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De resultaten in epidemiologische studies naar het verband tussen het eten van wortels en het risico op longkanker blijven inconsistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van wortels de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 patiënt-controle studies en 1 prospectieve cohort studie met in totaal 202969 deelnemers, waarvan 5517 mensen met longkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel wortels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 42% [gepoolde OR = 0.58, 95% BI = 0.45 tot 0.74] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel wortels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van de longkankersoort adenocarcinoom significant met 66% [gepoolde OR = 0.34, 95% BI = 0.15 tot 0.79] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel wortels de kans op het krijgen van de longkankersoort adenocarcinoom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Is carrot consumption associated with a decreased risk of lung cancer? A meta-analysis of observational studies by Xu H, Jiang H, […], Lu Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31552816

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenteconsumptie en kanker.

 

Een laag selenium- en zinkgehalte verhogen reumatoïde artritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Milieufactoren als risicofactoren voor het krijgen van reumatoïde artritis zijn niet uitgebreid onderzocht. Selenium (Se), zink (Zn) en koper (Cu) werden in verband gebracht met reumatoïde artritis, maar de resultaten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het bloed selenium-, zink- of kopergehalte en het krijgen van reumatoïde artritis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 16 studies met 806 mensen met reumatoïde artritis en 959 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum seleniumgehalte van mensen met reumatoïde artritis significant lager was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = -1.04, 95% BI = -1.58 tot -0.50].

De onderzoekers vonden in 23 studies met 1398 mensen met reumatoïde artritis en 1299 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum zinkgehalte van mensen met reumatoïde artritis significant lager was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = -1.20, 95% BI = -1.74 tot -0.67].

De onderzoekers vonden in 26 studies met 1723 mensen met reumatoïde artritis en 1451 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum kopergehalte van mensen met reumatoïde artritis significant hoger was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = 1.26, 95% BI = 0.63 tot 1.89].

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat er een positief verband bestond tussen het gebruik van steroïden en het bloedserum seleniumgehalte van mensen met reumatoïde artritis [β = 0.041, 95% BI = 0.002 tot 0.079].

De onderzoekers vonden dat de verschillen in het bloedserum seleniumgehalte, het bloedserum zinkgehalte en het bloedserum kopergehalte tussen de patiënten met reumatoïde artritis en de controles allemaal gerelateerd waren aan de geografische spreiding.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met reumatoïde artritis een lager bloedserum selenium- en zinkgehalte en een hoger bloedserum kopergehalte hadden dan mensen zonder reumatoïde artritis.

Oorspronkelijke titel:
Common trace metals in rheumatoid arthritis: A systematic review and meta-analysis by Ma Y, Zhang X, […], Pan F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31442958

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over selenium, zink, koper en chronische ziekten.
 

60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag verlagen ontstekingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Systematische ontstekingen spelen een belangrijke rol in alle stadia van chronische ziekten. Recent bewijs suggereert dat coënzym Q10 (CoQ10), als een ontstekingsremmend middel, gunstige effecten heeft getoond op het ontstekingsproces van de verschillende ziekten. Echter, de verschillende onderzoeken naar de effecten van coënzym Q10 op pro-inflammatoire cytokines, laten tegenstrijdige resultaten zien. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van coënzym Q10 supplementen ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 509 patiënten (269 in coënzym Q10-groep en 240 in de controle groep/placebo groep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, het TNF-α gehalte significant met 0.44 mg/dL [SMD = -0.44, 95% BI = -0.81 tot -0.07 mg/dL, I2 = 66.1%, p  = 0.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, het IL-6 gehalte significant [SMD = -0.37, 95% BI = -0.65 tot -0.09, I2 = 57.2%, p  = 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, zowel het TNF-α gehalte als het IL-6 gehalte bij patiënten met een BMI 26 significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, de ontstekingen, met name het TNF-α gehalte en het IL-6 gehalte bij patiënten met een BMI 26 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Can coenzyme Q10 supplementation effectively reduce human tumor necrosis factor-α and interleukin-6 levels in chronic inflammatory diseases? A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Vafa M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31185284

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over coënzym Q10 supplementen en chronische ziekten.

10 mg soja-isoflavonen via voeding verlaagt doodgaan aan borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van soja(producten) de kans op doodgaan aan kanker of hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 prospectieve cohort studies met in totaal 330826 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van soja(producten) de kans op doodgaan aan kanker significant met 12% [gepoolde relatieve risico = 0.88, 95% BI = 0.79 tot 0.99, p = 0.03, I2 = 47.1%] verlaagde.
Dit verlaagde risico werd in de subgroepenanalyses alleen gevonden voor doodgaan aan maag-, darm- en longkanker.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja(producten) de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 15% [gepoolde effectengrootte = 0.85, 95% BI = 0.72 tot 0.99, p = 0.04, I2 = 50%] verlaagde.

Dit verlaagde risico werd in de subgroepenanalyses alleen gevonden voor doodgaan aan ischemische hart- en vaatziekten

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 mg soja-isoflavonen via voeding de kans op doodgaan aan kanker significant met 7% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 mg soja-isoflavonen via voeding de kans op doodgaan aan borstkanker significant met 9% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 5 gram soja-eiwitten via voeding de kans op doodgaan aan borstkanker significant met 12% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van soja(producten) de kans op doodgaan aan zowel kanker als hart- en vaatziekten verlaagde. Verder verlaagde het eten van soja-eiwitten de kans op doodgaan aan borstkanker.

Oorspronkelijke titel:
Soy, Soy Isoflavones, and Protein Intake in Relation to Mortality from All Causes, Cancers, and Cardiovascular Diseases: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Nachvak SM, Moradi S, […], Sadeghi O.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31278047

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja, hart- en vaatziekten en borstkanker.

Deze maaltijden leveren 10 mg soja-isoflavonen.

Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Er is weinig bewijs dat de consumptie van eieren de ontsteking in het lichaam beïnvloedt en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van eieren de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 RCT’s dat het eten van eieren het hooggevoelige C-reactieve proteïne (hs-CRP) gehalte niet significant verhoogde [WMD = 0.24 mg/L, 95% BI = -0.43 tot 0.90, I2 = 53.8%, p = 0.48].

De onderzoekers vonden in 4 RCT’s dat het eten van eieren het interleukine-6 (IL-6) gehalte niet significant verhoogde [WMD = 0.20 pg/mL, 95% BI = -0.71 tot 1.11, I2 = 69.3%, p = 0.50].

De onderzoekers vonden in 5 RCT’s dat het eten van eieren het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte niet significant verlaagde [ WMD = -0.38 pg/mL, 95% BI = -0.87 tot 0.10, I2 = 0.00, p = 0.12].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van eieren de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Egg Consumption on Inflammatory Markers: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Clinical Trials by Sajadi Hezaveh Z, Khalighi Sikaroudi M, […], Soltani S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31259415

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over CRP gehalte en eieren.

Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de biomerkers, zoals het hooggevoelige C-reactieve proteïne (hs-CRP) gehalte, het interleukine-6 (IL-6) gehalte en het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte.


 

50 gram cholesterol per dag verhoogt eierstokkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Observationele studies laten controversieel bewijs zien van de associatie (verband) tussen de vetinname via voeding en het krijgen van eierstokkanker. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 observationele studies met bijna 900000 vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een significante non-lineaire associatie tussen de totale vetinname via voeding en het risico op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen, met een relatieve steile helling bij een totale vetinname hoger dan 30 gram per dag.
Dit significante non-lineaire associatie werd ook teruggevonden voor zowel minimaal 25 gram verzadigd vet als minimaal 25 gram enkelvoudig onverzadigd vet per dag.

De onderzoekers vonden in een lineaire meta-analyse een 2% verhoogde risico op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen per 10 gram totale vet per dag via voeding.

De onderzoekers vonden in een lineaire meta-analyse een 2% verhoogde risico op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen per 0.5 gram transvet per dag via voeding.

De onderzoekers vonden in een lineaire meta-analyse een 1% verhoogde risico op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen per 2.5 gram enkelvoudig onverzadigd vet per dag via voeding.
Deze associatie voor enkelvoudig onverzadigd vet was echter marginaal significant [p = 0.052].

De onderzoekers vonden in een lineaire meta-analyse een 1% verhoogde risico op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen per 50 mg cholesterol per dag via voeding.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel totaal vet, transvet, verzadigd vet, enkelvoudig onverzadigd vet als cholesterol de kans op het krijgen van eierstokkanker bij vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Intake and Risk of Ovarian Cancer: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Observational Studies by Sadeghi A, Shab-Bidar S, […], Djafarian K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31058552

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.

 

Mensen met overgewicht/obesitas hebben baat bij probiotica

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De prevalentie (het aantal zieken in een populatie op een gegeven moment) van overgewicht/obesitas bij volwassenen is verhoogd tot 39%, wat bijna 3 keer hoger is dan  1975. De verandering van de darmflora (het geheel van micro-organismen dat zich in het maag-darmstelsel bevindt) wordt algemeen aanvaard als een van de belangrijkste veroorzaker. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verbetert het slikken van probiotica de risicofactoren van overgewicht (zoals, cholesterolgehalte, nuchter bloedglucosegehalte, BMI, vetpercentage, enz.) bij mensen met overgewicht/obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCTs met in totaal 821 deelnemers (416 in de placebo groep en 405 in de probiotica groep). De duur van de studies varieerde van 8 tot 24 weken.

Probiotica werd in de verschillende vormen toegediend, waaronder zakje, capsule, poeder, kefir, yoghurt en gefermenteerde melk.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.55, 95% BI = -0.91 tot -0.19 kg, I2 = 64%, p =0.003].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het BMI van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.30, 95% BI = -0.43 tot -0.18 kg/m2, I2 = 59%, p = 0.006].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de buikomtrek van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -1.20, 95% BI = -2.21 tot -0.19 cm, I2 = 90%, p 0.00001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de vetmassa van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.91, 95% BI = -1.19 tot -0.63 kg, I2 = 43%, p = 0.08].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het vetpercentage van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.92, 95% BI = -1.27 tot -0.56%, I2 = 57%, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het totale cholesterolgehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.43, 95% BI = -0.80 tot -0.07, I2 = 73%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.41, 95% BI = -0.77 tot -0.04, I2 = 73%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het nuchter bloedglucosegehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.35, 95% BI = -0.67 tot -0.02, I2 = 64%, p = 0.02].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het nuchter insulinegehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.44, 95% BI = -0.84 tot -0.03, I2 = 76%, p = 0.0008].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de HOMA-IR waarden van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.51, 95% BI = -0.96 tot -0.05, I2 = 76%, p = 0.003].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica gedurende 8 tot 24 weken de risicofactoren van overgewicht bij mensen met overgewicht/obesitas verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
The Potential Role of Probiotics in Controlling Overweight/Obesity and Associated Metabolic Parameters in Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis by Wang ZB, Xin SS, [...], Zhang XD.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6500612/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/significant, probiotica, cholesterol, diabetes en overgewicht.

Magnesiumtekort verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies toonden aan dat een magnesiumtekort in verband werd gebracht met vasculaire calcificatie (aderverkalking), atherosclerose en hart- en vaatziekten, die een onafhankelijke pathogene rol kunnen spelen bij patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen. Echter, de resultaten van deze studies waren enigszins te weinig en niet overtuigend. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verhoogt een laag magnesiumgehalte in het bloed zowel de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) als hart- en vaatzieken (cardiovasculaire mortaliteit) bij patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 studies met in totaal 200934 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een te laag magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 32% [multivariable adjusted HR = 1.32, 95% BI = 1.19-1.47, p  0.00001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een te hoog magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 14% [HR = 0.86, 95% BI = 0.79-0.94, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een te hoog magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan hart- en vaatziekten (cardiovasculaire mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 29% [adjusted HR = 0.71, 95% BI = 0.53-0.97, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de supgroepenanalyses dat een te laag magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder hemodialyse patiënten significant met 29% [HR = 1.29, 95% BI = 1.12-1.50, p  0.0005] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat te laag magnesiumgehalte in het bloed (magnesiumgehalte 0.70 mmol/L) zowel het risico op doodgaan aan alle oorzaken als hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Serum magnesium, mortality, and cardiovascular disease in chronic kidney disease and end-stage renal disease patients: a systematic review and meta-analysis by Xiong J, He T, […], Zhao J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30888644

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over magnesium, nierziekte en chronische ziekten.
Het normale magnesiumgehalte (ook wel referentiewaarde genoemd) in het bloed voor volwassenen varieert tussen 0.7 en 1.0 mmol/L.
Een te laag magnesiumgehalte in het bloed heeft dus een waarde kleiner dan 0.70 mmol/L.

Het magnesiumgehalte in het bloed kan verhoogd worden door producten te eten die veel magnesium bevatten en/of door magnesiumsupplementen te slikken.
 

Vitamine D verlaagt cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Insulineresistentie, dyslipidemie en verhoogde systemische ontsteking zijn belangrijke risicofactoren van chronische nierziekte. Daarom kunnen vitamine D supplementen een geschikte benadering zijn om de complicaties van chronische nierziekte te verminderen. Om deze reden, werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Hebben mensen met chronische nierziekte baat bij het slikken van vitamine D supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCTs.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 5 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het nuchter glucosegehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -18.87, 95% BI = -23.16 tot  -14.58].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 3 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen de HOMA-IR waarde van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -2.30, 95% BI = -2.88 tot -1.72].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 6 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het triglyceridengehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -32.52, 95% BI = -57.57 tot -7.47].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 5 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het totale cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -7.93, 95% BI = -13.03 tot -2.83].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen zowel het nuchter glucosegehalte, de HOMA-IR waarde, het triglyceridengehalte als het totale cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of vitamin D treatment on glycemic control, serum lipid profiles, and C-reactive protein in patients with chronic kidney disease: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Milajerdi A, Ostadmohammadi V, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31338797

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over vitamine D, cholesterol, nierziekte en chronische ziekten.

Visconsumptie verbetert longfunctie van rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van n-3 PUFA’s (zoals DHA, EPA, DPA en ALA) of vis de longfunctie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cohort studies met in totaal 37077 zwarte en witte deelnemers.
De longfunctie werd gemeten aan de hand van het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) en de geforceerde vitale capaciteit (FVC).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA DPA, DHA of EPA het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) verbeterde.
Echter, het eten van alfa-linoleenzuur (ALA) had geen invloed op deze longfunctieparameter.                                                                                                     

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA DPA, DHA of EPA de geforceerde vitale capaciteit (FVC) verbeterde.
Echter, het eten van alfa-linoleenzuur (ALA) had geen invloed op deze longfunctieparameter.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de geforceerde vitale capaciteit (FVC) verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 30 mg DPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) met 12-16 mL verhoogde.                                                                                                    

De onderzoekers vonden dat het eten van 30 mg DPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 10-15 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) met 12-16 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 10-15 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) met 12-16 mL verhoogde.                                                                                                  

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 10-15 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder rokers met 28-32 mL verhoogde.                                                                                                 

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) onder rokers met 24-25 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder rokers met 28-32 mL verhoogde.                                                                                             

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) met 24-25 mL verhoogde onder rokers.

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder ex-rokers met 17-21 mL verhoogde.                                                                                                     

De onderzoekers vonden dat het eten van 200 mg DHA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) onder ex-rokers met 7-12 mL verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) onder ex-rokers met 17-21 mL verhoogde.                                                                                                     

De onderzoekers vonden dat het eten van 150 mg EPA per dag de geforceerde vitale capaciteit (FVC) onder ex-okers met 7-12 mL verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel 30 mg DPA per dag, 200 mg DHA per dag of 150 mg EPA per dag als het eten van vis de longfunctie van rokers en ex-rokers verbeterden.

Oorspronkelijke titel:
Positive Associations of Dietary Marine Omega-3 Polyunsaturated Fatty Acids with Lung Function: A Meta-analysis (P18-087-19) by Patchen B, Xu J, […], Cassano P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6579416/ 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie.
Deze vissen leveren minimaal 200 mg DHA.
DPA, DHA en EPA zijn n-3 PUFA’s (n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren) die in vissen zitten.

Het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1, van het Engelse Forced Expiratory Volume in one second) is het maximale volume lucht (in liter) dat bij een snelle en geforceerde uitademing vanuit een volledige inademing in één seconde kan worden uitgeblazen.

De geforceerde vitale capaciteit (FVC, van het Engelse Forced Vital Capacity) is het volume lucht (in liter) dat na een volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd. Het wordt gemeten tijdens een geforceerde uitademing.            

Een gezonde volwassene kan tussen 70 en 80% van zijn vitale capaciteit uitademen tijdens de eerste seconde bij een geforceerde uitademing. Ligt de waarde (uitgedrukt als FVC) lager dan 70%, dan is de kans groot dat de luchtwegen vernauwd zijn door COPD of astma.

 

Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Of lichamelijke oefeningen de cardiovasculaire gezondheid kunnen verbeteren van de nierpatiënten die een nieuwe nier hebben ontvangen, is onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verbeteren lichamelijke oefeningen de risicofactoren van hart- en vaatziekten van nierpatiënten die een nieuwe nier hebben ontvangen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s van 10 weken tot 6 maanden met 2-4 keer per week een oefensessie van 30-60 minuten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 5 RCT’s met in totaal 199 deelnemers, dat lichamelijke oefeningen geen significant positief effect hadden op zowel de systolische [MD = 1.67, 95% BI = -2.17 tot 5.51, p = 0.39] als de diastolische bloeddruk [MD = 0.65, 95% BI = -4.02 tot 5.32, p = 0.78].

De onderzoekers vonden in 3 RCT’s met in totaal 261 deelnemers, dat lichamelijke oefeningen geen significant positief effect hadden op het totale bloedvetgehalte [MD = 0.03, 95% BI = -0.09 tot 0.15, p = 0.62].
De subgroepenanalyses lieten ook geen significant positief effect zien op het totale cholesterolgehalte [p = 0.15], het LDL-choleterolgehalte [p = 0.83] en het triglyceridengehalte [p = 0.82].
 

De onderzoekers vonden in 2 RCT’s met in totaal 22 deelnemers in de interventie groep en 28 in de controle groep, dat krachttraining gedurende 12 maanden de nierfunctie niet verbeterde [MD = 2.60, 95% BI = -12.88 tot 13.09, p = 0.74].

De onderzoekers vonden dat aërobe training, krachttraining of de combinatie daarvan gedurende 12 weken tot 12 maanden het lichaamsgewicht [MD = -2.02, 95% BI = -8.24 tot 4.20, p = 0.52, n = 3] of het BMI [MD = 0.12, 95% BI = -1.52 tot 1.77, p = 0.88, n = 4] niet verbeterde.

De onderzoekers vonden in 2 RCT’s met in totaal 64 deelnemers dat lichamelijke oefening gedurende 12 weken een consistente verbetering van de stijfheid in de kleine arteriën liet zien [MD = -1.14, 95% BI = -2.19 tot -0.08, p = 0.03].

De onderzoekers vonden in 5 RCT’s met in totaal 202 deelnemers dat aërobe training, krachttraining of een combinatie daarvan gedurende 12 weken tot 12 maanden een significante verbetering van de inspanningscapaciteit (VO2-piek) liet zien [MD = 2.25, 95% BI = 0.54 tot 3.69, p = 0.01].

De onderzoekers vonden dat lichamelijke oefening de kwaliteit van het leven in verschillende aspecten verbeterde, met een significante verbetering in het sociaal functioneren [MD = 16.76, 95% BI = 2.16 tot 31.37, p = 0.02] en de algemene quality-of-life scores [MD = 12.87, 95% BI = 6.80 tot 18,94, p 0.01].

De onderzoekers concludeerden dat lichamelijke oefeningen de arteriële stijfheid maar ook de inspanningscapaciteit (VO2-piek) en de kwaliteit van het leven verbeterden van nierpatiënten die een nieuwe nier hebben ontvangen.

Oorspronkelijke titel:
Effects of exercise training on cardiovascular risk factors in kidney transplant recipients: a systematic review and meta-analysis by Chen G, Liu Gao L and Li X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6534232/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over nierziekte, lichamelijke oefeningen, krachttraining en chronische ziekten.

Vaatwandstijfheid oftewel arteriële stijfheid, is een van de vroegst waarneembare manifestaties van de verslechterende structuur en functie van de slagaderlijke vaatwand. Een verhoogde vaatwandstijfheid is een onafhankelijke voorspeller van hart- en vaatziekten.

 

200 gram fruit per dag verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De rol van groente- en fruitconsumptie bij het verlagen van galsteenaandoeningen blijft tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van groente of fruit de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cross-sectionele studie, 1 patiënt-controle studie en 9 cohort studies met 33983 patiënten met galstenen onder 1533752 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in een gepoolde analyse dat het eten van groente, de kans op het krijgen van galstenen significant met 17% [RR  =  0.83, 95% BI = 0.74-0.94, I 2 =  91.1%] verlaagde.
Dit verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in een gepoolde analyse dat het eten van fruit, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [RR  =  0.88, 95% BI = 0.83-0.92, I 2 =  0.01%] verlaagde.
Dit verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram groente per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 4% [RR  =  0.96, 95% BI = 0.93-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 3% [RR  =  0.97, 95% BI = 0.96-0.98, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel 200 gram groente als 200 gram fruit per dag, de de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruits and vegetables consumption and the risk of gallstone diasease: A systematic review and meta-analysis by Zhang JW, Xiong JP, [...], Zhao HT.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31305451

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over groente- en fruitconsumptie en chronische ziekten.

 

Minimaal 12 weken L-carnitine supplementen verlaagt ontstekingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van L-carnitine supplementen het gehalte van de inflammatoire biomerkers, zoals het C-reactieve proteïne (CRP), tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) en interleukine-6 (IL-6)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitine supplementen het CRP gehalte significant verlaagde [WMD = -1.23 mg/L, 95% BI = -1.73 tot -0.72 mg/dL, p  0.0001]. Dit verlaagde effect was het grootst gedurende een interventie van minimaal 12 weken.

De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitine supplementen het interleukine-6 gehalte significant verlaagde [WMD = -0.85 pg/dL, 95% BI = -1.38 tot -0.32 pg/dL, p = 0.002]. Dit verlaagde effect was het grootst gedurende een interventie van minimaal 12 weken.

De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitine supplementen het tumornecrosefactor-alfa gehalte significant verlaagde [WMD = -0.37 pg/dL, 95% BI = -0.68 tot -0.06 pg/dL, p = 0.018].
Dit verlaagde effect was het grootst gedurende een interventie van minimaal 12 weken.

De onderzoekers concludeerden dat slikken van L-carnitine supplementen gedurende minimaal 12 weken de ontstekingen in het lichaam verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of L-carnitine on inflammatory mediators: a systematic review and meta-analysis of randomized clinical trials by Haghighatdoost F, Jabbari M and Hariri M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30915521

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over het verlagen van het CRP-gehalte, L-carnitine en chronische ziekten.

De ontstekingen in het lichaam kunnen gemeten worden aan de hand van de inflammatoire biomerkers, zoals het C-reactieve proteïne (CRP), tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) en interleukine-6 (IL-6).

Chronische ontstekingen in het lichaam kunnen leiden tot ziekten, zoals hart- en vaatziekten. Ontstekingen kunnen worden geremd door antioxidanten via voeding.

1 mg heme-ijzer per dag verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het is in dierenstudies aangetoond dat ijzer borstcarcinogenese (borstkanker) bevordert door de generatie van oxidatieve stress en interactie met oestrogeen. Van heme-ijzer, dat uitsluitend wordt gevonden in dierlijk voedsel, wordt gesuggereerd dat het een schadelijk effect heeft. Epidemiologisch bewijs voor de associatie tussen ijzerconsumptie en het krijgen van borstkanker blijft onduidelijk en is niet volledig samengevat. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhoogt een hoge ijzerinname of een hoog ijzergehalte in het lichaam de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies en 12 prospective cohort studies.

De gemiddelde NOS score was 7.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge heme-ijzerinname vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 12% [gepoolde RR = 1.12, 95% BI = 1.04-1.22 I2 = 39%, p = 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mg heme-ijzer per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 8% [gepoolde RR = 1.08, 95% BI = 1.002-1.17 I2 = 39%, p = 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum ijzergehalte vergeleken met een laag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 22% [gepoolde RR = 1.22, 95% BI = 1.01-1.47 I2 = 39%, p = 0.15, I2 = 61%, p = 0.04] verhoogde.

De onderzoekers vonden een J-vormige dosisafhankelijke relatie tussen het serum ijzergehalte en borstkanker, met sterk bewijs voor een non-lineair effect [p non lineair 0.001].
Specifiek werd een gestage toename van het risico op borstkanker vastgesteld voor het serum ijzergehalte boven 100 μg/dL, waarbij de associatie statistisch significant werd tot iets meer dan 125 μg/dL.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge heme-ijzerinname als een hoog serum ijzergehalte de kans op het krijgen van borstkanker verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Iron intake, body iron status, and risk of breast cancer: a systematic review and meta-analysis by Chang VC, Cotterchio M and Khoo E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6555759/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en (heme)ijzer inname.

Geen verband tussen gevogelte en hersenkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van gevogelte en eieren en de kans op het krijgen van hersenkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 studies over de consumptie van gevogelte en 5 studies over de eiconsumptie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van gevogelte en het krijgen van hersenkanker [gepoolde RR = 0.901, 95% BI = 0.703-1.154, I2 = 60.7%, p = 0.018].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van gevogelte en het krijgen van de hersenkanker glioom [RR = 0.873, 95% BI = 0.737-1.034, I2 = 0.0%, p = 0.838].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van eieren en het krijgen van hersenkanker [gepoolde RR = 0.998, 95% BI = 0.552-1.805, I2 = 82.6%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van eieren en het krijgen van de hersenkanker glioom [RR = 1.472, 95% BI = 0.935-2.316].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van zowel gevogelte als eieren en het krijgen van de hersenkanker, met name glioom.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of the association between poultry and egg consumption and the risk of brain cancer by Luo H, Sun P, [...], Guo Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30782302

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie, eieren en kanker.
 

Plasma creatininegehalte voorspelt mogelijk ALS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Plasma creatinine wordt beschreven als een prognostische biomarker voor Amyotrofische Lateraal Sclerose (ALS), maar met tegenstrijdige resultaten in de literatuur. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt een hoog plasma creatininegehalte de kans op het krijgen van ALS?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 cohort studies.

De algehele kwaliteit van de 14 cohort studies was laag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een plasma creatininegehalte hoger dan 88.4 µmol/L de kans op het krijgen van ALS significant met 28% [HR = 0.72, 95% BI = 0.58 tot 0.88, p = 0.0003] verlaagde.

De onderzoekers vonden een significante positieve correlatie tussen het plasma creatininegehalte bij baseline (aan het begin van de studie) en de functionele score [p 0.0001].

De onderzoekers vonden een significante positieve correlatie tussen de creatinine daling en de afname van de functionele score [p 0.0001].

De onderzoekers vonden een negatieve correlatie tussen het plasma creatininegehalte en de afname van de functionele score [p = 0.033].

De onderzoekers concludeerden dat het plasma creatininegehalte kan mogelijk gezien worden als een prognostische biomarker voor Amyotrofische Lateraal Sclerose (ALS). Mogelijk omdat de algehele kwaliteit van de 14 cohort studies laag was.

Oorspronkelijke titel:
Plasma creatinine and amyotrophic lateral sclerosis prognosis: a systematic review and meta-analysis by Lanznaster D, Bejan-Angoulvant T, […], Blasco H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30961401

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over chronische ziekten en ALS.
 

Koffie verlaagt hersenkanker onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies hadden een aantal associaties aangetoond tussen koffie- en theeconsumptie en het risico op het krijgen van hersenkanker, maar de resultaten zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt koffie- of theeconsumptie de kans op het krijgen van hersenkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies (8 cohort studies en 3 patiënt-controle studies) met in totaal 2583 mensen met hersenkanker onder 1684262 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hersenkanker significant met 21.5% [RR = 0.785, 95% BI = 0.580-0.984, I2 = 65.6%, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hersenkanker onder Aziaten significant met 78.3% [RR = 0.217, 95% BI = 0.042-0.896] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van de hersenkanker glioom significant met 24% [RR = 0.760, 95% BI = 0.548-0.972] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hersenkanker significant met 14.2% [RR = 0.858, 95% BI = 0.700-0.992] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hersenkanker onder Amerikanen significant met 20.2% [RR = 0.798, 95% BI = 0.646-0.986] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van zowel veel koffie als thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hersenkanker significant met 31.6% [RR = 0.684, 95% BI = 0.481-0.975] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel koffie de kans op het krijgen van hersenkanker onder Aziaten verlaagde terwijl veel thee de kans het krijgen van hersenkanker onder Amerikanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between tea and coffee consumption and brain cancer risk: an updated meta-analysis by Song Y, Wang Z, [....], Guo J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6419842/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en thee- en koffieconsumptie.