Voeding en gezondheid

Astma verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt astma de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten (cardiovascular mortaliteit) en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies (6 cohort studies waren prospectief) met in totaal 406426 deelnemers. De follow-up duur varieerde tussen 4.5 en 27 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat astma de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 33% [RR = 1.33, 95% BI = 1.15-1.53, I2 = 88%, p 0.00001] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef onveranderd in de sensitiviteitsanalyses. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden onder vrouwen dat astma de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 55% [RR = 1.55, 95% BI = 1.20-2.00, I2 = 84%] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef onveranderd in de sensitiviteitsanalyses. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.20 tot 2.00. RR van 1 betekent geen risico/verband.

De onderzoekers vonden onder mannen dat astma de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten niet significant met 20% [RR = 1.20, 95% BI = 0.92-1.56, I2 = 83%] verhoogde. Dit niet significant verhoogde risico bleef onveranderd in de sensitiviteitsanalyses. Niet significant want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.92 tot 1.56.

De onderzoekers vonden dat astma de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 36% [RR = 1.36, 95% BI = 1.01-1.83, I2 = 62%, p = 0.05] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef onveranderd in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat astma zowel de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten als doodgaan aan alle oorzaken onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Asthma and risk of cardiovascular disease or all-cause mortality: a meta-analysis by Xu M, Xu J and Yang X.

Link:
http://www.annsaudimed.net/index.php/vol37/vol37iss2/1109.html

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten.

Astma is een chronische ziekte.

 

IJzersupplementen verminderen vermoeidheid bij patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verminderen ijzersupplementen de vermoeidheid bij patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s en 6 cross-sectionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 6 RCT’s dat ijzer-supplementen een significant therapeutisch effect hadden op patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede [gepoolde effectengrootte = 0.33, 95% BI = 0.17 tot 0.48, I2 = 0.0%, p 0.0001]. Dit significant therapeutische effect bleef robust in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 6 cross-sectionele studies dat ijzer-supplementen geen significant therapeutisch effect hadden op patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede [gepoolde effectengrootte = 0.10, 95% BI = -0.11 tot 0.31, I2 = 57.4%, p = 0.362].

De onderzoekers concludeerden dat ijzersupplementen de vermoeidheid bij patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede verminderden.

Oorspronkelijke titel:
Iron deficiency without anaemia is a potential cause of fatigue: meta-analyses of randomised controlled trials and cross-sectional studies by Yokoi K and Konomi A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28625177

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ijzer.
 

Tafelsuiker verhoogt mogelijk de ziekte van Crohn

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van koolhydraten, eiwitten of vetten en de ziekte van Crohn?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies met in totaal 311 mensen met de ziekte van Crohn en 660 mensen zonder de ziekte van Crohn en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 238887 deelnemers, waarvan 482 mensen met de ziekte van Crohn.

De gemiddelde score van de studies was 7.78.

Er was geen publicatie bias in de vezelsstudies. Echter, er was niet genoeg gegevens om vast te kunnen stellen of in de eiwit-, vet- en koolhydratenstudies ook publicatie bias aanwezig was of niet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen het eten van koolhydraten en de ziekte van Crohn.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 10 gram koolhydraten per dag via voeding, een niet significant verlaagde risico van 0.9% voor de ziekte van Crohn [gepoolde RR = 0.991, 95% BI = 0.978-1.004, I2 = 0.0%, p = 0.439]. Niet significant want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.978 tot 1.004. RR van 1 betekent geen risico/verband.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van tafelsuiker en de ziekte van Crohn.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 10 gram tafelsuiker (saccharose of sucrose) per dag via voeding, een significant verhoogde risico van 8.8% voor de ziekte van Crohn [gepoolde RR = 1.088, 95% BI = 1.020-1.160, I2 = 0.0%, p = 0.395]. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.020 tot 1.160.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van vezels en de ziekte van Crohn.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 10 gram vezels per dag via voeding, een significant verlaagde risico van 14.7% voor de ziekte van Crohn [gepoolde RR = 0.853, 95% BI = 0.762-0.955, I2 = 0.0%, p = 0.730]. Echter, dit verlaagde risico was niet meer significant na het corrigeren voor de confounder sigarettenrook [RR voor elke verhoging met 10 gram vezels per dag via voeding = 0.890, 95% BI = 0.776-1.020].

De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen het eten van vet en de ziekte van Crohn.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 10 gram vet per dag via voeding, een niet significant verhoogde risico van 1.8% voor de ziekte van Crohn [gepoolde RR = 1.018, 95% BI = 0.969-1.069, I2 = 44.6%, p = 0.125]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen het eten van eiwit en de ziekte van Crohn.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 10 gram eiwit per dag via voeding, een niet significant verhoogde risico van 2.9% voor de ziekte van Crohn [gepoolde RR = 1.029, 95% BI = 0.955-1.109, I2 = 54.7%, p = 0.085].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van koolhydraten, eiwitten of vetten en de ziekte van Crohn. Echter, het eten van tafelsuiker verhoogt mogelijk de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn. Mogelijk omdat er niet genoeg gegevens aanwezig waren om uit te sluiten dat er geen publicatie bias aanwezig was.

Oorspronkelijke titel:
Macronutrient Intake and Risk of Crohn’s Disease: Systematic Review and Dose–Response Meta-Analysis of Epidemiological Studies by Zeng L, Hu S, [...], Tan Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5452230/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten, vetten en eiwitten.
De conclusie in een overzichtsartikel is pas betrouwbaar wanneer er geen sprake is van publicatie bias (treedt op wanneer wetenschappelijke studies wegens ongewenste resultaat (bijvoorbeeld verhoogde risico) niet gepubliceerd worden).
 

Dagelijks 1-3 porties groenten verlaagt mogelijk nierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groenten en fruit de kans op het krijgen van nierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 observationele studies (4 cohort, 1 gepooled en 14 patiënt-controle studies met in totaal 10215 mensen met nierkanker (niercelcarcinoom).  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker significant met 27% verlaagde [SRR = 0.73, 95% BI = 0.63-0.85, I2 = 53.5%, p = 0.004]. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker niet significant met 13% verlaagde [SRR = 0.87, 95% BI = 0.72-1.06]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat 1 portie groenten per dag, de kans op het krijgen van nierkanker significant met 10% verlaagde [SRR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.96, I2 = 69.0%, p 0.001]. Echter, dit verlaagde risico nam niet meer significant toe boven 3 porties per dag. Significant omdat SRR = 1 niet in de 95% BI van 0.94 tot 0.96 zat. SRR = 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker significant met 14% verlaagde [SRR = 0.86, 95% BI = 0.75-0.98, I2 = 47.4%, p = 0.012].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker niet significant met 10% verlaagde [SRR = 0.90, 95% BI = 0.73-1.10].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 1-3 porties groenten per dag en veel fruit de kans op het krijgen van nierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of fruits and vegetables and risk of renal cell carcinoma: a meta-analysis of observational studies by Zhang S, Jia Z, [...], Yang J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5438616/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente- en fruitconsumptie en kanker.

Één portie groenten komt overeen met:

  • 100 ml vers groentesap (bijvoorbeeld: wortelsap, rodebietensap of tomatensap)
  • 1/4 komkommer
  • 1/3 aubergine
  • 1 tomaat
  • 1 paprika
  • 1 courgette
  • 1 stronk witloof
  • 7 kerstomaatjes
  • 10 radijsjes
  • 14 champignons
  • 4 eetlepels gekookte groenten (worteltjes, bloemkool, broccoli, spinazie, asperges, rode kool, enz.)

Één portie fruit komt overeen met:

  • 100 ml vers vruchtensap (sinaasappel, pompelmoes, bloedsinaasappel)
  • 2 kiwi’s
  • 1/2 meloen, pompelmoes, avocado of mango
  • een handvol druiven
  • 1 (kleine) banaan
  • 1 appel of peer
  • 1 perzik of nectarine
  • 150 g aardbeien
  • 3 mandarijntjes, pruimen of abrikozen
  • 10 kersen

Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van L-carnitine het CRP-gehalte in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCTs met 541 mensen in de interventiegroep (groep met L-carnitine) en 546 mensen in de controlegroep (groep zonder L-carnitine). De duur van de studies varieerde tussen 8 en 48 weken. De dosering van L-carnitine varieerde tussen 1 en 2 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitine het CRP-gehalte significant met 0.39 mg/L [95% BI = -0.62 tot -0.16, p = 0.001, I2 = 44% p = 0.11] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 1-2 gram L-carnitine per dag het CRP-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of L-carnitine Supplementation on Circulating C-reactive Protein Levels: A Systematic Review and Meta-Analysis by Sahebkar A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4922328/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over L-carnitine.

Een hoog CRP-gehalte duidt op veel ontstekingen in het lichaam. Teveel ontstekingen in het lichaam kunnen tot chronische ziekten leiden.

 

Dagelijks 20 gram peulvruchten verlaagt prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies naar de relatie tussen de consumptie van peulvruchten en het risico op prostaatkanker lieten tegenstrijdige resultaten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van peulvruchten de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies met in totaal 281034 deelnemers, waarvan 10234 mensen met prostaatkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.75-0.96, p = 0.010, I2 = 45.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke 20 gram peulvruchten per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 3.7% [95% BI = 1.5%-5.8%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel peulvruchten, minimaal 20 gram per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Legume intake and risk of prostate cancer: a meta-analysis of prospective cohort studies by Li J and Mao QQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28423366

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over peulvruchten en prostaatkanker.

 

300 microgram jodium per dag verlaagt mogelijk schildklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van jodium de kans op het krijgen van schildklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies met 2213 mensen met schildklierkanker en 2761 mensen zonder schildklierkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een inname van meer dan 300 microgram jodium per dag via voeding, de kans op het krijgen van schildklierkanker significant met 26% [OR = 0.74, 95% BI = 0.60-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zoutwater vis (minimaal 3 keer per week), de kans op het krijgen van schildklierkanker significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.55-0.95, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van schelpdieren (minimaal 3 keer per week), de kans op het krijgen van schildklierkanker significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.52-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van meer dan 300 microgram (mcg) jodium per dag, de kans op het krijgen van schildklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
The relationship between iodine intake and the risk of thyroid cancer: A meta-analysis by Cao LZ, Peng XD, [...], Li S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5440127/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over jodium, visconsumptie en kanker.
De conclusie van een overzichtsartikel is pas betrouwbaar wanneer het ook teruggevonden wordt in het overzichtsartikel van cohort studies.

Minimaal 2 mg lycopeen per dag via voeding verlaagt prostaatkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt lycopeen de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 42 studies met 43851 mensen met prostaatkanker onder 692012 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van lycopeen via voeding de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.78-0.98, p = 0.017] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge lycopeenbloedwaarde de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79-0.98, p = 0.019] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 mg lycopeen per dag via voeding, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 1% [p = 0.026] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de lycopeenbloedwaarde met 10 μg/dL de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 3.5% [p = 0.004] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen lycopeen en vergevorderde prostaatkanker. Echter, er was een trend tussen lycopeen en de agressiviteit van prostaatkanker [RR = 0.74, 95% BI = 0.55-1.00, p = 0.052].

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van lycopeen via voeding als een hoge lycopeenbloedwaarde de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Increased dietary and circulating lycopene are associated with reduced prostate cancer risk: a systematic review and meta-analysis by Rowles JL, Ranard KM, […], Erdman JW Jr.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28440323

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lycopeen en prostaatkanker.

Deze maaltijden leveren minimaal 2 mg lycopeen. Lycopeen is verantwoordelijk voor de rode kleur van tomaten.

Een hoge lycopeenbloedwaarde wordt verkregen door lycopeenrijke voeding te eten en/of lycopeensupplementen te slikken. Eet tomaten voor lycopeen.

Minimaal 7 kopjes groene thee per dag verlaagt prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van thee de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 observationele studies (4 cohort studies en 3 patiënt-controle studies met in totaal 1435 mensen met prostaatkanker onder 96332 deelnemers) en 3 RCTs (87 mensen in de interventiegroep en 92 mensen in controle groep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 observationele studies dat het drinken van veel groene thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.77-1.11, I2  =  0%, p = 0.46] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 4 cohort studies dat het drinken van veel groene thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 2.3% [gepoolde RR = 0.977, 95% BI = 0.80-1.19] verlaagde. Dit verlaagde risico was ook niet significant in 3 patiënt-controle studies [gepoolde RR = 0.623, 95% BI = 0.368-1.056, I2  =  0%, p = 0.46].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van 1-6 kopjes groene thee per dag en de kans op het krijgen van prostaatkanker.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 7 kopjes groene thee per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.67-0.97] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 9 kopjes groene thee per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.59-0.93] verlaagde. Significant omdat er RR van 1 niet in de 95% BI van 0.59 tot 0.93 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen risico/verband.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 15 kopjes groene thee per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 44% [RR = 0.56, 95% BI = 0.35-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 RCTs een causaal verband tussen groene thee catechines en de verlaagde kans op het krijgen van prostaatkanker [RR = 0.38, 95% BI = 0.16-0.86, p = 0.02].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van minimaal 7 kopjes groene thee per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagde. Dit verlaagde risico kwam door de catechines (een groep flavonoïden) in de groene thee.

Oorspronkelijke titel:
Green tea and the risk of prostate cancer: A systematic review and meta-analysis by Guo Y, Zhi F, […], Zhang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5380255/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over theeconsumptie en prostaatkanker.

 

Dagelijks 1 mg vitamine B2 via voeding verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine B2 het risico op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 epidemiologische studies (cohort of patiënt-controle studies) met 12268 borstkankerpatiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine B2 vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.76-0.95, I2 = 40.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mg vitamine B2 per dag via voeding de kans op het krijgen van borstkanker significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine B2, minimaal 1 mg vitamine B2 per dag, de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary vitamin B2 intake and breast cancer risk: a systematic review and meta-analysis by Yu L, Tan Y and Zhu L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28035488

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en vitamine B2.

Een laag zinkgehalte verhoogt de ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag zinkgehalte de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 observationele studies met 822 mensen met de ziekte van Parkinson en 777 mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum zinkgehalte van mensen met de ziekte van Parkinson significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Parkinson [SMD = -0.779, 95% BI = -1.323 tot -0.234, p 0.001]. Dit significant verlaagde zinkgehalte werd met name teruggevonden in Oosterse studies [SMD = -1.601, 95% BI = -2.398 to -0.805, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het serum zinkgehalte van mensen met de ziekte van Parkinson lager was dan van mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Serum Zinc Levels and the Risk of Parkinson's Disease: a Meta-Analysis by Sun H, Liu X, […], Li W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28160244

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink.

Veel koolhydraten verhoogt dikke darmkanker onder mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van koolhydraten het risico op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies en 9 prospectieve cohort studies met 14402 mensen met dikke darmkanker onder 846004 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en het risico op het krijgen van dikke darmkanker [gepoolde RR = 1.08, 95% BI = 0.93-1.23, I2 = 68.3%, p 0.001]. Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.93 tot 1.23 zat. RR van 1 betekent geen risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en het risico op het krijgen van colonkanker [gepoolde RR = 1.09, 95% BI = 0.95-1.25, I2 = 48.3%]. 

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en het risico op het krijgen van rectumkanker [gepoolde RR = 1.17, 95% BI = 0.98-1.39, I2 = 17.8%]. 

De onderzoekers vonden in zowel patiënt-controle studies [RR = 1.40, 95% BI = 0.93-2.09] als cohort studies [RR = 0.99, 95% BI = 0.85-1.15] geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en het risico op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Amerikanen, Europeanen en Aziaten.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel koolhydraten het risico op het krijgen van dikke darmkanker onder mannen significant met 23% [RR = 1.23, 95% BI = 1.01-1.57] verhoogde. Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden onder vrouwen.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.01 tot 1.57 zat.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel koolhydraten het risico op het krijgen van dikke darmkanker onder mannen, maar niet onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis between dietary carbohydrate intake and colorectal cancer risk: Evidence from 17 observational studies by Huang J, Pan G, [...], Zhu Z.

Link:
http://www.bioscirep.org/content/ppbioscirep/early/2017/03/15/BSR20160553.full.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en koolhydraten.

Een dieet met veel koolhydraten is een dieet met meer dan 70 En% koolhydraten. 70 En% koolhydraten wil zeggen, dat het aantal gram koolhydraten 70% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van het desbetreffende dieet. Een dieet met meer dan 70 En% koolhydraten bestaat voornamelijk uit producten/maaltijden met meer dan 70 En% koolhydraten. Welke producten uit de supermarkt meer dan 70 En% koolhydraten bevatten, kunt u hier opzoeken.

Mensen met schizofrenie hebben een laag foliumzuurgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met schizofrenie een laag folaatgehalte (foliumzuurgehalte)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 hoogwaardige studies met in totaal 1183 (52.1%) mensen met schizofrenie en 1089 (47.9%) mensen zonder schizofrenie, de zogenaamde controles.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het folaatgehalte van mensen met schizofrenie significant lager was dan van mensen zonder schizofrenie [SMD = -0.65, 95% BI = -0.86 tot -0.45, p 0.00001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het folaatgehalte van Aziaten met schizofrenie significant lager was dan van Aziaten zonder schizofrenie [SMD = -0.86, p 0.00001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het folaatgehalte van Europeanen met schizofrenie significant lager was dan van Europeanen zonder schizofrenie [SMD = -0.44, p 0.00001].

De onderzoekers concludeerden dat het bloed folaatgehalte van mensen met schizofrenie, met name onder Aziaten en Europeanen lager was dan van mensen zonder schizofrenie.

Oorspronkelijke titel:
Folate Deficiency Increased the Risk of Schizophrenia: a Meta-Analysis by Ding Y, Ju M, […], He L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28124599

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over folaat/foliumzuur.
Het folaatgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door folaatrijke (foliumzuurrijke) voeding te eten en/of foliumzuursupplementen te slikken.

Deze maaltijden bevatten veel foliumzuur.
 

Dagelijks 2 mg vitamine E via voeding verlaagt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine E de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cohort studies met 4164 mensen met longkanker onder 435532 deelnemers.  

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine E vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 16% [gepoolde RR = 0.84, 95% BI = 0.76-0.93, I2 = 41.1%] verlaagde. Echter, dit significant verlaagde risico werd alleen teruggevonden onder Europeanen en Amerikanen maar niet onder Aziaten.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 mg vitamine E via voeding per dag, de kans op het krijgen van longkanker significant met 5% [gepoolde RR = 0.95, 95% BI = 0.91-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine E, minimaal 2 mg per dag de kans op het krijgen van longkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of dietary vitamin E intake with risk of lung cancer: a dose-response meta-analysis by Zhu YJ, Bo YC, [...], Qiu CG.

Link:
http://apjcn.nhri.org.tw/server/APJCN/26/2/271.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en vitamine E.
Deze maaltijden leveren minimaal 5 mg vitamine E.
 

Dagelijks 20 mg isoflavonen verlaagt dikke darm tumoren onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van phyto-oestrogenen, zoals isoflavonen en lignanen de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 studies (patiënt-controle studies en cohort studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel fyto-oestrogenen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.69- 0.84] verlaagde. Echter, dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [RR = 0.95, 95% BI = 0.85-1.06]. Niet significant want RR van 1 werd teruggevonden in de 95% BI van 0.85 tot 1.06. RR van 1 wil zeggen geen risico.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel isoflavonen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.69- 0.85] verlaagde. Echter, dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [RR = 0.94, 95% BI = 0.84-1.05]. Significant want RR van 1 werd niet teruggevonden in de 95% BI van 0.69 tot 0.85.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel lignanen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.56- 0.89] verlaagde. Echter, dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.64-1.57]. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 20 mg isoflavonen per dag, de kans op het krijgen van dikke darm tumoren onder Aziaten significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI 0.86-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 20 mg isoflavonen per dag, de kans op het krijgen van dikke darm tumoren onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Phyto-oestrogens and colorectal cancer risk: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Jiang R, Botma A, […], Chang-Claude J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28091359

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja en dikke darmkanker.
Isoflavonen zitten in soja en sojaproducten.

Deze maaltijden leveren minimaal 30 mg isoflavonen.
Dikke darm tumoren kunnen uitgroeien tot dikke darmkanker.
 

Een hoog serum seleniumgehalte verlaagt mogelijk prostaatkanker onder rokers en ex-rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog serum seleniumgehalte de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 patiënt-controle studies, 4 cohort studies en 1 RCT met in totaal 6136 mensen met prostaatkanker onder 34901 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog serum seleniumgehalte de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 24% [gepoolde OR = 0.76, 95% BI = 0.64, 0.91, I2  =  60.8%, p  = 0.001] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd alleen teruggevonden in patiënt-controle studies, rokers en ex-rokers en onder hooggradige prostaatkankerpatiënten.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum seleniumgehalte de kans op het krijgen van hooggradige prostaatkanker onder rokers en ex-rokers mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was onder cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Serum selenium levels and prostate cancer risk: A MOOSE-compliant meta-analysis by Cui Z, Liu D, […], Liu G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5293444/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over prostaatkanker en selenium.
 

Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van coënzym Q10-supplementen ontstekingen (uitgedrukt in het CRP, IL-6 en TNF-α gehalte) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.
Er was heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het CRP-gehalte significant met 0.35 mg/L [95% BI = -0.64 tot -0.05, p = 0.022] verlaagde. Dit significant verlaagde effect was onafhankelijk van het baseline (aan het begin van de studie) CRP-gehalte, de coënzym Q10 dosering, de studieduur en de kenmerken van de patiënten.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het IL-6 gehalte significant met 1.61 pg/mL [95% BI = -2.64 tot -0.58, p = 0.002] verlaagde. Dit significant verlaagde effect was hoger bij een hoger baseline IL-6 gehalte.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het TNF-α gehalte significant met 0.49 pg/mL [95% BI = -0.93 tot -0.06, p = 0.027] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van coënzym Q10-supplementen, de kans op het krijgen van ontstekingen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er sprake was heterogeniteit tussen de studies. 

Oorspronkelijke titel:
Effects of coenzyme Q10 supplementation on inflammatory markers: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Fan L, Feng Y, […], Chen LH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28179205

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en coënzym Q10.

Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn CRP, IL-1, IL-6, IL-8, MCP-1 en TNF-α.
 

EPA en DHA-supplementen verlichten pijn bij reumatoïde artritis

Onderzoeksvraag:
Verlicht het slikken van visolie de pijn bij patiënten met artritis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 42 RCT’s met in totaal 2751 patiënten met een gemiddelde leeftijd van 53.8 jaar en de gemiddelde duur van de ziekte was 9.7 jaar. De studieduur varieerde tussen 2 weken en 18 maanden. De dosering van EPA varieerde tussen 0.013 en 4.050 gram per dag en de dosering van DHA tussen 0.010 en 2.700 gram per dag.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 30 RCT’s dat het slikken van visolie de pijn significant verlichtte [SMD = -0.24, 95% BI = -0.42 tot -0.07, p = 0.007, I2 = 63%].

De onderzoekers vonden in 22 RCT’s met 956 patiënten dat het slikken van visolie de pijn bij patiënten met reumatoïde artritis significant verlichtte [SMD = -0.21, 95% BI = -0.42 tot -0.004]. Echter, het verlichtte in 5 RCT’s met 150 patiënten niet de pijn bij patiënten met artrose [SMD = -0.17, 95% BI = -0.57 tot 0.24].

De onderzoekers vonden dat het slikken van visolie met een EPA:DHA ratio groter dan 1.5 de pijn significant verlichtte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van visolie, bij voorkeur met een EPA:DHA ratio groter dan 1.5, de pijn bij patiënten met reumatoïde artritis verlichtte.

Oorspronkelijke titel:
Marine Oil Supplements for Arthritis Pain: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Trials by Senftleber NK, Nielsen SM, […], Christensen R.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/9/1/42/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en  EPA en DHA.

In visoliesupplementen zitten altijd de visvetzuren EPA en DHA.
Deze maaltijden bevatten veel EPA en DHA.
Het EPA&DHA-gehalte in het lichaam kan verhoogd worden door het eten van (vette) vissen en/of slikken van visoliesupplementen.
 

Vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L verlaagt allergische rhinitis onder mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog serum vitamine D-gehalte de kans op het krijgen van allergische rhinitis? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat kinderen met een serum vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L hadden een significant verlaagde kans op allergische sensibilisatie.
Echter, de onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine D tijdens de zwangerschap of kindertijd en de kans op het krijgen van allergische rhinitis bij kinderen.

De onderzoekers vonden dat mensen met een serum vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L vergeleken met 50 nmol/L, hadden een significant verlaagde kans van 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.56-0.89, p = 0.04] op het krijgen van allergische rhinitis. Echter, deze significant verlaagde kans werd alleen teruggevonden in mannen, maar niet in vrouwen. 

De onderzoekers concludeerden dat een serum vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L de kans op het krijgen van allergische rhinitis onder mannen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D status, aeroallergen sensitization, and allergic rhinitis: A systematic review and meta-analysis by Aryan Z, Rezaei N and Camargo CA Jr.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28102718

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

De gewenste vitamine D-bloedwaarden zijn 75-80 nmol/L (30–32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D-supplementen per dag.

Allergische sensibilisatie is het herkennen van een specifiek allergeen en de steeds heftigere reactie erop.
Voor het uitlokken van een immunologisch allergische reactie moet het immuunsysteem in concreto al eerder in contact zijn geweest met dat specifieke allergeen. In feite herkent het immuunsysteem dat specifieke allergeen als een “vijand” zoals een virus of een bacterie en reageert dus onnodig met ontsteking.

100 microgram foliumzuur per dag verlaagt mogelijk slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van folaat (foliumzuur) de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel folaat vegeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.56-0.71] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum folaatgehalte vegeleken met een laag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.55-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 microgram folaat per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.83-0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van veel folaat (minimaal 100 microgram per dag) als een hoog bloed folaatgehalte de kans op het krijgen van slokdarmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake, serum folate levels and esophageal cancer risk: an overall and dose-response meta-analysis by Zhao Y, Guo C, […], Li H.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=14432&path[]=46030

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over folaat/foliumzuur en kanker.
Lees hier meer over cohort studies, publicatie bias en patiënt-controle studies.

Deze maaltijden leveren minimaal 100 microgram folaat/foliumzuur.


 

Astma verhoogt longkanker

Onderzoeksvraag:
Verhoogt astma de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 cohort studies met in totaal 16375202 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat astma de kans op het krijgen van longkanker significant met 44% [OR = 1.44, 95% BI = 1.31-1.59, p 0.00001, I2 = 83%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder niet rokers significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.10-1.50, p = 0.002, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder blanken significant met 53% [OR = 1.53, 95% BI = 1.37-1.72, p 0.00001, I2 = 56%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder Aziaten significant met 52% [OR = 1.52, 95% BI = 1.15-2.01, p 0.00001, I2 = 93%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder mannen significant met 38% [OR = 1.38, 95% BI = 1.31-1.46, p 0.00001, I2 = 24%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder vrouwen significant met 68% [OR = 1.68, 95% BI = 1.45-1.95, p 0.00001, I2 = 63%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses geen verband tussen astma en de kans op het krijgen van longadenocarcinoom [OR = 1.01, 95% BI = 0.69-1.50, p = 0,95, I2 = 45%].

De onderzoekers concludeerden dat astma de kans op het krijgen van longkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Asthma and the risk of lung cancer: a meta-analysis by Qu YL, Liu J, [...], Hou SJ.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=14595&path[]=46568

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en kanker.

Longadenocarcinomen zijn de meest voorkomende vorm van longkanker en hebben de mogelijkheid om zich te verspreiden naar andere weefsels. Een van de moeilijkheden van het behandelen longadenocarcinomen is dat als de oorspronkelijke tumor niet volledig vernietigd of verwijderd kan terugkomen. Het roken van sigaretten, waaronder passief (secondhand) roken, is de belangrijkste oorzaak van longadenocarcinomen. Ongeveer 1% van de longadenocarcinomen worden gedreven door oncogeen ROS1-rearrangement.



 

Vet verhoogt non-Hodgkin lymfeklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfeklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 8 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vet het risico op non-Hodgkin-lymfeklierkanker significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.42] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van vet het risico op diffuus grootcellig B cel lymfoom (een soort non-Hodgkin-lymfeklierkanker) significant met 41% [RR = 1.41, 95% BI = 1.08-1.84] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vet het risico op non-Hodgkin-lymfeklierkanker, met name diffuus grootcellig B cel lymfoom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Consumption and Non-Hodgkin's Lymphoma Risk: A Meta-analysis by Han TJ, Li JS, [...], Xu HZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28094569

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.
Lees hier meer over patiënt-controle studies, cohort studies en overzichtsartikel.

Een dieet met veel vet is een dieet met meer dan 35 En% vet en meer dan 10 En% verzadigd vet.

Een dieet met weinig vet is een dieet met maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet.
Een vetarm dieet bestaat grotendeels uit producten met maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet. Welke producten uit de supermarkt maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden passen in een vetarm dieet.
 

Dagelijks 10 gram vezels verlaagt mogelijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 patiënt-controle studies en 1 cohort studie met in totaal 3287 mensen met alvleesklierkanker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 48% [OR = 0.52, 95% BI = 0.44-0.61, I2 = 7.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels (minimaal 10 gram per dag) de kans op het krijgen van alvleesklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber intake is inversely associated with risk of pancreatic cancer: a meta-analysis by Mao QQ, Lin YW, […], Xie LP.

Link:
http://apjcn.nhri.org.tw/server/APJCN/26/1/89.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezelconsumptie en kanker.
Lees hier meer over patiënt-controle studies, cohort studies en overzichtsartikel.

Deze maaltijden leveren minimaal 10 gram vezels.

Een dagelijkse voeding met veel vezels is een voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Een voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bestaat grotendeels uit producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Teveel buikvet verhoogt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt abdominale obesitas (teveel buikvet) de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met 5827 mensen met longkanker onder 831535 deelnemers. 

De follow-up duur varieerde tussen 7 en 15.1 jaar.
De afzonderlijke studies werden gecorrigeerd voor potentiële confounders, zoals leeftijd, lichamelijke activiteit en roken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 cm in buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker significant met 10% [RR = 1.10, 95% BI = 1.04-1.17, I2 = 27.7%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 0.1 punt in de taille-heupverhouding, de kans op het krijgen van longkanker significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 1.00-1.11, I2 = 25.2%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge taille-heup verhouding, de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder niet rokers significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.03-1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.08-1.25] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat abdominale obesitas de kans op het krijgen van longkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Abdominal Obesity and Lung Cancer Risk: Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Studies by Hidayat K, Du X, […], Shi B.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/810/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en overgewicht.

Abdominale obesitas oftewel teveel buikvet kan vastgesteld worden aan de hand van de buikomtrek en de taille-heupverhouding (omtrek taille gedeeld door omtrek heupen).

Alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne/zeaxanthine via voeding verlaagt non-Hodgkin-lymfklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 3 cohort studies.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel alfa-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.68-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel luteïne/zeaxanthine vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.69-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel alfa-caroteen of beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van diffuus grootcellig B cel lymfoom (een soort non-Hodgkin-lymfklierkanker) significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1000 microgram alfa-caroteen per dag de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 13% verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van lycopeen of beta-crytoxanthine en de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne/zeaxanthine de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker, met name diffuus grootcellig B cel lymfoom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoid intake and risk of non-Hodgkin lymphoma: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Chen F, Hu J, [...], Liu P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28011986

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker and carotenoïden.

Alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne/zeaxanthine, lycopeen en beta-crytoxanthine zijn carotenoïden.

100 gram rauwe wortelen levert gemiddeld 2684 microgram alfa-caroteen.
100 gram passievrucht levert 410 microgram alfa-caroteen.